Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Een Italiaanse reis – in de voetsporen van Goethe naar Napels en Sicilië

Deze week treden we op Ciao tutti in Goethes voetsporen en reizen we door Italië, met zijn Italienische Reise als inspiratie.

We begonnen aan het Gardameer en volgden Goethes voetsporen naar Verona en Vicenza, naar Padova en Venetië en naar Assisi en Rome. Vandaag volgen we de laatste etappe van Goethes reis, via Napels naar Sicilië en dan terug naar Rome. 

City-Walk-Napels (2)

Het paradijs Napels

Dat Napels een ander Italië is dan hij in het noorden en midden van Italië heeft gezien, wordt hem al gauw duidelijk. Onder stralend heldere luchten naderden we Napels en nu bevonden we ons werkelijk in een ander land. De gebouwen met hun platte daken duiden op een ander klimaat, van binnen zullen ze er wel niet erg vrolijk uitzien. Iedereen zit op straat in de zon, zolang die wil schijnen.

De Napolitanen wanen zich de bezitters van het paradijs en hebben een zeer triest idee van de landen in het noorden: sempre neve, case di legno, gran ignoranza, ma denari assai. Zo’n voorstelling hebben ze van de toestand waarin wij verkeren. (…)

Altijd sneeuw, houten huizen, grote ontwetendheid; maar geld zat. Napels zelf kondigt zich vrolijk, onbezorgd en levendig aan, eindeloos veel mensen lopen elkaar voor de voeten.’

Stad vol herinneringen

Goethe voelde zich een heel ander mens na zijn bezoek aan Napels, dat volgens hem een paradijs was. Maar ook Napels brengt – net als Venetië – herinneringen aan zijn jeugd boven.

Ik neem niemand het kwalijk als hij in Napels zijn verstand verliest, en moest ontroerd aan mijn vader denken, op wie in het bijzonder de  dingen die ik vandaag voor het eerst zag een onuitwisbare indruk hebben gemaakt. En zoals men wel zegt dat iemand aan wie een spook is verschenen nooit meer vrolijk wordt, zo kon men omgekeerd van hem zeggen dat hij nooit diep ongelukkig kon worden, omdat hij zich in gedachten telkens weer naar Napels kon verplaatsen.’

Napels-Quartieri-Spagnoli baba-Napels City-Walk-Napels (15)

Over Napels zelf laat Goethe zich verder niet al te veel uit. Wel refereert hij aan het wereldberoemde gezegde, dat al sinds jaar en dag door de Napolitanen wordt gebruikt om aan te duiden dat Napels zo’n overweldigende stad is, dat als je het eenmaal hebt gezien, je nergens anders meer naartoe hoeft.

‘Over de ligging van de stad en haar schoonheden, zo vaak beschreven en geprezen, geen woord. Vedi Napoli en poi muori! zeggen ze hier. Napels zien en dan sterven!’ (zie ook dit artikel). Maar gelukkig houdt het Italiaanse avontuur niet op na Napels.

Een gevaarlijke excursie op de Vesuvius

Goethe besluit ook de Vesuvius met een bezoekje te vereren, maar omdat de vulkaan net actief is geweest, treft hij het niet.

We waren ongeveer vijftig schreden de damp ingelopen, toen deze zo sterk werd dat ik amper mijn eigen schoenen kon zien. Een zakdoek voorbinden baatte niet, ook de gids was ik kwijtgeraakt, het was op de tast lopen over de uitgebraakte lavabrokken, ik achtte het verstandig om rechtsomkeert te maken en de vurig verlangde aanblik uit te stellen tot een heldere dag met minder rook.’

Vesuvius-Napels

Een tweede bezoekje aan de Vesuvius verloopt beter. ‘Aan de voet van de steile helling stonden twee gidsen ons op te wachten, een oudere en een jongere man, beiden potige kerels. De eerste sleepte mij, de tweede Tischbein de berg op.

Sleept, zei ik, want zulke gidsen knopen een leren riem om hun middel, waaraan de reiziger zich vastgrijpt om zich naar boven te laten trekken, terwijl hij zich met een stok en op eigen benen des te vlotter omhoog helpt.(…) Zolang we genoeg ruimte hadden om een gepaste afstand te bewaren, was het een groots en geestverheffend schouwspel.’

Voor de monsterlijke muil

Onderweg slingert de Vesuvius steeds meer stenen uit de krater de lucht in, gevolgd door een asregen… Maar Goethe en de gidsen willen het spektakel van nóg dichterbij zien. Nog ratelden de kleine stenen om ons heen, nog regende het fijne as, toen de kordate jongeman mij al over de gloeiende rolstenen naar boven sleurde. Daar stonden we voor de monsterlijke muil (…).

De aanblik was leerzaam noch aangenaam, maar juist omdat er niets te zien viel, bleven we staan om toch iets te kunnen onderscheiden. (…)

Plotseling weerklonk het gebulder, de verschrikkelijke lading vloog langs ons heen, onwillekeurig bukten we, alsof dat ons voor de neerstortende massa’s had kunnen redden; de kleinere stenen kwamen ratelend al omlaag (…), blij dat we het gevaar hadden doorstaan, bereikten we met de nog neerdwarrelende as de voet van de kegel, onze hoeden en schouders bedekt met een flinke laag as.’

Hellepoel van gloeiende lava

Op het nippertje ontsnapt Goethe aan de gevaarlijke perikelen op de Vesuvius. Maar Goethe is zó gefascineerd door de vulkaan, dat hij een derde bezoekje aan de Vesuvius toch echt niet kan weerstaan wanneer het bericht komt dat er weer een kleine uitbarsting gaande is… Hij haast zich naar de Vesuvius, waar hij zich met dezelfde gidsen op het avontuur stort.

‘Ook al heeft men duizend keer over een bepaald onderwerp gehoord, het karakteristieke ervan spreekt tot ons wanneer wij er oog in oog mee staan.(…) Ik wilde graag in de buurt komen van het punt waar de gloeiende lava uit de berg losbrak (…).

Om ook dit te zien en te ervaren, klommen we weer de berg op om aan de achterkant bij dat punt te komen (…). We probeerden nog zo’n twintig stappen verder te komen, maar de bodem onder onze voeten werd steeds heter; een verstikkende, ondoordringbare walm warrelde op en verduisterde het zonlicht. Mijn vooroplopende gids draaide zich spoedig om, pakte mij beet, en zo maakten wij ons los uit deze hellepoel.’

Vesuvius-Napels-2

Wonderlijke, maar onaangename indruk van Pompeï

Na zijn avontuurlijke excursies naar de Vesuvius besluit Goethe ook een bezoekje te brengen aan Pompeï, een van de steden die op 24 augustus 79 werd getroffen door de noodlottige uitbarsting van de Vesuvius en bedolven werd onder een dikke laag as en puimsteen.

In de tijd dat Goethe Pompeï bezocht, was Pompeï nog niet zo ver opgegraven als nu. Het eerste stukje van Pompeï werd namelijk pas in 1599 ontdekt.

Pompei (1a)

Het beeld dat Goethe schetst, geeft overigens wel een aardig beeld van hoe we Pompeï nu ook kennen. ‘Smalle straten, hoewel kaarsrecht en aan de zijkant van stoeptegels voorzien, kleine huizen zonder vensters, vertrekken die alleen licht ontvangen via de deuren die op binnenplaatsen en open galerijen uitkomen.

Zelfs publieke werken (…), het is alles meer maquette en poppenkast dan bouwwerk. Maar deze kamers, gangen en galerijen zijn in de vrolijkste kleuren geschilderd, de muurvlakken eenvormig, middenin een uitgebreide schildering (…), terwijl op een andere plaats uit indrukwekkende bloemenguirlandes wilde en tamme dieren naar voren dringen.’ Deze gemummificeerde stad laat een ‘wonderlijke, deels ook onaangename indruk’ achter op Goethe.

Pompei (22) Pompei (14) Pompei (7) Pompei (3)

Primeur van een bezoek aan Herculaneum

Goethe wist ook van het bestaan van Herculaneum, dat pas eerste helft achttiende eeuw was ontdekt. De stad lag lange tijd begraven onder modder en lavaresten.

Rond 1710 werden de eerste resten ontdekt, maar pas vanaf 1735, toen Karel van Bourbon koning van Napels was, vonden er gedegen opgravingen plaats. Goethe had dus zo ongeveer wel de ‘primeur’ toen hij een bezoek aan Herculaneum bracht en er vervolgens over schreef.

Herculaneum-Campanie (1) Huis-Neptunus-Amphitrite-Herculaneum (2) Huis-Neptunus-Amphitrite-Herculaneum (1) masker-Huis-Neptunus-Amphitrite-Herculaneum (1)

‘Het oude Herculaneum, gelegen aan de voet van de Vesuvius, was volkomen bedolven onder een modderlaag die door latere lava-erupties dikker werd, zodat de gebouwen thans zestig voet onder de aarde liggen. De stad werd ontdekt doordat men bij het graven van een put op een betegelde marmeren vloer stuitte.

Doodzonde is het dat de opgraving niet door Duitse ingenieurs volgens een bepaald plan is verricht, want stellig zijn bij het lukraak wroeten en plunderen heel wat nobele antieke voorwerpen kapotgegaan.’

Over de manier waarop men te werk is gegaan tijdens de opgravingen laat Goethe zich allerminst positief uit. Hij was van mening dat dat aan de professionals overgelaten had moeten worden.

Een koninklijk paleis in Caserta

Goethe maakte ook een uitstapje naar Caserta, ten noorden van Napels Hier ligt het Palazzo Reale, een gigantisch paleis met uitgestrekte tuinen dat werd gebouwd voor Karel III van Bourbon. Toen Goethe Palazzo Reale bezocht, was het slechts een paar tientallen jaren klaar.

Palazzo-Reale-Caserta (2)

Goethe bezocht het palazzo en de tuinen en schreef over de schoonheid van de tuin. De ligging uitzonderlijk fraai, op de vruchtbaarste vlakte van de wereld, en toch strekken de parken zich uit tot aan de berghelling.

Daar nu voert een aquaduct een hele stroom heen om het kasteel en de omgeving van water te voorzien, en heel de watermassa, over kunstmatig aangelegde rotspartijen geleid, kan tot de prachtige waterval worden gemodelleerd. De parken zijn fraai en passen uitstekend in een streek die zelf geheel en al tuin is.’

Palazzo-Reale-Caserta (1) Palazzo-Reale-Caserta (3)

Over het paleis was Goethe minder enthousiast, hij vond het zo groot dat het hem een onaangename plek leek om te vertoeven. Volgens hem dacht de koning daar waarschijnlijk net zo over. Hij had immers niet voor niets een jachthuis laten bouwen, verderop in de bergen, waar hij veel tijd spendeerde…

Goethes Siciliaanse avonturen

Voor het laatste deel van Goethes avonturen in Italië dalen we nog wat verder af in de laars, naar Sicilië, waar Goethe opnieuw verhitte avonturen op de vulkaan beleeft, waarna hij in Taormina verstrikt raakt in een labyrint van agaven…

De eerste Siciliaanse stad die Goethe bezoekt, is Palermo. Erg onder de indruk is hij nog niet na een eerste verkenning, zeker niet als hij het vergelijkt met Rome: We hebben de stad gedetailleerd bekeken.

De bouwtrant doet in de meeste gevallen sterk denken aan die van Napels, niettemin geven openbare monumenten, fonteinen bijvoorbeeld, nog minder blijk van goede smaak. Hier is, anders dan in Rome, geen artistieke geest die het bouwen reguleert, vorm en uiterlijk van het bouwwerk hangen slechts van toevallige omstandigheden af.’

Quattro-Canti-Palermo (5) Piazza-Pretoria-Palermo

Zonder Sicilië beklijft van Italië geen enkel beeld

Het park van Palermo daarentegen noemt hij de prachtigste plek op aarde. Al gauw raakt Goethe toch ook van Sicilië onder de indruk. ‘Zonder Sicilië beklijft van Italië geen enkel beeld: hier vindt men pas de sleutel tot alles. Over het klimaat kan men alleen in de overtreffende trap spreken (…).

Over eten en drinken hier te lande heb ik nog geen woord gezegd en toch is dat geen onbeduidend punt. De groenten zijn heerlijk, vooral de malse sla die smaakt als melk (…). Olie en wijn zijn allemaal uitstekend, en ze zouden nog beter kunnen zijn als men aan hun bereiding meer zorg besteedde.’

Een tempel als een godengestalte

Goethe bezoekt ook de tempels in de Valle dei Templi, bij Agrigento: De tempel van Concordia heeft al de eeuwen weerstaan; door zijn ranke architectuur benadert deze tempel onze maatstaven van schoonheid en bevalligheid, hij verhoudt zich tot de tempels van Paestum als een godengestalte tot het beeld van een reus.’

Maar van de manier waarop geprobeerd wordt het monument te behouden is Goethe beduidend minder gecharmeerd.

‘Ik wil mij er niet over beklagen dat het recente prijzenswaardige voornemen om deze monumenten te behouden op smakeloze wijze ten uitvoer is gebracht, doordat men de gaten met verblindend wit gips heeft gerepareerd, met het gevolg dat dit monument zich in zekere zin verbrijzeld aan ons voordoet; hoe weinig moeite zou het hebben gekost het gips dezelfde kleur te geven als de verweerde steen.’

Net als in Herculaneum ergert Goethe zich er hier ook aan hoe onzorgvuldig er wordt omgesprongen met de schatten uit de oudheid. 

Naar de top van de Etna

Goethe bezoekt Catania in 1787, ruim een eeuw na de noodlottige, verwoestende vulkaanuitbarsting van de Etna in 1669. We reden omhoog door de straten waar de lava die in 1669 een groot deel van deze stad verwoestte, nog tot op de dag van heden zichtbaar is gebleven.’

Na de spannende avonturen op de Vesuvius kan Goethe zijn verlangen niet bedwingen om ook een bezoekje aan de Etna te brengen, maar dat wordt hem afgeraden. ‘Toen wij de cavaliere vroegen hoe we de bestijging van de Etna moesten aanpakken, wilde hij van het waagstuk om de top te beklimmen, zeker in het huidige jaargetijde, niets horen.

Etna

Over het algemeen, zei hij, (…) vatten de hier komende vreemdelingen de zaak al te licht op, wij zelf, die dichtbij de berg leven, zijn al tevreden wanneer we enkele malen in ons leven de gunstigste gelegenheid hebben afgewacht om de top te bereiken.(…)

Zo u mijn raad wilt volgen, rijd u morgen, als het mooi weer is, tot de voet van de Monte Rosso en beklimt u deze hoogte.(…) Het uitzicht is schitterend en helder, men doet er verstandiger aan zich de rest te laten vertellen.’

Goethe, die een bovengemiddelde fascinatie voor vulkanen had, besluit om toch een kijkje te gaan nemen. ‘Zonder enig probleem had ik om de kratermond heen kunnen lopen, ware het niet dat een geweldige ochtendbries elke stap onzeker maakte; wilde ik zelfs maar een beetje vooruit komen, dan moest ik mijn mantel uitdoen, maar nu dreigde mijn hoed elk ogenblik de krater in de waaien, en ik er achteraan. Daarom ging ik zitten om mijn kalmte te herwinnen (…).’

Etna-Sicilie

Verstrikt in een labyrint van agaven

Na zijn vulkaanavontuur bezoekt Goethe het stadje Taormina, waar hij bijna verstrikt raakt in een labyrint van agaven…

We daalden in het theater af, vertoefden tussen de ruïnes, waarop een vaardige architect zijn restauratietalenten zou moeten beproeven, althans op papier, en waagden het toen ons door de tuinen een weg naar de stad te banen.

Maar hier ondervonden we wat voor ondoordringbaar bolwerk een haag van aaneengeplante agaven is; door de verstrengelde bladeren kan men heen kijken en denkt dat men er ook doorheen kan dringen, maar de sterke doornen op de bladerranden zijn gevoelige obstakels; (…) in plaats van dat we er overheen stappen en een open plek bereiken, verspert een naburige plant ons de weg.

Uiteindelijk ontworstelden we ons toch aan dit labyrint; weinig in de stad kon ons behagen, maar we konden, voordat de zon onderging, van de omgeving geen afscheid nemen.’

Isola-Bella-Taormina-Sicilie

Taormina heeft Goethes hart duidelijk niet gestolen. Toch is een bezoekje aan het charmante stadje Taormina meer dan de moeite waard, zo vinden wij, vooral dankzij het prachtige, van oorsprong Griekse theater, met de Etna en de zee als decor.

Nog een keer terug naar Rome

Goethe houdt Sicilië dan voor gezien en trekt weer noordwaarts. Op de terugweg naar Rome maakt hij opnieuw een korte tussenstop in Napels waar hij – dit keer van een afstand – een schitterend schouwspel van de Vesuvius ziet. Daarna keert hij terug naar Rome, waar hij ruim tien maanden verblijft.

Hij stort zich in Rome op de tekenkunst, waar hij zich al sinds zijn jeugd mee bezighield. Maar tegen het einde van zijn verblijf in Rome concludeert hij: Met de dag wordt het me duidelijker dat ik eigenlijk voor de dichtkunst ben geschapen en dat ik me de komende tien jaren (…) dit talent zorgvuldig moet koesteren (…). Van mijn vrij langdurige verblijf in Rome zal de winst zijn dat ik van het beoefenen van de beeldende kunst afzie.’

Zuil-Trajanus-Rome

Afscheid van Rome

Dan is het tijd om écht afscheid van Rome te nemen. Goethes reis is meer dan geslaagd; als een rijk, wijs en gelukkig man verlaat hij Rome en Italië. Hij besluit zijn reisverslag met de woorden: Op heel indrukwekkende wijze zou echter mijn afscheid van Rome zich aankondigen; drie nachten tevoren stond de volle maan aan een zeer heldere hemel, en de magie die zich daardoor over de enorme stad verbreidt en die ik zo dikwijls had ervaren, werd nu intens voelbaar (…).

Alle massaliteit maakt een bijzondere indruk, ze is zowel verheven als bevattelijk, en op zulke rondgangen maakte ik om zo te zeggen een onoverzienbare summa summarum van mijn ganse verblijf op. Deze in een geagiteerd gemoed als diep en groots ervaren eindbalans bracht een stemming teweeg die ik heroïsch-elegisch mag noemen.’

Goethes Italienische Reise

Ben je na deze blogreeks gegrepen door de Italienische Reise van Goethe? Lees dan Goethes complete reisverslag. Via bol.com kun je onder meer de in het Nederlands vertaalde uitgave Italiaanse reis bestellen.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

2 reacties

  1. michel de sutter

    zeer aantrekkelijk,
    ik was zo even terug in Italië

  2. Grazie Michel!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *