Van de oevers van het Lago d’Iseo tot in de alpenweiden op drieduizend meter hoogte biedt Valcamonica een brede waaier aan smakelijke streekproducten. Ze maken stuk voor stuk deel uit van een rijke maar eenvoudige, pure keuken met heel wat verschillende smaken en lekkernijen. Qui il tempo si è fermato, de tijd is hier stil blijven staan, waardoor ook vele culinaire tradities bewaard zijn gebleven.
An proefde van alle verrukkelijke verleidingen in Valcamonica en deelt vandaag vijf culinaire tips voor een vakantie in dit gebied.
Het witte goud van de vallei
De kazen zijn het witte goud van Valcamonica. Je vindt er meer dan 15.000 hectare aan alpenweiden waar koeien en geiten vrij kunnen grazen. Je kunt kiezen uit verse en belegen kazen, uit kazen die slechts een paar maanden of juist jaren rijpen.
De bekendste kaas is Silter, een kaas van koemelk met een DOP-keurmerk (een garantie voor de beschermde oorsprong). Silter wordt gemaakt van de melk van de typische bruine bergkoeien die enkel gras en hooi eten. De naam komt van de Keltische naam voor de rijpingskamer van deze kaas. De rijpingsperiode gaat van minimum honderd dagen tot twee jaar. Hoe langer die rijpingstijd, hoe sterker de smaak.
Casolet herken je aan de bijzondere driehoekige vorm. Het is een vrij jonge kaas van koemelk met een zachte, delicate smaak. De Rosa Camuna-kaas onderscheidt zich door zijn speciale roosvorm. Het is een jonge, halfvette kaas van koemelk met een zoete, muskusachtige smaak. De verse geitenkazen worden vaak verrijkt en gearomatiseerd met kruiden.
Valcamonica heeft ook een Slow Food-kaas. Fatulì uit de Val Saviore is een artisanale geitenkaas die gerookt wordt met takjes van jeneverbessen. Deze kaas wordt geproduceerd met hoge kwaliteit melk van de autochtone capra bionda dell’Adamello (een zeer speciale geitensoort) en rijpt één tot drie maanden.
Kastanjes – van soep tot likeur
Kastanjebomen maken deel uit van het karakteristieke landschap van Valcamonica. In de herfst, als de kastanjes van de bomen vallen en hun bolster opengaat, is het er goed kastanjes rapen.
De kastanjebomen worden hier ook wel eens alberi del pane (‘bomen van het brood’) genoemd. Sinds de jaren vijftig zorgen kastanjes namelijk voor brood op de plank. Letterlijk en figuurlijk. De kastanjes worden vers gegeten, gekookt met laurier of geroosterd. Ook worden ze verwerkt in minestre (soepen), gemalen tot kastanjebloem voor pasta, taarten en koekjes en er wordt zelfs een kastanjelikeur gemaakt. Cincin!
Agriturismo il Castagnolo
Dat de Camuni landbouwers waren, blijkt vandaag nog uit de vele agriturismi in Valcamonica, waar je heerlijk kunt eten. Bij Agriturismo il Castagnolo, gelegen in een castagneto (kastanjebos), was Ans keuze vlug gemaakt. Ze koos voor een menu op basis van kastanjes. Na een antipasto misto van het huis volgde een flink bord tagliatelle van kastanjes met ragù en kastanje-ijs als dessert. Om dit alles te verteren kreeg ze als afsluiting nog een kastanjelikeurtje.
Casoncelli alla camuna
Tijdens de Mostra Mercato in Bienno schoof An aan bij Locanda del Borgo (een tijdelijke locanda die speciaal voor deze markt het fornuis opwarmt) voor casoncelli alla camuna, grote ravioli gevuld met vlees, brood, kaas, boter ei, peterselie, look, kruiden en bouillon, overgoten met gesmolten boter met daarbovenop vers geraspte kaas. Daarna proefde ze ook nog een aantal kazen en een broodje met strinù ( geroosterde worst). Als dessert koos An een stuk spongada, een plaatselijk zacht, zoet broodje.
I Cultivar delle Volte
Bij Cantina Bignotti in het gehucht Piamborno in Piancogno kreeg An een rondleiding in de oude vijftiende eeuwse wijnkelder en in de kleine wijngaard die uitkijkt op de dorpskerk. Het wijnhuis werd in 1997 opgericht, in de wijngaard die ooit van nonno Pietro was. Een jaar later werd de eerste Camunische wijn van Cantina Bignotti geproduceerd, l Cultivar delle Volte genaamd.
Deze naam verwijst naar de oude Via delle Volte die Piamborno verbindt met de Via Vigne en die naar het Santuario Annunciata leidt. Het is een zeer steile weg met vijf smalle haarspeldbochten, die hier volte worden genoemd.
Alle wijnen worden hier op natuurlijke wijze geproduceerd. An proefde van de Supremo, een sprankelende blanc de blancs, en van de Impervio, een rode IGT wijn die heerlijk smaakt in combinatie met salumi van Ottelli en wat lokale kazen.
Nog meer lekkers
Nog een andere specialità camuna is polenta, dat ook wel il cibo povero (het voedsel van de armen) wordt genoemd, omdat het vooral gegeten werd bij hongersnood. In Valcamonica wordt verder heel wat honing (acacia, kastanje, linde rododendron en van wilde bloemen) geproduceerd. Als afsluiter moet je in Valcamonica zeker een van de lekkere likeuren drinken (en een fles meenemen voor thuis)!
met dank aan Valle Camonica – Valle dei Segni voor een deel van de foto’s