Zou iemand ooit hebben gedacht: ik ga naar Rome om de bruggen van de stad te zien? Het is geen voor de hand liggende associatie, de Eeuwige Stad en haar bruggen. Kerken, pleinen, monumenten, musea, aquaducten misschien, maar bruggen?
Toch zou je een wandeling langs de bruggen van Rome op je lijstje moeten zetten. Bezoekers van Parijs kunnen lyrisch worden over de bruggen over de Seine, maar als je even de tijd neemt, zie je dat Rome op dit punt meer te bieden heeft dan Parijs.
Van bruggen die tweeduizend jaar teruggaan in de tijd tot architectonische hoogstandjes van hedendaagse architecten. Marc neemt je mee naar Rome, voor een wandeling langs alle bijzondere bruggen over de Tiber.
Ponte della Magliana
Marc: ‘We beginnen in het zuiden van Rome en volgen de Tiber dan stroomopwaarts. Het wordt een van die reizen door de tijd die van Rome zo’n fascinerende stad maken. Van oude Romeinen naar pausen, van de monarchie naar een Nobelprijswinnaar.
We beginnen in de periode net na de Tweede Wereldoorlog, bij de Ponte della Magliana. Het plan voor de brug past in de grootse plannen die Mussolini had met de nieuw te bouwen wijk EUR.
Daar had hij in 1942 een triomfantelijke Wereldtentoonstelling willen houden. Deze brug moest de nieuwe wijk ook vanaf de andere kant van de Tiber toegankelijk maken. Nog steeds heb je als je over deze brug rijdt prachtig zicht op hét beeldmerk van de wijk, het ‘vierkante Colosseum’.
Toen de oorlog begon, was de brug nog steeds in aanbouw en kwam het werk stil te liggen. In 1943, toen de geallieerden vanuit het zuiden oprukten, werd hij deels vernield door Duitse troepen. Direct na de oorlog werd de brug alsnog voltooid.
Ponte Marconi
De volgende brug is de Ponte Marconi. Men begon met de bouw in 1937 maar na lang stilvallen werd de brug pas afgebouwd in 1955. Veel meer dan dat deze brug met tweehonderdzesendertig meter de langste brug van Rome is, is hier niet over te zeggen.
Het verkeer raast er, in beide richtingen drie rijen dik, overheen zonder veel aandacht voor de brug zelf of voor de Tiber die er breed onderdoor stroomt.
Ponte della Scienza
Veel goede fietspaden zijn er niet in Rome, maar dat langs de Tiber is fantastisch. Langs de rechteroever (stroomafwaarts gezien) fiets je ongestoord. Je kunt de Tiber bijna aanraken, terwijl je het verkeer boven op de hoge kademuren nauwelijks hoort.
Een goed beginpunt voor zo’n fietstocht is de Ponte della Scienza. Het is een simpele, sierlijke brug voor voetgangers, fietsers en scooters, van staal en cement, geopend in 2014. Aan de oostkant is het ijzeren geraamte te zien van de Gazometro, de gashouder, een herkenningspunt in dit gedeelte van Rome.
De naam van deze brug is een eerbetoon aan Rita Levi Montalcini, de Italiaanse neuroloog die in 1986 de Nobelprijs voor Medicijnen kreeg. In het voorjaar van 2024 heeft Giulio Vesprini, een van de bekendste street artists van Italië, op de rijbaan een schildering aangebracht.
Je kunt hier makkelijk met je fiets van de Lungotevere naar het fietspad beneden komen. Overigens kun je zo’n Romeinse bruggentocht natuurlijk ook te voet maken. Maar bereid je voor: van hier tot de Ponte Flaminia, wat wandelend een logisch eindpunt zou zijn, is nog altijd ongeveer vijftien kilometer – en het is bij de meeste bruggen zeer de moeite waard om ook ‘boven’ even een kijkje te nemen.
Ponte dell’Industria
Hierna kom je bij de Ponte dell’Industria, die midden negentiende eeuw is verrezen. Industrieel erfgoed in een stad vol barok.
Aan de vorm kun je nog goed zien dat de brug bij de bouw in 1863 bedoeld was als spoorbrug. Sinds 1910 rijdt het treinverkeer dat vanuit Civitavecchia en Fiumicino de stad binnenkomt, over een andere brug, een klein stukje verder. De oude brug wordt, met zijn ijzeren raamwerk, door de Romeinen ook wel de Ponte di Ferro genoemd.
Deze brug is verbonden aan een curieuze ruzie tussen historici. Aan de oostkant staat, net voor de brug, een klein gedenkteken. ‘Ter herinnering aan de tien vrouwen die op 7 april 1944 door de nazifascisten zijn gedood,’ staat op de steen. Ze zouden op de brug zijn gefusilleerd na een poging om brood te bemachtigen uit een bakkerij die werkte voor de Duitse bezetters, zo schreef historicus Cesare Simone in de jaren negentig.
Andere historici zeggen dat ze in archieven en getuigenissen uit de oorlog geen bewijzen hebben kunnen vinden dat dit echt is gebeurd. Misschien dat daarom de gedenksteen er wat overwoekerd bij stond toen ik er een kijkje nam.
Ponte Testaccio, Ponte Sublicio en Ponte Palatino
Hierna volgen drie minder interessante bruggen. Eerst de Ponte Testaccio, een elegante boog uit 1948. Dan de Ponte Sublicio, die is vernoemd naar de eerste brug die de oude Romeinen bouwden over de Tiber.
Dat gebeurde in de zevende eeuw vóór Christus, nog geen eeuw nadat Rome volgens de legende is gesticht. Die brug lag iets hoger stroomopwaarts en was helemaal van hout – makkelijk af te breken bij vijandelijke aanvallen. De allerlaatste resten van die oorspronkelijke brug zijn vernietigd toen eind negentiende eeuw de hoge kademuren langs de Tiber werden aangelegd om het water in toom te houden.
Van die houten brug is nu dus niets meer te zien. Van de brug die 2265 jaar later gebouwd werd wel. Als we het Tibereiland naderen, staat er midden in de Tiber nog één boog van de voormalige Ponte Emilio, uit de derde eeuw voor Christus.
Deze brug heeft eeuwenlang overstromingen en kolkende watermassa’s weerstaan, al moest hij vaak worden opgelapt. In 1598 ging het mis. Bij een enorme overstroming bezweek de helft van de brug die precies in een bocht van de rivier stond en daardoor te maken had met extra sterkte stromingen.
Sindsdien wordt het restant ervan de Ponte Rotto genoemd, de gebroken brug. Het is een indrukwekkend monument voor het bouwkundig vernuft van de oude Romeinen.
Tot slot de met Belgische hulp gebouwde Ponte Palatino uit 1890, een louter functionele brug die ook wel ‘de Engelse brug’ wordt genoemd omdat het verkeer hier links rijdend de Tiber oversteekt.
Iets ten zuiden van de brug, aan de oostkant, is nog de plaats zichtbaar waar de cloaca maxima, het grote riool van de Romeinen, in de Tiber uitmondt.
Ponte Fabricio
Meteen hierna kom je bij het Tibereiland of Isola Tiberina, met aan beide kanten bruggen die dit bijzondere stukje Rome verbinden met de stad.
Aan de noordkant van het Tibereiland vind je de oudste nog intacte brug van Rome, de Ponte Fabricio. Dit bouwwerk stamt uit het jaar 62 voor Christus. In de stenen zie je nog de naam van de bouwer: Lucius Fabricius, toen hoofd van de Romeinse Rijkswaterstaat.
De brug wordt ook wel de ‘brug van de vier hoofden’ genoemd. Die naam gaat terug op een verhaal uit de zestiende eeuw.
Paus Sixtus V, die maar vijf jaar aan de macht was maar in die korte periode een onmiskenbaar stempel op de stad heeft gedrukt, had vier architecten opdracht gegeven de brug te restaureren. De heren kregen enorme ruzie, waarbij ze elkaar zelfs te lijf gingen.
Toen de restauratie klaar was, liet de getergde paus de vier mannen onthoofden, maar herdacht hen door een zogeheten herme: een blok marmer waarin de vier gezichten waren uitgehouwen.
Zo staat het ruziënde viertal links en rechts van de opgang. Hun boosheid is er niet goed meer van af te lezen, daarvoor zijn hun gezichten te sterk verweerd.
Ponte Cestio
Over de oude Romeinse Ponte Fabricio mogen alleen voetgangers. Aan de andere kant van het Tibereiland vormt de Ponte Cestio de verbinding met de wijk Trastevere. De naam verwijst naar de man die de eerste versie van deze brug bouwde in 46 voor Christus, Lucius Cestius.
Eind negentiende eeuw werd de brug ingrijpend aangepast. Hier mogen, beperkt, wel auto’s overheen. Het beroemde ziekenhuis op het Tibereiland moet natuurlijk ook goed bereikbaar zijn voor ambulances.
Ponte Garibaldi
We maken in ruim honderd meter een sprong naar de negentiende eeuw, naar de Ponte Garibaldi. Hier begint het moderne Italië, zou je kunnen zeggen.
De Ponte Garibaldi, die werd geopend in 1888, is de eerste brug die werd gebouwd nadat Rome de hoofdstad van Italië was geworden. Op de vier hoeken van de brug, de verbinding tussen het centrum en Trastevere, staan zuilen die de vele wapenfeiten van Giuseppe Garibaldi vermelden, waaronder de hardnekkige verdediging in Trastevere tegen Franse aanvallen op de kortstondige Romeinse Republiek in 1849.
Verder stroomopwaarts zullen we ook de drie andere Italianen tegenkomen die naast Garibaldi als vaders des vaderlands worden beschouwd: Cavour, Mazzini en koning Vittorio Emanuele II.
Ponte Sisto
De Ponte Sisto brengt ons weer vijf eeuwen terug in de tijd. Deze brug, die in 1479 werd aangelegd onder paus Sixtus IV, staat op de plaats waar al in de Romeinse tijd een brug was.
Deze sierlijke, licht gebogen brug is indertijd gebouwd om de belangrijke brug bij de Engelenburcht te ontlasten voor de mensen die vanuit het centrum naar het Vaticaan wilden. Toentertijd was dat, samen met de bruggen bij het Tibereiland, de enige plaats om de Tiber over te steken. Bij de drukte van het jubeljaar 1450 was die brug ernstig beschadigd.
Kenmerkend is de oculus, het grote ‘oog’ midden in de brug. Het bouwkundige doel was om bij hoog water de druk van het water op de brug te verminderen.
De Romeinen zeiden in vroeger eeuwen, toen de kademuren er nog niet waren, dat je dat oog in de gaten moest houden. Zolang het water van de Tiber nog niet door het oog stroomde, hoefde je niet bang te zijn voor ernstige overstromingen.
Een gedenksteen aan de rechteroever herinnert eraan dat de Ponte Sisto was bedoeld voor pelgrims. Maar na een ingrijpende restauratie ter gelegenheid van het jubeljaar 2000 is het vooral de belangrijkste verbinding voor voetgangers die van de omgeving van Campo de’ Fiori naar Trastevere lopen.
Ponte Mazzini
Auto’s kunnen de Tiber oversteken bij de volgende brug, de Ponte Mazzini, uit 1908. Opvallend hier is de versiering aan de bovenkant. Die bestaat uit bronzen lampen met als ornamenten de kop van een ram en de boeg van een schip.
Ponte Principe Amedio Savoia Duca Aosta
Dan komt de brug met de langste naam: de Ponte Principe Amedio (di) Savoia Duca (d’)Aosta. Die is gewijd aan een lid van de koninklijke familie, overleden in het jaar van de opening van de brug, 1942.
Hij had zich onderscheiden in de Eerste en Tweede Wereldoorlog en was van 1937 tot 1941 onderkoning van Ethiopië. Uitgebreide inscripties op de natuurstenen blokken op de hoeken van de brug herinneren aan belangrijke wapenfeiten.
Hoe hij ook onder zware beschietingen het hoofd koel hield in de Eerste Wereldoorlog en hoe hij tijdens de Tweede Wereldoorlog ‘boven de grens van het menselijk mogelijke’ standhield tegen vijandige troepen. Het is waarschijnlijk meer tekst dan tegenwoordig over hem in de geschiedenisboekjes staat.
Ponte Vittorio Emanuele II
Enkele tientallen meters verder ligt de meest pompeuze brug van Rome, vernoemd naar koning Vittorio Emanuele II. Deze werd geopend in 1911, ter ere van de vijftigste verjaardag van Italië.
Op elk van de vier hoeken staan metershoge bronzen beelden die verwijzen naar godinnen van de overwinning. Beeldengroepen op de brug herinneren aan politieke en militaire wapenfeiten van de eerste koning van Italië.
Verder is de brug uitbundig versierd met adelaars, slingers en zes kleine obelisken. Geen enkele andere brug in Rome etaleert zo uitbundig en overdadig de grootse ambities van de nieuwe natie. De foto’s spreken voor zich:
Ponte Sant’Angelo
Op onze tocht langs de bruggen in Rome zijn we aangekomen in het hart van de Eeuwige Stad. Hier ligt de brug die vele eeuwen lang de enige verbinding was tussen het centrum van Rome en het Vaticaan. Het is de Ponte Sant’Angelo, de prachtige brug naar de Engelenburcht.
Je zou alleen al over deze brug een heel boek kunnen schrijven. Over hoe keizer Hadrianus de eerste versie van de brug in de tweede eeuw aanlegde als verbinding naar het grafmonument dat hij voor zichzelf had opgericht.
Hoe paus Gregorius de Grote in 590 een visioen had van een engel die het zwaard in de schede stopt, ten teken dat de dodelijke pestepidemie ten einde liep. Of hoe in het eerste jubeljaar, in 1300, de massale stroom voetgangers werd geregeld. Dante schrijft in La Divina Commedia hoe dat gruwelijk misging…
Weer een heel ander stukje geschiedenis vertelt dat de beul eeuwenlang vanuit het Vaticaan deze brug overstak, om de doodvonnissen te voltrekken die door de pauselijke rechters waren uitgesproken. Dat gebeurde altijd op de linkeroever van de Tiber, ver weg van de Sint-Pieter. Daarom spookt het nog altijd bij deze brug, fluisteren sommige Romeinen.
De brug is in de loop der eeuwen vaak van uiterlijk veranderd. Aan het begin ervan, vanuit het centrum gezien, staan sinds 1534 standbeelden van de apostelen Petrus en Paulus. Ruim honderddertig jaar later kwamen daar standbeelden van engelen bij, met verwijzingen naar episodes uit de Bijbel.
Bij een brug met zo veel geschiedenis is het logisch dat ook het dragende gedeelte in de loop der eeuwen is veranderd. Als overspanning van de Tiber kreeg de brug zijn huidige vorm in 1882. De drie centrale bogen gaan terug tot de brug die keizer Hadrianus heeft aangelegd.
Ponte Umberto I
Na deze historische brug komt een aantal bruggen die verwijzen naar de eenwording van Italië en de eerste halve eeuw van de jonge natie.
Eerst de Ponte Umberto I uit 1895, die is vernoemd naar de tweede koning van Italië. Vijf jaar nadat hij de brug persoonlijk had geopend, werd hij in Monza vermoord door een anarchist.
Ponte Cavour
Dan de Ponte Cavour uit 1901, een eerbetoon aan de diplomaat die er mede voor heeft gezorgd dat Italië één staat kon worden. De brug was nodig als verbinding naar de wijk Prati, die in de jaren na de eenwording razendsnel was gegroeid.
Deze brug is vooral beroemd omdat hier op 1 januari de traditionele Nieuwjaarsduik plaatsvindt. Het is een traditie geworden die is begonnen in 1946, toen de Italiaans-Belgische Rick de Sonay met een hoge hoed op het nieuwe jaar vierde met een duik in de Tiber, acht meter dieper.
Een paar mensen hebben die traditie voortgezet, een badmeester uit Castel Fusano (‘Mister OK´) zelfs vijfendertig jaar lang (zie ook deze blog). Eind december 2023 kondigde hij aan dat hij met pensioen zou gaan. Er heeft zich niet meteen een opvolger aangediend. Maar het is moeilijk voorstelbaar dat het jubeljaar 2025 begint zonder duik in de Tiber…
Ponte Regina Margherita, Ponte Pietro Nenni en Ponte Matteotti
De volgende bruggen, die vrij dicht bij elkaar liggen, zijn de Ponte Regina Margherita (1891, vernoemd naar de echtgenote van Umberto I), de Ponte Pietro Nenni (1972, vernoemd naar de legendarische leider van de socialistische partij) en de Ponte Matteotti.
Deze laatste brug stamt uit 1929 en dankt zijn naam aan de socialistische leider die in opdracht van Mussolini is vermoord. Onder het fascistische bewind heette deze brug de Ponte del Littorio. Pas na de oorlog werd de brug opgedragen aan het eerste grote slachtoffer van Mussolini’s dictatuur.
De oorspronkelijke naam is nog te herkennen aan een reliëf op de buitenkant van de brug, een adelaar met in zijn klauwen de fasces, de roedebundels die het symbool waren van het fascistische regime.
Als je over de brug loopt, zie je dat oude symbolen daar zijn vervangen door een grote natuurstenen plaat met alleen maar de naam van Matteotti. De twee ‘ogen’ in de brug herinneren aan het oog in de Ponte Sisto en zijn ook hier bedoeld om bij hoog water de druk van de watermassa te verlichten.
Ponte del Risorgimento
Daarna komt de Ponte del Risorgimento, geopend bij het vijftigjarig bestaan van Italië in 1911. Het was toentertijd een architectonisch hoogstandje, ontworpen door ingenieur Giovanni Antonio Porcheddu.
Deze Porcheddu speelde begin twintigste eeuw een hoofdrol bij de introductie van gewapend beton in Italië. De Ponte del Risorgimento is dan ook de eerste brug van gewapend beton in Italië.
In één grote sierlijke boog van honderd meter overspant de brug de Tiber tussen de wijken Flaminio en Prati. Volgens Italiaanse bronnen is het zeker tien jaar lang de grootste brug van gewapend beton ter wereld geweest.
Ponte della Musica
Bij de volgende brug springen we precies een eeuw vooruit. De Ponte della Musica is ontworpen door een consortium van architecten. De naam verwijst naar het Auditorium dat hier vlakbij ligt, maar het eerste plan voor een brug op deze plaats dateert al uit 1929.
Net als de Ponte della Scienza is het een brug die alleen bedoeld is voor voetgangers en fietsers. Bij het ontwerp is er wel rekening mee gehouden dat er ook een tram over zou moeten kunnen rijden, maar dat plan is, gelukkig voor het aanzien en gebruik van de brug, nooit uitgevoerd.
Ponte Duca d’Aosta
Verder stroomopwaarts gaan we bij de Ponte Duca d’Aosta weer terug in de tijd. Het is de meest fascistische brug over de Tiber, die eind jaren dertig werd gebouwd als verbinding met wat nu het sportcomplex Foro Italico en de Farnesina zijn, het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Als je beneden langs de Tiberkade fietst, is het echt de moeite waard hier even de trap naar boven te nemen. Op de bruggenhoofden staan vier vierkante marmeren blokken die het (vanzelfsprekend heroïsche) optreden van Italiaanse soldaten in de Eerste Wereldoorlog verheerlijken.
Aan de westkant van de brug, aan het begin van het sportcomplex met stadions voor voetbal, tennis, zwemmen en atletiek, staat pontificaal een glanzend witte obelisk met het opschrift Mussolini Dux. Historisch erfgoed, zeiden kunstcritici toen politici hadden voorgesteld in ieder geval het opschrift uit te wissen.
Overigens is deze hertog van Aosta naar wie de brug is vernoemd, Emanuele Filiberto di Savoia – een lid van de koninklijke familie (Umberto I was zijn oom) die in de Eerste Wereldoorlog naam had gemaakt als een nooit verslagen generaal aan het front in het noordoosten. Amedeo Duca d’Aosta, die we bij een eerdere brug zijn tegengekomen, was zijn kleinzoon.
Ponte Milvio
De naam van de Ponte Milvio is voor altijd verbonden aan de slag die zich hier in 312 afspeelde, tussen de rivaliserende keizers Constantijn en Maxentius. Het was aan de vooravond van die slag dat Constantijn de droom zou hebben gehad met de voorspelling dat hij ‘in het teken van het kruis’ zou overwinnen.
De oude Romeinse brug speelde al een rol in de tweede eeuw voor Christus, maar is in de eeuwen daarna veel aangepast en veranderd. De huidige poort dateert uit 1805 en is een ontwerp van Giuseppe Valadier (1762-1839), de Italiaanse architect die op vele manieren zijn stempel heeft gedrukt op het aanzien van Rome.
In 1849 liet Garibaldi het middenstuk van deze brug opblazen in een poging de Franse soldaten tegen te houden die, om de paus te helpen, de kortstondige Romeinse Republiek wilden wegvagen. Het hielp niet.
Vele eeuwen na de droom van Constantijn is de Ponte Milvio beroemd geworden door de roman Ho voglia di te van Federico Moccia, die ook is verfilmd. In Moccia’s verhaal hangt een verliefd stelletje een slot aan de derde lantaarn van de brug en gooit de sleutel in de Tiber. Zo veel mensen hebben dit nagedaan dat de slotjes weggehaald moesten worden omdat de lantaarn onder het gewicht was bezweken.
Ponte Flaminio
Er volgt wederom een pompeuze erfenis van het fascisme, de Ponte Flaminio. Deze brug was in 1932 bedacht als de Ponte XXVIII Ottobre, naar de dag waarop Mussolini de macht had gegrepen.
Het is een brede, statige en monumentale brug, met adelaars, zuilen en grote lantaarns. De bijna driehonderd meter lange brug moest de imponerende entree van Rome worden voor wie langs de Via Cassia of de Via Flaminia de stad binnenkwam.
Toen de Tweede Wereldoorlog begon, was het werk aan de brug net begonnen. Het werk viel stil. Bij de pogingen van de geallieerden om Italië te heroveren, werd de brug gebombardeerd. Toen de brug in de jaren na de oorlog klaar was, werd hij eerst tot Ponte della Libertà gedoopt. Pas in de jaren zestig kreeg de brug zijn huidige naam.
Dankzij het monumentale aanzien is dit een brug die veel kunstenaars aanspreekt. In de film Caro Diario, waarin regisseur Nanni Moretti op een scooter door de stad rijdt, zegt hij: ,’Ik weet het niet, ik kan het niet begrijpen. Ik zal wel ziek zijn, maar ik houd van deze brug. Ik moet er zeker twee keer per dag overheen.’
De brede zijkant van de brug is al decennia een uitdaging voor mensen die daar een boodschap op kwijt willen. Federico Moccia herinnert zich dat er jarenlang met grote rode letters stond dat ene Cathia de mooiste kont van Europa had. Later stond er het melancholische Amo Costanza ma senza speranza – ik hou van Costanza, maar zonder hoop.
Een jaar of tien geleden werd daar een uitspraak overheen gekalkt die ontleend is aan de titel van een ander boek van Moccia: Tre metri sopra il cielo. Die zin is heel lang blijven staan, maar deze zomer stond er met grote zwarte letters: Ti amo Ricciolina.
Bijkomen in het groen
Hierna komt nog een volstrekt oninteressante brug voor de Tangenziale Est, een binnenring van Rome. Ben je op de fiets, stap dan nog niet af en vervolg je tocht langs de Tiber.
Je komt bij een vrij fietspad midden in de natuur. Je kunt nog een paar kilometer door het groen fietsen, tot aan de rondweg. Geen auto te zien, alleen een propellervliegtuigje misschien van het nabijgelegen vliegveldje Roma Urbe.
Op één dag pendelend tussen meer dan tweeduizend jaar geschiedenis en dan eindigen in een prachtig stukje natuur: dat kan alleen in Rome.’
Wederom graag gelezen en ik heb enorm genoten van de foto’s!