Ter ere van de Poëzieweek maken we een reis langs veertien poëtische plekken in Italië, van Vernazza, een van de kleurrijke dorpjes van de Cinque Terre, tot het Siciliaanse eiland Salina, dat bekend is geworden door een postbode met een passie voor poëzie.
Onzichtbare golven in Vernazza
Nadat we gisteren langs de Golfo dei Poeti, de ‘golf van de dichters’ reisden, starten we onze poëtische Giro d’Italia vandaag in Vernazza, een van de vijf dorpjes van de Cinque Terre.
Eugenio Montale, die in 1975 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg, tekende in zijn Le Occasioni (1939) op: ‘Dal porto di Vernazza le luci erano a tratti scancellate dal crescere dell’onde invisibili al fondo della notte’.
In Ossi di Seppia schreef Montale: ‘Digradano su noi pendici di basse vigne, a piane, quivi stornellano spigolatrici con voci disumane. Oh la vendemmia estiva, la stortura nel corso delle stelle e da queste in noi deriva uno stupore tinto di rimorso.’
Regen in het pijnboombos bij Marina di Pietrasanta
Van de Cinque Terre reizen we naar de Toscaanse kust, naar Marina di Pietrasanta om precies te zijn. Hier verbleef in 1906 namelijk de dichter Gabriele d’Annunzio, die geïnspireerd door de tuinen van Villa La Versiliana het gedicht La pioggia nel pineto schreef:
‘Taci. Su le soglie, del bosco non odo, parole che dici umane; ma odo, parole più nuove che parlano gocciole e foglie, lontane. Ascolta. Piove, dalle nuvole sparse. Piove su le tamerici, salmastre ed arse, piove su i pini, scagliosi ed irti, piove su i mirti, divini…’
Ook Pietrasanta zelf is een poëtische ode waard. ‘Quel che mi piace è Pietrasanta: bellissima cittadina, con piazza unica, una cattedrale da grande città, e, sfondo, le Alpi Apuane. E che paese all’intorno!’ zo dichtte de Toscaanse schrijver Giosuè Carducci over Pietrasanta – en we kunnen hem alleen maar gelijk geven.
Pietrasanta is echter niet alleen de moeite waard vanwege poëtische ricordi, herinneringen, van grote dichters, maar ook dankzij de vele kunstige beelden die in het hele plaatsje te zien zijn.
In de voetsporen van Dante in Florence
Dante Alighieri, il sommo poeta, de grote dichter, werd in 1265 geboren in Florence. Hoewel hij later uit de stad werd verbannen en er nooit meer terugkeerde, deed hij in ‘zijn’ Florence inspiratie op voor Inferno, het eerste deel van zijn beroemde La Divina Commedia, in het Nederlands vertaald als De goddelijke komedie.
Waar hij die inspiratie precies vandaan haalde, laten we je zien tijdens deze wandeling door het Florence van Dante. In de huidige stad zijn er namelijk tal van plekken te zien waar Dante nog altijd aanwezig is.
De wandeling laat je in de voetsporen van de grote dichter treden en brengt je op plekken die aan Dante én aan zijn Inferno herinneren. Van de doopkapel met het schitterende plafond (waarop een weerzinwekkende duivel prijkt) tot het kerkje waar zijn grote liefde begraven ligt, van de kerkklokken die Dante altijd hoorde luiden tot de beelden die om hem treuren in de Santa Croce.
Carducci’s ranke cipressen bij Bolgheri
Iets zuidelijker in Toscane vind je tussen Bolgheri en Castagneto Carducci de beroemde Viale dei Cipressi, een vier kilometer lange weg die wordt geflankeerd door cipressen. Giosuè Carducci (die in 1906 de Nobelprijs voor de Literatuur won) beschrijft deze weg prachtig in zijn gedicht Davanti a San Guido:
‘I cipressi che a Bólgheri alti e schietti
van da San Guido in duplice filar,
quasi in corsa giganti giovinetti,
mi balzarono incontro e mi guardar.
Bei cipressetti, cipressetti miei,
fedeli amici d’un tempo migliore,
oh di che cuor con voi mi resterei
guardando lor rispondeva – oh di che cuore!’
Benieuwd naar het hele gedicht van Carducci? Dat lees je in deze blog!
Het grootste monument voor een liefde in lyrische gedichten
Arquà Petrarca, een van de mooiste dorpjes van de regio Veneto, mag sinds 1868 ook de achternaam van Francesco Petrarca dragen. Deze beroemde Italiaanse dichter woonde de laatste jaren van zijn leven in dit stille dorp dat niet zou misstaan in een mooi gedicht.
Arquà Petrarca biedt de perfecte setting voor het lezen van Petrarca’s Canzoniere (Het Liedboek), dat het schitterende begin van de renaissance in de literatuur vormt. Daarnaast is het boek het grootste monument voor een liefde in lyrische gedichten; én het is het boek waarin alle rijkdommen van de vorm der vormen, het sonnet, aan het licht worden gebracht.
Petrarca heeft zijn liefde voor de onbereikbare Laura op monumentale wijze verbeeld, van de eerste verliefdheid tot het moment waarop hij bericht krijgt van haar dood. Ook na haar dood laat zij hem niet met rust en schrijft hij nog honderd gedichten.
Petrarca zelf stierf in Arquà en ligt er ook begraven. Maar er is meer in het dorp dat aan de grote dichter herinnert, zoals zijn vroegere woonhuis, dat inmiddels is ingericht als museum. Dwaal door de kamers met schitterende fresco’s, mijmer even weg in Petrarca’s studeerkamer en bewonder het vreemdste stukje van het huis, in een van de kamertjes op de begane grond, waar je in een nis een gebalsemde kat ziet, Petrarca’s geliefde huisdier.
Een moord in versvorm
Iets zuidelijker, aan de Adriatische kust, vlak bij Forlì, woonde Giovanni Pascoli. In zijn tijd heette zijn dorp nog San Mauro di Romagna, nu is het ter ere van de dichter omgedoopt tot San Mauro Pascoli.
In het gedicht La Cavallina Storna vertelt Pascoli over de moord op zijn vader, die beheerder was van het landgoed La Torre, dat in handen was van de Torlonia’s:
‘Nella Torre il silenzio era già alto. Sussurravano i pioppi del Rio Salto.
I cavalli normanni alle lor poste, frangean la biada con rumor di croste.’
Leopardi’s oneindige liefde voor Recanati
De volgende plek die we op onze poëtische Giro d’Italia aandoen, is Recanati, waar Giacomo Leopardi een groot deel van zijn leven doorbracht.
Veel plekken die deze grote dichter inspireerden, zijn nog steeds te zien, zoals de heuvel uit L’Infinito (Monte Tabor) en het plein uit Il Sabato del Viallaggio, waar je ook het Palazzo Leopardi vindt.
‘Sempre caro mi fu quest’ermo colle, e questa siepe, che da tanta parte dell’ultimo orizzonte il guardo esclude,’ zo dicht Leopardi in L’Infinito. Die dichtregels zijn in Recanati in steen gebeiteld, als eeuwig eerbetoon aan hun grote dichter.
Meer lezen over Recanati en Giacomo Leopardi? In dit artikel nemen we je mee naar dit poëtische plaatsje in Le Marche.
Fonti del Clitunno – poëtische inspiratie voor Plinius
‘Heb je ooit de bronnen van Clitunno gezien? Zo niet (en ik denk van niet, anders zou je het me hebben verteld), ga ze dan zien. Ik heb ze pas net voor het eerst gezien en heb er spijt van dat ik ze nu pas heb gezien,’ zo schreef de Romeinse schrijver Plinius de Jongere in de oudheid over de Fonti del Clitunno in Umbrië.
Als je deze plek bezoekt, begrijp je meteen waarom deze waterbronnen door de eeuwen heen vele beroemde schrijvers en dichters inspireerden. Het is een schitterende, serene plek waar het kristalheldere en smaragdgroene water de hoofdrol speelt. In deze blog breng je alvast een virtueel bezoek aan de Fonti del Clitunno.
Dichtregels in het Romeinse dialect
In de eerste helft van de negentiende eeuw richtte de dichter Giuseppe Gioachino Belli een monument op voor het gewone volk van Rome. Hij deed dat in een epos van meer dan tweeduizend gedichten in de hechte structuur van het klassieke Italiaanse sonnet, maar geschreven in het dialect van Rome, het romanesco.
Alle aspecten van het volksleven komen aan de orde, dikwijls in de vorm van een korte monoloog of een kort gesprek, wat de gedichten heel levendig maakt. Hoofdthema’s zijn armoede en honger, de afhankelijkheid en rechteloosheid van het volk, het machtsmisbruik van de geestelijkheid en de willekeur van de rechtspleging. En verder alles wat met het geloof samenhangt, zowel de leer als de verschijningsvormen ervan in het dagelijks leven.
Zijn gedichten vind je in (bijna) elke Romeinse boekhandel en aan het Piazza Giuseppe Gioachino Belli in Trastevere kun je nog altijd het monument voor Giuseppe Belli bewonderen.
We delen hier de vertaling van zijn sonnet over een van de bekendste pleinen van Rome, Piazza Navona, dat Belli op 1 februari 1833 optekende:
‘Sint-Pietersplein, Piazza di Spagna vallen
naast mijn Piazza Navona in het niet.
Dit is geen plein maar ’n landelijk gebied,
een markt, theater, een genot voor allen.
Doorkruis het plein in alle richtingen
van noord naar oost, naar zuid, dan weer naar west.*
Inkopen doet men op dit plein het best
en eten kan men bij alle belichtingen.
Je vindt hier drie reusachtige fonteinen,
een obelisk gelijk een hartekreet,
en zomers zie je hier een meer verschijnen.**
Ook is er een schavot met een soort stoel***
waar je gemept kan worden op je reet,
zo’n dertig keer, plus vijf voor het goede doel.’
*in het origineel worden hier enkele namen van straten en pleintjes naast het Piazza Navona genoemd
**in augustus liet men het zuidelijke deel van het plein onder water lopen, ter vermaak van de Romeinse bevolking
***Belli doelt hier op het cavalletto (‘paardje’), een schavot met een soort stoel waarop je voorovergebogen vastgebonden werd voor een aantal zweepslagen
Deze vertaling is afkomstig uit Een monument voor het gewone volk, met Belli’s gedichten in een vertaling van Arthur Hartkamp.
Shakespeare en stoere straatdichters in de Romeinse wijk Trullo
De Romeinse buitenwijk Trullo is de moeite van een bezoek meer dan waard, met dank aan de kunstwerken en gedichten die de muren sieren.
Samen zorgen de Pittori Anonimi del Trullo en de Poeti der Trullo ervoor dat de wijk één openluchtmuseum is, van een portret van Alberto Sordi tot een mooie quote van Shakespeare: ‘Siamo fatti della stessa materia di cui sono fatti i sogni, poi tutto svanirà.’
Bij een van de bekendste muurschilderingen, die van een huilende Nina, prijkt een kort maar krachtig gedicht van Er Bestia: ‘Guardo er sòle che s’è arzato, beato er giorno in cui so’ nato!’
Je vindt er ook een schitterend stukje reispoëzie van Mister Caos:
Aan de Via del Trullo prijkt een prachtig portret van Mario D’Amico, een van de eerste dichters van de wijk, met de titel Ovunque sono (‘waar ik ook ben’).
De dichtregels van deze ‘Poeta del Nulla’ zijn eveneens schitterend, ook al zijn ze wat moeilijk te ontcijferen.
‘Pioveva rabbia e lei danzava
nera sul cemento
Correva il film del mio lasciare
oltre il campo a veder la luce
e lei mi tirava fisso al mondo.’
Klassieke Romeinse dichtregels in Ravello
In een hoekje van de Villa Cimbrone in Ravello vind je de Zetel van Mercurius, een stenen bankje waar het goed toeven is in de schaduw onder de bomen. Van de Engelse inscriptie op de zetel werd lange tijd gedacht dat het van dichter D.H. Lawrence was, die hier veel inspiratie vond voor zijn werk, maar het blijkt een citaat te zijn van de Romeinse dichter Catullus, vertaald in het Engels.
‘I sit alone and speak to my heart, satisfied with my little corner of the world’ – en zo voelt het precies daar op dat bankje…
Vulkanisch thuis van Horatius in Venosa
Venosa, de geboorteplaats van Horatius. Venosa is een van de borghi più belli van Basilicata. Je vindt dit dorpje aan de voet van de Monte Vulture, een uitgedoofde vulkaan.
Het plaatsje zou vernoemd zijn naar Venus, de godin van de liefde. Al denken anderen dat de naam meer te maken heeft met de wijnstokken, die ook vroeger al in grote hoeveelheden rondom het stadje te vinden waren.
In het Parco Archeologico di Venosa vind je veel overblijfselen uit de Romeinse tijd, waaronder resten van een amfitheater, privéhuizen en de thermen. Hier vind je ook een huis dat wordt toegeschreven aan Horatius, maar of de dichter hier echt heeft gewoond, staat niet onomstootbaar vast.
Straatpoëzie in Polignano a Mare
Net als in Rome vind je in Puglia veel straatpoëzie, bijvoorbeeld in Polignano a Mare. Rondom de Santo Stefano, een klein middeleeuwse kerkje aan de Via Porto, vind je heel veel dichtregels of complete gedichten op de muur en soms ook, zoals bij het huis op onderstaande foto, op de trap!
Il Postino – een Italiaanse postbode met een passie voor poëzie
‘Poëzie behoort niet toe aan hen die gedichten schrijven, maar aan hen die ze nodig hebben,’ zo vertrouwde Mario Ruoppolo, postbode van beroep, de grote Chileense dichter Pablo Neruda toe. Mario werd wereldberoemd als il postino (de postbode), dankzij de gelijknamige film die in 1995 werd uitgebracht.
De film speelt zich deels af op het kleurrijke eiland Procida, voor de kust van Napels, deels op Salina, een van de Eolische Eilanden. Op beide eilanden is de film nooit ver weg; je komt Il Postino overal tegen.
Met deze poëtische plekken in ons achterhoofd nemen we nu zelf de pen ter hand, niet voor een gedicht maar voor nog meer mooie reisinspiratie voor de komende weken!
Bijzonder om deze poëtische plekken in Italië te ontdekken. Een groot aantal kende ik al, maar ook een aantal nieuwe plekjes ontdekt. Heel leuk!