Niccolò Ammaniti is terug! Na een lange schrijfstilte is de auteur van internationale bestsellers als Ik haal je op, ik neem je mee en Ik ben niet bang terug met een nieuwe, zinderende roman: Het intieme leven.
Het intieme leven
Maria Cristina Palma leidt een perfect leven – op het oog, dan. Ze is mooi, rijk, beroemd, de vrouw van de Italiaanse premier en de wereld draait om haar.
Dan ontmoet ze op een feest een vriend van haar overleden broertje en ontvangt ze een filmpje dat alles verandert. Een geheim uit haar verleden haalt haar in, iets wat ze diep heeft weggestopt en waar ze nooit meer aan heeft gedacht.
Niccolò Ammaniti ontleedt haarscherp haar geest, onderzoekt haar angsten, obsessies en stiekeme verlangens in een roman die ongeëvenaarde fantasie, psychologisch realisme, tragiek en verleiding combineert.
Het intieme leven laat je nadenken over onbewuste drijfveren, verdrongen herinneringen en een vervormde realiteit.
Lees alvast een fragment uit Het intieme leven
We delen een voorproefje van Het intieme leven, dat je meevoert naar woensdag 21 februari:
‘Dit verhaal begint op een woensdag in het afgelopen decennium, het is kwart over negen in de ochtend en Maria Cristina Palma doet haar work-out. Ze is bezig met een Bulgaarse split squat, een oefening waarmee de quadriceps en bilspieren worden getraind.
Ze heeft één been naar achteren gestrekt, het andere naar voren en ze buigt haar voorste knie, terwijl ze door de ramen van de serre naar de grijze deken staart.
Het fijnstof dat de Romeinen wekenlang heeft genoodzaakt tot een rijverbod dat afwisselend geldt voor auto’s met even en oneven kentekens is samen met de regen neergedaald. In huis is het warm, maar aan de andere kant van het dubbele glas heeft de nachtelijke vrieskou de varenpalmen en de kale pergola op het terras bedekt met rijp.
Tussen de zuiltjes van de balustrade door is de verkeersopstopping op de Lungotevere te zien, en verderop het plompe silhouet van de Engelenburcht dat langzaam vervaagt in de ongezonde nevel van de hoofdstad.
Het penthouse waar Maria Cristina woont is zo’n paradijs waarvan de meeste mensen niet eens durven dromen, zo onbereikbaar is het. Meer dan driehonderd vierkante meter, op een steenworp afstand van het Piazza Navona, in een neoklassiek stadspaleis dat dag en nacht wordt bewaakt door politiebusjes.
Haar personal trainer, Mirco Tonik, een grote kerel uit Francavilla al Mare, vertelt dat hij de verjaardag van zijn verloofde, Michael Carmichael, een Ier die handleidingen van printers en routers vertaalt, heeft gevierd in een vegan restaurant in de wijk Pigneto.
Terwijl de trainer smakelijk vertelt over de heerlijke parmigiana di melanzane haalt hij een schijf van de halter af, waardoor het gewicht aan het andere uiteinde van de stang, vijf kilo puur gietijzer, eraf glijdt en op de rechter grote teen van de vrouw terechtkomt, die zo’n harde kreet slaakt dat het koppeltje dwergpapegaaien in de geëmailleerde kooi boven de varens er stil van is.
De serre, met olifantsoren in azuurblauwe potten, de Kentia-palm en de uitlopers van de drakenklimop die neerbuigen vanaf de boekenkasten, pulseert om haar heen als een special effect in een slechte film.
Mirco Tonik, die de enorme omvang van zijn stommiteit inziet, brengt zijn handen naar zijn hoofd, knielt neer en roept de schepper aan: ‘O god! O god! O mijn god. Wat heb ik gedaan?’
Maria Cristina trilt van de pijn. Ze moet alleen maar ademhalen en het laten stromen. Anders dan herinneringen aan pijn van de ziel verdwijnt de herinnering aan lichamelijke pijntjes na verloop van tijd en zijn we na een paar jaar vergeten hoeveel we moesten lijden om een kies die werd getrokken of een blindedarmontsteking.
Het is vijftien jaar geleden dat de voormalig echtgenoot van Maria Cristina, de bekende schrijver Andrea Cerri, voor Hotel Locarno het portier van een Golf cabriolet dichtsloeg met haar vinger ertussen. Ze was naar de spoedeisende hulp van het Fatebenefratelli-ziekenhuis gesneld, waar ze het laatste lapje huid dat nog een brokje vlees, nagel en bloed bijeenhield hadden gehecht. Vandaag is de klap gelukkig opgevangen door de bovenkant van haar schoen.
‘Gaat het? Doet het pijn?’ stamelt de personal trainer met zijn hand tegen zijn borst gedrukt. Maria Cristina gebaart ademloos dat hij kalm moet blijven.
Op dat moment is er op de hele wereld (of misschien wel ergens op de wereld, maar beslist niet in het oude centrum van Rome) niemand die verder verwijderd is van kalmte dan Mirco Tonik. De grote teen die hij heeft geplet is een van de kostbaarste van alle zestien miljard grote tenen die de planeet plattrappen.
De voeten van Maria Cristina, maatje negenendertig, de maat van de harmonie volgens de Yajoerveda, zijn zogenoemde Griekse voeten, dat wil zeggen dat de tweede teen langer is dan de grote teen, net als bij de Venus van Milo.
In de geneeskunde wordt dat een ‘Mortonteen’ genoemd, naar Dudley D. Morton, een Amerikaanse orthopeed die het verschijnsel als eerste heeft beschreven. Het komt voor bij slechts tien procent van de wereldbevolking en de verspreiding ervan is onregelmatig.
Bij Scandinaviërs komt het niet voor, maar wel bij bijna negentig procent van de Aino die op de Japanse eilanden leven. Haar voetboog lijkt op die van Barbie en is zo volmaakt dat de huid, die nooit de grond raakt, altijd glad en zacht blijft.
Volgens de podomantie, de kunst van het voetlezen, duiden lange, smalle tenen op ambitie en vastberadenheid. Als je op Google ‘voeten van Maria Cristina Palma’ intikt, krijg je duizenden foto’s te zien. Details en uitvergrotingen, met en zonder schoenen. Maria Cristina is, samen met Selena Gomez, de koningin van WikiFeet, voor voetfetisjisten.
Bovendien vergeet Mirco Tonik niet wie de echtgenoot is van de vrouw wier teen hij net heeft vermorzeld: Domenico Mascagni, de huidige minister-president van Italië. De weinige keren dat hij hem in huis is tegengekomen, was hij zo bang dat hij hem niet eens aan durfde te kijken. Mascagni is een machtig man, telg uit een oud geslacht van advocaten die industrieën hebben gered en landen en internationale holdings hebben vertegenwoordigd. Het verhaal gaat dat een voorvader van hem, ene Tancredi Mascagni, nog heeft bijgedragen aan het opstellen van de Magna Carta toen hij op doorreis was in Engeland.
De personal trainer ziet al voor zich hoe hij armlastig voor een paar centen op een panfluit moet blazen (het enige andere wat hij kan behalve trainen) op de stoep voor de pizzeria’s in het centrum.
Michael heeft het al honderd keer tegen hem gezegd: ‘Als je nu een beetje geld uitgeeft, hoef je later niet heel veel uit te geven. Neem een verzekering.’ Maar Mirco is een krent en nu zal hij het weinige dat hij bezit (een eenkamerstudio in Pigneto, een kwart dammuso op Pantelleria en een gammele motor) moeten verkopen om de reconstructie van die prachtige grote teen te betalen.
En dan zullen de mensen zich Mirco ‘Tonik’ Belluccio herinneren als die man die de voet van Maria Cristina Palma heeft gesloopt. Hij heeft frisse lucht nodig. Hij gooit de terrasdeur open en loopt naar de balustrade.’
Lees verder in
Het intieme leven | Niccolò Ammaniti | ISBN 9789048868346 | € 22,99 | Lebowski Publishers | bestel Het intieme leven bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook beschikbaar als e-book) | lees je liever in het Italiaans, bestel dan via deze link La vita intima, als e-book of als paperbackeditie