Sicilië is niet alleen het eiland van tempels, cannoli, mozaïeken en mooie stranden. Het speelt ook een grote rol in bekende Italiaanse films (waaronder Cinema Paradiso en The Godfather) én in stapels boeken.
Segesta
Sicilië is een goede inspiratiebron voor veel Italiaanse schrijvers – van Giuseppe Tomasi di Lampedusa, die het beroemde Il Gattopardo optekende, tot Andrea Camilleri, die de avonturen van commissario Montalbano verzon en daarmee een plekje veroverde in de harten van bijna alle Italianen.
In de Siciliaanse verhalen voel je de passie van de vurige, veelkleurige en eigenzinnige Sicilianen. Reis met ons mee door de Siciliaanse letteren, waarin alles blijft zoals het is en niets is wat het lijkt.
Siciliaanse scheppingsdrang
Het leven op Sicilië is niet gemakkelijk. Desondanks leeft in de Sicilianen een ontembare vurigheid, zinderend als de zon die slechts korte schaduwen werpt. Invallen, oorlogen, epidemieën en droogte hebben de eilandbewoners niet klein gekregen.
Hun geldings- en scheppingsdrang zijn wellicht de reden dat deze veelkleurige samenleving een belangrijke plek inneemt in de Italiaanse literatuur.
Het eiland bleek een uitstekende voedingsbodem voor grootse verhalen en heeft belangrijke schrijvers voortgebracht: Giovanni Verga, Luigi Pirandello en Leonardo Sciascia, maar recenter ook Davide Enia en Alessandro d’Avenia.
Selinunte
Giovanni Verga
Een van de hoofdrolspelers in de lange traditie van Siciliaanse vertellers is Giovanni Verga (1840-1902). De ‘Louis Couperus van Sicilië’ was een vertegenwoordiger van het verismo, het Italiaanse naturalisme. Hij vond zijn inspiratie in de realiteit van het bestaan, zijn hoofdpersonen waren dan ook gewone mensen.
Verga’s meesterwerk is I Malavoglia (1881), in het Nederlands vertaald als De leeglopers en door Luchino Visconti verfilmd als La terra trema.
Verga vertelt over de teloorgang van een vissersfamilie in Aci Trezza. Ooit was de familie Malavoglia redelijk bemiddeld, maar de laatste loot aan de stam, ‘Ntoni, wordt getroffen door het noodlot.
Aci Trezza
Als de boot van de familie in een storm terechtkomt, verdrinkt de bemanning – onder wie ‘Ntoni’s zoon, die een vrouw en vijf kinderen achterlaat – en raakt het schip zwaar beschadigd. De financiële problemen stapelen zich op en armoede valt als een verstikkende deken over het gezin heen. Ze vallen ten prooi aan woekeraars, roddel en achterklap, ziekte, dood en wanhoop, en zonder bruidsschat hangen de dochters Mena en Lia ‘als oude braadpannen aan de muur’.
‘Ezels zijn wij! Lastdieren!’ roept ‘Ntoni, die het armoedige leven spuugzat is en droomt van een rijker bestaan in Napels. Hij vertrekt naar het vasteland om zijn geluk te zoeken, maar hij keert berooid terug, zonder fortuin en zonder illusies.
In zijn wanhoop verruïneert hij zijn eigen leven en daarmee indirect dat van zijn zussen. Alleen broer Alessi bouwt een redelijk bestaan op; hij kan een gezin stichten en blijft in het familiehuis wonen, bij de mispelboom.
Federico de Roberto
Dramatisch is het ook in de epische roman I Viceré (1894) van Federico de Roberto, eveneens een klassieker uit de Italiaanse literatuur (vertaald als De onderkoningen). De Roberto vertelt het verhaal van de familie Uzeda, vorsten van Francalanza en afstammelingen van de onderkoningen van Sicilië.
De Uzeda’s zijn elkaars gezworen vijanden. De sluwe moeder Tereza houdt alleen van haar knappe, losbandige zoon Raimundo en trekt hem voor ten opzichte van haar oudste zoon Giacomo; haar andere kinderen dwingt ze goed- of kwaadschiks in de positie die ze hen heeft toebedacht.
Het verhaal begint met Tereza’s dood en de verdeling van de erfenis. De onderlinge ruzies tussen de nazaten zijn niet van de lucht, de roddelpartijen evenmin. Oom Blasco, notabene een kloosterling, hitst met zijn achterbakse kwaadsprekerij alle erfgenamen tegen elkaar op. Al met al een fraai stelletje ‘koningen’.
De onderkoningen zwaaiden sinds de zestiende eeuw de scepter over Sicilië. Rond 1860 breekt de strijd los om een verenigd Italië en wordt Sicilië ingenomen door Garibaldi en zijn troepen. De adel dreigt de macht te verliezen aan grootgrondbezitters. Als de strijd voorbij is en Italië één land is geworden, is de machtsverschuiving een feit en zijn de Uzeda’s geen onderkoningen meer, maar ‘gewoon’ gedeputeerde in het parlement, burgemeester of bankdirecteur.
Maakt dat verschil? Tereza’s kleinzoon Consalvo denkt van niet: ‘De geschiedenis is één monotone herhaling, de mensen zijn, waren en zullen altijd dezelfden zijn. De uiterlijke omstandigheden veranderen, zeker, het lijkt of er een diepe kloof gaapt tussen het Sicilië van voor 1860 en dat van nu, maar dat verschil is slechts uiterlijk.’ Hij besluit zijn vurige betoog met de woorden: ‘Ons soort mensen is niet gedegenereerd: dat is nog steeds hetzelfde.’
Giuseppe Tomasi di Lampedusa
Een echo van deze opvatting vind je meer dan een halve eeuw later in het legendarische Il Gattopardo (1959) van Giuseppe Tomasi di Lampedusa, over het adellijke Siciliaanse geslacht Salina (vertaald als De tijgerkat – in een gloednieuwe uitgave die in februari verschijnt – en verfilmd door Luchino Visconti).
De tijgerkat begint met de landing van Garibaldi op Sicilië. Net als voor de Uzeda-familie dreigen er voor de Salina’s ingrijpende veranderingen. Prins don Fabrizio is getrouwd met Maria Stella en heeft zeven kinderen en een neef, Tancredi, op wie hij erg dol is. Hij onthoudt zich van actie, gesteld als hij is op tradities.
still uit Visconti’s film Il Gattopardo
Tomasi di Lampedusa suggereert dat het Siciliaanse klimaat die onbeweeglijke en onverschillige houding in de hand werkt. ‘Slapen is wat de Sicilianen willen,’ zegt don Fabrizio. En: ‘Onze sensualiteit is verlangen naar vergetelheid, onze schiet- en steekpartijen verlangen naar de dood. Verlangen naar roerloosheid…’
De sfeer van Sicilië, het landschap dat geen midden weet te houden tussen ‘zinnelijke weekheid en helse hardheid’ en de wreedheid van het Siciliaanse klimaat, dat het land geselt met maandenlange droogte ofwel hevige stormen, hebben het karakter van de Sicilianen gevormd.
In tegenstelling tot zijn oom kiest Tancredi er wél voor de nieuwe ontwikkelingen te omarmen. ‘Als wij willen dat alles blijft zoals het is, dan moet alles veranderen,’ zegt hij tegen zijn oom.
Uiteindelijk blijft op Sicilië alles in wezen zoals het is, niets verandert écht, zo maken deze drie schrijvers ieder op hun eigen manier duidelijk. Of niets, misschien verandert één ding wél: de waarheid. Die is namelijk zo dun en veranderlijk als het laagje stof dat de sirocco over het eiland blaast.
‘Nergens heeft de waarheid zo’n kort leven als op Sicilië,’ schrijft Tomasi di Lampedusa: ‘Vijf minuten nadat een gebeurtenis heeft plaatsgevonden, is de oorspronkelijke kern al verdwenen, is hij al gecamoufleerd, mooier gemaakt, misvormd, onderdrukt en vernietigd door de fantasie en de belangen.’
still uit Visconti’s film Il Gattopardo
Luigi Pirandello
Een schrijver die dat thema als geen ander heeft uitgewerkt, is Luigi Pirandello (1867-1936), auteur van tijdloze romans, toneelteksten, novellen en verhalen en Nobelprijswinnaar.
Pirandello geloofde niet in ‘waarheid’ of ‘werkelijkheid’; dat waren volgens hem subjectieve constructies waarvan evenveel versies bestaan als er mensen zijn. Het leven is volgens Pirandello eigenlijk één groot theater en de mens een acteur, die talloze rollen speelt en ook in de ogen van anderen niet één en dezelfde persoon is.
borstbeeld van Luigi Pirandello, bij zijn geboortehuis vlak bij Agrigento
Deze filosofie komt in vrijwel al zijn proza tot uiting, onder meer in zijn bekende roman Uno, nessuno e centomila (1926), vertaald als Iemand, niemand en honderdduizend. Hoofdpersoon Vitangelo Moscarda krijgt op een dag van zijn vrouw te horen dat zijn neus een beetje scheef staat – en eigenlijk klopt er ook iets niet aan zijn pink, handen en benen.
Moscarda raakt hierdoor van zijn stuk; niet zozeer vanwege die gebreken, al had hij die zelf nooit opgemerkt, maar vanwege de ontdekking dat anderen hem anders zien dan hij zichzelf ziet; dat er dus niet één Vitangelo Moscarda bestaat, maar wel tientallen of honderdduizend Moscarda’s.
Hij gaat op zoek naar zijn ware identiteit en breekt met alle verwachtingen die zijn omgeving van hem heeft, geeft zijn baan op en bouwt een armenhuis waar hij zelf gaat wonen. In de ogen van de wereld is hij gek geworden.
Het besef dat niets is wat het lijkt, dat niets echt ‘waar’ is, is ook om krankzinnig van te worden. Toch is het werk van Pirandello niet alleen bitter, maar ook heel humoristisch. Hij speelt een vernuftig spel met zijn lach- en tegelijk meelijwekkende personages en de personages onderling spelen – soms bewust, soms onbewust – een spel met elkaar en hun rollen, wat tot erg komische situaties leidt.
In de uitgave Pirandello, een eigenzinnig genie (2022) laat Marc Schoorl je kennismaken met het leven en werk van Pirandello. Beknopt, helder en verduidelijkend, met een glimlach en bijna frivool – zonder het menselijk drama dat Pirandello in de weg zat uit het oog te verliezen.
Een kort fragment: ‘Het geboortehuis aan de rand van het stadje Agrigento is nu een klein museum. Als je er in de buurt bent, kan je dat niet ontgaan, want het wordt met levensgrote verkeersborden aangegeven: Casa Natale di Luigi Pirandello. Dat zie je niet vaak, ook niet in het buitenland.
Op Sicilië zijn ze trots op hem, zoals hij trots was op Italië. Toch heeft de schrijver zich vaak beklaagd over gebrek aan waardering in zijn vaderland – hij bracht het grootste gedeelte van zijn leven door in Rome, nadat hij Sicilië voor de studie vaarwel had gezegd.
Zoals wel vaker met schrijversmusea stelt het niet heel veel voor. Ik was er in de zomer van 2012. In uitstalkasten liggen wat manuscripten en er hangen wat portretten en landschapjes aan de wanden, want Pirandello schilderde ook heel graag en verdienstelijk – maar bijzonder is dat werk niet.
Het gebouw ligt wel fraai, zo vlak aan zee, langs een opgedroogde rivierbedding. De weg naar het huis, de opritlaan zogezegd, is lang en fraai, met pijnbomen aan weerszijden. Een paar honderd meter achter het huis, op een plaatsje, bevindt zich de urn met zijn as. Bij helder weer kun je van daar af de Afrikaanse kust zien.’
Lees verder in
Pirandello – een eigenzinnig genie | Marc Schoorl | ISBN 9789083116877 | € 11,- | uitgeverij DHZ GVD de Vrijbuiter | bestel Pirandello – een eigenzinnig genie bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com
graf van Luigi Pirandello, aan de kust bij Agrigento
Vitaliano Brancati
Ook bij Vitaliano Brancati, een andere bekende tragikomische schrijver uit de Italiaanse literatuur, spelen schijn en wezen een rol. De vorm is ‘kluchtig’, maar door de gelaagdheid niet louter luchtig. Vooral het haantjesgedrag van de Siciliaanse mannen wordt genadeloos op de hak genomen.
In Don Giovanni in Sicilia (vertaald als Don Giovanni op Sicilië) doet Giovanni zich voor als een enorme rokkenjager, maar eigenlijk heeft hij op zijn zesendertigste niemand zelfs nog maar gekust.
In Il bell’Antonio (vertaald als Mooie Antonio) raakt de omgeving van Antonio verblind door zijn uiterlijke schoonheid. Niemand kan zijn ogen van hem afhouden: hij is zo mooi dat de vrouwen in de kerk meer aandacht hebben voor hem dan voor de priester.
Catania
Zijn studententijd brengt Antonio door in Rome, en al snel doen in zijn geboorteplaats Catania de wildste geruchten de ronde. Hij zou een playboy zijn die een spoor van veroveringen en gebroken harten achterlaat. Eenmaal terug in Catania trouwt hij met Barbara, het mooiste meisje van de stad. Drie jaar na het huwelijk dreigt een groot schandaal hun ogenschijnlijke geluk te verwoesten: Barbara is nog maagd.
Leonardo Sciascia
Dan is er op Sicilië natuurlijk ook nog het gesjoemel met de waarheid door de maffia, kerk, politiek en de even luie als corrupte politie. Iemand die daar meesterlijk over heeft geschreven, is de geëngageerde Leonardo Sciascia, auteur van het bekende Il giorno della civetta (De dag van de uil), L’affaire Moro (De zaak Aldo Moro) en La scomparsa di Majorana (De verdwijning van Majorana).
Op fijnzinnige wijze beschrijft hij de vervlechting van de georganiseerde misdaad, kerk en staat. In zijn intrigerende Il contesto (De context) is macht zelfs uitgegroeid tot een welhaast autonoom personage, terechtgekomen in een denkbeeldig land.
Extra leestip: het artikel Paesaggi siciliani nelle parole di Sciascia van Didatticarte
Sciascia’s standbeeld in Racalmuto (Agrigento) | foto: didatticarte.it
Misschien was het aan Sciascia’s enigszins afstandelijke stijl te danken dat hij ongestraft over zulke onderwerpen kon schrijven, misschien is fictie wel de enige juiste manier om het over de maffia te kunnen hebben.
Volgens de maffiosi is het allemaal één grote leugen: ‘De maffia is een vooroordeel van de Noord-Italianen jegens de Sicilianen, dat vóór de eenwording niet bestond en dat door onze welbeminde landgenoten is verzonnen om ons hun genegenheid te betuigen.’
Horen, zien en zwijgen
Sicilië kent een cultuur van horen, zien en zwijgen, en de aard van het beestje verander je niet – al was het maar vanwege het feit dat Sicilianen zich, de Italiaanse eenwording ten spijt, in de eerste plaats Sicilianen blijven voelen.
Alleen zij die heel jong het eiland verlaten, zoals de in Syracuse geboren schrijver Elio Vittorini, slagen er misschien in los te komen van hun Siciliaanse identiteit. De al jong naar Milaan verhuisde Vittorini kan zijn geboortegrond met afstand beschouwen.
Syracuse
Met twintig jaar kan het echter al te laat zijn, zo waarschuwt Tomasi di Lampedusa: ‘Dan is de korst al gevormd. Degenen die zijn weggegaan, zullen ervan overtuigd blijven dat hun land een land is als alle andere, maar laaghartig belasterd; dat de beschaafde norm hier te vinden is, en de malligheid elders.’
Slapen tussen de boeken
Wil je proeven van de sfeer van Syracuse en je tegelijkertijd onderdompelen in Siciliaanse verhalen van onder meer Vittorini? Boek dan een verblijf bij bed & breakfast Casa VerbaVolant, een waar paradijs voor boekenliefhebbers. Nog een aanrader in Syracuse: Biblios Caffè, voor een cappuccino en een mooi verhaal.
Andrea Camilleri
Hij is een van de bekendste en geliefdste schrijvers in heel Italië: Andrea Camilleri, die op 17 juli 2019 overleed. De op Sicilië geboren en getogen Camilleri begon pas op hoge leeftijd met schrijven. Hij was de geestelijk vader van commissario Montalbano, wiens belevenissen door miljoenen mensen over de hele wereld worden gevolgd.
In dit artikel zetten we Camilleri uitgebreid in het zonnetje, met een eerbetoon dat is gebaseerd op zijn boek Ora dimmi di te – Lettera a Matilda (2018) en op een interview met de meester van de Siciliaanse suspense.
Andrea Camilleri | foto: Jesper Storgaard Jensen
Met Montalbano heeft Camilleri een man van vlees en bloed opgetekend, die worstelt met zijn liefdesleven, troost zoekt in de verrukkelijke Siciliaanse keuken en tussendoor schijnbaar onoplosbare misdaden oplost.
De sympathieke politiecommissaris heeft duidelijke sporen op Sicilië achtergelaten, die je tijdens een reis over het eiland kunt ontdekken. Nieuwsgierig naar al deze plekken? In deze blog hebben we er een flink aantal voor je op een rijtje gezet!
standbeeld van Montalbano in Porto Empedocle
Levendige pagina’s over Palermo
Palermo is een smeltkroes van culturen. De zee brengt al sinds mensenheugenis volkeren uit allerlei windstreken. Sommigen spoelen er aan om nooit meer weg te gaan en degenen die wel vertrekken, keren later toch vaak weer terug.
Het is een stad van contrasten, die prachtig wordt beschreven in I leoni di Sicilia (vertaald als De leeuwen van Sicilië), over de broers Paolo en Ignazio Florio, die in 1799 naar Palermo verhuizen nadat een aardbeving hun levens aan het wankelen brengt.
Deze eerste reis is het begin van een bijna ongelooflijk verhaal, waarin de familie Florio tot de ongekroonde koningen van Palermo uitgroeit. In deze blog vertellen we je meer over deze familiesaga van de Florio’s.
Davide Enia’s epische roman Così in terra (vertaald als Zo ook op aarde) heeft alle ingrediënten die je van een Siciliaanse roman verwacht: passie, eergevoel, familie, vrouwen, maffia, machismo, grote monden maar kleine hartjes, en dat alles tegen de achtergrond van de roerige Siciliaanse geschiedenis. In deze blog lees je een fragment.
Lees ook ons artikel over de grootste openluchtboekhandel ter wereld, in hartje Palermo
Giuseppina Torregrossa
We eindigen onze literaire reis over Sicilië met een culinair tintje, met de boeken van Giuseppina Torregrossa, die je al lezend in Luilekkerland doen belanden. Couscous, caponata, cannoli, biancomangiare… er komt allerlei heerlijks voorbij in Torregrossa’s romans.
Probeer de Siciliaanse ratatouille uit L’assagatrice (vertaald als De proefster) maar eens, da leccarsi i baffi!
Liever iets zoets als leesvoer? In deze blog delen we het recept voor minne di Sant’Agata, een gebakje ter ere van het feest voor de heilige Agata uit Catania, uit Torregrossa’s Il conto delle minne (Het verhaal van de minne).
Nog meer Siciliaanse verhalen
Zin in nog meer Siciliaanse verhalen? Via deze link vind je een hele lijst boeken, reisgidsen en kookboeken als voorbereiding op je vakantie op Sicilië. Buona lettura, buon viaggio!
Graag gelezen
Mooie blog! Deze schrijvers nemen je inderdaad mee naar het kleurrijke en bijzondere Sicilië. Leuke tips ook!