Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Volterra – stad van wind, steen en albast

De Italiaanse dichter Gabriele D’Annunzio noemde Volterra ooit ‘een stad van wind en steen’. Beide elementen zijn inderdaad niet te missen als je door het stadje dwaalt. Door de ligging, hoog boven op een heuveltop, vangt Volterra altijd wel wat wind en voel je zelfs op een warme zomerdag een lekker briesje dat rond de stenen gebouwen waait.

Volterra is ook en vooral de stad van albast. Het is namelijk de enige plek in heel Italië waar albast gewonnen wordt. Deze zachte, kalkachtige steensoort wordt in de verschillende ateliers in en om Volterra bewerkt tot prachtige beelden, gebruiksvoorwerpen, sieraden en souvenirs.

alab’Arte – een kijkje in een albastatelier

Een van de weinige echte albastmeesters die nog in Volterra te vinden zijn, zijn Roberto Chiti en Giorgio Finazzo. Beiden werken ze al vanaf hun achttiende met albast en samen runnen ze sinds 1986 alab’Arte, een atelier en winkel ineen. We nemen je mee naar deze werkplaats vol schitterende creaties (en stof)!

We kijken onze ogen uit. Overal waar je kijkt staan gipsen modellen. Volgens Roberto zijn het er zo’n zeshonderd: ranke danseressen, leeuwen, kleine kinderhoofdjes, strenge bustes (we spotten onder meer de paus), Madonna’s en kruisbeelden… Ze worden gebruikt om reproducties van te maken, in zuiver albast. Dat luistert nauw: elk detail van het model wordt met behulp van een speciaal meetsysteem overgezet op het albast.

Daarnaast staan er ook veel eigen creaties in het atelier, van kleine hartjes van albast tot een romp met ronde billen. Terwijl Roberto ons alles laat zien, is Giorgio druk met een dertigtal bolhoeden van albast, voor een bijzondere Magritte-expositie in Brussel later dit jaar.

Wat is albast?

Wat is albast nu precies? ‘Het is een steensoort die ondergronds wordt gevonden, in de krijtlagen die onder Volterra en omgeving liggen. Vroeger was dit gebied nog zee en de aanwezigheid van zout en andere mineralen zorgt voor deze unieke grondsoort in dit stukje Toscane,’ zo leert Roberto ons.

Voor het albast van Volterra moet je zo’n dertig tot honderd meter onder de oppervlakte duiken. Daar stuit je op vier soorten albast, variërend van doorzichtig wit tot donkerbruin. Roberto toont ons de verschillende soorten albast. Allereerst scaglione, dat bijna geheel doorschijnend is. Het zonlicht dat door een raampje het atelier in danst, komt er prachtig doorheen.

Dan is er pietra a marmo, wit albast dat zoals de naam al doet vermoeden op marmer lijkt, en bardiglio, een grijzig gekleurd albast, waarvan de exacte tint varieert naar aanleiding van de onzuiverheden in de steen. Ten slotte is er nog agata, een bruin albast (dat soms naar rood neigt, met dank aan de aanwezigheid van ijzer en magnesium).

Net als de Etrusken

Roberto en Giorgio houden een eeuwenoude traditie in ere. Voor zover we weten (dankzij de vondsten die tijdens opgravingen zijn gedaan) gebruikten ook de Etrusken deze speciale steensoort al. Ze maakten er sieraden van, schalen, vazen en zelfs de prachtig gedecoreerde urnen waarin de as van overledenen bewaard werd.

Later ging de kunst van het albast helaas verloren, maar in de achttiende eeuw bliezen de inwoners van Volterra de albastkunst nieuw leven in. Er volgde een behoorlijke opleving en de albastateliers schoten als de spreekwoordelijke paddenstoelen uit de grond.

Volgens Roberto zagen de straten in het verleden in bijna heel Volterra wit, van het poeder dat bij het bewerken van albast vrijkomt. Nu zijn er nog maar enkele werkplaatsen over en beperkt het witte stof zich tot een paar verborgen hoekjes in de stad.

Al dansend aan de slag

Ook in het atelier ligt hier en daar een duimdikke laag van het witte stof. Geen wonder als je ziet hoe het bewerken van albast precies in zijn werk gaat. Roberto geeft ons een kleine demonstratie.

Hij neemt een klein blok albast en bevestigt dat op zijn draaibank. Volgens een prachtig ritme wisselt hij het gebruik van vijlen en beitels af. Ook zelf lijkt hij te dansen, hij maakt een unieke beweging om de juiste druk op de steen uit te oefenen. Stof dwarrelt in het rond, Roberto’s ogen schitteren als het albast langzaam maar zeker van een vierkant blok veranderd in een wit schaaltje.

Als het schaaltje naar zijn zin is, polijst hij het met een soort schuurpapier, zodat het doorzichtig wordt. Hij vraagt ons of we weten wat zijn voorgangers hier ooit voor gebruikten. Nee? Een stuk haaienhuid! Roberto’s handen houden het schaaltje tegen het licht. Wát een kunstwerkje!

We zijn er echter nog niet, want het schaaltje moet nog worden bewerkt met olie en talkpoeder. Pas dan is het écht af. We zijn onder de indruk: van een simpel blok steen tot een fragiel schaaltje dat niet zou misstaan tijdens een chique diner, tussen het tafelzilver en stijlvolle servetten, en dat in nog geen twintig minuten tijd…

Wil je ook een kijkje nemen bij alab’Arte? Dat kan! Je vindt de werkplaats annex winkel van Roberto en Giorgio aan de Via Orti di Sant’Agostino 28 in Volterra. Er is ook een winkel aan de Via Don Minzoni 18, voor een mooi souvenir van albast uit ‘de stad van steen en wind’.

Nog meer albastkunst

Neem ook een kijkje in de winkel van Gloria Giannelli (aan de Via Don Minzoni 13), alleen al vanwege de prachtige albasten borden met bloemen en cipressen die ze maakt.

Zie voor nog veel meer Toscanetips al onze artikelen over Toscane en de website VisitTuscany.com.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Een reactie

  1. als kind altijd al gefacineerd gevonden toen wij daar liepen langs die werkplaats 😉

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *