Bestel Saskia's roman Het perfecte recept

Taallessen & tortellini – Italiaans leren in Bologna

Ramon van Huffelen is schrijver en daarnaast al meer dan twintig jaar eigenaar van een import- en groothandelsbedrijf in biologische producten, dat ook biologische Italiaanse wijn naar Nederland haalt. Voor Ciao tutti schreef hij een gastblog over zijn taalcursus in Bologna.

Ramon: ‘Je hebt als wijnimporteur een klein streepje voor als je een beetje Italiaans spreekt en de cultuur begrijpt. Inmiddels importeer ik al zeven jaar biologische Italiaanse wijnen en begrijp ik de aard van de Italiaan steeds beter.

Ik pas het goede ervan zelfs toe in mijn eigen Nederlandse leven. Iéts minder gehaast leven, rustiger dineren, de tijd nemen voor mezelf en voor elkaar. Nu die taal nog leren.

Ik ben gezegend met mijn zestienjarige dochter Bente, die ook nog eens supertaalgevoelig is. In Nederland volgden we samen tien online lessen, maar toen vond Bente dat we de cursus op locatie moesten vervolgen en eigenlijk was ik het daar wel mee eens.

Via Italstudio boekten we privélessen bij een Italiaanse taalschool in Bologna. Dochterlief wilde niet de hele dag in lesbankjes zitten, wat ik na een kwart schooljaar ook wel begreep.

Daarom viel de keuze op ‘Italiaans bij een lerares thuis’. Halve dagen, zodat we ‘s middags vrij hadden om de stad te verkennen en ik met mijn zakelijke relaties in de stad af kon spreken.

We vonden een fijn appartement aan de Via Riva di Reno, een drukke straat met barretjes en restaurantjes. Bologna is beroemd om de portici; lange portieken of galerijen die sinds kort door Unesco als cultureel werelderfgoed zijn erkend (zoals je ook in deze blog kunt lezen).

In de middeleeuwen wilden de inwoners hun huizen vergroten, maar het stadsbestuur vreesde voor te smalle wegen. Gelukkig waren Italianen toen ook al creatief. Door aan de voorkant op pilaren uit te bouwen, ontstonden onderdoorgangen voor voetgangers.

Prettig schaduwrijk in de hete zomers en in de regentijd is een paraplu in Bologna overbodig. De mooiste portico leidt helemaal naar het Santuario di San Luca, op een heuvel net buiten de stad.

Van de eigenaresse van het appartement krijgen we tips voor de beste restaurantjes, koffiebarretjes en ontbijtadressen. Over het eten hoeven we ons in Bologna geen zorgen te maken (waar wel in Italië?): de stad staat onder andere bekend als la grassa, ‘de vette’ en is een van de geliefdste culinaire steden in de laars.

Nog een bijnaam van Bologna is la dotta, ‘de geleerde’, omdat de eerste universiteit van Europa hier werd opgericht (in deze blog lees je meer over Bologna’s bijnamen).

Onze privélerares Giulia, een kordate dame van ongeveer vijfenvijftig jaar, haalt ons de volgende ochtend op. ‘Solo una volta,’ slechts één keer, zegt ze. Zodat ze ons de fermata (bushalte) kan wijzen en we morgen de weg kunnen vinden naar haar appartement, dat buiten de ring ligt.

Omdat ze deze ochtend laat is, is ze met de auto die aan de andere kant van het compacte centrum geparkeerd staat. Giulia spreekt goed Engels en vertaalt meteen naar het Italiaans, onze les is al lopend begonnen.

Ze wijst ons de verse pasta’s aan in de etalages: ‘Tortellini!’ De berg verse gevulde deegkussentjes doet mij denken aan de vorige avond, toen ik ze als primo bestelde. Veel tijd om te mijmeren is er niet. Met kwieke pas gaat Giulia ons voor: ‘En dit hier zijn tagliatelle.’

Via het Piazza Maggiore en het Piazza Minghetti komen we op het Piazza Santo Stefano, waar we een kop koffie drinken. Het is oktober; in Nederland is het guur en koud. In Bologna is het met een temperatuur van twintig graden aangenaam – we kunnen nog buiten zitten.

De woordenschat die we in Nederland al hadden opgebouwd, breidt zich spelenderwijs uit. Ze wijst naar haar kopje: ‘Una tazza.’ Un cucchiaino is een lepeltje, un tavolo een tafel en un piattino een schoteltje.

In de auto prent ze ons de herkenningspunten in die we tegen zullen komen met de bus. Een voetbalveld rechts en een park links. De hectiek van de stad, die qua inwonertal het best te vergelijken is met Utrecht, ebt langzaam weg.

Een laan met oude bomen en een bocht met op de hoek een cafeetje. ‘Hier moeten jullie in de bus op de knop drukken.’ We eindigen in een rustige wijk, waar Giulia ons welkom heet in haar huis.

Aan de eettafel slaan we de boekjes die ze voor ons heeft gemaakt open. We praten over de foto’s van Bruce Springsteen aan de wand van haar appartement. Vol trots vertelt ze dat Bruce haar op het podium trok en ze met hem heeft gedanst. Als hij weer naar Italië komt, wil ze al zijn concerten bezoeken. Het zou wel eens zijn laatste tour kunnen zijn.

Ze zet een kop thee en komt verbijsterd terug de woonkamer in. Het is al tien over één en haar volgende les begint om half twee. Als we er morgen niet uitkomen met de bus, kunnen we haar altijd even bellen.

‘Lees hoofdstuk één maar vast door. Maar als jullie een leuk terrasje vinden, of een barretje of een restaurantje, dan begrijp ik dat het leren er voor vanmiddag misschien bij inschiet.’

Niet veel later zitten we in een restaurantjes aan het Piazza Santo Stefano aan een lasagne alla bolognese en tortellini. We slaan de boekjes van Giulia open en zijn het roerend met elkaar eens. We zullen de bijnamen van ‘de vette’ en ‘de geleerde’ beide eer aan doen!’

Ontdek de leukste routes in Italiaanse steden!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *