Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

De Orsanmichele in Florence – van graanmarkt tot gildegalerij

Vergeet de Duomo, de Santa Croce en de San Lorenzo. Als er één kerk is in Florence waar het echte leven en religie elkaar ontmoeten, dan is dat de Orsanmichele aan de Via dei Calzaiuoli, een van de drukste winkelstraten van de stad.

Orsanmichele-Florence (2)

Je vindt de Orsanmichele niet in iedere reisgids terug. Als je op zoek bent naar een klassieke Florentijnse kerk, loop je er zelfs gemakkelijk voorbij. De Orsanmichele is namelijk eerder een soort palazzo, een robuust rechthoekig gebouw dat drie verdiepingen telt en maar liefst veertig meter de hoogte in steekt.

Toch loont het de moeite een kaartje te kopen en zowel de kerk als het museum van de Orsanmichele te bezoeken, met als beloning een prachtig panorama over Florence vanaf de bovenste verdieping.

Van klooster tot graanbeurs

Op de plek van de Orsanmichele stond in de negende eeuw al een kerk, met een groot kloostercomplex, de San Michele in Orto. Deze naam was een verwijzing naar de nabijgelegen orto, groentetuin. Daaraan dankt de huidige kerk nog altijd zijn naam. Het werd eerst Orto di San Michele en dat werd al snel verbasterd tot Orsanmichele.

Op een gegeven moment werd er besloten om de kerk en het klooster af te breken en een graanbeurs te bouwen. In 1337 brandde deze eerste graanbeurs echter tot de grond toe af.

Een paar jaar later startte men met de basis van het bouwwerk dat je nu kunt bewonderen, onder leiding van het invloedrijke zijdegilde van Florence. Toen waren de arcaden echter allemaal nog open – de begane grond was immers in gebruik als graanmarkt.

Prachtige patroonheiligen van beroemde kunstenaars

Na de pestepidemie van 1348, die het leven kostte aan een derde van de Florentijnse bevolking, verdween de graanmarkt naar een andere locatie, maar de twee bovenste verdiepingen bleven in gebruik als graanopslagplaats.

De veertien arcaden werden onder leiding van architect Talenti gesloten. Elk gilde in de stad kreeg een eigen nis toegewezen, waarin het beeld van de patroonheilige van het gilde geplaatst kon worden.

De beelden die je in deze nissen ziet, vormen een hoogtepunt van de Florentijnse beeldhouwkunst – een levende tijdbalk die maar liefst twee eeuwen overspant. Het eerste beeld, Ghiberti’s Johannes de Doper, werd gemaakt rond 1414. Lucas, die je ziet op de foto hieronder, is van de hand van Giambologna en zag pas in 1601 het levenslicht.

Orsanmichele-Giambologna-Lucas

Van de veertien nissen zijn er dertien gevuld met de patroonheiligen van de gildes, de zeven grootste van de stad en zes kleinere. De wapenschilden van de gilden zijn hoog boven de nissen te zien, gevat in medaillons. Vaak komen de wapenschilden ook terug onder de beelden.

Tussen de gilden bestond er een gezonde rivaliteit, wat ervoor zorgde dat elk gilde met zorg een architect koos voor de bouw van de nis. Vervolgens gingen ze allemaal op zoek naar een gerenommeerde beeldhouwer die hun patroonheilige weergaloos zou vereeuwigen.

Een rondje om de kerk

De beelden die je aan de buitenkant van de Orsanmichele kunt bewonderen, zijn Petrus (van Donatello), de heilige Philip (van Nanni di Banco), de Vier Gekroonde Heiligen (eveneens van Nanni di Banco), Sint Joris (van Donatello), Mattheüs (van Ghiberti), de heilige Stefanus (van Pisano), Sint Eligius (van Nanni di Banco), Marcus (van Donatello), de heilige Jacob (van vermoedelijk Nicolò di Piero Lamberti), de Madonna van de Roos (van Giovanni di Piero Tedesco), Johannes de Evangelist (van Baccio da Montelupo), Lucas (van Giambologna), de Ongelovige Thomas (van Verrocchio) en Johannes de Doper (van Ghiberti).

In de eerste nis links aan de Via dei Calzaiuoli vind je de bronzen Johannes de Doper van Lorenzo Ghiberti (tegenwoordig vervangen door een kopie). Ghiberti maakte dit beeld in 1416 voor het gilde van de kooplieden. Het was het eerste in brons gegoten levensgrote beeld dat sinds de klassieke oudheid werd gemaakt. Ghiberti maakte tevens het beeld van Mattheüs, de patroonheilige van de geldwisselaars.

Andrea del Verrocchio, de leermeester van Leonardo da Vinci, tekende voor de Ongelovige Thomas. Deze bronzen beeldengroep maakte hij voor de Sei di Mercanzia, een handelsrechtbank. Als enige beeld verwijst dit dus niet direct naar een gilde.

De nis waarin de beeldengroep staat, werd ontworpen door Donatello en Michelozzo. De keuze voor de ongelovige Thomas, die nooit iets zomaar aannam, is een logisch onderwerp voor de handelsrechtbank, die natuurlijk voor ieder oordeel helemaal zeker wilde zijn van haar zaak.

Orsanmichele-Florence-Verrocchio-Ongelovige-Thomas

Michelangelo’s lofzang voor Donatello

Een ander opvallend beeld is dat van Marcus, die leven werd ingeblazen door de temperamentvolle Donatello. Deze bekende kunstenaar werkte van 1411 tot 1414 aan dit beeld, in opdracht van de lakenhandelaren van Florence.

Michelangelo zou zeer onder de indruk zijn geweest van dit kunstwerk. Hij zou zelfs gezegd hebben: ‘Als Marcus er echt zo heeft uitgezien, dan moeten we elk woord dat hij heeft opgetekend blind geloven.’

Orsanmichele-Florence-Donatello-Marcus

Donatello is tevens de maker van Sint Joris. De marmeren beeltenis van de heilige maakte de kunstenaar meteen na zijn Marcus, tussen 1415 en 1417, voor de wapensmeden van de stad.

Orsanmichele-Florence-Sint-Joris

De geboorte van de renaissance in Florence

Langzamerhand zie je elementen van de naderende renaissance verschijnen in de beeldtaal van de jonge Donatello, zoals een voorzichtige contrapposto-houding, waarbij het lichaam licht draait en in beweging lijkt te zijn. Joris oogt jong, moedig en voor niets en niemand bang. Met de borst omhoog en zijn jongensachtige gezicht heeft hij de onverschrokkenheid van een echte held in zich.

Ook op het predella, de voorstelling onder het beeld van Sint Joris, wordt de renaissance voelbaar. Op dit rilievo schiacciato (platgemaakte reliëf) wordt de heldendaad van Joris verbeeld. Hij verslaat de draak en redt de prinses. Een tafereel dat al eeuwenlang in kerken wordt uitgebeeld, maar hier zijn we voor het eerst getuige van perspectief, hoe voorzichtig deze eerste poging ook lijkt. Als je goed kijkt, zie je duidelijke reliëfverschillen, die diepte suggereren.

predella-Sint-Joris-Orsanmichele

Overigens kijk je nu naar een kopie. Tot 1891 stond het originele beeld van Sint Joris (met het predella) in dit tabernakel, maar in dat jaar verhuisde het beeld naar het Bargello. Het werd vervangen door een bronzen exemplaar, waarvan niemand weet waar het is gebleven.

De bronzen kopie werd in 2006 op zijn beurt vervangen door een versie van een composiet van kunsthars en marmerpoeder. Dat maakt Joris gelijk een stuk minder geliefd als buit, waardoor het kunstwerk op zijn plaats blijft staan.

Vier gekroonde heiligen

Nanni di Banco maakte in 1416 de beeldengroep van de Vier Gekroonde Heiligen (Santi Quattro Coronati) voor het gilde van de steenhouwers en houtbewerkers.

In de nis zie je de Romeinse beeldhouwers Castorius, Simpronianus, Nicostratus en Simplicius, die weigerden een beeld van Aesculapius te maken voor keizer Diocletianus. Hun overtuiging kwam de beeldhouwers duur te staan: zij betaalden de toorn van de keizer met hun eigen levens.

Di Banco had de grootste moeite met het inpassen van de heiligen in de nis. Hij had zich namelijk vergist in het formaat en de beeldengroep veel te groot gemaakt. Volgens Giorgio Vasari, de bekende kunstenaarsbiograaf, wist Donatello daar wel raad mee.

Hij wilde echter pas advies geven als Di Bianco zou betalen voor een maaltijd voor het hele artistieke team van de grootmeester. Na de maaltijd werden de vier heiligen stevig onder handen genomen. Hier werd wat marmer weggehakt, daar werd wat gekant en uiteindelijk pasten ze er alle vier in, tot grote vreugde van Di Bianco.

Onder de voeten van de vier heiligen bewonder je een mooi, tot in het kleinste detail uitgewerkt predella:

predella-Quattro-Santi-Coronati-Bianco-Orsanmichele-Florence (1) predella-Quattro-Santi-Coronati-Bianco-Orsanmichele-Florence (2)

Het interieur van een gildehuis

De buitenzijde van de Orsanmichele is zonder twijfel alleen al de moeite waard – het is een ware openluchtgalerij. Het loont echter ook de moeite om even binnen te kijken. Het interieur lijkt meer op dat van een gildehuis dan dat van een kerk.

Andrea Orcagna’s altaar lijkt dan ook wat misplaatst, maar als je goed kijkt zie je hoe rijk gedecoreerd het is, met ingelegd marmer, glas en reliëfs. Het portret van Maria is eveneens prachtig, net als de fresco’s op de muren en de pilasters uit de veertiende eeuw.

Orsanmichele-Florence-kerk-interieur (1a)

Bij de ingang zijn in de plafonds nog sporen te zien van de stortkokers voor het graan. Aan de linker zijkant van de kerk zie je zelfs nog luikjes waarlangs het graan zijn weg vond naar de zakken die de Florentijnen hier kwamen vullen.

Bewonder de originele beelden in het museum van de Orsanmichele

Na exact vierhonderd dagen gesloten te zijn voor een grootscheepse restauratie, opende het museum van de Orsanmichele dit jaar weer de deuren. Voor een bezoek aan het museum wandel je naar de overkant van de Orsanmichele, naar het gebouw waarin de Società Dantesca is gevestigd.

Na het beklimmen van een aantal trappen in het indrukwekkende trappenhuis, steek je het ‘bruggetje’ naar de Orsanmichele over.

In het museum bewonder je allereerst dertien originele beelden die beneden in de nissen stonden. Ze staan op volgorde, dus je loopt net zo langs alle patroonheiligen als je beneden kunt doen. Bijzonder is dat je nu ook de achterzijde van de beelden kunt bekijken!

Fantastisch uitzicht over Florence

Nog een verdieping hoger wacht een bijna lege zaal. Het spektakel wordt hier niet gevormd door de schitterende beelden, maar door een fantastisch uitzicht over Florence:

Bezoek de Orsanmichele in Florence

De Orsanmichele is geopend op maandag tot en met zaterdag, van 8.30 tot 18.30 uur, behalve op dinsdag, dan zijn zowel de kerk als het museum gesloten. Op zondag kun je er alleen ‘s ochtends terecht, tussen 8.30 en 12.00 uur.

Een kaartje voor een bezoek aan de kerk en het museum kost € 8,-. Op de eerste zondag van de maand is de toegang gratis. Je kunt ter plekke een kaartje kopen (de kassa ligt aan de Via dei Calzaiuoli) of online via B-Ticket.

Bij de kassa kun je de achterkant van Orcagna’s altaar alvast bewonderen:

Wil je ook het Bargello, de Cappelle Medicee, het Palazzo Davanzati en Casa Martelli bezoeken, dan kun je een combikaartje kopen voor € 21,-.

Na het kopen van een kaartje loop je naar de ingang van de Orsanmichele aan de Via dell’Arte della Lana (zie deze locatie op Google Maps). Hier bezoek je eerst de kerk, waarna je de oversteek kunt maken naar het museum.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *