Sacile ligt op enkele kilometers van de grens tussen Friuli-Venezia Giulia en buurregio Veneto. Het dorpje wordt ook wel Il Giardino della Serenissima genoemd, ‘de tuin van La Serenissima’, de veel gebruikte bijnaam voor Venetië.
In Sacile kom je bijna niemand tegen als je door de straatjes slentert of over een van de vele bruggen loopt. Elbrich Bos van Explore Friuli neemt ons mee naar de bijzonderste plekken van dit sfeervolle dorpje.
Sacile is rijk aan water. Het wordt doorkruist door de rivier Livenza. Door al dat water, de vele bruggen en haar bouwstijl heerst er in dit plaatsje een typische Venetiaanse sfeer. Langs het water prijken prachtige palazzi, met gevels in allerlei pastelkleuren.
De Venetianen die op hun eigen eiland, door gebrek aan ruimte, geen tuinen konden bezitten, bouwden hier hun buitenhuizen. Wat opvalt aan deze statige palazzi is dat ze zowel aan de voor- als aan de achterzijde rijkelijk versierd zijn, met prachtige gevels en boogvensters. Je wist immers nooit of men het huis van de straatkant of van de waterkant zou betreden en elke entree moest een mooi visitekaartje zijn.
Bij de huizen verrezen er sierlijke groene oases, met karakteristieke treurwilgen die zich tot op de dag van vandaag in de rivier weerspiegelen. Zou het toeval zijn dat je met de letters van het woord treurwilg, salice in het Italiaans, de naam Sacile kan vormen?
Een heilige plek aan het water
De naam Sacile komt waarschijnlijk niet van treurwilg, maar van het Latijnse woord sacellum, heilige plek. Deze heilige plek wordt al in een heel oud document, uit 796 na Christus, genoemd.
Hierin staat dat een zekere graaf Enrico door niemand minder dan de beroemde keizer der Franken, Karel de Grote, de titel van Hertog van Friuli kreeg toegewezen. Als dank voor deze titel liet Enrico een kerkje bouwen, dat werd gewijd aan de heilige Nicolaas, de voorloper van de vijftiende-eeuwse Duomo San Nicolò.
Die werd gebouwd door de Venetianen. De stad Venetië ligt hemelsbreed maar tachtig kilometer zuidelijker ten opzichte van Sacile. Vanaf de vijftiende eeuw merkten de Venetianen, beroemd om hun internationale handels- en expansiedrang, dat hun handelsroutes steeds vaker verstoord en belemmerd werden.
Piraten of andere opkomende machtige zeevaardige volkeren, zoals de Ottomanen en de Genuezen, maakten de zeeën onveilig. Er zat niks anders op dan de handelswegen ook over het vasteland uit te breiden.
De rijke adellijke families besloten hun geld te investeren in de bouw van een tweede herenhuis of landgoed op het vasteland, in de buurt van bevaarbare rivieren, zodat ze hun buitenverblijven zowel via het water als via het land konden bereiken. Sacile was de ideale plek daarvoor.
Niet ver van Sacile ontspringt de rivier Livenza, uit maar liefst drie verschillende bronnen. Het glasheldere, snelstromende water zorgde voor een vruchtbare bodem. Het was bovendien de ideale energiebron voor de slimme Venetiaanse zakenmannen.
Naast hun prachtige herenhuizen bouwden ze dan ook allerlei molens en kunstmatige watervallen, zodat ze de hiermee opgewekte energie konden gebruiken voor de bewerking van onder andere ijzer, hout en graan.
Tegenwoordig is er van de molens helaas niet veel meer over, maar de rivier wordt wel vaak gebruikt door kanoërs. kijk dan ook niet vreemd op als je een kanoër ziet oefenen om al peddelend de speciaal daarvoor bestemde ‘poortjes’ niet te raken.
Verschillende overheersers
Sacile heeft in de loop der eeuwen verschillende overheersers gekend: de bloeiperiode onder de Venetiaanse overheersing van 1411 tot 1797, de korte Franse overheersing door Napoleon tot 1815 en de ruim vijftig jaar durende overheersing van het Habsburgse rijk tot 1866.
Vanaf dat moment maakte Sacile pas deel uit van het Italiaanse Rijk. Ik wil nu niet al te diep ingaan op de oorzaken en gevolgen van deze verschillende machthebbers, maar een populair gezegde uit die tijd verklaart precies hoe de inwoners over deze drie overheersingen dachten:
Co San Marco qua regnava,
se pranzava e se zenava;
coi Franzesi, bona gente,
pranzo sì, ma zena gnente;
co la Casa de Lorena,
no se pranza e no se zena.
Het is niet makkelijk om dit rijmpje te vertalen maar het komt in grote lijnen hierop neer:
Toen San Marco (de Venetiaanse Republiek) hier regeerde,
men lunchte en dineerde;
met de Fransen, een goed volk,
de lunch ja, maar ’s avonds was er niks te eten.
Met het huis van Lorena (Habsburgse rijk)
kon je beide wel vergeten.
De strekking mag duidelijk zijn: tijdens de Venetiaanse regering was het leven zo slecht nog niet…
Giacomo Ragazzoni, de James Bond van Sacile
Iedere respectabele plaats heeft wel een bekende persoonlijkheid die veel voor de stad betekend heeft, zo ook Sacile. In de zestiende eeuw had de rijke Venetiaanse familie Ragazzoni hier een buitenverblijf. En niet zomaar een buitenverblijf: Palazzo Ragazzoni was zo ontzettend groot, dat de honderden vertrekken en grote (binnen)tuinen een wijk op zich vormden.
Er is geen enkel palazzo dat de rijkdom van de Republiek van Venetië in die tijd beter vertegenwoordigde. Het palazzo werd ook wel il luogo delle delizie genoemd, ‘de plek der geneugten’, met dank aan de vele zichtbare rijkdom, het vele marmer en overdadige goud.
Het centrale deel van dit enorme buitenhuis bestaat nog steeds en is geopend voor bezoekers. In de ‘Zaal van de keizers’ kun je aan de hand van een aantal prachtige fresco’s, gemaakt door Francesco Montemezzano, leerling van niemand minder dan Veronese, zien waarom een van de huiseigenaren, Giacomo Ragazzoni zo’n bekende persoonlijkheid is geworden.
De hoogste vertegenwoordigers van verschillende Europese koningshuizen zijn hier te gast geweest en als ze zelf niet op bezoek kwamen, dan ging Giacomo wel persoonlijk bij ze langs.
Door zijn goede band met de Doge van Venetië, de belangrijke functies die enkele van zijn familieleden bekleden (onder wie zijn broers Placido, een ridder, en Girolamo, een bisschop), het vele geld waarover hij beschikte en de handelsrelaties die met andere landen onderhouden moesten worden, reisde Giacomo onder andere naar Frankrijk, Engeland en Turkije, als vertegenwoordiger van Venetië.
Zo ontmoette hij Maria Tudor, koningin van Engeland, Filips II, koning van Spanje, Hendrik de derde, koning van Frankrijk, keizerin Maria van Oostenrijk en grootvizier Mehmet van Constantinopel.
Al lobbyend zorgde hij ervoor de handelsbanden met Venetië te versterken. In het huidige Turkije ging het echter bijna mis. De relatie tussen Venetië en het Ottomaanse rijk was erg verslechterd, met name vanwege de vele conflicten over de havens langs de handelsroutes, waar zowel de Turken als de Venetianen het alleenrecht wilden hebben.
Giacomo reisde naar Constantinopel om met de grootvizier te overleggen. Het machtsspelletje begon en de grootvizier hield hem aan het lijntje en nodigde hem wekenlang niet uit voor een ontmoeting.
De slimme Giacomo zou zijn reputatie geen eer hebben aangedaan als hij gedurende het wachten binnen was blijven zitten. Hij bezocht de haven en raakte bevriend met wat zeelieden die daar werkten. Ze namen hem in vertrouwen en zo ontfutselde hij hen belangrijke informatie over de Turkse vloot.
Al deze gegevens speelde hij door aan de Doge van Venetië. Dat zorgde er hoogstwaarschijnlijk voor dat enkele maanden later de beroemde zeeslag van Lepanto in 1571 werd beslecht in het voordeel van de Venetianen.
Dit alles legde hem en zijn familie geen windeieren. Niet alleen groeide het familiekapitaal aanzienlijk, de Ragazzoni’s kregen van Maria Tudor ook toestemming om de roos van de Tudors aan hun familiewapen toe te voegen en van Hendrik III de eer om twee Franse lelies in het wapenschild te verwerken.
Een vis die met een jongen speelt en een huilend Mariabeeld
Palazzo Ragazzoni ligt op een steenworp van het Piazza del Popolo, het kloppend hart van Sacile. Ooit vormde dit plein de haven, hetgeen je nog altijd goed kunt zien. De noord- en zuidkant van het plein lopen licht afhellend naar elkaar toe, met in het midden de haven (die in de zestiende eeuw is gedempt).
Het gemeentehuis, een van de oudste gebouwen aan dit plein, is lichtgeel van kleur en ontworpen in typische renaissancestijl, met ronde bogen en ramen. Het is een goed vertrekpunt voor de verkenning van Sacilie.
De vele portici (arcades die samen een overdekte booggang vormen) zorgen ervoor dat je onafhankelijk van het weer heerlijk langs de vele winkeltjes en barretjes kunt slenteren. Hier wordt iedere zaterdag markt gehouden.
Eén keer per jaar vindt hier ook de eeuwenoude Sagra dei Osei, vogelmarkt, plaats, sinds de dertiende eeuw traditiegetrouw iedere eerste zondag na Ferragosto (15 augustus). Je kunt er vele vogels bewonderen, in allerlei soorten, kleuren en maten.
Slenterend over het plein kom je uit bij de Ponte della Vittoria. Vanaf de brug valt je blik op een stenen beeld: il pesce che gioca con il bambino, de vis die met de jongen speelt. De bewoners van Sacile houden dit beeld nauwlettend in de gaten. Als het water de voeten van het kind raakt, dan dreigt er gevaar voor hoogwater.
Direct aan de brug ligt een kleine kapel, gewijd aan de Maria della Pietà. Dit zeshoekige gebouwtje biedt al eeuwenlang bescherming aan het beroemde beeld van de treurende Maria die haar gestorven zoon in haar armen houdt.
Ik heb het hier uiteraard niet over de beroemde Pietà van Michelangelo, die in de Sint-Pieter in Rome staat, maar over een veertiende-eeuws beeld van het laatste avondgebed. Volgens de overlevering stond dit beeld ooit op de brug, maar nadat er op wonderlijke wijze echte tranen uit de ogen van Maria vloeiden, hebben de inwoners van Sacile een kapelletje voor haar gebouwd.
Een richting plein plassende engel
Vanaf deze kapel is het nog maar een tiental meter lopen naar de San Nicolò, op de plek waar Sacile ooit werd gesticht. Naast de Duomo staat een bijna zestig meter hoge klokkentoren, met bovenop een windwijzer in de vorm van een engel.
De inwoners van Sacile voorspellen aan de hand van de engel het weer. Als hij richting het Piazza del Popolo wijst, gaat het regenen, wijst hij juist de andere kant op, dan blijft het droog. Daar hebben ze een mooie uitdrukking voor: ‘Als de engel richting plein wijst, kan hij wel eens gaan plassen…’ Pak dan maar gauw je paraplu erbij, want meestal hebben ze gelijk!
Mocht je graag op pad gaan in Sacile of andere mooie plekken in de regio Friuli-Venezia Giulia willen ontdekken met een Nederlandstalige gids, aarzel dan niet contact met Elbrich op te nemen. Ze leidt je graag rond en vertelt je nog veel meer over de veelbewogen geschiedenis van Sacile en andere steden die de moeite van een bezoek waard zijn. Meer informatie vind je op Explore Friuli.