Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

De muis die katten at en andere raargebeurde verhalen van Gianni Rodari

‘Er was eens…
…een man uit Varese die meneer Bianchi heette. Hij was boekhouder en werkte als handelsreiziger. Zes dagen per week reisde hij heel Italië rond — van noord naar zuid, van oost naar west en alles daartussenin — om medicijnen te verkopen.

Op zondag keerde hij naar huis terug en op maandagochtend vertrok hij opnieuw. Maar voor hij vertrok, zei zijn dochtertje telkens weer: ‘Niet vergeten hoor, papa: elke avond een verhaaltje.’

Want het meisje kon niet slapen zonder verhaaltje en haar mama had haar alle verhaaltjes die ze maar kende al zeker drie keer verteld. Zo kwam het dat meneer Bianchi elke avond, waar hij zich ook bevond, stipt om negen uur naar Varese belde om zijn dochter een verhaaltje te vertellen.’

Zeventig telefoonverhalen vol fantasie

In De muis die katten at vind je al die verhalen van meneer Bianchi. Eigenzinnige personages, onverwachte gebeurtenissen en nooit geziene bestemmingen vullen de kamer. Er verschijnen mierzoete wegen van chocola, aanlokkelijke ijspaleizen, blauwe stoplichten en onzichtbare kinderen. Werkelijk alles is mogelijk.

Je zult zien dat het allemaal korte verhalen zijn: uiteraard, de boekhouder betaalde de telefoongesprekken uit eigen zak en kon dus geen al te lange gesprekken voeren. Slechts af en toe, wanneer hij goede zaken had gedaan, permitteerde hij zich een paar minuten meer.

Er is me verteld dat wanneer meneer Bianchi naar Varese belde, de meisjes van de telefooncentrale al hun andere telefoongesprekken onderbraken om naar zijn verhalen te kunnen luisteren. Dat geloof ik graag: sommige verhalen zijn ware pareltjes.’

Een van de belangrijkste Italiaanse kinderboekenschrijvers

Gianni Rodari (1920-1980) was leerkracht, journalist, pedagoog en een van de belangrijkste kinderboekenschrijvers van de twintigste eeuw. Hij won als enige Italiaanse auteur de Hans Christian Andersenprijs.

De zeventig telefoonverhalen in dit boek behoren tot zijn beste werk. Ze zijn stuk voor stuk een ode aan de grenzeloze fantasie van kinderen en een uitnodiging om altijd het absurde en verrassende op te zoeken. Met dit creatieve, grappige en ontroerende boek opent Rodari nog steeds de harten van jonge lezers én hun ouders.

Deze klassieker binnen de jeugdliteratuur verscheen voor het eerst in 1962. Het boek is intussen in veertig talen vertaald en nu eindelijk ook in het Nederlands verkrijgbaar, met verhalen over de onfortuinlijke jager, het ijspaleis, de verstrooide Giovanni, de botermannetjes, de weg van chocola, de draaimolen van Cesenatico, de klokkenoorlog, de weg naar nergens, de kometentovenaar, de visser uit Cefalù, de muis die katten at, de onzichtbare Tonino, schrokkelkoorts, de heer Mozzarella, de man die het Colosseum wilde stelen, de vlucht van Pulcinella en de planeet van de waarheid.

Het ijspaleis

Als voorproefje delen we een van Rodari’s raargebeurde verhalen, over het ijspaleis:

‘Op een keer in Bologna, bouwden ze midden op Piazza Maggiore een ijspaleis. Uit alle uithoeken van het land stroomden de kinderen toe om eraan te likken.

Het dak was van slagroom, de rook uit de schoorstenen was van suikerspin, de schoorstenen zelf waren van gekonfijt fruit. Al het overige bestond uit ijs: de deuren waren van ijs, de muren, de meubelen.

Een kleuter had zich eens aan een tafel vastgeklampt om er een voor een de vier poten van te likken, tot hij de tafel, met alle borden die erop stonden, op zijn hoofd kreeg. De borden waren van chocolade-ijs, het lekkerste in zijn soort.

Op een gegeven moment merkte een politieagent dat er een raam aan het smelten was. Het glas van de ramen bestond uit aardbeienijs, en dat sijpelde in roze straaltjes naar beneden.

‘Snel!’ riep de agent. ‘Haast-je-likje!’
En iedereen begon nog harder te likken, om geen druppel van dit meesterwerk verloren te laten gaan.

‘Een stoel!’ smeekte een oud dametje, dat er maar niet in slaagde zich een weg door de massa te banen. ‘Een stoel voor een arm oud vrouwtje. Wie is zo goed om mij er een te brengen? Liefst een met armleuningen!’

Een behulpzame brandweerman bracht snel een stoel van vanille- en pistache-ijs, en het arme oude vrouwtje, een en al gelukzaligheid, begon eraan te likken, te beginnen met de armleuningen.

Het was een heerlijke dag, en op doktersvoorschrift had niemand toen buikpijn. En tot op de dag van vandaag, wanneer kinderen zeuren om nog een ijsje, zuchten de ouders: ‘Alweer? Als het aan jou lag, hadden we een heel ijspaleis nodig, zoals het ijspaleis van Bologna.’

Geniet van alle raargebeurde verhalen in

De muis die katten at | Gianni Rodari | vertaald door Inge Piryns | met illustraties van Gerda Dendooven | ISBN 9789464759358 | € 24,99 | uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts | bestel De muis die katten at bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *