Naar hoofdinhoud Naar navigatie
19 mei 2019

Slow Food tour door Tuscia (Lazio)

Iedere Italiëliefhebber is wel eens in Rome geweest of heeft een stedentrip naar deze indrukwekkende stad op zijn wensenlijstje staan. Iedereen heeft meteen beeld bij de Eeuwige Stad: het iconische Colosseum, de Trevifontein, de koepel van de Sint-Pieter – ze zorgen direct voor herkenning.

Dat de regio Lazio buiten Rome nog veel meer pareltjes telt, is nog een relatief goed bewaard geheim. Zo toerden we laatst door de Castelli Romani, ten zuiden van Rome, zeventien fotogenieke heuveldorpjes waar de tijd soms lijkt te hebben stilgestaan.

Dit keer toeren we door Tuscia, een schitterend groen gebied in het noorden van Lazio, tegen de grens met Umbrië en Toscane. In deze blog deelden we al tien tips voor deze regio, maar nu zijn we terug met een speciale missie: we schuiven aan bij de lekkerste Slow Food-adresjes in deze streek. Andiamo, assaggiamo!

Agriturismo I Giardini di Ararat

Saskia: ‘Onze uitvalsbasis voor deze Slow Food-tour is Agriturismo I Giardini di Ararat, even buiten Viterbo. De agriturismo ligt hoog in de heuvels, met prachtig uitzicht tot gevolg, zeker als de zon langzaam ondergaat en de lucht in allerlei kleuren rood laat vlammen.

Agriturismo I Giardini di Ararat ligt even buiten het dorpje Bagnaia, dat bekend is vanwege de tuinen van Villa Lante, midden in de uitgestrekte kastanjebossen waar dit gebied bekend om staat. Je kunt er prachtige wandelingen maken, maar de gezellige drukte van Viterbo ligt eveneens binnen handbereik, net als de beeldentuin van Bomarzo en de vroegere pauselijke thermen, waar het nog altijd goed relaxen is.

Al hoef je voor een ontspannen gevoel het terrein niet af, met dank aan de heerlijke zitjes, de houten schommel die aan een stevige boomtak hangt en de kookkunsten van Laura, de eigenaresse van I Giardini di Ararat en tevens de chef-kok.

Nog voor we onze koffers hebben uitgepakt staat er een heerlijke aperitivo voor ons klaar, met onder meer kroketjes gemaakt met ragù van het vlees van de speciale konijnensoort die hier wordt gefokt, il coniglio leprino dei Monti Cimini.

Ondanks het feit dat ik thuis ook een lief konijntje heb rondhuppelen, zeg ik geen nee tegen een stukje konijn op mijn bord. Mijn oma maakte het vroeger altijd op zon- en feestdagen, naar authentiek Limburgs recept met stroop, laurier en pruimen, waardoor een konijnenbout me altijd terug doet denken aan de pan die urenlang op het fornuis stond te sudderen en oma die aan het aanrecht druk was met alle bijgerechten.

Hier nog even geen konijnenbout, maar de kroketjes smaken na de autorit vanuit Rome meer dan heerlijk en ook de zelfgebakken chips zijn in een mum van tijd verdwenen.

Terwijl wij onze kamer bewonderen, duikt Laura de keuken in om het menu van die avond voor te bereiden. Ze verrast ons met allerlei lekkers buiten het à la cartemenu: cime di rape met stracchino, guanciale (wangspek) en een goddelijke olijfolie als voortreffelijk voorgerecht, gevolgd door gnocchi van patate viola (de paarse aardappel die in de buurt van het Lago di Bolsena wordt verbouwd) met een ragù van kippenlevertjes.

Eigenlijk kunnen we dan al geen pap meer zeggen, maar er komt nog een bord vol lam met zacht gegaarde verza, savooiekool. Voor een toetje is er altijd nog plek, zeker als zo’n dolce bestaat uit ricottamousse met visciole maraschinate (zure kersen ingemaakt in kersenlikeur) en giuggiole sotto spirito (jujubes ingemaakt in alcohol). Nog een laatste caffè en dan lonkt het enorme bed, waar we dromen over het Luilekkerland waar we zijn beland.

De werkelijkheid is gelukkig net zo heerlijk, want het ontbijt blijkt meer lekkers te bevatten dan we kunnen proeven: cornetti, chocoladecake, vers fruit, boerenbrood, een mooie selectie kaas, zelfgemaakte jams…

Het is dat we een behoorlijk culinair programma hebben voor de rest van de dag, anders hadden we twee keer zo veel kunnen proeven. We beloven Laura dat we in elk geval genoeg trek overhouden voor het diner. Je kunt namelijk op donderdag, vrijdag en zaterdag elke avond aanschuiven in het restaurant van I Giardini di Ararat (en op zaterdag en zondag voor de lunch).

Bij mooi weer kun je buiten eten, maar aangezien het op deze hoogte zo vroeg in het voorjaar nog goed afkoelt ’s avonds, schuiven we aan in de eetzaal, met een grote open haard en een kleurrijke collectie porselein aan de muur.

Laura trakteert ons de ene avond op bruschetta met ragù di coniglio, tagliatelle met asperges, tomaat en guanciale, bombette (varkensvleesrolletjes gevuld met kaas, een specialiteit uit het dorpje Cisternino in Puglia) en tiramisù alle fragole, met blozende zomerkoninkjes.

De laatste avond bijten we in perfect gefrituurde courgettebloemen gevuld met mozzarella en ansjovis, gevolgd door een ricottataartje met tomaat, pasta met eendenlever en truffel en abbacchio (lam) met geroosterde aardappeltjes.

Voor toe smeken we dan om een simpel schaaltje met aardbeien, want na al dat lekkers is er nauwelijks nog ruimte voor een toetje. Een paar verse aardbeien besprenkeld met citroen gaan er echter altijd wel in, heerlijk!

Ook genieten van I Giardini di Ararat? Je vindt deze agriturismo met restaurant aan de Strada Romana 30, net buiten het dorpje Bagnaia. Voor meer informatie of reserveringen neem je een kijkje op de website van I Giardini di Ararat of mail je naar info@igiardinidiararat.com.

Lunchen bij Il Vecchio Mulino in Lubriano

Na het eerste diner en ontbijt bij I Giardini di Ararat starten we onze Slow Food-tour met een prachtige groene route naar Lubriano. Dit dorpje wordt ook wel La più bella terrazza sulla Valle dei Calanchi genoemd, omdat je er prachtig uitkijkt over de rotsachtige vallei rondom Cività di Bagnoregio, ‘de stervende stad’ die zich op een afbrokkelende rots bevindt.

We genieten van het uitzicht op Cività. Terwijl we tientallen mensen over de lange brug naar het dorpje zien lopen, staan we hier in Lubriano alleen, gadegeslagen door een paar oude mannetjes die zich op een van de bankjes bij het panoramapunt hebben verzameld voor hun dagelijkse bijpraatmoment.

We schuiven even aan, want ze zijn natuurlijk erg nieuwsgierig naar wat deze buitenlanders hier komen doen. Als we ze vertellen dat we gaan lunchen bij Il Vecchio Mulino, krijgen we goedkeurende knikjes. Ineens zijn we geen buitenstaanders meer. Het is dat elk tafeltje in het restaurant bezet is, anders hadden we er een paar tafelgenoten bij gehad.

Na een hartelijk welkom worden we naar onze tafel gebracht, achter in de zaak, naast een van de ramen die uitzicht bieden op de calanchi. Ook het silhouet van de kerktoren van Cività is mooi te zien, maar we hebben al gauw alleen nog maar aandacht voor onze borden.

De antipasto misto is een heerlijke mix van alle voorgerechten op de kaart: een lekker kruidige pappa al pomodoro, crostini misti, bruschetta met lardo, coratella d’agnello (een stoofpotje van de ingewanden van het lam) met ui, salumi en formaggi met nog warm kaasbrood…

Daarna volgt een verrukkelijke voorjaarspasta: ravioli gevuld met pecorino uit Pienza en pinoli (pijnboompitten), geserveerd met fave (verse tuinboontjes). We dromen er nog van…

Il Vecchio Mulino ligt aan de Via G. Marconi 25a in Lubriano. Volgens het bordje bij de deur kun je er dagelijks behalve op woensdag terecht voor lunch (12.30 tot 14.30 uur) en diner (19.30 tot 21.00 uur), maar wij zijn er op een woensdagmiddag en treffen gelukkig een open deur en een restaurant vol genietende gasten.

Proeven van Slow Food bij Piazzetta del Sole in Farnese

In de wirwar van de schaduwrijke steegjes van het middeleeuwse dorpje Farnese schijnt plots de zon. Achter de voordeur van Piazzetta del Sole wacht de vrolijke energie van Antonella en Miriam, met een menu vol lokale specialiteiten om uit te kiezen.

De tafeltjes in de rustieke osteria zijn binnen een mum van tijd bezet. In het geroezemoes horen we duidelijk dat de meeste andere gasten het net zo moeilijk vinden om iets van de menukaart te kiezen als wij. Het klinkt allemaal aantrekkelijk, zeker als de wijzers van de klokkentoren van Farnese al richting half twee kruipen.

Al knabbelend aan de in de oven gedroogde olijven met sinaasappelschil die meteen met de menukaart op tafel komen, kiezen we uiteindelijk als antipasti voor konijn met een puree van tuinbonen en munt en sfoglia con crema di pecorino e carciofi (bladerdeeg met een crème van pecorino en artisjok).

Als primi bestellen we lasagnetta met ragù van konijn en buffelmozzarella en zuppa di ceci del solco dritto (een soep met speciale kikkererwten uit Tuscia). Het piepkleine gaatje dat dan nog rest dichten we met fondente di fragole e salsa al pistacchio, een dikke aardbeienmousse gemaakt van verse aardbeien met pistachenootjes.

Je vindt Osteria Piazzetta del Sole aan de Via XX Settembre 129 in Farnese. Je kunt er van dinsdag tot en met zondag terecht voor diner, op zaterdag, zondag en feestdagen is Piazzetta del Sole ook open voor de lunch.

Na de lunch is het tijd voor een wandeling door de fotogenieke straatjes van Farnese en een dubbele espresso in een van de koffiebarretjes. De grappa die de kaartende mannen aan een tafeltje verderop ons aanbieden, slaan we maar af. Er wacht nog een vrij bochtige weg naar Vitorchiano, dat we graag nog even met een bezoekje vereren.

Met de carabinieri aan tafel bij Il Casaletto in Grotte Santo Stefano

In de stromende regen komen we aan bij Agriturismo Il Casaletto. Gelukkig is het binnen aangenaam warm. We schuiven bij een duo carabinieri en een paar andere locals aan tafel. Op zomerse zondagen moet het hier aan de hoeveelheid stoelen vol zitten met Italiaanse families, maar op een regenachtige doordeweekse middag is het rustig.

Daardoor heeft eigenaar Marco wel alle tijd voor een praatje. Hij vertelt dat zijn vader Sauro in de jaren zestig startte met deze agriturismo. Nog altijd werkt hij in de uitgestrekte moestuin, waar de meeste groente die op tafel komt groeit. Marco’s broer Stefano houdt zich bezig met de varkens, die uiteindelijk onder meer verwerkt worden tot de befaamde Susianella di Viterbo, een gedroogde worst met Slow Food-keurmerk.

De filosofie van ll Casaletto is dat je in elk gerecht de liefde voor het land proeft, voor de lokale producten en tradities. Dat lukt in elk geval al meer dan aardig bij de krokante guanciale (van de varkens van Il Casaletto) met aceto, salie en fagioli del purgatorio (speciale witte boontjes) uit Gradoli.

Recht uit de moestuin komen alle groente voor de antipasto dell’ortolana, met onder meer asperges, tuinbonen, radicchio en artisjokken op een snee boerenbrood, overgoten met een fonduta van caciofiore, een Slow Food-kaas die wordt gemaakt met natuurlijk stremsel van venkeldistel.

We zitten hier zo lekker warm en gezellig dat we net als de carabinieri nog een tweede gang nemen: een bord ravioli gevuld met Stefano’s stinco di maiale (varkensschenkel) met ricotta salata (geraspte gezouten ricotta) en eentje met acquacotta viterbese (een dikke soep, die we kennen uit de Maremma) met seizoensgroente en ei.

Agriturismo Il Casaletto ligt aan de Strada Grottana 9 in Grotte Santo Stefano. Je kunt er behalve lunchen en dineren ook overnachten.

A tavola bij Trattoria del Cimino in Caprarola

Als we de auto hebben geparkeerd in Caprarola, is er maar één richting die je logischerwijs kunt volgen: omhoog, naar het indrukwekkende Palazzo Farnese, een weergaloos kunstwerk vol kleurrijke fresco’s en met een spectaculaire trappartij.

Wij houden echter iets eerder halt, voor de deur van Trattoria del Cimino. Hoewel het net half één is, is deze typisch Italiaanse trattoria al tot de nok toe gevuld met hongerige gasten. Gelukkig hebben we een tafeltje gereserveerd, het enige dat nog vrij is zo blijkt als zich na ons een lange rij voor de deur van de trattoria vormt.

De obers lopen af en aan met borden vol verleidelijke pasta’s. Op de menukaart lachen ze ons toe: farfalle alla gricia met guanciale, pici all’amatriciana, pappardelle alla lepre, fettuccine al ragù

Na al dat lekkers van de afgelopen dagen hebben we echter geen trek in pasta. We kiezen voor een degustazione di formaggi della Tuscia, een proeverij van kazen uit Tuscia, waaronder de caciofiore van Azienda Agrituristica Aquaranda, rauwmelkse geitenkaas van Azienda Agricola Monte Jugo, een negen maanden lang gerijpte pecorino en een blauwschimmelgeitenkaas van Caseificio Radichino.

Het kaasplankje krijgt gezelschap van bruschetta met de biologische extra vergine olijfolie Io (met Slow Food-keurmerk), gevolgd door een schaaltje fagioli del purgatorio.

De verleiding van de dolci kunnen we niet weerstaan, de semifreddo alle nocciole (met hazelnoot) aan het buurtafeltje ziet er te lekker uit!

Je vindt Trattoria del Cimino aan de Via Filippo Nicolai 44 in Caprarola. Je kunt er van dinsdag tot en met zondag terecht voor de lunch, op donderdag, vrijdag en zaterdag is de trattoria ook open voor diner.

Lunchen bij La Locanda della Cicale in Canale Monterano

Voor het laatste middagmaal van onze Slow Food-tour schuiven we aan bij La Locanda della Cicale in Canale Monterano. We krijgen een tafeltje naast de open haard en de menukaart. Helaas is het sterrengerecht van deze zaak, La Chicca, niet te bestellen.

Deze selectie van allerlei lokale Slow Food-delicatessen bestaat uit onder meer de eerder genoemde Susaniella di Viterbo, caciofiore, fagioli del purgatorio, linzen, kikkererwten en brood en olijfolie uit Canale Monterano zelf. Na de zondagse lunch van gisteren is de voorraad lokale lekkernijen helaas nog niet aangevuld.

de bijzondere wijnkaart van La Locanda delle Cicale

Gelukkig is er een goed alternatief: vignarola, een goedgevulde Romeinse stoofschotel met onder meer verse tuinbonen, erwtjes en artisjok, dit keer geserveerd met wat guanciale en in de oven geblakerd brood.

Ervoor nemen we een halve portie pasta, simpelweg omdat de calamarata alla gricia met pesto al pistacchio te lekker klinkt als je dol bent op pistachenootjes, en een tagliere met kaas. Voor toe zijn er verse aardbeien met een vleugje citroen. Voldaan rollen we naar de auto, voor een laatste ritje door het groene landschap van Lazio.

La Locanda della Cicale ligt aan de Via Mezzagnone in Canale Montefarano. Het is dagelijks van 12.00 tot 14.30 uur geopend voor de lunch, behalve op dinsdag. Voor het diner kun je er terecht op maandag, woensdag, donderdag, vrijdag en zaterdag, van 19.00 tot 23.00 uur. Je kunt bij La Locanda delle Cicale ook overnachten.

Toeren door Tuscia

Als je net zo’n smakelijke Slow Food-tour wil maken als wij, is een goede huurauto onmisbaar. De meeste restaurants zijn namelijk niet bereikbaar per openbaar vervoer en een aantal ligt best afgelegen.

Wij kiezen altijd voor een all-in huurauto van Sunny Cars, die je zowel op Fiumicino als op Ciampino kunt ophalen (de twee vliegvelden die voor een bezoek aan Tuscia het handigst zijn). Het grote voordeel van Sunny Cars is dat je ter plekke geen gedoe meer hebt: geen extra papieren die je moet tekenen, geen extra verzekeringen die je volgens de lokale verhuurder echt moet nemen en dus ook geen extra kosten.

Als je voor vertrek een huurauto van Sunny Cars reserveert, hoef je je eenmaal op reis nergens meer druk om te maken. Fijn als wij voor nieuwe artikelen op reis zijn, maar nóg fijner als je met vakantie bent. Dan wil je helemaal zorgeloos kunnen genieten, zonder je zorgen te maken over eventuele schade.

Als je een huurauto via Sunny Cars boekt, is deze bovendien standaard optimaal verzekerd, ook tegen schade aan glas, banden, bodem, dak én diefstal. Gaat er toch iets mis? Dan staat Sunny Cars 24/7 voor je klaar, gewoon in het Nederlands.

Een dik half uur na onze landing op Ciampino hebben we een espresso achter de kiezen en rijden we richting Viterbo. De ringweg rond Rome is nog lekker rustig en de auto is pittig genoeg om zich moeiteloos tussen de Italiaanse weggebruikers te voegen.

We stemmen af op een Italiaanse zender om lekker mee te kunnen zingen met onder meer I tuoi particolari van Ultimo en Certe donne brillano van Ligabue. Hiermee wordt het ultieme gevoel van vrijheid dat de start van een roadtrip altijd geeft nog wat versterkt. Alles lijkt mogelijk.

Dankzij de ingebouwde navigatie kunnen we, als we eenmaal van de grote weg af zijn, volop genieten van de omgeving. Het is overal heerlijk groen, je ziet dat het lente is, ook al laat de zon zich maar sporadisch zien. Het is nog net te vroeg voor de klaprozen, maar die zullen binnenkort hun rode hartjes openvouwen en op menig foto verschijnen.

We worden tot stilstand gedwongen door een herder die zijn schapen wil laten oversteken. We stappen even uit, om de geuren van het voorjaar in te ademen en de belletjes van de schapen te horen na-echoën. Domweg gelukkig, het kan ook ver buiten de Dapperstraat, in the middle of nowhere, tussen blatende schapen en groene weilanden.

Dit gevoel houden we hopelijk ook thuis vast. Als we worden opgeslokt door de dagelijkse hectiek, doen we onze ogen even dicht en denken we terug aan de herder en zijn schapen, aan de vrijheid van onderweg zijn zonder vaste route, met als bestemming steeds wisselende buonissimo adresjes. Viva la Tuscia!

Nieuw: CO2 compensatie voor je roadtrip

Al rijdend door dit groener dan groene landschap besef je eens te meer dat we ook op reis zo milieuvriendelijk mogelijk moeten zijn. Hoewel we regelmatig ook met openbaar vervoer reizen, is een (huur)auto voor sommige streken in Italië echt een noodzaak. In Tuscia kom je nergens zonder auto.

Gelukkig is er nu de mogelijkheid om de CO2-uitstoot van je roadtrip te compenseren. GreenSeat en Sunny Cars hebben samen deze tool gemaakt waarmee je de CO2-uitstoot berekent. Bij een huursom van bijvoorbeeld € 350,- kost een GreenSeat € 1,75. Het minimum compensatiebedrag is € 1,50. Zo blijft het groene landschap in het noorden van Lazio hopelijk langer behouden en kunnen de schapen rustig blijven grazen…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ciao tutti is hét startpunt voor je vakantie naar Italië, bomvol persoonlijke tips. Buon viaggio!

autohuur italië
Bol AlgemeenBol Algemeen