Ter ere van de vijfhonderdste sterfdag van Perugino, een van de beroemdste schilders uit Umbrië en de leermeester van niemand minder dan Rafaël, organiseert de Galleria Nazionale dell’Umbria in Perugia dit voorjaar een prachtige expositie over Perugino, alias Pietro Vannucci.
Ongeveer zeventig werken van il meglio maestro d’Italia, de beste leermeester van heel Italië, zijn in de hoofdstad van Umbrië bijeengebracht.
We vertellen je in dit artikel meer over deze bijzondere tentoonstelling en andere evenementen ter ere van Perugino 2023, maar eerst duiken we in het leven van deze beroemde schilder en treden we in zijn voetsporen.
We bewonderen zijn werken in zijn geboorteplaats Città della Pieve, maar ook in Florence, Perugia en Rome.
Perugino in Città della Pieve
Pietro di Cristoforo Vannucci werd waarschijnlijk in 1448 geboren in Città della Pieve. Hij kwam ter wereld in een welgestelde familie. Aan het plein naast de kathedraal vind je Perugino’s ouderlijk huis, met een plaquette die aan de geboorte van deze grote schilder herinnert.
Gelukkig zijn er ook nog een aantal mooie werken in Perugino’s geboorteplaats te bewonderen. Zo hangt in de kathedraal Perugino’s Doop van Christus. Rechts daarvan prijkt een klein zelfportret van Perugino.
Op het altaar van deze kerk is nog een werk van zijn hand te bewonderen, met Maria en de beschermheiligen van Città della Pieve.
In de Santa Maria dei Bianchi bekijk je zijn Aanbidding van de Drie Koningen, met als decor het gebied bij het Lago Trasimeno en daarachter het moeras van de huidige Valdichiana.
Perugino voltooide dit enorme werk in slechts negenentwintig dagen, maar desondanks zijn de details indrukwekkend. Kijk maar eens naar de gouden versieringen op de mantels.
De schilder deed ook hier aan ‘selfies’: hij schilderde zichzelf tot twee keer toe op dit doek. Kun je zijn twee zelfportretten ontdekken? Je ziet links een jonge Perugino, met een rood hoedje en een valk op zijn hand. De oudere Perugino staat in de mensenmassa aan de rechterzijde, helemaal linksachter, met een roze tulband op zijn hoofd.
In de Santa Maria dei Servi schittert Perugino’s Kruisafneming. Het fresco zat jarenlang verstopt achter de muur van de zijkapel, maar gelukkig is een groot deel in vrij goede staat teruggevonden. Je kunt uren kijken naar de verfijnde gezichten die hij de rouwende vrouwen meegaf. Wát een talent!
Van Città della Pieve naar Arezzo en Florence
We weten weinig zeker over Pietro’s jeugd, maar naar alle waarschijnlijkheid ging hij toen hij ongeveer vijftien jaar oud was in de leer bij Piero della Francesca in Arezzo.
Na ongeveer zeven jaar trok hij nog wat noordelijker, naar de studio van Andrea del Verrocchio in Florence, waar ook Leonardo da Vinci en Sandro Botticelli de fijne kneepjes van het schildersvak kregen bijgebracht. Pietro zou zij aan zij hebben gewerkt met beide grote kunstenaars, net als met Domenico Ghirlandaio en Filippino Lippi.
Hij leerde snel en werd geleidelijk aan steeds bekender. Hij wist uit te groeien tot een van de grootste kunstenaars van zijn generatie en was een graag gezien lid van de Compagnia di San Luca, het Florentijnse schildersgilde.
Hier kreeg hij zijn bijnaam, voornamelijk vanwege zijn Umbrische afkomst en accent. Vanaf dat moment stond Pietro Vannucci bekend als Perugino, de man uit Perugia.
Van Florence naar Rome
Paus Sixtus IV wilde voor de decoratie van de muren van de Sixtijnse Kapel de grootste kunstenaars uit Florence en Umbrië samenbrengen in Rome. Samen met onder anderen Sandro Botticelli en Domenico Ghirlandaio schilderde Perugino indrukwekkende fresco’s op de vier muren van de kapel, met thema’s uit het Oude en het Nieuwe Testament.
De paus was ongeduldig en wilde de fresco’s zo snel mogelijk voltooid hebben. Hij gaf de kunstenaars daarom toestemming gebruik te maken van familiares, assistenten en collega’s die deel uitmaakten van hun atelier.
Perugino koos verschillende kunstenaars, zoals Luca Signorelli (wiens sterfdag dit jaar ook vijfhonderd jaar geleden is, wat komende zomer onder meer ‘gevierd’ wordt met een grootse expositie in Cortona) en Bartolomeo della Gatta, maar ook zijn goede vriend Pinturicchio.
Samen schilderden ze de mooiste fresco’s, waaronder de doop van Christus. Zoals vaak gebeurde moesten de fresco’s, wanneer de paus een ander thema of andere kunstenaar verkoos boven de huidige werken, na verloop van tijd plaats maken voor een nieuwe kunstenaar. Veel fresco’s in de Sixtijnse Kapel werden tussen 1536 en 1541 bijvoorbeeld vernietigd om plaats te maken voor Michelangelo’s Laatste Oordeel.
Drie fresco’s van Perugino zijn bewaard gebleven: De doop van Christus (het enige werk in de hele kapel dat is gesigneerd), De reis van Mozes naar Egypte en De overhandiging van de sleutels aan Petrus.
Perugino’s De doop van Christus in de Sixtijnse Kapel
Het fresco van De doop van Christus in de Sixtijnse Kapel is onderdeel van een cyclus over het leven van Christus. Je vindt het terug in het eerste compartiment op de noordelijke muur.
Het is een van de werken waar Perugino en Pinturicchio samen aan werkten. De laatste is waarschijnlijk verantwoordelijk voor het landschap en de kleinere scènes op de achtergrond, terwijl Perugino de belangrijke personen op de voorgrond schilderde.
De doop van Christus vindt plaats in het water van de rivier de Jordaan, die gemoedelijk door een landschap stroomt dat meer overeenkomsten toont met het landschap van Umbrië dan dat van het Heilige Land.
Hier is goed te zien dat Perugino zich eenvoudigweg liet inspireren door het landschap dat zich voor zijn ogen ontvouwde.
De rivier verdeelt het landschap symmetrisch in tweeën, terwijl de kleur van het heldere water direct de aandacht naar de twee belangrijkste figuren van het fresco leidt, Christus en Johannes de Doper. Zij bevinden zich te midden van een veelheid aan figuren, maar wie er allemaal is afgebeeld, is grotendeels een mysterie.
In het weelderige landschap op de achtergrond, bebouwd met de gebouwen van het oude Rome, zijn nog twee secundaire scènes afgebeeld: het prediken van Christus, aan de rechterzijde, en de preek van Johannes de Doper aan de linkerkant.
De overhandiging van de sleutels aan Petrus
Het bekendste werk van Perugino in de Sixtijnse Kapel is De overhandiging van de sleutels aan Petrus, dat hij waarschijnlijk in 1481 en 1482 schilderde. Je ziet Petrus die uit handen van Jezus een zilveren en een gouden sleutel krijgt, als symbool van de geestelijke en wereldlijke macht van de kerk.
Door de opstelling en het perspectief gaat je aandacht als vanzelf naar de sleuteloverdracht, een handeling die voor de paus misschien wel het belangrijkste symbool van het geloof is.
Tussen de toeschouwers zijn een paar belangrijke mensen te herkennen, onder wie Giovanni de’ Dolci, de architect van de Sixtijnse Kapel. Hij is de tweede man van rechts, met de rode mantel, de opgeheven vinger en de winkelhaak in zijn linkerhand.
Halverwege de groep toeschouwers aan de rechterkant zou Perugino wederom zich zelf hebben afgebeeld (met een donkergrijze hoed op zijn krullende haardos).
Ereburger van Perugia
Nadat het werk in de Sixtijnse Kapel erop zat, keerde Perugino terug naar Florence. Hij kreeg prestigieuze opdrachten waarvoor hij onder meer naar Volterra en Perugia reisde. Zijn naam was nu definitief gevestigd; in Perugia werd hij zelfs benoemd tot ereburger.
standbeeld van Perugino in Perugia
(op deze locatie)
Hij was niet alleen uitgegroeid tot een van de beroemdste schilders van Italië, maar inmiddels ook een groot leermeester. Hij gaf met verve les aan kunstenaars in wording, onder anderen aan Rafaël.
Agostino Chigi – geboren en getogen in Siena, maar met bijna wereldwijde invloed als bankier – noemde Perugino in een brief (gedateerd op 7 november 1500) zelfs il meglio maestro d’Italia, de beste leermeester van heel Italië.
Perugino’s muze en model
In 1491 trouwt Perugino met zijn grote muze, Chiara Fancelli, die model stond voor veel van zijn Madonna’s. Als dochter van architect en beeldhouwer Luca Fancelli, een leerling van Brunelleschi, kende ze het klappen van de zweep en gunde ze Perugino zijn carrière.
Perugino bleef de eerste jaren van zijn huwelijk grotendeels in Florence. Voor de San Giusto degli Ingesuati schilderde hij drie altaarstukken (die nu tot de collectie van de Galleria degli Uffizi behoren).
Het Laatste Avondmaal in het klooster van Fuligno
Een van de muren van de refter van het klooster van de nonnen van Fuligno (aan de Via Faenza 42) beschilderde Perugino tussen 1493 en 1496 met een fresco van het Laatste Avondmaal.
In 1829 werd het klooster omgebouwd tot een weeshuis voor arme meisjes. Het fresco werd bijna twintig jaar later, in 1845, ontdekt en in eerste instantie toegekend aan Rafaël. Later kwam men erachter dat dit niet klopte en dat het Perugino zelf was die hier aan het werk was geweest.
Monumentaal meesterwerk voor de Santa Maria Maddalena dei Pazzi
Perugino maakt talloze werken in opdracht van onder meer Lorenzo Il Magnifico, een van de Medici-telgen, zoals Apollo en Daphne, dat tegenwoordig te zien is in het Louvre in Parijs.
In 1495 schildert hij voor de nonnen van het Santa Chiara-klooster Compianto sul Cristo morto (in de collectie van de Galleria Palatina in het Palazzo Pitti in Florence).
In datzelfde jaar werkt hij in opdracht van Dionigi Pucci en zijn vrouw Giovanna Perugino aan een grote kruisiging in de kapittelzaal van de Santa Maria Maddalena dei Pazzi.
Perugino maakte gebruik van de bestaande architectuur, de drie bogen en de vier richels van het gewelfde plafond, om hiermee een unieke scène te schilderen. Onder de boog aan de linkerzijde schilderde hij de Heilige Bernard en de Maagd Maria, onder de rechterboog de Heilige Johannes en de Heilige Benedictus. Allemaal kijken ze naar de gekruisigde Christus en Maria Magdalena in het midden.
Deze kruisiging wordt gezien als een van de fijnste werken die Perugino in Florence vervaardigde. Kijk maar eens goed naar het landschap dat bestaat uit alle kleuren groen en oker, en de ruime, monumentale kwaliteit van Perugino’s meesterwerk.
Nog iets later schilderde hij de Pala di Vallombrosa en het veelluik met de annunciatie als onderwerp, die tegenwoordig te zien zijn in de Galleria dell’Accademia in Florence.
Toonbeeld van deugd in het Collegio del Cambio in Perugia
Perugino was rond 1495 ook steeds vaker in Perugia te vinden, waar hij net als in Florence een eigen bottega runde. Voor de kapel van het Palazzo dei Priori realiseerde hij de Pala dei Decemviri (tegenwoordig te zien in de Pinacoteca van de Vaticaanse Musea)
In de Sala dell’Udienza van het Collegio del Cambio schilderde Perugino een reeks prachtige fresco’s, met een rij van zes mannen met daarboven de personificaties van de kardinale deugden, op wolken. Zwevende putti houden decoratieve inscripties vast met een Latijns tweeregelig vers dat de deugden identificeert.
De Romeinse en Griekse mannen zijn te herkennen aan de naam die onder hun voeten is weergegeven. Je ziet onder anderen de filosoof Socrates, de tweede koning van Rome Numa Pompilius, de wijze Pittacus en keizer Trajanus.
Helemaal aan de rechterzijde schilderde Perugino zijn zelfportret. Met trotse blik kijkt hij de toeschouwer aan. Onder het zelfportret staat de inscriptie ‘PETRVS PERVSINVS EGREGIVS PICTOR’ (de geachte schilder Pietro Perugino) en het door Maturanzio geschreven Latijnse epigram: ‘Toen de kunst van kleur verloren was gegaan, herontdekte hij het met geduldige vastberadenheid, en toen niemand het leven gaf, was hij de eerste die kunst creëerde die mooi was.’
Met dit imposante zelfportret, prominent geplaatst tussen de oude toonbeelden van deugd, wilde Perugino laten zien dat hij trots was op zijn prestatie. Je zou bijna zeggen dat hij zichzelf in het rijtje beroemde mannen wilde plaatsen…
In dezelfde ruimte bewonder je Perugino’s profeten en Sibyllen. Aan de linkerzijde staan de profeten Jesaja, Mozes, Daniël, David, Jeremia en Salomon; aan de rechterkant bevinden zich de Sibyllen. Erboven wordt God omringd door engelen.
foto’s: Perugino – Web Gallery of Art
Perugino’s Lo Sposalizio della Vergine
Tijdens zijn werk aan deze fresco’s werkt Perugino ook regelmatig in opdracht. Hij schildert in deze tijd onder meer een veelluik voor het Certosa di Pavia en verschillende Madonna’s, zoals de Madonna della Consolazione (tegenwoordig te zien in de Galleria Nazionale dell’Umbria in Perugia) en de Madonna in gloria e santi (in bezit van de Pinacoteca Nazionale in Bologna).
Een van zijn laatste werken, Lo Sposalizio della Vergine, schilderde Perugino voor de Cappella del Santo Anello (de kapel van de heilige ring) in de Duomo van Perugia. Inmiddels bewonder je dit meesterwerk in het Musée des Beaux-Arts in het Franse Caen, maar ter ere van Perugino 2023 is het altaarstuk even terug in Perugia.
Je bewondert het tot 11 juni 2023 in de Galleria Nazionale dell’Umbria in Perugia, waar het een van de pronkstukken van de expositie vormt.
Il meglio maestro d’Italia – Perugino nel suo tempo
Met deze tentoonstelling vieren Perugia en Umbrië de vijfhonderdste sterfdag van Perugino. Er zijn zo’n zeventig werken bijeengebracht in de Galleria Nazionale dell’Umbria in Perugia, die Perugino allemaal voor 1504 maakte.
Dit jaar is een scharnierpunt in Perugino’s carrière. Hij maakt dan zowel zijn Lotta fra Amore e Castità (in Mantova, maar tegenwoordig in het Louvre in Parijs) als het eerder genoemde Lo Sposalizio della Vergine, die samen het hoogtepunt van zijn carrière vormen.
Tijdens de expositie volg je Perugino’s carrière, van zijn eerste penseelstreken in de bottega van Andrea del Verrocchio in Florence tot zijn mooiste Florentijnse meesterwerken, van zijn monumentale altaarstukken tot ingetogener portretten.
Dankzij bruiklenen van onder meer de National Gallery in Washington (dat Perugino’s Trittico Galitzin in bezit heeft) en de National Gallery in Londen (waar het grootste deel van het veelluik dat Perugino voor het Certosa di Pavia schilderde wordt bewaard).
Ook de Galleria degli Uffizi in Florence, het Louvre in Parijs en de Gemäldegalerie in Berlijn lenen ter ere van deze bijzondere jubileumtentoonstelling hun Perugino’s uit aan Perugia.
Een klein voorproefje van de expositie:
foto’s: M. Giugliarelli | Galleria Nazionale dell’Umbria
Praktische informatie
De expositie Il meglio maestro d’Italia – Perugino nel suo tempo is tot 11 juni 2023 te zien in de Galleria Nazionale dell’Umbria, aan de Corso Pietro Vannucci 19 in Perugia.
Het museum is dagelijks geopend van 8.30 tot 19.30 uur (laatste toegang om 18.30 uur). Een kaartje kost € 10,- (kinderen tot achttien jaar mogen het museum gratis bezoeken).
De laatste jaren van Perugino’s carrière
Perugino stopte in 1504 – het eindpunt van de expositie – niet met schilderen. Wel werkte hij voornamelijk nog in Umbrië, al voltooide hij tussen 1504 en 1507 een aantal altaarstukken voor de Basilica della Santissima Annunziata in Florence, waar Filippino Lippi aan was begonnen.
Ook reisde hij in 1508 nog even naar het Vaticaan voor het beschilderen van het plafond van de Stanza dell’Incendio, waarvan zijn voormalige leerling Rafaël de muren beschilderde.
Perugino keerde vervolgens terug naar Umbrië, waar hij onder meer in Foligno, Perugia, Spello en Trevi aan de slag ging.
Perugino’s laatste rustplaats in Fontignano
In 1511 werden grote delen van Italië geteisterd door de pest. Perugino verruilde Perugia voor Fontignano, een klein dorpje op het platteland, waar het gevaar ziek te worden iets minder groot was. In de lokale Chiesa dell’Annunziata schilderde hij een Madonna en de aanbidding van de herders, zijn laatste werk.
Uiteindelijk werd de pest hem toch fataal. Hij overleed in 1523, ongeveer vijfenzeventig jaar oud. Zijn lichaam werd begraven onder een grote eik, even buiten het dorp, om meer besmettingen te voorkomen. Later kreeg hij zijn laatste rustplaats in de Chiesa dell’Annunziata, waar je zijn graf nog altijd kunt vinden.
Om hem heen niet de grootsheid van het Pantheon, zoals bij zijn leerling Rafaël, maar de ultieme stilte van een Umbrisch plattelandskerkje, waar we geen andere bezoekers troffen dan een nieuwsgierige kat en koerende duiven op het kerkdak.
foto: Di Adri08 | Wikipedia
De restauratie van Perugino’s Pala Martinelli
In het Museo del Capitolo in San Lorenzo, de oudste wijk van Perugia, kun je tot 11 juni 2023 live meekijken met de restauratie van Perugino’s Pala Martinelli, met de heilige Sebastiaan.
Perugino maakte dit altaarstuk, dat tot nu toe werd bewaard in het depot van de Galleria Nazionale dell’Umbria, voor de San Francesco al Prato in Perugia.
Nog meer activiteiten ter ere van Perugino 2023
Ter ere van de vijfhonderdste sterfdag van Perugino wordt nog veel meer georganiseerd dan de eerder genoemde grootse tentoonstelling in Perugia.
Je vindt veel informatie op de website Perugino Cinquecento. Via deze link kun je ook het digitale ‘programmaboekje’ van Perugino 2023 downloaden.
Via de website Perugino 2023 en de bijbehorende Facebook– en/of Instagram-pagina blijf je eveneens op de hoogte van alle activiteiten.
Ook kun je via deze website een digitale tentoonstelling bezoeken, met het Palazzo della Corgna in Perugino’s geboorteplaats Città della Pieve als decor. Alle werken van de hand van Perugino kun je hier digitaal bekijken.
foto: Perugino 2023
Perugino op het witte doek
Alleen op 3, 4 en 5 april 2023 kun je in de Italiaanse bioscopen naar de film Perugino – Rinascimento Immortale, van regisseur Giovanni Piscaglia. De film brengt het leven en werk van Perugino tot leven.
Via deze link lees je meer over de film en zie je in welke bioscopen in Italië de film te zien is. We delen alvast de trailer:
Beste
Wij zijn al 5 keer naar de kerk met De kruisiging van Perugino in Firenze gaan kijken en telkens gesloten wegens restauratie of iets anders. Zou het in juli 2023 open zijn? Dan proberen we nog eens
Helaas heb ik geen glazen bol waarmee ik dat kan voorspellen…
Ik ben er een aantal keer geweest, altijd ‘s ochtends rond tien uur.
Tussen twaalf en vier uur ‘s middags zijn de meeste kerken sowieso gesloten, de kleinere zijn soms alleen ‘s ochtends open.