Op zaterdag 8 mei gaat de Giro d’Italia 2021 van start met een tijdrit in Turijn. De renners zullen drie weken later, op zondag 30 mei, finishen in Milaan, na een tocht langs verschillende pareltjes in de laars.
In deze blog nemen we je mee op reis langs alle etappes van het parcours, waarbij we steeds een of meer highlights op de route uitlichten. Zo kun je je eigen Giro d’Italia samenstellen. Andiamo?!
Etappe 1 – tijdrit in Turijn
De eerste dag starten de renners in de voormalige hoofdstad van Italië. Nog altijd heeft Turijn een zeer koninklijke uitstraling. De renners fietsen onder meer langs de Po, door het Parco del Valentino en over de Ponte Umberto I.
Het Parco del Valentino, dat zich uitstrekt langs de Po, tussen de Ponte Umberto I en de Ponte Principessa Isabella, is het grootste park van Turijn. In totaal beslaat deze groene oase ongeveer 450.000 vierkante meter, met veel wandel- en fietspaden, grasvelden en kiosken waar je iets kunt drinken.
Midden in het park prijkt het Castello del Valentino. Het biedt tegenwoordig onderdak aan de Faculteit Architectuur van de Politecnico, de universiteit van Turijn, maar ooit behoorde het toe aan Christina van Frankrijk, die het liet uitbreiden en vooral overdadig liet decoreren. Ze hield er graag grootse feesten en banketten.
Na haar dood stierf de echo van de feestgangers al snel weg en kreeg het kasteel een serieuzere functie. Een van de tuinen van het kasteel werd het thuis van de Orto Botanico, de botanische tuin, die nog altijd te bezoeken is. De binnenkant van het kasteel kun je alleen tijdens de eerste en de derde zaterdag van de maand bewonderen, als de universiteit de deuren opent voor publiek.
Een bezoek waard zijn ook de Giardino Roccioso, de rotstuin die werd aangelegd ter ere van honderd jaar eenwording, en de Fontana dei Mesi, een grootse waterpartij uit 1898 met rondom beelden die symbool staan voor de twaalf maanden van het jaar.
Prachtig is ook de Borgo Medioevale, een middeleeuws dorpje dat bestaat uit exacte kopieën van gebouwen uit zo’n veertig dorpen in de regio Piemonte, die rondom La Rocca, een burcht, zijn gegroepeerd. Je vindt er replica’s van huizen uit onder andere Alba, Avigliana, Curognè, Mondovì, Frossasco, Pinerol.
Het dorpje werd gebouwd voor de Esposizione Generale in 1884 en bestaat uit huizen, winkels en fonteinen. Er is ook een café voor een hapje en drankje. Bewonder hier zeker het fresco Dans der dwazen, dat te zien is op een huis uit Bussoleno, in Val di Susa. Het is een kopie van een niet meer bestaand fresco op een taveerne in Lagnasco (in de provincie Cuneo).
Etappe 2 – van Stupinigi naar Novara
De renners vertrekken op zondag 9 mei vanaf het jachtslot Stupinigi, even buiten Turijn. Over een vrij vlakke route fietsen ze via onder meer Chieri, Montechiaro d’Asti en Vercelli naar Novara.
Het Palazzina di Caccia di Stupinigi – met een beeld van een hert op het dak – ligt zo’n tien kilometer buiten het centrum van Turijn. Het ademt meteen al bij de eerste aanblik koninklijke grandeur. Het palazzo, dat is ontworpen door Filippo Juvarra, werd vooral gebruikt tijdens de jacht. Als je door de koninklijke kamers struint, snuif je de uitgelaten sfeer op die hier vaak heerste als er een goede buit was binnengehaald.
Vercelli is goed voor een heel andere opbrengst. Hier vind je namelijk uitgestrekte rijstvelden. In dit stukje Italië ligt meer dan honderdtwintigduizend hectare aan rijstvelden.
Als je deze groene rijstvelden vol met water ziet, waan je je eerder in China dan in Italië. Toch is rijst ook voor de Italiaanse keuken een belangrijke pijler, in het noorden tenminste, waar men graag een heerlijke risotto eet.
De rijstvelden bieden een bijzondere aanblik: zo ver je kunt kijken worden rijstplantjes geteeld, ondergedompeld in water. Niet zo gek dus dat de locals het ook wel il paesaggio delle acque, het landschap van het water, noemen. In deze blog vertellen we je er meer over.
Etappe 3 – van Biella naar Canale
Op maandag 10 mei wacht een bijna tweehonderd kilometer lange etappe, van Biella via onder andere Asti, Canelli en Alba naar Canale.
Alba is de hoofdstad van de Langhe. Het is een stad met een lange geschiedenis. De Romeinen gaven deze plaats de naam Alba Pompeia, maar lang voor die tijd was het al een bloeiende nederzetting.
In het Museo Civico vind je nog veel archeologische resten terug van vroegere beschavingen. Het museum organiseert ook regelmatig een rondleiding met het thema Alba Sotteranea, waarbij je een van de ruim twintig ondergrondse plekken van Alba bezoekt in gezelschap van een archeoloog.
In de kelder van een bank is bijvoorbeeld nog een geplaveid kruispunt van twee Romeinse wegen te zien, onder de San Giuseppe ligt een hoek van het vroegere theater en onder een school liggen delen van een Romeinse galerij en een muur. Via ambientecultura.it vind je meer informatie over deze rondleidingen, inclusief de geplande data.
Als je Alba lekker slow kunt ontdekken, zonder je naar de finish te moeten haasten, moet je zeker even neerstrijken bij de Ape Wine Bar (Piazza Risorgimento 3), voor een goed glas wijn. Wil je langer blijven genieten van de sfeer op het plein, dan kun je hier ook blijven eten. Vooral de ravioli al plin, in een salie-botersaus, zijn om je vingers bij op te eten.
foto’s: Ape Wine Bar
Etappe 4 – van Piacenza naar Sestola
De etappe van dinsdag 11 mei voert van Piacenza naar Sestola, voor een finish heuvelopwaarts. Onderweg komen de renners onder meer langs Parma, dat dit jaar de culturele hoofdstad van Italië is.
Wie Parma zegt, denkt meteen aan zijdezachte Prosciutto di Parma of een stuk Parmezaanse kaas. De stad staat inderdaad bekend om deze delicatessen, maar je doet Parma te kort als je niet verder kijkt en proeft.
Naast haar culinaire erfenis mag Parma ook trots zijn op een fascinerende geschiedenis, die de stad heeft gemaakt tot een bruisende, sfeervolle en soms zelfs sprookjesachtige plek. Met name onder het bewind van de Farneses groeide Parma uit tot een statige stad, met mooie huizen en monumenten, kunstenaars van niveau en schitterende muziek.
In deze blog ontdek je onder meer het bijzondere battistero, kleurrijke koepelkunst, de prachtige kunstwerken in het Palazzo della Pilotta, de statige theaters en de beste bed & breakfast van de stad.
Etappe 5 – van Modena naar Cattolica
Op woensdag 12 mei wacht er weer een vlakke route, dwars door de regio Emilia-Romagna, de ‘buik van Italië’. De renners vertrekken in Modena en fietsen via Bologna, Imola, Faenza, Forlì, Forlimpopoli, Cesena, Rimini en Riccione naar Cattolica.
De renners vertrekken met vliegende vaart uit Modena, maar als gewone bezoeker kun je makkelijk een dag doorbrengen in deze stad. Cicero noemde het niet voor niets Mutina splendissima, ‘schitterend Modena’. Een deel van het historisch centrum staat sinds 1997 zelfs op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Modena is ook de stad van de wereldberoemde tenorzanger Luciano Pavarotti, van de grondlegger van het Ferrari-imperium Enzo Ferrari én van de wereldberoemde sterrenchef Massimo Bottura. Om nog maar te zwijgen over ‘het zwarte goud van Modena’, de aceto balsamico. In deze blog delen we de tien leukste en lekkerste tips voor een bezoek aan Modena.
Ook Bologna is een stad waar je – als je niet op de kilometerteller of weegschaal hoeft te letten – heerlijk kunt slenteren. Bewonder de scheve torens, het sfeervolle Piazza Santo Stefano met de zeven kerken en de prachtig gedecoreerde portici.
Neem vooral de tijd om te slenteren door de culinaire vierhoek van de stad en aan te schuiven voor borden vol verse pasta, van tortellini en tagliatelle tot lasagne. Al onze tips vind je hier.
Je merkt het al: één dagje Bologna is eigenlijk niet genoeg… Zeker niet als je ook de omgeving van deze buonissima stad wil ontdekken. Saskia staat bijvoorbeeld te popelen om een bezoek te brengen aan Forlimpopoli, de geboorteplaats van Pellegrino Artusi, waar je bij Casa Artusi heerlijke kookworkshops kunt volgen.
De renners laten al dat lekkers links liggen en zetten koers naar de Adriatische kust, voor een hopelijk zonnige finish in Cattolica.
Etappe 6 – van de Grotte di Frasassi naar Ascoli Piceno
Vanwege het feit dat het dit jaar vijftig jaar geleden is dat de Grotte di Frasassi ontdekt werden, vertrekt de zesde etappe op donderdag 13 mei bij deze grotten. De renners rijden zuidwaarts, voor een paar flinke hoogtemeters.
Onderweg zoeven ze onder meer langs Fabriano, Matelica, Camerino, Visso, Gualdo, Castelluccio en Arquata del Tronto, waarna ze finishen bij Ascoli Piceno.
Dit jaar is het vijftig jaar geleden dat de Grotten van Frasassi ontdekt werden. Vandaar dat ze tijdens deze zesde etappe de startlocatie mogen zijn. De renners zullen de grotten niet verkennen, maar wij nemen je graag even mee op pad in dit bijzondere ondergrondse gangenstelsel.
In 1971 kreeg een groep speleologen tijdens een klimtocht een gat in de berg in het oog: de toegang naar de Grotta Grande del Vento, de ‘grote grot van de wind’.
Sindsdien deden ze ontdekking na ontdekking: zoals de Abisso Ancona, de gigantische hal van meer dan tweehonderd meter hoog, de Sala delle Candeline, de ‘kaarsenzaal’, en de Sala dell’Orsa, de zaal waarin een figuur is gevormd in de vorm van een grote beer.
Bijzonder aan de Grotte di Frasassi is dat je niet alleen door de grotten kunt wandelen, maar dat er ook een heuse speleologentour is. Compleet met overall, regenlaarzen, helm en hoofdlamp ga je op avontuur buiten de gebaande paden, uiteraard onder begeleiding van een gids.
Om bij het speleologenpad te komen, volg je eerst de reguliere route door het waanzinnige doolhof van stalactieten en stalagmieten. Dit is een deel van de Abisso Ancona, waar hoog in het plafond nog het gat te zien is waardoor deze ruimte in 1971 ontdekt werd.
Als je verder loopt, kom je langs lagere ruimtes. De Sala delle Candeline is een lust voor het oog. Kleine stalagmieten die als kleine kaarsen uit het water omhoog rijzen, laten iedereen even vol verwondering achter.
Nu is de reguliere route al een buitengewone ervaring, dit avontuur maakt het plaatje compleet. Het klauteren door de vochtige grotten laat je heel even een echte speleoloog zijn, op de tast met je handen langs de muren, stappend over poeltjes met sulfietwater, op zoek naar de beste plek om je voet neer te zetten.
Aan het einde van deze route komen we in een ruimere hal, waar we even gaan zitten voordat we weer terugkeren. De gids vraagt hier om onze hoofdlamp uit te zetten en in volledige duisternis twee minuten stil te zijn. Het is bijna niet voor te stellen wat een stille en tegelijkertijd spectaculaire ervaring dat is: een volledig donkere ruimte, geen sterrenhemel, geen licht uit de stad dat reflecteert in de lucht. Je zit midden in een bergketen, omsloten door honderden meters dikke steenlagen.
Om je heen hoor je slechts het druppelen van het water uit het plafond, datgene wat al die miljoenen jaren lang heeft gezorgd voor het vormen van de druipstenen. Een duisternis en stilte van deze intensiteit was ons onbekend, maar zo waardevol dat we het iedereen willen aanraden om eens mee te maken.
Op de website van de Grotte di Frasassi vind je meer informatie over de routes en tarieven. In deze blog ontdek je meer moois in het gebied van de Gola di Frasassi, met onder meer Tempio del Valadier
De renners zullen waarschijnlijk ook nog weinig bloeiende velden zien rondom Castelluccio. Als je hier iets later in het jaar komt, in de tweede helft van juni, tref je hier een regenboog aan kleuren, zoals je in deze blog kunt zien.
Gelukkig kunnen de renners finalestad Ascoli Piceno wel in al haar glorie bewonderen. Deze stad in het zuiden van de regio Le Marche wordt ook wel ‘stad van de honderd torens’ genoemd. Maar Ascoli Piceno staat niet alleen bekend om de hoge torens. Je vindt er ook grootse pleinen, mooie musea, rijk versierde kerken en verrassende fonteinen. We laten je dat allemaal zien in een unieke City Walk, waarvan je hier de details vindt.
Etappe 7 – van Notaresco naar Termoli
De zevende etappe, op vrijdag 14 mei, brengt de renners nog wat verder zuidwaarts, naar de regio’s Abruzzo en Molise. Vanuit Notaresco rijden ze via onder meer Chieti, Ortona en Vasto naar Termoli, voor een finish aan zee. Voor het deel van het parcours in Abruzzo vind je via deze link meer details.
De kustlijn van de regio Molise is met vijfendertig kilometer lengte maar kort, maar je vindt er een aantal fijne stranden en een paar gezellige badplaatsen. Onze favoriet is Termoli, met name vanwege de charme van Borgo Vecchio.
In dit oude vissersdorpje vind je veel kleurrijke huizen, mooie doorkijkjes op zee, wapperende was en Mariabeeldjes. Je kunt eindeloos door dit doolhof van kleine straatjes dwalen, die je uiteindelijk naar het Piazza Duomo leiden. In deze blog laten we je meewandelen en delen we ook een aantal fijne culinaire tips voor deze badplaats.
Etappe 8 – van Foggia naar Guardia Sanframondi
Na een week fietsen zijn de renners in het zuiden van Italië aangekomen. Vanuit Foggia, in het noorden van Puglia, vertrekken ze op zaterdag 15 mei voor flink wat hoogtemeters tijdens de meest zuidelijke etappe van de Giro. Ze fietsen via onder meer Lucera, Campobasso, Guardiaregia en Castelvenere naar de finish bij Guardi Sanframondi.
Het noordelijke stukje Puglia dat de renners tijdens deze etappe doorkruisen, is misschien wel een van de onbekendste stukjes Italië. Hebben de dorpjes in de Valle d’Itria en de kustlijn van de Salento al even geen geheimen meer voor toeristen, het meest noordelijke puntje van Puglia ligt nog ver buiten de platgetreden paden.
Lucera is een oude Romeinse kolonie, waar rijkdom hoogtij vierde. Dit is nog altijd terug te zien aan de verschillende palazzi die de stad rijk is. In een van die palazzi, het Palazzo de’ Nicastri-Cavalli, is tegenwoordig het MAU (Museo di Archeologia Urbana Giuseppe Fiorelli) gevestigd. Alle objecten in het museum zijn vondsten van de drie heuvels waarop Lucera gebouwd is, Albano, Belvedere en Sacro.
Net buiten het centrum van Lucera ontdek je een goed bewaard geheim: een Romeins amfitheater. Met ruimte voor achttienduizend mensen blijkt dit het grootste amfitheater van Puglia te zijn geweest.
Het werd gebouwd in de tijd van keizer Augustus en heeft twee grote entrees, die direct tegenover elkaar liggen, een aan de zijde van Lucera en een aan de zijde van Foggia. We verbazen ons over de goede conservering van het theater, waar ooit gladiatoren en dieren oog in oog stonden. Tegenwoordig is het amfitheater het decor voor verschillende culturele evenementen.
In deze blog lees je nog meer over Lucera. We delen in dat artikel ook een fijn adresje voor een wijnproeverij én een dolce bakkerij in het nabijgelegen Troia.
Etappe 9 – van Castel di Sangro naar Campo Felice
Het wordt een zware rit op zondag 16 mei, maar wel eentje met een gelukkig eindpunt! De Giro trekt dwars door de Apennijnen, waarbij het laatste stuk op weg naar de finish bij Campo Felice zelfs onverhard is.
Voor de renners daar zijn, rijden ze langs onder meer Scanno, Anversa degli Abruzzi, Cocullo, Celano, Ovindoli en Rocca di Cambio. Een deel van het parcours volgt de voetsporen van Escher, een van de bekendste kunstenaars uit Nederland, die per ezel over de smalle bergpaadjes van Abruzzo reisde.
Het pittoreske Scanno is een van de borghi più belli d’Italia – de mooiste dorpjes van Italië. Ronddwalen in deze borgo is een feest voor wie van fotograferen houdt, want werkelijk ieder straatje, steegje, balkonnetje of doorkijkje is het waard om vast te leggen. De romaanse kerk Santa Maria della Valle is een mooi startpunt voor een wandeling door Scanno.
Aan de voet van de kerktoren vind je een standbeeld dat de vrouwen van het dorpje eert. Het is een beeld van een vrouw in de traditionele kleding van Scanno, gemaakt volgens eeuwenoude tradities waar het dorpje nog altijd zeer trots op is. Een aantal van de oudere dames in Scanno draagt de kleding nog altijd, maar vaak alleen met bijzondere gelegenheden.
Dat is niet zo vreemd: alles is gemaakt van wollen stoffen, zodat het erg zwaar en weinig comfortabel is. Toch dankt Scanno veel aan deze traditie: het dorp kreeg bekendheid toen de beroemde fotograaf Henri Cartier-Bresson in de jaren vijftig de inwoners in hun traditionele kleding fotografeerde.
Het dorpje kent niet echt ‘grote’ monumenten of kunstwerken; de grootste attractie is het plaatsje zelf. Je gaat dus het beste gewoon je neus achterna! Struin rond, duik af en toe een winkel, een barretje of een kerkje in en geniet met de bewoners mee, al is het maar even, van het authentieke Italiaanse dorpsleven. In deze blog bewonder je nog veel meer foto’s van Scanno.
Ook Anversa degli Abruzzi is dankzij zijn geweldige ligging een genot om naar te kijken. Schuif hier zeker aan bij Ristorante La Fiaccola. Op het menu staan huisgemaakte pasta’s, kazen en andere lekkernijen, allemaal rechtstreeks uit eigen keuken met producten van de lokale boeren.
De Giro is net te laat voor het grote slangenfeest in Cocullo, dat begin mei plaatsvindt. Tijdens de Processione dei Serpari wordt San Domenico (de heilige die je beschermt tegen slangenbeten) door het dorp gedragen, met om zijn hals een twintigtal levende slangen. Ciao tutti’s Jesper nam er in 2016 een kijkje en deelt deze unieke traditie met ons in deze blog.
Etappe 10 – van L’Aquila naar Foligno
De tiende etappe, op maandag 17 mei, brengt de renners van de regio Abruzzo via de regio Lazio naar de regio Umbrië. Na vertrek vanuit L’Aquila trappen ze via Rieti, Piediluco, Spoleto, Campello sul Clitunno en Trevi naar de finish in Foligno.
Vanuit de hoofdstad van Abruzzo, waar nog altijd de sporen van de aardbeving uit 2009 te zien zijn, zetten de renners koers naar Rieti, het geografisch middelpunt van Italië.
Rieti lag vroeger aan een belangrijke zoutroute. Het zout werd in die tijd over de rivier die door Rieti stroomt naar de kust bij Rome vervoerd. Het water was niet alleen belangrijk voor het zout, maar ook voor de aanvoer van water in de stad Rome zelf. Zo’n vijfentachtig procent van het water dat de Romeinen nodig hebben, komt immers van buiten de stad.
Van een oude Romeinse brug zijn nog wat resten bewaard gebleven en ook de straatnaam Via del Porto herinnert aan de tijd dat de straatjes langs de rivier een kleine haven vormden, waarbij het waterpeil wel tot wel drie meter hoog kon stijgen. Rieti leek in die tijd Venetië wel!
De boten werden geparkeerd in tunnels, die nu prachtig verlicht worden en regelmatig geopend zijn voor bezoekers. Je kunt er onder meer zuilen uit de Romeinse tijd bewonderen.
Toen de straatjes van Rieti deels onder water lagen, speelden zich in de hoeken en gaten van de stad allerlei illegale praktijken af. Er werden duistere zaken gedaan en dieven voelden zich er thuis. De tunnels dienden daarbij als dekmantel, maar als de zaken niet goed afliepen, werd er ook regelmatig een lijk in een van de tunnels gevonden.
Een deel van het tunnelnetwerk behoort tegenwoordig toe aan een welgestelde Italiaanse familie die de tunnels graag op de Werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst zou zien. Daarvoor moet men wel eerst aan de slag: het gehele tunnelcomplex beslaat nu ongeveer vierduizend vierkante meter, maar voor een plek op Unesco’s Werelderfgoedlijst moet zo’n vijfentwintigduizend vierkante meter aan tunnels zijn uitgegraven.
Nog meer water wacht bij Piediluco, met het gelijknamige meer, het grootste natuurlijke meer in Umbrië na het Lago Trasimeno. Het lijkt wel een bergmeer, met zijn onregelmatige vorm.
Piediluco betekent letterlijk ‘de voet van het bos’. Het gelijknamige middeleeuwse dorpje aan het meer ligt aan de voet van de kegelvormige Montagna dell’Eco. Deze groenbeboste berg dankt zijn naam aan het feit dat je er een perfecte echo kunt laten weerklinken.
Bewonder zeker ook het Santuario di San Francesco uit de veertiende eeuw. Het waterniveau van het meer was destijds hoger, zodat je nu een steile trap moet beklimmen om bij het heiligdom te komen.
Vanuit het Lago di Piediluco stroomt de rivier de Velino naar de Cascate delle Marmore, de grootste waterval van Italië. Het is een kunstmatige waterval, die werd aangelegd door de Romeinen. Zij verlegden de Velino, een zijrivier van de Tiber, omdat de rivier vaak buiten haar oevers trad.
Het resultaat: een indrukwekkende muur van water die zich vanaf een hoogte van maar liefst 165 meter in drie ‘verdiepingen’ de diepte instort. Impressionante! Nieuwsgierig naar deze waterval? In deze blog vertellen we je er alles over!
Via de schitterende stad Spoleto – waarvoor we in dit artikel tien fijne tips delen – rijden de renners naar Campello su Clitunno, met net buiten het dorpje nog een bezienswaardigheid waarin water de hoofdrol speelt: de Fonti del Clitunno
‘Heb je ooit de bronnen van Clitunno gezien? Zo niet (en ik denk van niet, anders zou je het me hebben verteld), ga ze dan zien. Ik heb ze pas net voor het eerst gezien en heb er spijt van dat ik ze nu pas heb gezien,’ zo schreef de Romeinse schrijver Plinius de Jongere in de oudheid over deze bronnen. Zo verwonderd waren we zelf ook over deze magische plek, waarover je in deze blog meer leest.
Via Trevi – een schitterend dorpje dat bekend staat om de uitstekende kwaliteit olijfolie – trappen de renners naar de finish in Foligno, dat bekend staat om de historische paardenrace.
Etappe 11 – van Perugia naar Montalcino
Na een rustdag starten de renners op woensdag 19 mei in Perugia. Een deel van de route van deze elfde etappe voert over de zogenaamde strade bianche, ‘witte wegen’, die ook het decor vormen van de wielerklassieker Strade Bianche.
De renners laten Perugia, de hoofdstad van Umbrië, al gauw achter zich, maar het loont de moeite de tijd te nemen voor al het moois dat je hier kunt bewonderen. In deze City Walk nemen we je mee naar de mooiste én lekkerste plekken van de stad, zodat je een heerlijke giro te voet kan maken.
De wielrenners rijden via onder meer Orvieto en Chiusi richting Toscane. Met name Orvieto is echt een pareltje om wat langer bij stil te staan. De stad is gebouwd op een tufstenen plateau dat statig oprijst te midden van het groene landschap met wijngaarden, cipressen en olijfbomen.
Orvieto is niet groot, maar bijzonder sfeervol. Je vergaapt je natuurlijk allereerst aan de schitterende façade van de Duomo en aan de kleurrijke fresco’s in deze kerk, maar Orvieto is veel meer dan alleen deze imposante kerk.
Laat je verrassen door onze tips voor een dagje Orvieto die je in deze blog vindt en slenter met ons mee door de sfeervolle straten, geniet van de ongedwongen sfeer en sluit de dag af met een glas wijn in de schaduw van de Duomo.
Eenmaal in Toscane wacht een prachtige rit door de Val d’Orcia. De Unesco zette dit gebied in 2004 op de Werelderfgoedlijst. In de vallei van de Orcia, die is vernoemd naar de rivier die hier stroomt, is het landschap betoverend mooi. Hier zet je je auto meer dan eens aan de kant om de schoonheid van dit stukje aarde te bewonderen en vast te leggen.
We stippelden deze mooie route uit door deze sprookjesachtige streek, langs de mooiste dorpjes, fotogenieke landschappen en adembenemende vergezichten. Natuurlijk ontbreekt ook dé blikvanger van de Val d’Orcia niet: de Cappella della Madonna di Vitaleta.
De finish van de Giro is in Montalcino, dat vooral bekend is vanwege de beroemde wijn die er gemaakt wordt, de Brunello di Montalcino. De heuvels rondom het stadje staan dan ook vol prachtige wijnranken, waar de kostbare druif groeit waarmee de trots van Montalcino gemaakt wordt.
Proef zeker een glas van deze wijn, bijvoorbeeld in de enoteca die is gevestigd in de Rocca, of bij Caffè Fiaschetteria, met een prachtig historisch interieur. De aardse smaak, waarin kruiden, pruimen en kersen de boventoon voeren, gaat het best samen met vlees. De Brunello is geen wijn om zo te drinken, maar komt het best tot zijn recht als je tegelijkertijd geniet van een schaal vol salumi of een mooi stuk vlees.
Etappe 12 – van Siena naar Bagno di Romagna
Na de verleidingen van de Val d’Orcia wachten in de twaalfde etappe, op donderdag 20 mei, het aanlokkelijke Toscaanse decor van de Chianti. De renners vertrekken vanuit het roodgedakte Siena voor een tocht dwars door dit bekende wijngebied, langs onder meer Castellina in Chianti en Panzano in Chianti.
Zij hebben vast geen tijd voor een bezoek aan Dario Cecchini, maar zet deze Toscaanse slager – of beter gezegd een van zijn restaurants – zeker op je wensenlijstje als je de Chianti bezoekt.
Net als in de Val d’Orcia stippelden we in de Chianti ook een uitgebreide route voor je uit, dit keer in de vorm van deze digitale wijnreisgids. Je ontdekkingstocht voert langs de lekkerste wijnen, de mooiste cantina’s en de prachtigste landschappen in dit wereldberoemde wijngebied. We nemen je mee naar de mooiste dorpjes, met onderweg volop gelegenheid om te proeven bij imponerende wijnkastelen en eenvoudiger enoteca’s.
Via Greve in Chianti (waar je even moet stoppen voor een bezoek aan Macelleria Falorni) en Strada in Chianti trappen de renners naar renaissancestad Florence.
Dit jaar is een bezoek aan Florence extra feestelijk, vanwege alle activiteiten die er ter ere van 700 jaar Dante worden gevierd. De wielrenners zullen zijn stad waarschijnlijk slechts zijdelings kunnen aanschouwen, maar ook hier geldt dat je als gewone bezoeker beter een trager tempo kan aannemen als je de stad echt wil ontdekken.
Via deze link vind je al onze blogs over Florence, met al onze favoriete plekken in en verhalen over de stad. Ook leuk: ga met Saskia op safari in Florence in deze podcast!
Vanuit Florence gaat het langzaam heuvelopwaarts, via Pontassieve naar de grens met Emilia-Romagna. Als je veel meer tijd hebt dan de renners, check dan eens Il Cammino di Dante. Tijdens deze wandeling loop je langs een aantal plekken die voor deze beroemde Florentijnse dichter van groot belang waren.
De totale route beslaat drie dagen, van de start in Val di Sieve tot de finish in Florence. De eerste etappe voert van de Abbazia di San Godenzo naar Dicomano, een van de dorpjes in de Mugello. Van daaruit zet je je tocht voort naar Pontassieve, om de derde en laatste dag te worden onthaald door Dantes geboortestad, die hij na zijn verbanning echter nooit meer terug zag…
Etappe 13 – van Ravenna naar Verona
Op vrijdag 21 mei wachten er bijna tweehonderd vlakke kilometers, tussen Ravenna en Verona. De start- en finishplaats zijn in dit Dante-jaar uiteraard niet zomaar gekozen.
Dante leefde de laatste jaren van zijn leven in Ravenna, waar hij uiteindelijk terecht was gekomen na vele omzwervingen na zijn verbanning uit Florence. Uiteindelijk overleed Dante in Ravenna en werd hij er ook begraven, hetgeen een doorn in het oog was (en is) voor Florence.
Alle tentoonstellingen, evenementen en activiteiten die tijdens dit Dantejaar in Ravenna plaatsvinden, vind je op de website vivadante.it.
Ook Verona, waar Dante tijdens zijn ballingschap verbleef, laat het Dantejaar niet ongemerkt voorbijgaan. Er is een speciale Dante in Verona-route en in de Galleria d’Arte Moderna Achille Forti van Palazzo della Ragione is tot 3 oktober de tentoonstelling Tra Dante e Shakespeare: il mito di Verona te zien. Meer informatie vind je op de website Dante a Verona.
Maar terug naar de Giro. Vanuit mozaïekstad Ravenna trekken de renners eerst naar Ferrara, dé Italiaanse fietsstad. In geen enkele Italiaanse stad zie je zoveel mensen fietsen als hier. Na Amsterdam telt Ferrara zelfs de meeste fietsen per hoofd van de bevolking! Klim dus op de trappers om de stad verder te verkennen. Het historische centrum is bijna helemaal autovrij en – niet onbelangrijk – heel vlak.
Stap regelmatig af voor een terrasje en lees dan een stuk uit een van Bassani’s boeken over Ferrara, die je zeker in je koffer moet stoppen als je deze stad bezoekt.
De volgende stad op de Giro-route van vandaag is Mantova, dat in 2016 de culturele hoofdstad van Italië was. Ook nu nog is deze heerlijke Noord-Italiaanse stad vol schitterende kunstwerken een bezoekje waard!
Bij het binnenrijden van de stad heb je al meteen vanaf de Ponte di San Giorgio een prachtig zicht op de skyline, een magisch profiel van de monumenten die de stad rijk is. Mantova was eeuwenlang het thuis van de familie Gonzaga, die het in Mantova en omstreken voor het zeggen had.
De Gonzaga’s verfraaiden de stad met kunstwerken en monumenten. Dankzij hen werd Mantova een van de belangrijkste steden in Noord-Italië – en veel van deze rijke erfenis is nog altijd te bewonderen in het historisch centrum van de stad.
Vergeet ook het iets verderop gelegen Sabbioneta niet, dat sinds 2008 samen met Mantova op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat, vanwege de grote architectonische waarde én vanwege de prominente rol die Mantova speelde in de verspreiding van de renaissancecultuur.
Voor een culinaire stop raden we je Corte Bondeno aan. Na een overvloedige lunch heb je dan genoeg energie voor je reis naar de finishplaats van deze etappe: Verona, de stad van de liefde!
Verona behoeft eigenlijk geen introductie meer, maar als je de stad echt wil ontdekken en er meer van wil zien dan de wielrenners, raden we je aan in onze blogs over Verona te duiken. Dan ontdek je vanzelf de prachtigste uitkijkpunten, een geheime tuin en een buitengewone kunstcollectie.
Etappe 14 – van Cittadella naar de Monte Zoncolan
Tijdens de veertiende etappe, op zaterdag 22 mei, vertrekt de Giro vanuit Cittadella, een eind ten noordwesten van Venetië. Na een tijdje komen Conegliano en de proseccoheuvels in zicht. Dit wijngebied is een waar spektakel om doorheen te rijden.
Liefst wel op een iets aangenamer tempo dan de renners, zodat je de tijd hebt om de met groene wijnranken bedekte heuvels in te drinken en te proeven van de wijnvoorraad van een aantal proseccomakers. In deze blog vind je meer informatie over La Strada del Prosecco, die je langs de mooiste plekken van deze wijnstreek voert.
Via onder meer Meduno, Casanova en Sutrio rijden de renners naar de finish op de Monte Zoncolan. Een stukje onbekend Italië voor ons, dus hier kunnen we je geen extra tips geven.
Etappe 15 – van Grado naar Gorizia
Gelukkig zijn we wel weer thuis in de streek waar de vijftiende etappe wordt gereden, op zondag 23 mei. De renners vertrekken vanuit Grado, dat door de inwoners ook wel Isola del Sole (‘eiland van de zon’) wordt genoemd. In deze blog nemen we je graag mee naar deze nog vrij onontdekte badplaats.
Na Grado wacht wederom een pareltje van Unesco’s Werelderfgoedlijst: Aquileia. Het is een van de best bewaarde voorbeelden van een Romeinse stad, met schitterende overblijfselen die je ruim tweeduizend jaar terug in de tijd brengen.
Aquileia werd niet voor niets ‘het tweede Rome’ genoemd. Niet alleen was het een belangrijke poort naar het oosten, de stad diende ook als militaire vestiging. Onder anderen Marcus Aurelius verbleef er lange tijd, hetgeen zorgde voor een grote welvaart voor Aquileia.
Opgravingen hebben blootgelegd hoe rijk deze Romeinse stad was. Wie de resten van het Romeinse forum, een basilica, een mausoleum mozaïekvloeren en funderingen van huizen bewondert, ziet de pracht en praal van de vroegere stad bijna voor zich. Ook het havengebied is grotendeels opgegraven en langs de Via Sacra (Heilige Weg) werden talloze beelden gevonden. In deze blog neem je alvast een virtueel kijkje in Aquileia.
De volgende plek op de route is Gradisca d’Isonzo. Ooit was dit een belangrijke vesting, maar tegenwoordig is het een beetje een slapend stadje. Het telt ongeveer zevenduizend inwoners en heeft een klein centrum. Elbrich van Explore Friuli neemt je er binnenkort mee naartoe, in een blogtrilogie over een bijzonder verhaal uit Friuli.
Gradisca d’Isonzo ligt niet ver van finishplaats Gorizia. De ene stad ligt aan de rechteroever van de rivier Isonzo, de andere aan de linker. Hemelsbreed liggen de twee steden maar tien kilometer uit elkaar.
De renners maken echter een flinke omweg, voor een tour op Sloveens grondgebied. Daarna keren ze weer terug in Italië, voor de laatste kilometers richting Gorizia, dat samen met de Sloveense buurtstad Nova Gorica is uitverkozen als culturele hoofdsteden van Europa in 2025.
Etappe 16 – van Sacile naar Cortina d’Ampezzo
Op maandag 24 mei wacht de renners een zware start van de laatste Giro-week. De start verloopt vast nog probleemloos, maar al gauw gaat het parcours de hoogte in, om in totaal in één dag tijd bijna zesduizend hoogtemeters te overbruggen. Vandaag wordt ook het hoogste punt van de Giro aangetikt: de Cima Coppi.
Maar eerst een rustige start vanuit Sacile, dat als bijnaam ‘de tuin van Venetië’ draagt. Sacile is rijk aan water. Het wordt doorkruist door de rivier Livenza. Door al dat water, de vele bruggen en haar bouwstijl heerst er in dit plaatsje een typische Venetiaanse sfeer. Langs het water prijken prachtige palazzi, met gevels in allerlei pastelkleuren. In deze blog ontdek je de mooiste plekken van Sacile, dat je zeker zal weten te verrassen.
Via Pian del Cansiglio, Belluno en de Passo Fedaia zwoegen de renners richting de Passo Pordoi, op de grens van de regio Trentino-Alto Adigo en de regio Veneto. Ciao tutti’s Marloes wandelde hier in de wolken, zoals je in deze blog kunt lezen.
De renners houden hun hoofd hopelijk wolkenloos, want hen wacht nog een klim naar de Passo Giau, waarna ze nog naar de finish in Cortina d’Ampezzo moeten trappen. Het uitzicht op de kolossale Dolomieten is schitterend en ook het stadje zelf is erg sfeervol.
In 1956 vonden hier de Olympische Winterspelen plaats en daardoor kun je je ’s winters helemaal uitleven in het skigebied dat aan weerzijden van het dorp ligt, met meer dan honderd kilometer aan pistes.
Etappe 17 – van Canazei naar Sega di Ala
Na een welverdiende rustdag vertrekt op woensdag 26 mei de zeventiende etappe vanuit Canazei. De renners moeten uiteraard fris aan de start staan, maar ieder ander zou in Canazei aan moeten schuiven bij restaurant El Pael, van sommelier Roberto Anesi, in 2017 uitgeroepen tot beste sommelier van Italië.
El Pael serveert verfijnde Italiaanse gerechten die door Roberto worden voorzien van de lekkerste wijnen (met een zeer toepasselijke naam). We laten ons verrassen door de combinaties, zoals carpaccio met rode kool en appel, een frisse verrassende combinatie.
Via deze link vind je nog meer culinaire tips. Als je hier zelf ook op de fiets wil stappen, dan vind je in deze blog tips voor een mooie fietstocht vanuit Canazei.
De renners fietsen door naar Trento. Hier kun je een reis door de geschiedenis van de Alpenregio maken, in het MuSe, een museum gewijd aan natuur en wetenschap. Het museum is ontworpen door niemand minder dan Renzo Piano (die ook tekende voor het ontwerp van Science Center Nemo in Amsterdam).
Piano koos dit keer voor de vorm van een berg, zodat een tocht door het museum ook daadwerkelijk een tocht door de natuur en de geschiedenis wordt. Je begint op de vierde verdieping, met sneeuw en zon, om zo via de alpiene natuur en de geschiedenis van de Dolomieten af te zakken naar de eerste mensen in de Alpen en het eerste leven op aarde.
De renners trappen ondertussen door het huidige berglandschap, op weg naar de finish op de Passo di San Valentino. Langs de weg naar deze pas zie je nog altijd een aantal rotsbastions die tijdens de Eerste Wereldoorlog als schuilplaats werden gebruikt.
Etappe 18 – van Rovereto naar Stradella
De decors van deze etappe, die wordt gereden op donderdag 27 mei, zijn de Povlakte en het Gardameer. Het is een lange route vandaag, met eerst tweehonderd vlakke kilometers en dan nog zo’n dertig kilometer de hoogte in.
Na het vertrek vanuit Rovereto trappen de renners via Borghetto sull’Adige naar Lazise. Het centro storico van Lazise wordt nog altijd omgeven door de oude stadsmuren, met dertien torens en drie middeleeuwse poorten: Porta Nuova in het noorden, Porta Superiore in het zuiden en Porta Lion in het oosten. Deze poorten werden ooit afgesloten door zogenaamde valhekken. Ook waren er ophaalbruggen en een gracht.
Een aanrader om te bezoeken is het Castello Scaligero. Dit kasteel ontstond in de negende eeuw als bescherming tegen de invallen van de Hongaren. Later lieten de Della Scala’s, de Visconti, de Venetianen, de Fransen en de Oostenrijkers hier hun sporen na. Uiteindelijk werd het voor een habbekrats verkocht aan een privépersoon die zich nauwelijks bekommerde om het kasteel en zo werd het een steengroeve waar iedereen zomaar stenen kon meenemen.
Gelukkig dacht graaf Buri er midden negentiende eeuw anders over. Hij liet hier Villa Buri, de huidige Villa Bernini bouwen, met een romantische tuin rondom het kasteel. De villa is nog altijd privébezit en kan helaas niet worden bezocht, maar een wandeling langs de goed bewaard gebleven kasteelmuren is zeker een aanrader.
Vanuit Lazise gaat de Giro-karavaan naar Peschiera del Garda, een van de bekendste plaatsjes aan het Gardameer. In het kader van de Giro lichten we hier een van de minder bekende plekken uit: het Museo della Bicicletta.
Dit kleine museum is een ode aan de fiets. Het is een uit de hand gelopen hobby van de broers Alberto en Gianmaria Pachera. Het oude magazijn van hun ouderlijk huis staat vol met honderden oude fietsen.
Naast fietsen verzamelden de broers ook heel wat kranten, tijdschriften, foto’s, posters en boeken over wielertoerisme en wielerkampioenschappen. Ook vind je in de collectie tal van gadgets, accessoires en beeldjes van de heilige Christoffel, de beschermheilige van reizigers – en van fietsers. Je kunt dit museum alleen bezoeken op afspraak (telefoonnummer 0039-0457550201 of 0039-3465185103).
foto: Garda Slow & More
Via Castel Goffredo rijden de renners naar Cremona, de stad van Stradivarius, vioolmuziek, noga en mostarda. De absolute blikvanger van Cremona is Il Torrazzo, de dertiende-eeuwse klokkentoren van de Duomo van Cremona. De toren steekt met zijn 112 meter ver uit boven de andere gebouwen aan het plein. Sterker nog: met deze hoogte mag Il Torrazzo zich tot de hoogste torens ter wereld rekenen.
Het is dan ook hét symbool van Cremona. Waar je ook bent in de stad, Il Torrazzo steekt overal fier bovenuit en is een goed herkenningspunt tijdens je wandeling. Op de vierde verdieping hangt een enorme astronomische klok, die met een diameter van ruim acht meter groter is dan die van de Big Ben in Londen.
Je moet er een flinke klim (van 502 treden) voor over hebben, maar het uitzicht vanaf de toren, over alle monumenten aan het Piazza del Comune, over de daken van Cremona en over de omliggende omgeving, tot aan de rivier de Po, is het meer dan waard.
In deze blog delen we nog veel meer tips voor een bezoek aan Cremona. De renners haasten zich namelijk alweer verder, via Piacenza naar de finish in Stradella, waar wederom een bijzondere toren wacht.
foto: In Lombardia
De wielrenners zullen er geen tijd voor hebben, maar als jij hier in vakantietempo voorbij rijdt, moet je zeker ook even het wijngebied Oltrepò Pavese ontdekken. In deze blog delen we een aantal proeftips.
Etappe 19 – van Abbiategrasso naar Alpe di Mera
Tijdens deze Alpenetappe, die wordt gereden op vrijdag 28 mei, fietsen de renners eerst nog langs een aantal Piemontese pareltjes. Ze komen onder meer langs Novara, met de schitterende Basilica di San Gaudenzio.
Novara ligt – net als Vercelli eerder op de route – in het gebied dat bekend staat om de rijstvelden. Dit stukje Italië biedt een bijzondere aanblik: zo ver je kunt kijken worden rijstplantjes geteeld, ondergedompeld in water. Niet zo gek dus dat de locals het ook wel il paesaggio delle acque, het landschap van het water, noemen. In deze blog lees je er meer over, mét adressen voor een uniek kijkje achter de schermen.
De route voert verder, naar misschien wel de betoverendste borgo in Piemonte, Orta San Giulio. Dit plaatsje ligt op een schiereiland in het Lago d’Orta, hetgeen een schitterend uitzicht garandeert.
Maar het dorpje zelf verdient ook alle aandacht! Het is een pittoreske plaats, met schilderachtige straatjes die van het Piazza Motta naar het meer meanderen. Je kunt vanaf dit gezellige piazza ook omhoog lopen, langs de Salita della Motta, naar de Chiesa dell’Assunta, een frisgele kerk die in de vijftiende eeuw is gebouwd.
Neem als je weer terugkomt op het plein plaats op een van de terrasjes en laaf je aan de bijzondere sfeer en het unieke uitzicht. Vergeet ook niet een ijsje te halen bij Gelateria Eliot, aan het Piazza Motta.
Ook de volgende bestemming ligt aan een meer. Stresa parelt aan het Lago Maggiore, waar we deze schitterende fietsroute aflegden. Aan het Piazza Marconi in Stresa verruilden we onze fiets voor een van de boten die je meenemen op een verkenningstocht op het meer.
Het is echt de moeite waard om aan boord van een van de battelli te gaan, om de schitterende Borromeïsche eilanden van dichtbij te bewonderen. Vooral het Isola Bella, met de Giardino d’Amore, de liefdestuin, is een aanrader. Via deze link reis je er al even mee naartoe.
Blijf je liever op het vasteland, dan kun je het Parco della Villa Pallavicino bezoeken. In deze blog lees je er meer over.
Op weg naar de finish wacht Varallo, waar ooit de allereerste ‘Heilige Berg’ werd gebouwd. De Sacro Monte di Varallo is nog altijd een indrukwekkend bedevaartsoord, gebouwd op de rotsen van de Monte Tre Croci, op zeshonderd meter boven zeeniveau. Het torent hoog uit boven het historische centrum van Varallo.
De geschiedenis van deze ‘Heilige Berg’ gaat terug tot eind vijftiende eeuw, toen de Franciscaner monnik Bernardino Caimi di Milano, net terug uit Palestina, besloot om de heilige plekken van Palestina na te bootsen in Valsesia. Deze eerste Sacro Monte kreeg een basiliek en maar liefst vijfenveertig kapellen, meestal gedecoreerd met prachtige fresco’s.
Al begin zestiende eeuw schitterden alle kapellen mooier dan de monnik vooraf had kunnen bedenken. Het was de schilder, beeldhouwer en architect Gaudenzio Ferrari die in alle vijfenveertig kapellen zorgde voor een spektakel van schilderingen en levensechte beelden die menig pelgrim versteld doen staan. In totaal bewonder je er meer dan achthonderd beelden die het leven, de dood en de wederopstanding van Jezus illustreren.
De laatste kilometers bevinden zich in de groene Valsesia. Onze collegabloggers van Cosiddetto schreven daar dit prachtige artikel over en tippen er deze mooie wandeling.
Etappe 20 – van Verbania naar Alpe Motta
Tijdens de twintigste etappe, op zaterdag 29 mei, wachten de laatste bergen van deze Giro – deels op Italiaans en deels op Zwitsers grondgebied.
Startplaats Verbania ligt aan de westkant van het Lago Maggiore. Het wordt ook wel ‘een tuin aan het meer’ genoemd, vanwege de prachtige villa’s met uitgestrekte tuinen die je in Verbania en omgeving kunt bewonderen, zoals Villa Taranto.
Zelfs de haastigste bezoeker kan niet anders dan hier een paar uur ongestoord en onbezorgd ronddwalen. Je wordt onmiddellijk betoverd, door de fontein met putti, de coniferenlaan, een doolhof vol dahlia’s, enorme waterlelies, de unieke terrastuinen en een zee aan lotusbloemen.
De tuin is de erfenis van een Schotse kapitein, die de villa vernoemde naar een van zijn voorvaderen, Marshal McDonald, die onder Napoleon benoemd was tot Hertog van Taranto. In 1931 begon men in opdracht van de kapitein met de aanleg van de tuin, die een kleine tien jaar later helemaal af was.
Naast prachtige bloemen en beelden is de tuin ook beroemd om zijn waterpartijen, waarvoor water wordt gebruikt dat direct uit het Lago Maggiore wordt gepompt.
Een tweede pareltje aan het meer op de route is Cannobio. Het is net een ansichtkaart, met zijn oude, geplaveide straatjes, de pastelkleurige gevels met klassieke balkonnetjes vol met bloeiende bloemen en het uitzicht op het Lago Maggiore dat nooit verveelt. Zeker niet als je deze tips ter harte neemt.
Cannobio ligt op slechts vier kilometer van de Zwitserse grens. De Giro gaat op deze voorlaatste dag dan ook even de grens over, voor wat Zwitserse klimmetjes. De tweede helft van de etappe vindt plaats op voor ons te grote hoogte, maar we nemen jullie graag nog even mee tijdens de eindsprint richting Milaan.
Etappe 21 – van Senago naar Milaan
Op zondag 30 mei is de finish van de Giro in zicht. Die ligt ook dit jaar weer op het plein voor de indrukwekkende Duomo van Milaan.
De kathedraal is zo groots, dat het bijna onmogelijk is om alle details in je op te nemen. Alleen al op de voorgevel prijken talloze beelden, engelen en andere versieringen – en dan hebben we het nog niet eens over de pinakels op het dak, waar je uren rond kunt dwalen.
In deze blog laten we je een aantal van deze prachtige details zien, voor een unieke blik op dit kroonjuweel van Milaan:. Wil je dit met eigen ogen zien, reserveer dan via deze link een kaartje voor een bezoek aan de Duomo (incl. het dakterras).
Na bijna 3500 kilometer en 7500 woorden zitten dan zowel de Giro als deze blog erop. Gelukkig blijven alle schitterende plaatsen op en aan de route ook na de Giro het bezoeken waard. Voor meer details over de Giro d’Italia verwijzen we je naar de officiële Giro-website.
Benieuwd naar eerdere routes? Via deze link vind je de route van de Giro in 2020, via deze link volg je de route van de Giro in 2019 en hier lees je meer over de route van de Giro in 2018.
Dat wordt genieten ! Elke dag voor de etappe , alvast wat informatie lezen. Dankjewel
Wat heb je dat leuk geschreven. ik heb gisteravond tot heel laat het parcours uitgebreid bekeken en er zijn maar heel weinig plekken waar ik niet geweest ben. Dus voor mij (ons) ook nog een uitdaging om dat eens te gaan bezoeken. Bedankt voor deze info. De Giro komt ook in de buurt van Foggia waar mijn man in de buurt vandaan kwam. Ook de Abbruzzen bij l’Aquila bij de Campo Felice. Zo’n prachtige natuur. Mooie herinneringen heb ik daar liggen. En natuurlijk ‘ons eigen Umbria’. Complimenten Saskia. Ik heb echt genoten van je verslag. <3
Grazie Marijke!
Een schitterend artikel. Heerlijk om dit door te spitten en plannen te maken voor een vakantie in italie.
Dank je voor “kilometers” KIPPENVEL!
Heerlijk genieten is dat en verlangen om weer te kunnen reizen. Dankjewel.
Dat was even reizen
“De tweede helft van de etappe vindt plaats op voor ons te grote hoogte, maar we nemen jullie graag nog even mee tijdens de eindsprint richting Milaan.”
Wat jammer dat er totaal geen aandacht besteed is aan dit prachtige deel van Italië, Valtellina, waar in het lieflijk kleinschalige skigebied Madesimo in Alpe Motta gefinished wordt.
Verder een fijn artikel om te lezen.
Dank Joke, maar we kunnen zoals ook gezegd in het artikel niet élk deel van élke etappe uitlichten. Dan was ik nog aan het schrijven geweest als de renners zaterdag aan de start staan…
Whauw, fantastisch mooie blog, ben er nu wel vluchtig door gegaan, maar vanaf nu, lees ik nu iedere dag de etappe info vooraleer ik naar de koers kijk. Proficiat, ik ga reclame maken
Grazie Luc!
Wat een mooie blogs . Ben echt eve op vakantie geest. Het was genieten dank u wel !