Het zuiden van de regio Valle d’Aosta wordt grotendeels gedomineerd door het Parco Nazionale Gran Paradiso. In december 1922 is dit officieel een nationaal park geworden en het is daarmee het oudste Parco Nazionale van heel Italië.
Het enorme park strekt zich uit over de regio’s Valle d’Aosta en Piemonte. Het dankt zijn naam aan de 4061 meter hoge Gran Paradiso. Dit is de enige berg met een hoogte van meer dan vierduizend meter die volledig binnen de Italiaanse landsgrenzen ligt.
Aan de rand van het park ligt het kleurrijke dorpje Cogne, dat ook wel wordt gezien als de toegangspoort tot het park.
Erwin: ‘Wanneer we het dorpje Cogne binnen rijden, hebben we een mooie rit achter de rug, door een smalle groene vallei waar de rivier de Grand Eyvia doorheen stroomt. In het dorp vallen direct de vele bloemen op die de balkons en bloembakken sieren.
Voor ik het dorpje verder mag verkennen, stap ik eerst op de fiets voor een route door het Parco Nazionale Gran Paradiso. Op het centrale pleintje van het dorp ontmoet ik bij het toeristenbureau gids Nehuen, die samen met mij een stuk door het bergdal Valnontey zal fietsen.
Het dal start bij het dorpje Cogne en loopt helemaal door tot en met de Gran Paradiso. Na een korte uitleg over de fietsondersteuning is het tijd om op mijn elektrische mountainbike te stappen.
Het bergdal is bij Cogne meer een grote groene weide met op de achtergrond de gletsjers van de Gran Paradiso. We komen al snel een kudde koeien tegen die heerlijk aan het grazen zijn van het sappige groene gras.
We laten de koeien lekker verder grazen en fietsen door richting de Torrente Valnontey. Dit riviertje voert het smeltwater af van de Gran Paradiso en meandert als een blauwgrijs lint door het bergdal. Eenmaal over de rivier begint het pad wat uitdagender te worden.
Gelukkig kan ik gebruik maken van de fietsondersteuning, die mij zonder enige moeite bergop laat fietsen. Gids Nehuen kent de route op zijn duimpje en geeft onderweg duidelijke tips en tricks voor een optimaal gebruik van de elektrische fiets.
De fietsroute volgt de rivier, met op de achtergrond steeds de besneeuwde gletsjers van de Gran Paradiso. Na een klein half uur komen we aan in het dorpje Valnontey. Helaas is er geen tijd om hier te stoppen; we fietsen door richting Pra su Piaz, een kleine agriturismo die vrij afgelegen ligt.
Eigenaar Bruno runt al sinds jaar en dag deze agriturismo en is tevens herder van een grote kudde bergkoeien. Nehuen kent Bruno goed en weet ongeveer waar hij met zijn kudde moet zijn. We steken de rivier over en gaan op zoek naar Bruno en zijn koeien.
Wanneer we een aantal huisjes passeren, hoor ik de koeienbellen al rinkelen. We stallen onze fietsen en zien al snel de kudde koeien opduiken, samen met herder Bruno en zijn trouwe viervoeter die de koeien moet beschermen tegen indringers.
Na een kort gesprek met Bruno over zijn werk als herder trappen we terug naar Cogne voor de lunch. Ditmaal rijden we aan de andere kant van de rivier. Onderweg valt er nog genoeg moois te zien, waaronder de eerste paddenstoelen van dit jaar en prachtige vlinders.
Her en der staan er schattige huisjes langs het pad, die soms letterlijk tegen de enorme rotsen zijn aangebouwd. Hier zou ik prima kunnen wonen, te midden van alle natuurschoon van Valle d’Aosta…
Het laatste stuk van de fietsroute voert weer over de groene weide, met ditmaal een mooi uitzicht op het dorpje Cogne. In het weiland zijn de eerste herfstbloemen al te zien, die een mooie afsluiter vormen van de fietsroute.
Na alle inspanning is het tijd voor de lunch. Nehuen heeft mij onderweg al laten doorschemeren dat we in een van de beste restaurants van de omgeving mogen aanschuiven, Lou Ressignon genaamd, aan de rand van Cogne.
Het restaurant is in 1966 geopend door Arturo Allera, die het restaurant samen met zijn zus en vrouw runde. Inmiddels zijn het zijn kinderen Davide en Elisabetta die de scepter zwaaien. Elisabetta staat ons al op te wachten bij de ingang en brengt ons naar een van de vrije tafels in het sfeervolle restaurant, waar het al gezellig druk is.
Op het menu staan typisch Valdostaanse gerechten zoals flan di erbette di Epinel e patate su fonduta alla valdostana e tartufo nero di Alba, vergezeld van een heerlijk glas witte wijn van Cave Gargantua Blanc.
Daarna volgt een heerlijk bord ravioli di cacao con funghi porcini su fonduta di parmigiano. De cacao geeft de ravioli een prachtige bruine kleur. Je proeft de cacao een klein beetje terug tussen de andere fijne smaken.
Bij de dolci is de Franse invloed in de keuken goed terug te vinden. We proeven een echte klassieker uit de Franse keuken: de île flottante, letterlijk vertaald ‘een drijvend eiland’.
Wist je trouwens dat Frans de tweede taal is in de regio Valle d’Aosta? Je ziet het veel terug in de straatnamen, maar ook op de menukaart staan de gerechten vaak in het Italiaans én in het Frans aangeduid.
Na de voortreffelijke lunch neem ik afscheid van Nehuen en Elisabetta. Het is de hoogste tijd om het charmante Cogne verder te ontdekken. Het dorpje is niet al te groot en is dan ook het beste te voet te verkennen. De vele fleurige bloemen maken het een zeer fotogeniek geheel en zorgen ervoor dat je niet uitgekeken raakt.
Het meest fotogeniek stukje van Cogne is zonder twijfel de Cappella di Sonveulla (aan de Rue des Clementines). De prachtige fresco’s op de gevel, de fontein op het grasveldje voor de kapel en de vele bloemen maken het plaatje compleet.
Vanaf de kapel loop ik terug naar het centrum van het dorpje, waar ik iets typisch Valdostaans ga proeven. Ik neem plaats op het terras van Bar Licone waar ze caffè alla valdostana serveren. Deze koffievariant wordt gedronken uit een coppa dell’amicizia, een vriendschapsbeker.
Het is een gedecoreerde houten pot met verschillende drinktuitjes, grolle genaamd. Het is de bedoeling dat je samen met vrienden van de koffie drinkt. Ieder neemt na elkaar een klein slokje uit zijn eigen grolla. Let wel: de rondgang mag niet onderbroken worden, want dit zou het einde van de vriendschap betekenen.
Deze koffievariant drinkt men normaal in de wintermaanden om op te warmen na een dag in de koude buitenlucht. Het recept van de caffè alla valdostana bestaat per persoon uit één espresso, een glaasje grappa, een scheutje Genepì (kruidenlikeur), een scheutje cognac, wat bruine suiker en een stukje citroenschil.
Vlak voor het drinken worden de alcoholdampen nog even geflambeerd tot de suiker karamelliseert. Een unieke en hartverwarmende afsluiting van een dag in en rond Cogne!
Voor ik vertrek geniet ik vanaf het centrale piazza nog even van de laatste blikken op de gletsjers van de Gran Paradiso. Met het geluid van de fontein op de achtergrond is dit een fijne plek om afscheid te nemen van het kleurrijke Cogne.’