Geen onthullend inzicht in de bankrekening van de paus vandaag – zoals de titel wellicht wel doet vermoeden – maar een rondtocht door de enorme Sint-Pietersbasiliek en over het gelijknamige plein in cijfers.
Met deze kennis in je achterhoofd kijk je toch even anders naar dit enorme bouwwerk – en kun je tijdens een volgend bezoek indruk maken op je reisgenoten door af en toe een van onderstaande feitjes te roepen…
De afmetingen van de Sint-Pieter
De Sint-Pietersbasiliek is bijna honderdnegentig meter lang (met het portiek erbij zelfs tweehonderdachttien meter) en – op het breedste punt – honderdvijfenvijftig meter breed. Daarmee is de basiliek ruim tweeëntwintigduizend vierkante meter groot.
De hoogte van het middenschip is zesenveertig meter, terwijl de hoogte tot aan de koepel binnen in de kerk honderdzeventien meter is. Buiten meet de koepel, tot aan de top van het kruis, meer dan honderddertig meter. De voorgevel, ontworpen door Carlo Maderno, is honderdvijftien meter breed en zevenenveertig meter hoog.
Een kanjer van een koepel
De koepel is ruim honderdzesendertig meter hoog; binnenin is de hoogte honderdnegentien meter. Deze enorme koepel heeft binnenin een diameter van bijna drieënveertig meter, waarmee hij net iets kleiner is dan de koepel van het Pantheon.
Michelangelo zou dit bewust hebben gedaan, als respect voor de bouwmeester van dit oude Romeinse monument. Aan de buitenzijde komt er overigens nog ruim vijftien meter bij; de diameter meet dan net geen negenenvijftig meter. De koepel weegt, hou je vast, zesenvijftig miljoen kilo!!
De lantaarn boven op de koepel is zeventiend meter hoog. Net als bij de Madonnina op het dak van de Duomo in Milaan geldt in Rome dat geen enkel gebouw hoger mag zijn dan deze koepel. Geen wolkenkrabbers dus die over de lantaarn heen mogen kijken…
Naast de cupolone, de grote koepel, telt de Sint-Pieter nog tien andere koepels. Het dak wordt gedragen door zevenhonderdachtenzeventig zuilen.
Beklim de koepel van de Sint-Pieter
De bronzen bol boven op de koepel heeft een doorsnede van bijna 2,5 meter en zou plaats kunnen bieden aan zestien personen. Helaas kun je zover niet meer komen. Wel kun je de koepel beklimmen. Eerst kom je dan op de eerste galerij, op een hoogte van drieënvijftig meter.
De klim wordt hier beloond met een prachtig zicht op het interieur van de kerk. Als je nog eens driehonderddertig treden verder naar boven klimt, kom je uit op de honderdacht meter hoge buitengalerij, met het bekende uitzicht over het Sint-Pietersplein en de daken van Rome.
Voor dit uitzicht moet je (als je niet met de lift gaat althans) vijfhonderdzevenendertig treden beklimmen, maar dat is echt meer dan de moeite waard!
De klokken van de Sint-Pieter
De bronzen klok van de Sint-Pieter heeft een doorsnee van 2,5 meter en een hoogte van 2,6 meter. De klok weegt twintigduizend kilo, maar wordt alleen in beweging gezet met Kerstmis, met Pasen, als de paus het Urbi et Orbi uitspreekt, en op 29 juni, de feestdag van de heiligen Petrus en Paulus.
Op deze feestdag wordt de koepel van de Sint-Pieter prachtig verlicht. Nu gebeurt dat door simpelweg de elektrische lampjes met een druk op de knop aan te zetten, maar vroeger werden er stuk voor stuk ruim achthonderd fakkels en vierduizend olielampen ontstoken.
Enorme letters en beelden van Bernini
De letters op de voorgevel, die samen de tekst ‘In Honorem Principis Apost. – Paulus V Burghesius Romanus Pont. Max. Anno MDCXII’ vormen (‘Ter ere van de prins der apostelen – Paulus V Borghese paus van Rome 1612’) zijn twee meter hoog.
De dertien beelden op de voorgevel, allemaal van de hand van leerlingen van Bernini, zijn 5,7 meter hoog. Grappig detail is dat deze beelden aan de achterzijde zo plat als een dubbeltje zijn; alleen aan de voorzijde zijn ze netjes afgewerkt.
De beelden stellen Christus (in het midden voor), met aan zijn linkerzijde Johannes de Doper. Verder staan er elf van de twaalf apostelen. Judas ontbreekt en is vervangen door Matthias (helemaal rechts). Petrus ontbreekt eveneens, aangezien de hele kerk al aan hem werd gewijd vond Bernini het blijkbaar niet nodig hem ook nog eens als apostel uit te beelden.
Toch is er nog een beeld van Petrus terug te vinden op het plein, en wel links van de trappen die naar de ingang van de kerk leiden. Rechts staat een even groot beeld van Paulus. Volgens een Romeinse legende zegt Petrus: ‘Hier wordt het geloof gemaakt’, waarop Paulus antwoordt ‘En daarbuiten gelooft men het.’
Meer dan honderd heiligen
Op de bovenrand van de colonnades staan honderdveertig heiligen van ruim drie meter hoog. Iedereen die de Sint-Pieter al eens heeft bezocht, heeft waarschijnlijk opgemerkt dat een beeld van Maria ontbreekt. Pas in 1981 kreeg zij een plekje aan de buitenzijde van de kerk, en wel door een mozaïek van 2,30 meter hoog op de muren van het pauselijk paleis, aan de rechterzijde van de kerk.
De deuren van de Sint-Pieter
De Sint-Pieter telt vijf verschillende deuren. De meest rechtse is de Porta Sancta, de Heilige Deur, die alleen tijdens een jubeljaar mag worden geopend.
De deur helemaal links wordt ook wel de Porta della Morte genoemd, omdat door deze deur de lijkkisten de kerk verlieten. De bronzen middendeur komt nog uit de oude basiliek die hier ooit stond en dateert uit 1445.
Pauselijke graven en honderden beelden
Naast Petrus hebben nog honderdzesenveertig andere pausen hun laatste rustplaats in de Sint-Pieter. Het is dan ook een onmogelijke zaak om hier alle pauselijke graven te benoemen, net zoals het onmogelijk is ze tijdens een rondgang door de basiliek allemaal te ontdekken. Daar heb je wel een aantal bezoeken voor nodig.
Wie alle versiering in de kerk wil bekijken, moet eveneens een paar dagen de tijd nemen: de kerk telt driehonderdnegentig beelden (waarvan honderdzestig gemaakt zijn van travertijn, honderd uit marmer, negentig uit pleisterkalk en veertig uit brons), honderddertig zuilen (waarvan de meeste afkomstig zijn uit de Thermen van Caracalla) en honderdeenendertig mozaïekafbeeldingen.
Michelangelo’s Pietà en kleurrijke mozaïeken
De belangrijkste beelden zijn de Pietà van Michelangelo en de bronzen Petrus van Arnolfo di Cambio. De rechtervoet van deze Petrus is door ontelbare pelgrims aangeraakt of gekust.
De altaarmozaïeken bevatten stuk voor stuk driehonderd- tot vijfhonderdduizend steentjes. Gemiddeld zijn deze steentjes nog geen vierkante centimeter groot, en ze zijn slechts vijf millimeter dik. Het aanbrengen van een mozaïek is met recht monnikenwerk te noemen; alleen al het maken van de steentjes uit glas kon wel vijf jaar duren. Het op de juiste plek leggen van al die gekleurde steentjes vergde nog minstens zo veel tijd.
Slechts één schilderij en vier evangelisten
Gelukkig telt de basiliek slechts één schilderij! Het is wel even zoeken, want dit schilderwerk met de Heilige Drievuldigheid hangt in de Sacramentskapel. Het is gemaakt door Pietro da Cortona.
Naast het hoofdaltaar zijn er nog drieënveertig verschillende altaren, waar regelmatig een mis wordt opgedragen. De paus is de enige die een mis mag opdragen op het hoofdaltaar, dat bestaat uit een massief blok marmer. Het altaar wordt gedomineerd door het baldakijn van Bernini, dat vijfennegentig ton weegt en negenentwintig meter hoog is. Rondom het baldakijn branden vijfennegentig lampjes.
Wanneer je omhoog kijkt, zie je de indrukwekkende koepel met in de vier medaillons (die elk een doorsnede van acht meter hebben) de vier evangelisten. De letters hier zijn met 1,29 meter hoogte iets kleiner dan de letters buiten.
De zestien grote vensters laten hun licht op deze tekst schijnen, zodat iedereen kan lezen ‘Tu est Petrus et super hanc petram aedificabo ecclesiam meam et tibi dabo claves regni caelorum’ (‘U bent Petrus en op deze rots zal ik mijn kerk bouwen en aan u zal ik de sleutels van het rijk der hemelen geven’).
Vier enorme pijlers en een eigenwijze Bernini
De vier pijlers die de koepel dragen zijn enorm. Met een omtrek van eenenzeventig meter zouden ze stuk voor stuk de Domtoren van Utrecht of de Toren van Pisa in zich op kunnen nemen. In de nissen staan vijf meter hoge beelden van heiligen naar wie de zuilen zijn vernoemd.
Leuke anekdote: Michelangelo, bouwmeester van de koepel, had verboden de pijlers te gebruiken voor welke functie dan ook. Bernini was echter eigenwijs, sloeg het verbod van Michelangelo in de wind en bouwde in elk van deze zuilen een trap die naar een kamertje met relikwieën leidt.
Met als gevolg een koepel die op instorten stond en scheuren begon te vertonen. Uiteindelijk moest men vijf metalen ringen rond de koepel aanbrengen om de boel in veiligheid te brengen.
Bezoek de Sint-Pieter
Als het je duizelt na al deze cijfers, ga dan een keer ’s ochtends vroeg, en zonder al deze wetenswaardigheden in je achterhoofd, naar de basiliek en laat je verrassen door alles wat je ziet. Wees wel op tijd, want de Sint-Pieter wordt elke dag door drommen gelovigen en toeristen bezocht.
De laatste cijfers: de basiliek biedt plaats aan zestigduizend mensen als er geen stoelen in staan, terwijl er tijdens een dienst wel negenduizend mensen kunnen plaatsnemen. Het plein kan nog eens honderdveertigduizend mensen herbergen, die als het ware worden omarmd door tweehonderdvierentachtig Dorische zuilen en achtentachtig pilaren van travertijn in vier bijna symmetrische rijen.
Leuk die informatie! En dan die beelden zo plat van achteren!
Vreemd gezicht als je van achteren kijkt.
Indrukwekkende informaties over deze basiliek. Van geweldig nut als toelichting bij onze vitrine met het door ons gemaakte model van de St.Pieter, Editoriale Domus. Bedankt.