Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

‘Ik was nog nooit op de plek waar Pasolini is vermoord’

Het is een van onze favoriete Italiaanse films, Caro diario van regisseur Nanni Moretti. Jesper zag de film, die in 1993 voor het eerst op het witte doek werd vertoond en in 1994 de prijs voor beste regie won tijdens het Filmfestival van Cannes, recent weer en raakte zo geïnspireerd door Nanni Moretti’s zoektocht naar Pier Paolo Pasolini, dat hij zelf ook op de Vespa stapte en naar Ostia reed.

Jesper: ‘Caro diario is onderverdeeld in drie delen: In Vespa, Isole en Medici. In het eerste deel doorkruist Moretti op zijn Vespa Rome. Het is een feest der herkenning voor liefhebbers van de Italiaanse hoofdstad. Moretti rijdt onder andere door de wijk Garbatella, een stukje Rome dat door toeristen vaak wordt overgeslagen maar zeer de moeite waard is voor een wandeling.

Aan het einde van het eerste deel zegt Moretti: ‘Non so perché, ma non ero mai stato nel posto dove è stato ammazzato Pasolini’ (‘Ik weet niet waarom, maar ik was nog nooit op de plek geweest waar Pasolini is vermoord’).

Daarna begint een fascinerend stuk van de film, waarin Moretti op zijn Vespa richting Ostia rijdt, naar de plek waar Pasolini werd vermoord en waar nu een monument ter nagedachtenis aan hem prijkt.

Iets meer dan vijf minuten wordt er niet gesproken, maar ik kijk gefascineerd naar elke kilometer asfalt die de scooter aflegt en luister naar de muziek, het beroemde The Köln Concert van Keith Jarret – prachtig, pijnlijk, mistroostig. Een explosie van poëzie op twee wielen.

In Ostia, dat ongeveer dertig kilometer van Rome ligt, aan zee, werd Pier Paolo Pasolini vermoord, in de nacht van 1 op 2 november 1975. De dood van deze regisseur, schrijver, dichter, voorvechter van de moderne samenleving, gay en enfant terrible is nog altijd een mysterie. Er doen veel theorieën de ronde, maar de grote waarheid over de moord is nooit boven water gekomen. De mythe rondom zijn persoon is echter groter dan ooit.

Terwijl ik al kijkend met Moretti meerijd, bedenk ik me dat ik nog nooit de plek heb bezocht waar Pasolini zijn laatste adem uitblies, ook al woon en werk ik als journalist al meer dan twintig jaar in Rome. Spontaan besluit ik om mijn Vespa van stal te halen en, vijfentwintig jaar na Nanni Moretti’s tocht, ook naar Ostia te touren.

Ik doorkruis Rome, langs het Circus Maximus, over de Via Cristoforo Colombo, de lange Via Aurelia op, die uitkomt aan zee. Na veertig minuten sta ik in Ostia. De meeste strandtenten zijn gesloten, maar hoewel het al herfst is, is het nog warm. Kleine kinderen spelen in het zand, oudere stelletjes maken een wandeling langs de vloedlijn. Een jonge vrouw wendt haar gezicht naar de zon.

Ik stuur mijn scooter over de boulevard langs de zee. Ik stop bij de beroemde pier en kijk naar deze fascinerende constructie, die de stad als het ware de zee in draagt. Ik parkeer mijn Vespa en loop richting de zee, de pier op.

Er zijn meer mensen die hier een wandeling maken, maar ik loop helemaal door naar het einde, waar niemand meer tussen mij en de horizon in staat. Ik draai me om en tuur naar de stad, met haar warmgeel, oranje en oker gekleurde huizen, die prachtig afsteken tegen de helderblauwe lucht.

Ik wandel terug naar de boulevard en drink een caffè. Aan de kassadame vraag ik waar ik het monument voor Pasolini vind. Ze vraagt me of ik alleen ben en kijkt bedenkelijk wanneer ik dat bevestig. Volgens haar is het gebied waarin Pasolini’s monument zich bevindt, niet altijd even veilig.

Maar ik ben nu hier en ik besluit toch te gaan. Ik rijd naar de Via dell’Idroscala, waar mijn bestemming zich moet bevinden. Af en toe kijk ik naar de zee, die op deze mooie nazomerse dag schittert als nooit te voren.

Ik ben zo gefocust op het vinden van de juiste weg, dat ik het monument in eerste instantie voorbij rijd. Pas aan het eind van de straat kijk ik om me heen, Het lijkt her en der wel wat op een sloppenwijk, werkelijk allerlei materialen zijn gebruikt om huizen mee te bouwen.

Er staan krakkemikkige barakken tussen gewone huizen, ik zie golfplaten daken tussen hoge bomen, net als in Caro diario. In vijfentwintig jaar is er weinig tot niets veranderd, zo lijkt het.

Het is een wijk die Pasolini zeker had kunnen waarderen. Hij kende de buitenwijken van Rome als geen ander. Op een muur staat ‘Ale, grazie per quel sorriso che era solo tuo’ (Ale, dankjewel voor die glimlach die alleen de jouwe was’). Net zo poëtisch als de filmmuziek die steeds in mijn hoofd rondzingt.

Ik zie een sjofele bar, waar ik binnen stap om de weg te vragen. De vermoeid ogende bardame wijst naar de weg die ik net heb afgelegd. Ik stap weer op mijn Vespa en rijd langzaam terug, tot ik voor de ingang sta.

Het hoge toegangshek lijkt echter dicht. Ik kijk of ik eroverheen zou kunnen klimmen, maar met mijn leeftijd, mijn conditie en een tas vol camera’s, zie ik bijna meteen in dat dat geen goed idee is.

Als ik wat beter kijk, zie ik dat het hek niet op slot zit. Op een klein bordje staat bovendien dat het monument elke dag tot vijf uur ‘s middags te bezoeken is.

Ik duw het hek open en wandel naar binnen. Stiekem ben ik een beetje geëmotioneerd. Anderhalf uur geleden was ik nog thuis in Rome, nu sta ik alleen in Ostia, slechts enkele passen verwijderd van de plek waar Pasolini aan zijn einde kwam.

Volgens veel Italianen was Pasolini de meest scherpzinnige en tegelijkertijd sluwe intellectueel van het naoorlogse Italië, een groot denker die in staat was te voorzien welke richting het land op zou gaan, welke toekomst er lag te wachten.

Deze bijzondere plek blijkt goed onderhouden. Het gras is duidelijk onlangs nog gemaaid en er staan verschillende bankjes. Ook zie ik een aantal bordjes met daarop zinnen uit Pasolini’s werk.

Tot nu toe heb ik alleen maar foto’s gezien van deze plek – en natuurlijk een stukje film uit Caro diario. Hier zijn is echter een heel andere ervaring. Je voelt bijna dat hier iets bijzonders in de lucht hangt. Het is misschien wel de meest beruchte, meest besproken en meest mysterieuze plek in de wereld van de Italiaanse misdaad.

Het is er stil, er kwetteren wat vogels en af toe ruisen de blaadjes van de bomen in de zeewind. Verkeer is er slechts sporadisch, heel af en toe komt er een vliegtuig laag over, op weg naar het nabijgelegen vliegveld Fiumicino.

Ik heb Pasolini nooit ontmoet. Ik heb een paar van zijn films gezien, een aantal van zijn boeken gelezen. Ik heb altijd het idee gehad dat hij eenzaam was, kwetsbaar, wellicht stond hij soms zelfs aan de zijlijn van de samenleving.

Ook al kende ik Pasolini niet, ik kan zijn eenzaamheid bijna voelen. Een traan rolt uit mijn ooghoek en glijdt langzaam over mijn wang. Pasolini’s verhaal is verre van romantisch, maar het raakt me diep, net als deze plek.

Ik haal diep adem en neem plaats op een van de bankjes en haal mijn notitieboek tevoorschijn. Ik probeer Pasolini op papier tot leven te wekken. Hoe zag zijn leven eruit? Wat ging er door hem heen toen hij hier zijn laatste adem uitblies? Was hij zich ervan bewust dat hij dood ging?

Ik maak een paar foto’s, schrijf wat gevoelens en indrukken op en neem vooral de plek goed in me op. Ineens zijn er anderhalf uur verstreken. Ik voel de kracht van de zon langzaam afnemen.

Het is tijd om terug te gaan, maar eigenlijk wil ik het afscheid zo lang mogelijk rekken. Ik heb nog geen zin om deze bijzondere ervaring af te sluiten en terug naar Rome te rijden.

De zon zakt steeds lager achter de horizon. Net voor het hek op slot gaat, stap ik weer op mijn scooter. Langzaam rijd ik terug naar Rome, terwijl ik afscheid neem van een bijzondere plek en vooral van een bijzondere man. Ciao, Pier Paolo.’

Benieuwd naar meer plekken in Rome waar je Pasolini’s erfgoed kan bewonderen? Lees dan ook ons artikel over street art in Torpignattara en de blog over street art in de wijk Pigneto.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *