Hoog boven de Amalfikust schittert Ravello, een van de meest tot de verbeelding sprekende plaatsen aan de kleurrijke kustlijn ten zuiden van Napels. Bijna niemand komt echter voor het stadje zelf; op het lijstje staan vooral de twee schitterende tuinen die Ravello rijk is: die van Villa Cimbrone en die van Villa Rufolo.
Villa Cimbrone & het Terrazza dell’Infinito
Ravello is maar een klein stadje, maar dankzij het grootse uitzicht over de Amalfikust dat je hier kunt vinden, is het wereldberoemd. Bekende filmsterren als Gina Lollobrigida en Greta Garbo genoten er van het adembenemende uitzicht, vanuit de tuin van Villa Cimbrone.
Tegenwoordig is dit een luxe hotel. Er verblijven is maar voor weinig mensen weggelegd, maar tegen betaling kun je als niet-hotelgast een bezoek brengen aan de beroemde tuin, met rozenstruiken, bloemenperken, zeldzame bomen en diverse beelden.
Wanneer je de tuin binnenloopt, volg je de lange laan tot aan het Terrazza dell’Infinito (‘Terras der Oneindigheid’) vanwaar je een meer dan adembenemend uitzicht hebt over de Amalfikust en de Golf van Salerno. Hier wordt je hart als vanzelf gevuld met een oneindig gevoel van geluk. Dít is Italië op haar best!
Villa Rufolo & het uitzicht over zee
Sprookjesachtiger zijn de tuinen van Villa Rufolo, waar de beroemde componist Richard Wagner enige tijd verbleef. Hij schreef er een groot deel van zijn Parsifal. Deze tijden herleven elk jaar tijdens het Festival Musicale di Ravello. Terwijl je uitkijkt over de blauwe zee geniet je van sprookjesachtige klanken, die langzaam wegdrijven over het water.
Maar ook zonder muziekfestival is dit een magische plek. Onderstaande foto zal je waarschijnlijk bekend voorkomen, zelfs al ben je nog nooit in Ravello geweest. De pijnboom die in de tuin van Villa Rufolo staat, is namelijk misschien wel de meest gefotografeerde boom ter wereld.
Villa Rufolo is dankzij de doortastendheid van de van Schotse adel afstammende Lord Reid nog altijd te bezoeken. Hij was het die de tuin opnieuw aanlegde en ervoor zorgde dat Villa Rufolo over de hele wereld beroemd werd. Ciao tutti’s Jesper reed vanuit Rome zuidwaarts en slingerde omhoog naar Ravello, om zich te laten betoveren door de vergezichten van Villa Rufolo.
‘Een architectonisch wonder, op driehonderdvijfenzestig meter boven zeeniveau, daarmee doe ik Villa Rufolo geenszins tekort. Het is een unieke plek, met dank aan de vele portici (booggalerijen), de kleurrijke bloemen, de wandelpaden die verrassend mooi uitzicht op zee bieden, de verleidelijke hoekjes en doorkijkjes… Als je hier nu loopt, herinnert niets aan het woelige verleden van Villa Rufolo.
Al ten tijde van de middeleeuwen genoot de familie Rufolo veel aanzien in Ravello. De familie vervulde een belangrijke rol in de plaatselijke politiek en wist een flink vermogen te verzamelen tijdens het zakendoen met andere plaatsen binnen en buiten de Amalfitaanse Republiek.
Het huis dat ze wilden laten bouwen, moest deze vooraanstaande positie versterken. Het moest een grandioze villa worden, met koninklijke grandeur, die de status en macht van de Rufolo’s zou weerspiegelen.
Helaas was het lot de Rufolo’s niet al te gunstig gezind: de familie verloor haar sociale status en daarmee raakte ook Villa Rufolo in verval. Op een gegeven moment zaten de Rufolo’s zelfs zo krap bij kas, dat ze hun villa moesten verkopen.
Vanaf dat moment kwam Villa Rufolo in handen van verschillende eigenaren. De een zorgde beter voor het gebouw dan de ander, maar over het algemeen kwijnde de villa langzaam weg. Waar ooit feesten en partijen werden gehouden, verschenen nu vochtplekken en spinnenwebben.
Pas in 1851 kwam de villa weer in zeer goede handen, die van de Schotse edelman Francis Nevile Reid, die tijdens een bezoek aan Ravello verliefd werd op de villa. Ondanks het feit dat Villa Rufolo in erbarmelijke staat verkeerde, kon hij haar niet meer uit zijn hoofd – en zijn hart – krijgen.
De Schot investeerde een hoop geld in de villa én in de tuinen. Hij had een bijzonder doel voor ogen: het creëren van een botanische tuin met speciale soorten planten en bloemen, naar voorbeeld van onder meer de tuin van Hanbury bij Ventimiglia (in Ligurië).
Reid was verre van een expert op botanisch gebied, maar dankzij zijn passie wist hij beetje bij beetje een prachtige tuin te realiseren. Om echt stappen te maken, had hij echter hulp nodig, want passie is een belangrijke drijfveer, maar enige kennis van zaken is toch ook onmisbaar.
Hij riep de hulp in van Luigi Cicalese, die veel wist van bloemen, planten, de benodigde ondergrond en andere tuinzaken. Later zou deze Luigi Cicalese overigens burgemeester van Ravello worden, maar eerst boog hij zich samen met Reid over tuinontwerpen.
Het natuurlijke decor van de villa was natuurlijk een enorme pré. Dankzij het adembenemend uitzicht – volgens velen zelfs ‘het mooiste uitzicht ter wereld’ – was het voor de twee mannen vooral een kwestie om deze schoonheid te benadrukken, in plaats van haar te overwoekeren door teveel toe te voegen.
Door het herstel van de terrassen maakt het panorama nog meer indruk. Je blik lijkt als het ware naar de horizon geleid te worden, waar het blauw van de zee flirt met het net iets lichtere blauw van de hemel.
Volgens de Russische schrijver Dostojevski ‘zal schoonheid de wereld redden’. Het redde in elk geval Villa Rufolo van de ondergang, want na een lange periode van herstelwerkzaamheden wisten Reid en Cicalese de villa te laten stralen als nooit tevoren.
In 1876 was de tuin ‘af’ – voor zover een tuin ooit af kan zijn natuurlijk. Drie jaar later wandelde Wagner door de tuinen. Het was liefde op het eerste gezicht, met Ravello, met Villa Rufolo en vooral met het waanzinnige uitzicht. Zoals we hierboven al vertelden, bleef hij er om Parsifal te componeren, dat hij in 1882 voltooide.
Als eerbetoon aan de Duitse componist, die zo onder de indruk was van Villa Rufolo, werd het mooiste terras van het complex Terrazza Wagner gedoopt.
Wagner is echter niet de enige beroemde kunstenaar die zich heeft laten inspireren door Villa Rufolo. De Britse schrijver D.H. Lawrence zou hier een groot deel van zijn Lady Chatterley’s Lover hebben geschreven. Ook zijn collega-schrijver E.M. Forster (van onder meer A Room with a View) zou Villa Rufolo hebben bezocht, tijdens een tour langs de Amalfikust in 1927.
In 1953 werd de film Beat the Devil opgenomen in Ravello, naar het scenario van Truman Capote. De cast, die bestond uit Humphrey Bogart, Gina Lollobrigida, Jennifer Jones, Robert Morley en Peter Lorre, logeerde in Hotel Palumbo.
Ook Winston Churchill vereerde Ravello na de oorlog met een bezoek. De Amerikaanse president John F. Kennedy vierde er twee weken vakantie, in het gezelschap van zijn vrouw Jackie Kennedy en hun twee kinderen John en Caroline. Het gezin wilde eigenlijk niet meer weg. Ze waren zo verknocht geraakt aan Ravello en het Italiaanse ritme, dat ze lang heimwee zouden houden.
Dankzij de schitterende ligging, hoog boven de Amalfikust, zijn veel bekende en onbekende toeristen in hun voetsporen getreden, waarbij Villa Rufolo steeds een van de hoogtepunten van het bezoek is.
Het verhaal gaat zelfs dat toen een andere Engelsman, Ernest William Beckett, in 1904 de nabijgelegen Villa Cimbrone kocht, hij ook met een schuin oog naar de tuin van Villa Rufolo keek, om inspiratie te vinden voor de restauratie van zijn nieuw verworven villa en tuinen.
Ook voor mij is en blijft het een inspirerende plek, waar het heerlijk wandelen is, met een notitieboekje bij de hand om alle ideeën op te tekenen die op zo’n wondermooie plek als vanzelf komen bovendrijven.’
Praktische informatie Villa Rufolo
Je vindt Villa Rufolo aan het Piazza Duomo in Ravello. De tuinen zijn dagelijks geopend van 9.00 tot 17.00 uur (de laatste toegang voor beide is om 16.30 uur). Een kaartje kost € 8,-.