Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Een Italiaanse reis – in de voetsporen van Goethe naar Assisi en Rome

Deze week treden we op Ciao tutti in Goethes voetsporen en reizen we door Italië, aan de hand van zijn Italienische Reise.

We begonnen aan het Gardameer en volgden Goethes voetsporen naar Verona en Vicenza, naar Padova en Venetië. Vandaag reizen we via Assisi naar Rome. 

Rome-Vaticaan

De stad van de eeuwigheid

Na Venetië zet Goethe zijn reis meteen voort, want hij wil zo snel mogelijk in Rome zijn. Hij verheugt zich er enorm op ‘de stad van de eeuwigheid’ te kunnen zien.

‘Hoeveel meer zou ik nog te vertellen hebben, wilde ik al de gedachten uitspreken die mij op deze mooie dag door het hoofd zijn gegaan. Maar mijn verlangen is sterker dan mijn gedachten.

Ik voel me onweerstaanbaar voortgedreven, slechts met moeite concentreer ik me op het heden. En de hemel schijnt mijn bede te verhoren. Juist nu meldt zich een huurkoetsier die naar Rome gaat, en dus zal ik overmorgen zonder verder oponthoud daarheen vertrekken.’

Perikelen in Assisi

Onderweg maakt Goethe eerst een tussenstop in Assisi, waar hij opnieuw in aanraking komt met de politie. ‘Ik liep op deze bijzonder mooie avond (…) de berg af, in de schoonste gemoedsrust, toen ik achter mij rauwe, driftige stemmen van ruziënde mensen hoorde. Ik vermoedde dat het de sbirri (politieagenten) waren die ik al eerder in de stad had opgemerkt.

Ik liep rustig door, maar luisterde scherp naar wat er achter mijn rug gebeurde. Nu kon ik al snel merken dat zij het op mij hadden gemunt. Vier van die kerels, van wie twee met geweren uitgerust, met een onguur voorkomen, liepen langs mij, bromden wat, draaiden zich na enkele stappen om en gingen om me heen staan. Zij vroegen wie ik was en wat ik hier uitvoerde.

Ik antwoordde dat ik een vreemdeling was die de omweg over Assisi te voet aflegde, terwijl de huurkoetsier doorreed naar Foligno. Dit kwam hun niet aannemelijk voor, dat iemand voor een rijtuig betaalde en toch te voet ging.’

En zo denken de agenten dat Goethe een smokkelaar is. Goethe weet zich gelukkig uit de hachelijke situatie te redden. ‘Ik toonde hun hoe belachelijk de gedachte was dat iemand die alleen op straat loopt, zonder rugtas en met lege zakken, voor een smokkelaar zou worden aangezien.’ Uiteindelijk loopt het met een sisser af en laten de agenten Goethe gaan.

Rome in zicht!

Op de vooravond van zijn aankomst in Rome, is Goethe bijna niet meer te houden, zo graag wil hij Rome in levende lijve aanschouwen. Morgenavond dus in Rome. Ik kan het nog steeds nauwelijks geloven, en wanneer deze wens in vervulling is gegaan, wat moet ik mezelf daarna nog wensen (…).’

vanuit Villa Borghese kijkt Goethe nog altijd uit over Rome

Goethe kan het bijna niet geloven als hij dan eindelijk écht in Rome aankomt. Hij vertelt hoe zeer hij de laatste jaren in de greep was van het Italië-virus… Amper durfde ik mijzelf zeggen waar ik heen ging, zelfs onderweg was ik nog bang, en pas toen ik onder de Porta del Popolo door ging, wist ik me van Rome verzekerd. (…)

De laatste jaren kreeg deze drang zelfs iets ziekelijks, waarvan mij slechts de aanschouwing met eigen ogen kon genezen. Thans mag ik het bekennen: op het laatst kon ik geen Latijns boek, geen tekening van een Italiaanse streek meer zien.

De begeerte om dit land te zien was overrijp; pas nu ze bevredigd is, krijg ik mijn vrienden en vaderland weer innig lief en wordt mijn terugkeer wenselijk, en wel temeer omdat ik het stellige gevoel heb dat ik zovele schatten niet tot eigen bezit en eigen gebruik meeneem, maar dat ze mij en anderen gedurende het hele leven als richtsnoer en stimulans zullen dienen.’

Een paar uur in Florence

Goethe heeft in zijn haast om naar Rome te komen maar een paar uur in Florence gespendeerd: ‘Over de Tiroolse Alpen ben ik als het ware heen gevlogen. Verona, Vicenza, Padua en Venetië heb ik goed, Ferrara, Cento en Bologna alleen vluchtig, Florence amper gezien.

De begeerte om naar Rome te komen was zo groot, werd met het uur zoveel heviger, dat aan een langduriger verblijf niet meer viel te denken en ik me slechts drie uur in Florence ophield.’ Gelukkig zal hij dat aan het einde van zijn reis ruimschoots goed maken met een wat langer bezoek aan de stad van de renaissance.

Vier maanden in Rome

Maar eerst blijft Goethe maar liefst vier maanden in Rome. Hij komt er helemaal tot rust. ‘Nu zit ik hier, kalm en, zo lijkt het, voor mijn hele leven tot rust gekomen. Want, mag men wel zeggen, een nieuw leven begint als men met eigen ogen het geheel aanschouwt dat men voor een deel al van buiten kent.

Alle dromen van mijn jeugd komen nu tot leven, de eerste kopergravures die ik me kan herinneren (mijn vader had de veduta’s van Rome in een voorkamer opgehangen), zie ik nu in werkelijkheid, en alles wat ik al lang kende van schilderijen en tekeningen, etsen en houtsneden, van modellen in gips en kurk, staat nu voor mijn ogen bijeen; overal waar ik kom, stuit ik op iets bekends in een nieuwe wereld, het is allemaal zoals ik het me voorstelde, en tegelijk allemaal nieuw.’

boog-Constantijn-Colosseum-Rome

Goethe bezoekt alle bekende bezienswaardigheden en het blijft natuurlijk niet bij één bezoekje. Al die indrukwekkende bouwwerken moét je minstens twee keer hebben gezien. ‘Ik hoef mijn ogen maar open te doen en kijk en ga en kom weer terug, want men kan zich alleen in Rome op Rome voorbereiden. (…) Elders moet men zoeken naar wat belangrijk is, hier worden wij erdoor overweldigd en overspoeld.

Dat Goethe zich in Rome helemaal in zijn element voelt is wel duidelijk. ‘Ik leef hier nu in een zo heldere en kalme stemming als ik sinds lang niet heb gevoeld. Mijn bedrevenheid om alle dingen te zien en te registreren zoals ze zijn (…) bezorgt mij in stilte een diep geluksgevoel.

Elke dag een nieuw opmerkelijk iets, dagelijks frisse, grootse, vreemde beelden, en een geheel dat lang tot nadenken en mijmeren stemt, maar waarbij de fantasie tekort schiet.’ Dat diepe geluksgevoel dat Goethe beschrijft als hij in Rome is, dat kennen we maar al te goed. Ook bij ons was het in Rome liefde op het eerste gezicht!

Alhoewel Goethe ook behoorlijk kritisch is over hetgeen hij in Rome aantreft. Wat we niet teruglezen in zijn Italienische Reise, maar wel in een brief die Goethe vanuit Rome aan zijn Duitse vriend Knebel schreef in november 1786:

‘Zeker, men moet een apart zintuig ontwikkelen wanneer men Rome bekijkt, alles is alleen maar puin, en toch, wie dit puin niet heeft gezien, kan zich van grootheid geen voorstelling maken.(…) Kortom, men kan alles hier zoeken, alleen geen eenheid, geen overeenstemming, en daardoor komt het dat veel vreemdelingen het spoor zo bijster raken.’

Forum-Romanum-Rome-2 Rome-Uitzicht-Forum-Colosseum

Een bezoek aan de Sixtijnse Kapel

Een bezoek aan de Sixtijnse Kapel overtreft gelukkig alle verwachtingen. Goethe is – evenals zijn vriend Tischbein bij wie hij in Rome verblijft – overdonderd door wat hij ziet.

Het Laatste Oordeel en de bonte schilderingen van het plafond, van de hand van Michelangelo, oogstten beide onze bewondering. Ik kon alles alleen maar verbluft aangapen. De innerlijke zekerheid en viriliteit van de meester, zijn grootheid laat zich niet onder woorden brengen.’

Sixtijnse-Kapel-Michelangelo-Rome (6) Sixtijnse-Kapel-Michelangelo-Rome (1)

Goethe was groot fan van Michelangelo. Helaas verkeerden in de tijd dat Goethe het Vaticaan bezocht, Rafaëls fresco’s in de Stanza della Segnatura, geschilderd tussen 1508 en 1511, in een zeer slechte staat.

‘De loggia’s van Rafaël en de grote schilderstukken van De School van Athene heb ik pas één keer gezien, en dan is het alsof men Homerus uit een ten dele verdwenen, beschadigd handschrift moet bestuderen. Het plezier van de eerste indruk is onvolledig, pas wanneer men geleidelijk aan alles goed heeft bekeken en bestudeerd, geniet men ten volle.

Het best bewaard zijn de plafondstukken van de loggia’s, die verhalen uit de Bijbel weergeven en die er zo fris uitzien als waren ze gisteren geschilderd, slechts enkele van Rafaëls hand, maar toch uitstekend naar zijn tekeningen en onder zijn toezicht uitgevoerd.’

Wanneer Goethe voor een tweede keer de Sixtijnse Kapel bezoekt, is hij nog altijd even vol van de grootmeester Michelangelo. Over Rafaël laat hij zich minder positief uit. ‘Vanuit hier liepen we naar Rafaëls loggia’s boven, en ik durf het haast niet te zeggen: men zou deze eigenlijk niet moeten bekijken.’

Hij schrijft dat de Bijbelse verhalen, hoe fraai ze ook zijn, geen steek hielden tegenover die van Michelangelo… Gelukkig straalt Rafaëls werk nu weer als nooit tevoren en is een bezoekje aan de Stanza della Segnatura meer dan de moeite waard.

Na een bezoek aan de Sint-Pieter beklimt Goethe ook nog het dak van de kerk, ‘waar men het tafereel van een fraai gebouwde stad in het klein aantreft.’ Nog altijd is dit een van de spectaculairste uitkijkpunten in Rome.

Sint-Pieter-Rome

Goethe beseft keer op keer dat hij Rome nooit in een paar maanden tijd zal kunnen leren kennen en besluit al snel dat hij op de terugweg van zijn reis nog een keer voor langere tijd in Rome wil verblijven.

Volgens Goethe is Rome ‘een wereld en heeft men jaren nodig om zichzelf daarbinnen ook maar gewaar te worden’. En dat klopt, want hoe vaak we inmiddels ook in Rome zijn geweest, we hebben nog lang niet alles gezien – gelukkig maar, want zo is er altijd een reden om weer terug te keren,

Betoverend mooi is het om, net als Goethe, een avondwandeling te maken door Rome, als het donker is en alle monumenten in de stad schitterend verlicht zijn.

De schoonheid die Rome uitstraalt wanneer men er bij volle maan doorheen loopt, daarvan kan men zich geen goed begrip vormen als men het niet zelf heeft aanschouwd. (…) Al drie dagen hebben we volop van de helderste en prachtigste nachten genoten. Een wel zeer fraaie aanblik biedt het Colosseum.’

Italy-by-night-2

Het is bijna tijd voor de volgende bestemming op Goethes lijstje, Napels. Met het vooruitzicht van een tweede verblijf in Rome na een bezoekje aan het zuiden van de laars valt het afscheid hem minder zwaar.

Casa di Goethe in Rome

Als je in Rome bent, breng dan zeker een bezoekje aan Casa di Goethe, aan de Via del Corso 18. Dit museum is gevestigd in het huis waar Goethe verbleef, samen met zijn Duitse vriend en schilder Johann Tischbein, en is gewijd aan de Duitse schrijver, zijn Italienische Reise en de vele maanden die hij in Rome spendeerde. De reisgids van Volkmann die Goethe tijdens zijn reis gebruikte, is hier ook nog altijd te bewonderen.

foto’s: Casa di Goethe

Het graf van Goethes zoon

Op het Campo Cestio in de wijk Testaccio – de begraafplaats voor niet-katholieken in Rome – zie je veel beroemde namen voorbijkomen: Keats, Shelley, Andrea Camilleri (de auteur van de Montalbano-reeks) én Julius Goethe, de enige zoon van Johann Wolfgang Goethe.

Nog meer tips voor Rome

Nog veel meer tips voor een bezoek aan Rome – van bijzondere bezienswaardigheden tot de lekkerste adresjes in de Eeuwige Stad – vind je via deze link.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Een reactie

  1. In de voetsporen van Goethe. Grote klasse. Krachtige samenvatting Eerst Goethe en dan de verbinding met de eigen website. Mooi Gedaan!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *