De laatste bestemming van onze Calabria Ispirata-tour door Calabrië is een van de meest karakteristieke en pittoreske dorpjes van deze regio, Pentedattilo. Hier is de tijd in de jaren zestig van de vorige eeuw stil blijven staan, toen de bewoners het dorpje noodgedwongen moesten verlaten vanwege naderend aardbevingsgevaar.
Lange tijd leek Pentedattilo een trieste dood te sterven en te veranderen in een spookstadje. Het bleef jarenlang ijzingwekkend stil in het totaal verlaten dorpje en de tand des tijds sloeg toe. Huizen, kerken en andere gebouwen veranderden in ruïnes. Wat bleef, was slechts het geluid van vogels, krekels en hier en daar een zwerfhond.
Sinds het einde van de vorige eeuw klinkt er gelukkig weer een ander geluid in de steegjes van Pentedattilo. Met behulp van vrijwilligers, kunstenaars en artiesten wordt er sinds die tijd hard gewerkt aan de wederopbouw van het dorp.
Met hulp van subsidie van de Europese Unie, de stichting Pro Pentedattilo en talloze vrijwilligers keert er langzaam weer een beetje leven terug in het dorp. Een handvol kunstenaars en winkeliers heeft zich er in de loop der jaren uit volle overtuiging gevestigd, soms wachtend op die ene klant die per dag over de drempel stapt. Echt snel gaat het nog niet, maar de bevlogen betrokkenen volharden in hun missie en zijn ervan overtuigd dat Pentedatillo op termijn weer net zo levendig zal zijn als voorheen.
Een Griekse vingerwijzing
We duiken even in de geschiedenis van Pentedattilo. De Grieken zouden zich hier al in de zesde eeuw voor Christus hebben gevestigd. In en om het dorpje vind je nog veel van deze Griekse invloeden en gebruiken terug, zoals de Greagibnal-taal, het huidige dialect dat is doorspekt met Griekse woorden en uitdrukkingen.
De oorsprong van de Griekse invloeden op het huidige dialect gaat terug naar de periode tussen de achtste en tiende eeuw, toen de Grieken zich na de kolonisatie van dit stukje van de laars in de drie gebergten van Calabrië, Pollino, Silla en Aspromonte, verstopten en hun taal zich mengde met de taal van de lokale monniken.
Ook de naam van het dorpje is te danken aan het Grieks. Pentedattilo ligt tegen de berg Monte Cavalario aan gebouwd, waarbij het letterlijk wordt overschaduwd door een gigantische rotspartij die in de vorm van een hand met vijf vingers boven het dorpje in de lucht uitsteekt. De naam Pentedattillo stamt dan ook af van pentedaktilos, ‘vijf vingers’. Helaas zijn er in de loop der jaren twee ‘vingers’ afgebroken en kun je de ‘hand’ nog maar moeilijk visualiseren.
‘The appearance of Pentedattilo is perfectly magical… Wild spires of stone shoot up into the air, barren and clearly defined, in the form (as its name implies) of a gigantic hand against the sky, and in the crevices and holes of this fearfully savage pyramid, the houses of Pentedattilo are wedged,’ aldus de Britse schrijver Edward Lear (1812-1888) in zijn boek Diary of a walking trip, waarin hij vertelt over zijn wandeltocht door de provincie Reggio Calabria. Elk woord van Edward Lear is raak. Hij weet het net zo treffend te omschrijven als Escher het dorpje met zijn potlood wist te vereeuwigen.
Een wandeling door Pentedattilo
Francesco en Francesca, een jong koppel uit Scilla, staan ons in Pentedattilo op te wachten. Deze twee enthousiaste mensen richtten in 2009 de stichting Calabria Etnica op, ter promotie van de Calabrese cultuur, van de tradities, de muziek, het eten en de wijn uit deze regio.
In Scilla runnen zij bed & breakfast annex wijnbar Casa Vela. Francesco vertelt ons met flonkerende ogen en brede handgebaren, waaraan zijn grote passie direct af te lezen is wat ze allemaal voor hun gasten doen.
‘Het is inmiddels vaste traditie geworden om onze gasten niet alleen te laten proeven van lokale specialiteiten, maar om ze ook kennis te laten maken met allerlei lokale ambachtelijke producten uit Scilla en omgeving.
We willen ze daarnaast ook stimuleren om buiten de conventionele en commerciële paden te lopen. Daarom nemen we ze graag mee naar Pentedattilo. Je kunt er als je wil zelfs overnachten, want we hebben een paar leegstaande panden verbouwd tot albergo diffuso, waarbij je tussen de lokale bevolking logeert.
Het liefst zien wij hier dan ook reizigers komen, in plaats van toeristen. Toeristen zijn slechts passanten voor een korte tijd, reizigers zijn nieuwsgierig, willen iets ervaren en ontdekken. Wij beschouwen Pentedatillo als een bloem die met een beetje water weer tot leven gewekt wordt. Dit is een unieke plek in de wereld en het in oude staat terugbrengen van het dorpje is de enige manier om het weer onder de aandacht te brengen.’
Als we langzaam omhoog lopen, naar het centrum van het dorpje, zien we in eerste instantie slechts twee huisjes die gerestaureerd zijn. Het overgrote deel ligt nog in puin, op sommige plekken overwoekerd met metershoog onkruid. Het is er bijna oorverdovend stil; in de steegjes horen we de echo van onze stemmen weerkaatsen.
We proberen ons voor te stellen hoe het leven hier vroeger moet zijn geweest en wat zich hier allemaal afgespeeld heeft. Hogerop lukt dat beter, daar zijn enkele straatjes prachtig opgeknapt, net als de huisjes van de kunstenaars. Ook hier bevinden veel woningen zich echter nog in een deplorabele staat.
Francesca en Francesco nemen ons mee naar Bottega d’Arte. Eigenaar Giorgio vertelt ons dat hij al elf jaar in Pentedattilo werkt. Zijn vrouw Domy maakt schilderijen en glaskunstwerk, die ze in het winkeltje verkopen. Omdat het overdag zo stil was, kreeg Giorgio het lumineuze idee om een beetje leven in Pentedattilo te blazen en een aantal katten te gaan houden. Inmiddels komen er elke dag vijfentwintig hun portie brokjes en melk halen.
We dwalen door mysterieuze straatjes totdat we een prachtige kerk ontwaren, de San Pietro e Paolo, aan een minuscuul piazza, het centrale punt van Pentedattilo. De kerk werd wonderwel gespaard tijdens de aardbevingen. Het is een van de twee overgebleven kerken, van de in totaal tien kerken die Pentedattilo ooit telde.
Terwijl we foto’s van de kerk maken, worden de klokken geluid, alsof we welkom worden geheten. Het geluid verdwijnt in de leegte en we beseffen dat slechts een handvol mensen het geluid van de beierende klokken heeft kunnen horen.
De restauratie van de kerk komt bijna volledig op het conto van Claude, een gepassioneerde Fransman met Calabrese roots. Hij vertelt ons dat er op zondagochtend meestal nog wel een mis plaatsvindt. Soms worden er zelfs bruiloften gehouden, waarvoor dan het hele dorpje uitloopt.
De dorpelingen die op tijd konden vluchten, verhuisden in de jaren zestig naar het veilige Pentedattilo Nuovo, slechts een paar honderd meter lager gelegen. Hier kregen ze betere voorzieningen, waaronder stromend water.
We wandelen door hun verleden als we een heerlijke houtgeur opsnuiven, die afkomstig blijkt te zijn uit het atelier van houtsnijder Donato. Terwijl de kunstenaar buiten op zijn stoepje aan zijn zoveelste kunstwerkje bezig is, nemen we een kijkje in zijn atelier, waar naast allerlei houtsnijwerk ook heerlijk ruikende zeepjes te koop zijn.
In het naastgelegen pandje ligt een kleine dependance van Casa Vela, met een mooie selectie Calabrese wijnen. Aan de overkant verkoopt Emilia allerlei snuisterijen. Deze dappere kunstenaars trekken echter dagelijks om zes uur de deur achter zich dicht en vanaf dat moment is het dorp weer volledig verlaten. Er is geen restaurant, gewone winkel of bar te bekennen.
Voor ons voelt het dus nog steeds een beetje als een spookdorp, als we na onze wandeling een van de woningen van de albergo diffuso opzoeken. Het is zeer eenvoudig ingericht, maar brandschoon en lekker warm.
Met hulp van een geïmproviseerd kookstel in een aanpalend keukenschuurtje en wat vrienden zorgen Franscesco en Francesca ervoor dat er ’s avonds een lekkere pasta met typische Calabrese ingrediënten op tafel staat.
Voorafgaand en tijdens het eten worden we verblijd met wat typische Calabrese muziek. De ciurameddharu vertelt over de betekenis en de oorsprong van de instrumenten en klanken uit het Griekse dialect. Vervolgens maakt hij muziek op een typische zampogna, doedelzak, en wordt er traditioneel gedanst. Pentedattilo leeft, al is het maar voor even…
Na een rustige nacht – zonder spoken – staat er een eenvoudig maar heerlijk vers ontbijt op ons te wachten. Daarna bezoeken we het Museo Laboratorio delle Tradizioni Popolari, waar gebruiksvoorwerpen uit het verleden te bewonderen zijn.
In het hoger gelegen Museo Casa del Bergamotto hangt de heerlijke zoetzure geur van bergamot, een citrusvrucht die veel voorkomt in Calabrië. Ze maken er hier onder meer parfum, geurkaarsen, olie en kruidenthee van.
We eindigen onze ontdekkingstocht op de rotsen boven aan het dorpje, waar we van een fantastisch uitzicht genieten.
Hier zie je pas goed dat de huizen bijna letterlijk op elkaar gebouwd lijken te zijn. Het uitzicht op het ruige, surrealistische landschap en op de Ionische zee is fenomenaal. In de verte ontwaren we zelfs de contouren van de Etna, op Sicilië. We laten de rust en stilte even op ons inwerken.
Op de wandeling terug naar beneden zien we een flinke druiventros, een mooi symbool voor het nieuwe leven dat langzaam maar zeker vorm krijg in Pentedattilo.
De mensen die er nu al wonen en onze gidsen, Francesco en Francesca, verdienen groot respect. Samen bewandelen ze een moeilijke weg, die hopelijk leidt tot de wedergeboorte van dit pittoreske plaatsje in het diepe zuiden van Italië…’
Wil je Pentedattilo bezoeken? Rijd dan eerst naar het kustplaatsje Melito en van daar uit landinwaarts naar het nieuwe, lager gelegen Pentedattilo Nuovo. Van hieruit kun je nog een klein stukje met de auto verder rijden, tot een kleine parkeerplaats bij de toegang tot het oude dorp. Vervolgens is het nog drie minuten lopen over een steil voetpad, voor je in het dorpje bent.
Overnachten in Pentedattilo? Neem dan contact op met Francesco en Francesca van Casa Vela in Scilla, die in Pentedattilo een kleine albergo diffuso beheren. Hoewel het meestal rustig, zo niet uitgestorven is in Pentedattilo, kan het er in augustus, als het jaarlijkse filmfestival plaatsvindt, druk zijn. Reserveer dan dus op tijd en ga niet op de bonnefooi.
Ik kwam in jullie mail van vandaag Pentedatillo tegen(zuidelijkste puntje van Calabria.)
Dit stadje zag ik op een foto expositie in Posignano in het parcours nationale MONTE SIBILLINI in Umbria. in de zomer van 2017.
Ik hoop dit vervallen stadje met Francesco en Francesca uit Scilla (B&B Vela) samen met mijn vrouw het komende jaar te bezoeken.
wat een toevalligheid dank zij jullie mail.
Hgr. Paolo
Een prachtige bestemming Paolo, die het verdient bezocht te worden door Italiëliefhebbers. Doe Francesco en Francesca veel groeten!