In het noorden van Italië, omringd door de hoogste toppen van Europa, ligt de kleine regio Valle d’Aosta. Deze groene, bergachtige regio leent zich uitstekend voor actieve vakanties, van wintersporten tot raften en van mountainbiken tot hiken. In deze blog neem Ciao tutti’s Erwin je mee voor een wandeling langs het Lago di Place Moulin.
Erwin: ‘Ten noorden van de stad Aosta ligt de Valpelline. Deze vallei is ontstaan door het uitslijten van de rivier Buthier, die ontspringt op de gletsjers van de Dent d’Hérens. Deze met sneeuw bedekte reus van 4171 meter is de hoogste berg van het dal en vormt tevens de grens met Zwitserland.
Een van de grootste stuwmeren van Europa
Tussen 1961 en 1965 is er net buiten het dorpje Bionaz, bij het gehucht La Lechere, op een hoogte van 1968 meter boven zeeniveau een stuwdam gebouwd om het water van de rivier de Buthier op te vangen.
De Diga di Place Moulin is met zijn honderdvijfenvijftig meter hoogte en een breedte van zeshonderdachtenzeventig meter een van de grotere stuwdammen in Europa en zorgt voor het kunstmatige meer Lago di Place Moulin. Het meer is een van de grootste van de regio Valle d’Aosta en kan maximaal honderdvijf miljoen kubieke meter water herbergen.
Op pad naar Rifugio Prarayer
Bij wandelaars is het meer erg geliefd, met name vanwege de prachtige azuurblauwe kleur van het water, die fel afsteekt tegen de bossen rond het meer. Vanaf de dam zijn er diverse wandelroutes uitgezet, naar onder meer drie rifugio’s.
Op het informatiebord bij de parkeerplaats zie ik dat twee van deze rifugio’s zijn gesloten op het moment van mijn wandeling. Deze twee rifugio’s liggen een stuk hoger in de bergen en zijn ook meer voor de geoefende wandelaar. Ik kies daarom voor wandelpad nummer 9 naar Rifugio Prarayer, die een groot deel van het jaar is geopend.
Dat het een populaire wandelplek is, valt direct op aan de grote parkeerplaats bij de dam. Aan het begin van de wandelroute is er nog een kleine bar met een fijn terras, dat uitzicht biedt op de dam.
Het is wat aan de frisse kant en ik besluit direct te starten met de wandeling naar de Rifugio Prarayer. Het bordje geeft aan dat het ongeveer een uur lopen is en dat ik een kleine veertig hoogtemeters moet maken. Dit maakt het een wandeling die ook prima geschikt is voor ongeoefende wandelaars.
Bulderende watervallen
Het goed begaanbare brede wandelpad loopt evenwijdig aan het meer en biedt schitterende uitzichten op het azuurblauwe meer. Op de achtergrond is het gebulder te horen van enorme watervallen die aan de andere zijde in het meer storten. Verder is het muisstil op deze afgelegen plek hoog in de bergen.
De besneeuwde toppen van de Alpi Pennine
Onderweg passeer ik meerdere kleine watervallen en er zijn diverse bankjes langs de route waar je in alle rust kunt genieten van het uitzicht. Aan het einde van het meer is een grasvlakte zichtbaar met een paar gebouwen. Dit is het gehucht Prarayer, waar ook de gelijknamige rifugio is te vinden.
Achter het gehucht rijzen de besneeuwde toppen van de Alpi Pennine op, met onder meer de Dent d’Hérens, Tête de Valpelline, Tête Blanche en de Château des Dames. Het levert een spectaculair palet aan kleuren op.
Cascata di Place Moulin
Na een klein uurtje passeer ik een wat grotere waterval met de toepasselijke naam Cascata di Place Moulin. Het water is afkomstig van de Alpe Grand Orien. Vanaf het bruggetje heb je mooi zicht op de waterval.
Na de waterval loopt het pad om een rotspunt en ontvouwt zich weer een ander prachtig panorama, met tussen de lariksbomen een opvallend houten huisje, dat ze hier een rascard noemen.
Deze houten alpenhut hoort bij het gehucht Lo Noaillo, dat uit niet meer dan een paar huisjes, stallen en de Cappella del Sacro Cuore bestaat. Na een klein stukje lopen arriveer ik bij het alpenhutje dat een werkelijk onbetaalbaar mooi uitzicht biedt op het meer. Een ideale plek om even te rusten en de omgeving in je op te nemen én vast te leggen.
Vanaf Lo Noaillo is het nog een kwartiertje lopen naar Rifugio Prarayer. Dat brengt de totale tijd voor mij op ongeveer anderhalf uur. De wandeling zal zeker in een uur mogelijk zijn, maar de vele stops om al het moois te bewonderen zorgen ervoor dat ik er wat langer over doe dan de bordjes aangeven.
Lunch bij Rifugio Prarayer
Eenmaal aangekomen bij Rifugio Prarayer is het tijd voor een lunchpauze. De keuze bestaat vooral uit berggerechten op basis van polenta, maar er staan ook eenvoudige pastagerechten op de kaart. Vanaf het terras kijk je uit over het vier kilometer lange stuwmeer. In de verte zie je nog nét de stuwdam.
Vanaf Rifugio Prarayer kun je nog verder de bergen in wandelen, maar voor mij is dit het eindpunt. Ik loop via de zelfde route terug. In Lo Noaillo kun je ook een andere route terugnemen dan route 9. De route die iets hoger boven het meer loopt, maakt deel uit van route nummer 8 die uiteindelijk ook weer uitkomt op de parkeerplaats bij de stuwdam.
Praktische informatie
De beste maanden voor deze wandeling zijn de zomer en het najaar. De stuwdam is het beste te bereiken met de auto door naar het dorpje Bionaz te rijden en net voor je het dorpje inrijdt linksaf te slaan, richting Diga di Place Moulin.
Bij de dam is een ruime parkeerplaats waar je tegen betaling de auto kunt parkeren. Op het moment van schrijven betaal je € 3,50 voor een dagkaart. Bij de parkeerplaats staat aangegeven welke rifugio’s zijn geopend.
Erg mooi! Heb dit weekend pas deze regio ontdekt en kan niet wachten om er heen te gaan. Wanneer was de beschreven wandeling?
Grazie! Erwin was er eind september.
Vandaag deze prachtige wandeling gedaan. Ideaal voor met de hond, niet te warm. Voor ons, de wandeling is zo goed als vlak of toch weinig hellend, dus niet lastig. Zo genoten van de zalige zichten. Super met de mogelijkheid om iets te kunnen eten en drinken. Op naar de volgende ontdekking. Grtjs, Steven, Tania en Zita de bruine labrador.