Pascal: ‘Turijn – waarschijnlijk weten niet veel lezers dat deze majestueuze stad de eerste hoofdstad van Italië was. In 1861 werden alle in de laars gelegen koninkrijkjes, stadstaatjes en hertogdommen na eeuwen van concurrentie, oorlogen en scheve ogen samengevoegd tot het land dat wat wij nu kennen als Italië.
Het koninkrijk van Sardinië, met aan het hoofd de familie Savoia, was tot dan toe het grootste en machtigste bolwerk. Het strekte zich uit van Sardinië, via Ligurië en een deel van Piemonte, naar Emilia-Romagna. Koning Vittorio Emanuele di Savoia werd dus niet geheel vanuit het niets gebombardeerd tot koning van heel Italië.
Je kunt je echter voorstellen dat onafhankelijke eilanden als Sicilië en trotse steden als Napels (die daarvoor een eigen koninkrijk genoten) helemaal niet zaten te wachten op die ‘overheersing’ uit het koude noorden. De eenwording verliep dan ook niet helemaal op roze wolkjes, maar daarover wellicht meer in een andere blog.
Turijn was in 1800 al een indrukwekkende stad, waar dames in hoepeljurken en heren onder hoge hoeden zich al slenterend over de stadspleinen graag lieten bewonderen. De statige stad vormde het decor van een historische ommezwaai. Een aantal uiterst wijze mannen besloot dat het voor alles en iedereen beter was wanneer de enorme, versnipperde landtong in de Middellandse Zee, voor eens en altijd één echt land zou worden.
Met name door mijn werk aan de televisieserie Gort over de grens heb ik mij in de laatste jaren regelmatig afgevraagd of die geschiedenis, van al die verschillende staatjes, met al hun verschillende tradities, wellicht de reden is van de hoge kwaliteit van het Italiaans design, de mode, haar gerechten en wat al niet meer. Want is het niet zo dat concurrentie een ieder drijft naar het beste? Beter willen zijn dan de ander maakt dat je de lat nóg hoger legt, dat je van jezelf het onderste uit de kan eist.
kijk via deze link de aflevering van Gort over de grens in Turijn
Die competitie zit de Italiaan van oorsprong in het bloed. Dat manifesteert zich bij de simpelste dagelijkse handelingen. Voor een stoplicht? De gemiddelde Italiaan doet er alles aan om bij groen als eerste weg te racen. Te voet, op de fiets of in de auto. Iedereen gaat de uitdaging met elkaar aan.
Terug naar de eenwording. Het plan voor één Italië werd in vaak geheime achterkamertjes gesmeed. De wijze mannenraad bestond voor een groot deel uit intellectuelen die om hun progressieve ideeën waren gevlucht uit de stadstaatjes en hertogdommen. In Turijn konden ze vrij met elkaar van gedachten wisselen.
Ondanks de uiterst noordwestelijke ligging werd Turijn dus de hoofdstad van een nieuw land. Tot op de dag van vandaag heeft deze stad, meer dan Rome, de uitstraling die je bij een hoofdstad verwacht. De geschiedenis van Rome vertelt weliswaar het grootste succesverhaal ooit, wanneer het gaat over het middelpunt van een rijk, maar Rome heeft met haar hedendaagse rommelige en slecht onderhouden infrastructuur bij verre na niet de elegantie die past bij een hoofdstad.
Net als in 1800 zijn de straten van Turijn nog steeds het toneel van chique dames en mooi uitgedoste zakenmannen. Tijdens de economische boom, net na de Tweede Wereldoorlog, was de stad gezegend met haar FIAT-fabriek. Half Europa reed in een FIAT500 en dankzij die periode heeft de stad haar elegantie weten te behouden en zijn veel imposante nalatenschappen goed bewaard gebleven. De stad is dan ook nog steeds aantrekkelijk voor toeristen.
Een paar voorbeelden? Wat te denken van het mooiste museum buiten Egypte waar je talrijke kunstschatten van de farao’s kunt bewonderen? Of het filmmuseum, dat gevestigd is in de Mole Antonelliana? Dit bouwwerk uit 1850 is hét symbool van de stad. Ooit was dit het hoogste gebouw van Europa. Oorspronkelijk diende het als synagoge; Turijn was al vroeg in haar historie een liberale stad waar verschillende geloofsovertuigingen naast elkaar konden en mochten leven.
Of neem het Palazzo Reale (‘Koninklijk Paleis’) aan het Piazza Castello, waar de koninklijke familie Savoia tot 1946 woonde. In dat jaar werd de monarchie onder druk van de publieke opinie afgeschaft.
Aan hetzelfde plein vind je ook Palazzo Madama, waar het eerste parlement van Italië zetelde. Het is niet moeilijk te herkennen, met de indrukwekkende barokke gevel die duidelijk afsteekt tegen het middeleeuwse kasteel dat hier ooit werd gebouwd. Nog eerder, in de tijd van de Romeinen, lag hier zelfs de toegangspoort van de stad.
Laat ik een leuke anekdote vertellen over dit bijzondere gebouw met zijn rijke historie. Het was namelijk dit kleinere Palazzo Madama dat vroeger het koninklijk paleis was! Het huidige, veel grotere koninklijke paleis was in die periode de zetel van de aartsbisschop.
Toen de eerste telg van de familie Savoia, Emanuele Filiberto, ergens in 1500 overkwam uit Sardinië en in Turijn ging wonen, vond hij zijn kleinere kasteel maar niks. Hij gooide de bisschop uit zijn imposante paleis en doopte dat om tot zijn koninklijke stulpje.
Emanuele was getrouwd met prinses Christina van Frankrijk. Zij vond het leven aan het hof veel te saai (lees te weinig seks en feestjes). Ze ontsnapte maar wat graag aan de huisregeltjes van haar echtgenoot en bedacht daarom een smoes om haar intrek te kunnen nemen in het naastgelegen, inmiddels onbewoonde kasteel. Die Christina is een vrouw naar mijn hart.
In het kasteel kon zij lekker haar gang gaan, weg van haar strenge echtgenoot. Vandaar ook dat dit gebouw tot op de dag van vandaag de naam Palazzo Madama draagt.
Voor mijn verhaal neem ik jullie iets minder ver mee terug in de tijd. Het was een regenachtige zondagmiddag in oktober 2005 toen ik mijn intrek nam in een klein appartement in een smal dwarsstraatje van de Via Vittorio Emanuele. Mijn jachtgroene Mini had ik twee straten verderop geparkeerd, omdat het pand waar ik voor zes maanden ging wonen nog nét in de ZTL stond (Zona Traffico Limitato).
Ik was best gespannen want de volgende ochtend was mijn eerste maandag als producer van de afdeling Sport Production voor TOROC. Deze overheidsinstantie was door de gemeente van Turijn speciaal in het leven geroepen om in opdracht van het IOC (Internationaal Olympisch Comité) de Winterspelen van Turijn 2006 te organiseren.
Na drie jaar Italiaans te hebben gestudeerd en te hebben gewerkt als fitnessinstructeur, was het mijn eerste echte baan, in Italië, binnen mijn eigen vakgebied. Ik zou verantwoordelijk worden voor het verloop van het creatieve productieproces op een van de sportlocaties.
De volgende ochtend bleek ik deel uit te maken van een groep van twaalf sport production officers. Gezamenlijk gingen we ruim vijf maanden aan de slag om alles productioneel klaar te stomen voor de Olympische Spelen.
Bij wijze van cadeautje kreeg ik als Nederlander (en enige buitenlander in het team) het schaatsstadion toegewezen, waar ik uiteraard buitengewoon gelukkig mee was. Zo was ik meteen een beetje thuis in Turijn, met ‘onze’ nationale sport.
Het bleek een mooie, maar zware uitdaging. Gelukkig werkten we samen vanuit hetzelfde hoofdkantoor, aangezien we in eerste instantie allemaal met dezelfde problematiek te maken kregen. Denk aan beveiliging, transport, accreditaties, vrijwilligers, sporters en hun begeleiders, maar ook aan het uitwerken van de officiële ceremonies, zoals de medaille-uitreiking. Vergeet hierbij ook de veeleisende uitzendgerechtigde partijen niet, zoals internationale sportzenders als de Amerikaanse NBC en in mijn geval uiteraard ook de NOS.
Net als ‘mijn’ schaatsstadion waren veel andere venues nog niet klaar op het moment dat wij begonnen met ons werk. Sterker nog, typisch Italiaans, sommige plekken waren zelfs tijdens de Spelen nog niet voor de volle honderd procent opgeleverd!!
De eerste dagen bracht ik door met het lezen van de Olympische productiebijbel. Ieder organiserend land laat na afloop een rapport achter over het verloop van de organisatie. Daarin wordt per onderwerp gedocumenteerd wat er fout is gegaan en hoe eventueel voorkomende problemen zijn opgelost. Op die manier hoeft het volgende organiserende land het wiel niet opnieuw uit te vinden en kan iedereen van eerder gemaakt fouten (en successen) leren.
Daarna maakte ik een begin met het benaderen van de referenties bij alle extern ingehuurde, internationaal opererende bedrijven die verantwoordelijk waren voor beveiliging, licht, geluid, scorebord, camera’s en wat al niet meer. Iedere venue had haar eigen contactpersoon binnen zo’n organisatie.
Je kunt je voorstellen dat ik voor het schaatsstadion, dat midden in de stad stond, hele andere afspraken moest maken dan mijn collega van de bobslee, hoog in de bergen. Ik had bijvoorbeeld veel meer vrijwilligers nodig die vijftienduizend schaatsfans in het gareel moesten houden dan mijn collega die tweeduizend bobsleefans door een stuk bos moest begeleiden.
Ik noemde eerder al de verschillende uitzendorganisaties. Dat is me een geregel! IOC biedt met eigen camera’s en regie de livebeelden aan. Voor landen als Nederland, Amerika en Japan, waar schaatsen populair is, zijn deze beelden niet toereikend. Deze landen willen hun kijkers verwennen met exclusieve beelden vanaf het ijs. De NOS bijvoorbeeld koopt het recht om op strategische plekken rond de ijsbaan eigen camera’s neer te zetten. Daarnaast reserveren ze een mooi plekje (liefst hoog in de nok) waar een eigen, vaak glazen, studio wordt gebouwd. Ga maar na, bij dit soort sportevenementen zie, of eigenlijk moet ik zeggen, zag je, Mart Smeets altijd presenteren met op de achtergrond de ijsbaan.
Prachtig, maar uiterst lastig voor mij! Naast alle belanghebbenden in het station, met op de eerste plaats uiteraard de atleten zelf, de sponsors, de beveiliging en de organisatie IOC, kwamen er uiteindelijk zo’n tien internationale sportzenders bij die met de scepter wilden zwaaien. Zij betalen een fors bedrag voor hun plekje en willen dan natuurlijk ook waar voor hun geld.
Een van mijn taken was om daar diplomatiek en creatief tussen te bemiddelen. Wilde het IOC wat achtergrondmuziek tijdens de tien kilometer, dan wilde de NBC dat weer niet, want dat stoorde de sportcommentator. Wilde de NOS één televisiecamera op een bepaalde plek, dan bleek daar met geen mogelijkheid ruimte om met steigers een platje te bouwen. Enfin, noem maar op. Het kwam zelfs voor dat NOS en NBC onderling met elkaar in de clinch lagen!
En in de tussentijd werd mijn to do-lijstje langer en langer: de keuze van de achtergrondmuziek, de coördinatie in de regiekamer, de controle van de communicatielijnen tussen regisseur, producer en de sportcoördinator op het ijs (want, wie bepaalt wanneer het startschot gegeven mag worden?)… Overal moet over nagedacht worden, iedere minuut wordt gepland en iedereen moet op de hoogte zijn van de gemaakte afspraken.
Dan was er de medailleceremonie, die aan uiterst strenge protocollen moet voldoen. De beveiliging voor super-VIP’S als Willem-Alexander en Maxima die verwacht en tóch weer onverwacht aankomen op een ander tijdstip, de begeleiding van de artiesten die tijdens de dweilpauze optreden op de ‘middenstip’ en niet te vergeten Kleintje Pils, de Nederlandse dweilband die in nauw overleg met de regie dan wel en dan weer niet speelt.
Verder moesten wij inventariseren welke journalisten toegang hadden tot de catacomben onder het ijs, waar wij in de tunnels interviewruimtes hadden gecreëerd. Maar ik moest ook rekening houden met de start van sponsorfilmpjes, die waren gebonden aan uitzendtijden tussen de races door. Of aan het begeleiden van de mascottes die zowel buiten, voor het stadion, als binnen, op de tribunes, de toeschouwers vermaakten. Ik moest overleggen met Seiko over de tijdwaarneming en scoreboards enzovoort, enzovoort, enzovoort… Terwijl ik dit tik, krijg ik alweer hoofdpijn, haha!
Waar je als buitenstaander wellicht ook niet bij stil staat, is dat zo’n drie weken voor GameTime (dat zijn de twaalf dagen waarin de Olympische Winterspelen plaatsvinden) ieder venue een lockdown ondergaat. Dat betekent dat er vanaf dat moment niemand meer in of uit het stadion mag die niet is geaccrediteerd.
Tijdens een lockdown wordt het stadion en het hele gebied er omheen verzegeld, vergrendeld en op alles wat je maar kan bedenken gecontroleerd en ‘schoongemaakt’. Er zwerft niets of niemand meer rond in het pand of op het terrein, die niet bekend is bij de organisatie en er komt niets of niemand meer binnen die niet in drievoud, schriftelijk, is aangemeld.
Zaak is dus om voor die datum alles wat je nodig hebt voor de hele GameTime-periode binnen te hebben. Uiteraard stress, want met name bij het creatieve gedeelte van de productie ontstaan de beste ideeën vaak op het laatste moment, wanneer je aan het repeteren bent.
Aangezien de schaatsbaan tot vlak voor lockdown nog helemaal niet klaar was, konden veel elementen van mijn productie helemaal niet in de venue worden getest en dus zaten we eenmaal na de lockdown met de gebakken peren.
Het je het over simpelweg wisselen van de kleding van de artiesten, dan moet je A) aanvraag doen voor wissel B) melden wie die kleding komt wisselen, compleet met paspoortgegevens en pasfoto van de chauffeur C) aangeven wanneer en met welk vervoermiddel de nieuwe kleding wordt gebracht, inclusief kenteken, en D) een exacte tijd afspreken met de leverancier.
Vervolgens moet je dan drie dagen wachten op een oké van de afdeling accreditatie en zorgen dat de door hen gemaakte toegangspas (voorzien van een pasfoto) bij de leverancier komt, anders kan hij niet naar binnen. O ja, en uiteraard steeds bij hem checken dat ‘ie niet met een andere auto komt dan gepland, anders komt ‘ie er sowieso niet in.
Drie weken voor GameTime kreeg ik een buitengewoon leuk verzoek van Endemol uit Nederland. Uitvoerend producent Rob van der Vleugel, met wie ik in Nederland programma’s had gemaakt voor onder anderen Gordon, was bezig met de serie Hart in actie van Wendy van Dijk.
Een bedlegerige vrouw wilde dolgraag eens een schaatswedstrijd van de Olympische Spelen bijwonen en de vraag was of dat in Turijn zou kunnen. Niet makkelijk, als je bovenstaand verhaal in je achterhoofd hebt, maar uiteraard heb ik er álles aan gedaan om deze wens in vervulling te laten gaan.
En het is gelukt! Tijdens een van de schaatswedstrijden kwam ik tijdens een laatste check voor de uitzending toenmalig producer Sander Palte tegen, die samen met Wendy van Dijk en de mevrouw in een bed de wedstrijd bijwoonden. Heel aandoenlijk en mooi, dat ik daar een klein steentje aan heb kunnen bijdragen.
Ik heb corporate events geproduceerd, televisieprogramma’s en concerten, maar ik denk dat het produceren van een sportevenement als de Olympische Spelen het hoogst op mijn verlanglijstje staat om ooit nog eens te doen. Zes maanden lang zindert het niet alleen in het productiekantoor, maar een hele stad, een heel land, is betrokken bij de voorbereidingen van een event dat mensen van verschillende culturen en geloven via sport dichter bij elkaar brengt.
In mijn geval was het resultaat één groot feest, waarbij vijftienduizend toeschouwers juichten voor een winnaar, ongeacht zijn of haar afkomst. De geleverde prestatie telde, die werd gevierd. Mijn kippenvelmomenten – zoals deze overwinning – waren talrijk!
Turijn heeft dus een bijzonder plaatsje in mijn hart en ik raad iedereen aan er zeker eens een bezoekje te brengen. Ga dan zeker ook naar Caffè Torino op het Piazza San Carlo. Zeg maar tegen ober Lorenzo dat ik je heb gestuurd, dan krijg je vast een gratis gianduiotto bij je koffie, het typisch chocoladereepje uit Turijn.
Caffè Torino was overigens ook de locatie waar Mart Smeets tijdens GameTime iedere avond in een rechtstreekse uitzending Nederlandse gasten en sporters interviewde. Ik heb er jaren later met Ilja Gort ook een item over cappuccino gedraaid. Last but not least is Caffè Torino een van die koffiehuizen waar het idee voor de Italiaanse eenwording is ontstaan. Een historische aanrader dus!’
Met Pascal mee op reis
Pascal woont in Italië. Als televisieproducer werkt hij aan uiteenlopende programma’s waarvoor hij de mooiste locaties bezoekt en steeds weer bijzondere mensen ontmoet. Je kunt dagelijks op de hoogte blijven van zijn televisie-avonturen in Italië via Instagram, je volgt hem via Pascal_Horbach en/of Italieinmijnbroekzak. Al zijn verhalen voor Ciao tutti lees je via deze link, nog veel meer verhalen lees je op zijn eigen blog Italië in mijn broekzak.