De Domus Tiberiana, het karakteristieke bouwwerk met de grote bogen dat vanaf de Palatijn uitkijkt over het Forum Romanum en de Via Sacra, werd meer dan een halve eeuw geleden gesloten voor publiek wegens instortingsgevaar.
In het najaar van 2023 kwamen de restauratiewerkzaamheden tot een einde en opende de Domus Tiberiana de deuren voor het publiek. Willemijn was in Rome en bezocht deze gloednieuwe eeuwenoude bezienswaardigheid op de Palatijn.
Een ongrijpbare ruïne
‘De façade met de grote bogen, het best bewaarde deel van de prachtige Domus Tiberiana, is uit duizenden herkenbaar. De reusachtige armen die een eeuwenlange geschiedenis dragen hebben mij altijd aangetrokken; van alle zuilen, bogen en bouwwerken die je ziet als je vanaf het Capitool uitkijkt over het Forum en de Palatijn, is de Domus Tiberiana voor mij steeds de meest mysterieuze en ongrijpbare ruïne geweest.
Daar woonden de keizers, schreven de gidsen dan. Dat was ‘het paleis’. Maar waar dan precies? Achter die bogen? Hoe ver liepen die gangen door? Ze leken mij regelrecht het hart van de heuvel in te gaan, om op te lossen in een duister, ontoegankelijk schimmenrijk.
Nu het paleis na meer dan vijftig jaar weer open is voor publiek, mag ik eindelijk zelf door de gangen en gewelfde kamers ronddwalen, om het archeologische mysterie ter plaatse proberen op te lossen. Te beginnen met de bedrieglijk eenvoudige vraag: wat is deze eindeloos overbouwde ruïne nu eigenlijk precies?
Het eerste echte keizerlijke paleis van Rome
De Domus Tiberiana was het eerste echte keizerlijke paleis van Rome, dat aanvankelijk door keizer Tiberius (vandaar de naam) werd gebouwd op de noordwestelijke helling van de Palatijn.
Tiberius (14-37 na Christus) was de tweede keizer van Rome en de opvolger van Augustus, de grote stichter van de dynastie die eigenhandig de republiek omver had geworpen en de alleenheerschappij in Rome had gevestigd.
Met Augustus begon de periode die historici de vroege keizertijd noemen; jaren waarin op de Palatijn langzaamaan iets heel nieuws begon te ontstaan.
Deze kant van de heuvel, voorheen bewoond door de voornaamste aristocratische families van Rome (vermoedelijk vanwege de strategische ligging ten opzichte van de vallei van het Forum) werd de plek waar de keizers resideerden.
Niet voor niets noemen wij een koninklijke residentie vandaag de dag een paleis (palatium in het Latijn): het woord is op de Palatijn uitgevonden.
Augustus was nog terughoudend geweest en woonde in een min of meer bescheiden huis (dat je ook nog kunt bezoeken), maar zijn opvolgers Tiberius, Caligula, Claudius en Nero hielden daarna steeds uitgebreider hof en lieten een waardig paleis bouwen.
Tiberius’ paleis op de Palatijn
Wat er vandaag de dag nog rest van het keizerlijke paleis dat door Tiberius werd gebouwd, heet de Domus Tiberiana.
Door de grote brand van Rome, die in het jaar 64 de halve stad in de as legde, is er echter uit de periode van Tiberius tot en met Nero (de Julisch-Claudische dynastie) niet veel overeind gebleven.
De meeste structuren dateren uit de regeringsperiode van latere keizers, met name die van Domitianus (81-96) en Hadrianus (117-138). De vroege keizertijd komt dankzij de nieuwe exposities die zijn ingericht in de ruïne evengoed weer tot leven, via de vele archeologische vondsten die er tentoon worden gesteld.
Clivus Victoriae – een in de oudheid overdekte weg
Naast residentiële zones omvatte het paleis uitgestrekte tuinen, cultusplaatsen, woningen van Pretorianen (de paleiswachten) en een wijk van kantoren, winkels en voorraadkamers.
De nieuwe bezoekersroute van de Domus Tiberiana loopt over de Clivus Victoriae – een weg die in de oudheid overdekt was – langs de indrukwekkende bogen van het zogenaamde dienstendistrict, ingebed in de façade, en is verdeeld over verschillende expositieruimtes.
Die bogen, van waaronder je steeds weer een prachtig uitzicht op het Forum opvangt, fungeren nu als monumentale ramen, maar het zijn tegelijk funderingen. Als reusachtige poten dragen ze de langzame uitbreiding van het paleis onder de ene na de andere keizer.
Langs de andere kant van de Clivus Victoriae, niet aan de Forum- maar aan de Palatijnse zijde, zijn daarnaast twee multimediale zalen ingericht, met onder andere een holografische reconstructie van het paleis.
Een torso van bosgod Pan
De eerste zaal toont vondsten uit een stortplaats uit de vijfde eeuw na Christus. Daar zijn een aantal bijzondere objecten aangetroffen die wijzen op de consumptie van etenswaren uit het hele Middellandse Zeegebied, evenals een heleboel dierlijke resten (vooral van paarden).
Tussen de eerste en tweede expositieruimte stuit je op een samengesteld beeld: een torso en een hoofd van een fabelachtig wezen. De torso is afkomstig uit de opslagplaats van het Parco Archeologico del Colosseo, het hoofd is een door de carabinieri in beslag genomen en teruggevorderd kunstwerk (de carabinieri hebben een speciale afdeling die zich bezighoudt met geroofde kunst, de Reparto Operativo Tutela Patrimonio Culturale).
In herenigde vorm stelt het een beeld voor van de bosgod Pan, herkenbaar aan zijn harige benen. Het dateert uit de vroege keizertijd en heeft waarschijnlijk een tuinpaviljoen gesierd. Nimfen, satyrs, faunen en Pan (door de Romeinen Silvanus genoemd) waren favoriete onderwerpen in de beeldhouwkunst die de lusthofachtige tuinen sierde.
Modellen van meesterbeeldhouwers
De tweede zaal stelt uitzonderlijke levensgrote terracotta beelden tentoon die tijdens opgravingen in de Domus Tiberiana zijn gevonden. Archeologen hebben vastgesteld dat het hier gaat om modellen van de kunstenaars Pastiles en Arkesilaos, meesterbeeldhouwers uit Magna Graecia (Zuid-Italië) die in de eerste eeuw voor Christus werkzaam waren in Rome.
In deze ruimte is speciaal voor blinden en slechtzienden ook een zogenaamd tactiele ervaring opgesteld: 3D-geprinte kopieën van twee terracotta hoofden die je mag aanraken.
Schilderingen en stucco-decoraties
Als je de Clivus Victoriae oversteekt, kom je meer te weten over de schilderingen en stucco-decoraties in het paleis. In een van de kamers kun je resten zien van het decoratieve pleisterwerk dat veel van deze ruimtes kenmerkte en dat bestond uit lunetten en panelen waarin figuratieve (vaak mythologische) scenes waren afgebeeld.
Op enkele plaatsen zijn ook nog de overblijfselen te zien van schilderingen. Het best bewaard is een afbeelding van een vrouwelijke figuur met opgestoken haren en gehuld in een vergulde mantel, die een dienblad op het hoofd van een meisje plaatst. De gangbare interpretatie is dat het gaat om een priesteres met haar helper.
De brug van Caligula
Een paar passen verder stuit je op de ‘brug van Caligula’. Toen de archeoloog Pietro Rosa eind negentiende eeuw zijn onderzoek richtte op de noordzijde van de Domus Tiberiana, schreef hij in een verslag: ‘Wij vonden de façade van het paleis die kan worden toegeschreven aan Caligula…’
Het bestaan van deze brug van Caligula kennen we dankzij de Romeinse schrijver Suetonius. Caligula, die erop stond als levende god te worden vereerd, wandelde naar verluidt regelmatig van zijn paleis op de Palatijn naar de tempel van Jupiter op de Capitolijnse heuvel, aan de overzijde van het dal, om met de oppergod te praten.
Om die gesprekken te vergemakkelijken, liet hij volgens Suetonius tussen beide heuvels een dertig meter hoge en tweehonderdvijftig meter lange brug bouwen.
Die brug meende Pietro Rosa te hebben gevonden in de zestien meter hoge loggia met elegante opengewerkte marmeren borstwering die je nu nog goed kunt bewonderen.
Rosa vergiste zich echter. In werkelijkheid is het helemaal geen brug, maar een loggia uit de tijd van Domitianus. Het maakt de loggia met hoge en smalle kamers, gedecoreerd met zwart-witte geometrische mozaïeken, schilderingen en stucwerk, er niet minder fraai om.
Onder de boog van de brug van Caligula zie je het bloemrijke decoratieve stucwerk, dat karakteristiek was voor de plafonds van de Domus Tiberiana. In een van de nog zichtbare hexagons kun je de mannelijke figuur van Hercules ontwaren, te herkennen aan zijn leeuwenhuid en knots.
(foto’s van de informatiebordjes in de Domus Tiberiana)
De magie van marmer
In het tegenoverliggende vertrek gaat de expositie verder, met een ruimte gewijd aan de fase voorafgaand aan de bouw van het paleis. De vondsten hier behoren tot de periode van de late republiek, toen dit nog een (chique) woongebied was.
Het gaat met name om aardewerk, maar ook om een flinke verzameling weefgewichten. De goed zichtbare gaatjes dienden om ze aan de draden te hangen, die door de gewichten strakgespannen bleven tijdens het weven. Waarschijnlijk behoorde de groep gewichten toe aan een weefgetouw, waarvan een reconstructie staat opgesteld.
In de volgende ruimte betreed je de wereld van de Egyptische culten (Isis en Serapis), die in de loop van de Romeinse keizertijd steeds populairder werden. Ook in de Domus Tiberiana bevond zich een heiligdom gewijd aan Isis.
Een paleis dat de sterren raakt
Daarna wandel je de werkplaats van de beroemde marmerbewerker van Domitianus in. Figuurlijk dan, want je bevindt je tussen een zee van fragmenten uit de opslagplaatsen van de Palatijn, die met grote moeite en nauwgezet zijn onderzocht om de architectonische taal van het paleis te reconstrueren.
Domitianus’ marmerbewerker werd ook wel ‘meester van decor en stupor’ genoemd, vanwege zijn grote talent voor het creëren van betoverende visuele effecten. Hij wist de witte en gekleurde marmersoorten zo te combineren en hun oppervlaktes dusdanig te bewerken, dat er een magisch samenspel van licht, schaduw en reflectie ontstond dat toeschouwers met verwondering vervulde.
Caligula liet zich al ronduit vereren als dominus et deus (heer en god op aarde), maar het was dankzij Domitianus marmermeester dat ook de residentie omgetoverd werd tot een soort paleis-tempel, een ‘oneindig paleis […] dat de sterren raakt en in alles gelijk is aan de grootsheid van de hemel’ (Martialis, Epigrammen VIII, 36).
Vleugels boven het Forum Romanum
Eyecatcher in de laatste ruimte is een ander stuk betoverend marmer: een paar gespreide vleugels die schitterend afsteken tegen het uitzicht op het Forum Romanum dat erachter, door de boog heen, te zien is.
De vleugels dateren waarschijnlijk van rond het begin van de jaartelling en behoorden ooit toe aan een beeld van de godin Victoria (voor de oplettende kijker: de rechtervleugel bestaat uit gevonden fragmenten, de linkervleugel is een reconstructie van hout).
Rampa di Domiziano
Wanneer je de Clivus Victoriae verder afloopt, kom je uit bij de zogenaamde Rampa di Domiziano: een brede weg die vanaf het Forum Romanum omhoog meandert richting de Domus Tiberiana.
Deze weg begon ooit op de plek waar tegenwoordig het Oratorium van de Veertig Martelaren is (men vermoedt dat die ruimte in de oudheid een soort wachtershuis is geweest).
De weg is nu vlak, maar bevatte in antieke tijden traptreden, zodat we kunnen aannemen dat hij uitsluitend werd gebruikt voor voetgangers en draagstoelen. Waarschijnlijk was dit dus de toegangsweg die door de keizerlijke familie werd gebruikt om vanaf het Forum hun paleis te bereiken.
Na de keizers: van Farnese tot Napoleon III
Het keizerlijke paleis bleef in gebruik tot in de zevende eeuw, toen het de pauselijke residentie werd van Johannes VII. Na eeuwen van verwaarlozing liet Alessandro Farnese vervolgens in de zestiende eeuw een weelderige lusthof, de Horti Farnesiani of Horti Palatini Farnesorum op de panoramische terrassen van de Domus Tiberiana aanleggen.
De opgravingen die de familie Farnese liet uitvoeren, waren er vooral op gericht om antieke kunstschatten te vinden die aan de eigen verzameling konden worden toegevoegd.
Toen het landgoed later van de familie Farnese overging op de familie Bourbon ging men iets systematischer te werk met het archeologisch onderzoek, maar ook zij wisten vooral de eigen collectie te verrijken met de vondsten die gedaan werden.
In 1861 werd de grond verkocht aan de Franse keizer Napoleon III die er, gedurende ongeveer tien jaar, voor het eerst degelijk en systematisch liet opgraven. In deze fase is het grootste deel van het paleis dat vandaag nog zichtbaar is, aan het licht gekomen, evenals delen van de Domus Flavia, de Clivus Palatinus, de Cryptoporticus van Nero, het Huis van Livia en de Clivus Victoriae.
De langverwachte heropening van de Domus Tiberiana
Na de eenwording van Italië in 1871 werd het landgoed door Napoleon III verkocht aan de Italiaanse staat. Door de ‘bevrijding’ van de Clivus Victoriae (er werd een gigantische hoeveel puin uit verwijderd) en verschillende sloopwerkzaamheden ontstond in de loop der eeuwen echter een steeds groter instortingsgevaar.
In 1970 leidde dit tot de onmiddellijke sluiting van de Domus Tiberiana. Een uitgebreide onderhouds- en restauratiecampagne ging van start en kwam recentelijk tot een einde met de heropening van het paleis.
Al met al is de Domus Tiberiana wat mij betreft een prachtige nieuwe bezienswaardigheid voor bezoekers van het Forum Romanum en de Palatijn. De iconische Palatijnse ruïne heeft eindelijk zijn mysterie prijsgegeven: over paden en in de gangen van het paleis waan je je voor even tussen de keizer en zijn hofhouding.’
Praktische informatie Domus Tiberiana
Voor een wandeling over de Clivus Victoriae heb je aan een gewoon toegangskaartje (Forum Romanum en Palatijn) genoeg. Maar eigenlijk is een bezoek aan de Domus Tiberiana pas compleet als je ook de tentoonstellingsruimtes in kunt.
Daarvoor heb je een Forum Pass SUPER-ticket (alleen voor het Forum en de Palatijn) of een Full Experience-ticket (inclusief toegang Colosseum) nodig. Je kunt de kaartjes vooraf online bestellen via de officiële website van het Parco Archeologico del Colosseo.