Brescia is dit jaar samen met Bergamo de culturele hoofdstad van Italië. Een extra reden voor een duik in de lange en rijke geschiedenis van Brescia, want er zijn nog schitterende overblijfselen uit het Romeinse verleden te bewonderen.
Brescia heeft namelijk het grootste Romeinse archeologische park van heel Noord-Italië, dat sinds 2011 ook nog eens op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat. Ciao tutti’s Erwin neemt je in dit artikel mee naar Brixia, zoals Brescia in de Romeinse tijd heette.
Piazza del Foro – het hart van het Romeinse Brescia
Erwin: ‘De resten van het Romeinse Brixia concentreren zich vooral rond het oude forum en de Via dei Musei. In de Romeinse tijd was dit de decumanus maximus (de hoofdstraat die van oost naar west liep).
Aan deze straat ligt ook het Museo di Santa Giulia, waar in de tuin ook talloze Romeinse resten zijn gevonden (en waar ik later deze week in een aparte blog meer over vertel). Op de plek van het voormalige forum ligt nu het Piazza del Foro, met de ruïnes van een zuilengalerij.
Hier zie je direct dat het huidige straatniveau enkele meters hoger ligt dan in de tijd dat de Romeinen hier rondliepen. Iets verder naar het zuiden, op het Piazzetta Giovanni Labus, zijn in de gevel van het huidige palazzo de resten te zien van de Romeinse basilica.
De overblijfselen van de Tempio Capitolino
Aan de noordzijde van het Piazza del Foro staan de indrukwekkende overblijfselen van de Tempio Capitolino. Deze tempel werd gebouwd in 73 na Christus, ten tijde van de heerschappij van keizer Vespasianus.
De Tempio Capitolino was gewijd aan de drie goden Jupiter, Juno en Minerva. Na de val van het Romeinse rijk raakte de tempel in verval. Door plundering en diverse aardverschuivingen van de Colle Cidneo, de heuvel direct achter de tempel, raakte de tempel in vergetelheid en lag het complex bedolven onder een dikke laag aarde.
In 1823 werd de tempel herontdekt. Architect Rodolfo Vantini voerde de reconstructie uit en herstelde de originele marmeren delen, die hij combineerde met nieuwe bakstenen.
De zuil aan de linkerzijde is nog volledig intact. Voor de archeologische opgravingen van start gingen, was de bovenzijde van deze zuil het enige wat boven de aarde uitstak. In die tijd werd het gebruikt als tafel in de tuin van een café dat zich op deze plek bevond…
In 1826 vond men in de tempel een van de belangrijkste kunstwerken uit de geschiedenis van Brescia, dat inmiddels is uitgegroeid tot een van de symbolen van de stad: het bronzen standbeeld Vittoria Alata, de ‘gevleugelde overwinning’, maar daarover vertel ik verderop meer.
Om bij de tempel te komen, moet je eerst de oude decumanus maximus oversteken. De grote straatstenen van deze belangrijke weg, die tegenwoordig ongeveer vijf meter onder het huidige straatniveau ligt, zijn nog deels zichtbaar. Op dit niveau startte ooit ook de enorme trap naar de tempel waarvan nu nog maar een aantal tredes zichtbaar zijn.
Santuario Repubblicano – republikeins heiligdom
Voor we de Capitolijnse tempel gaan bezoeken, duiken we nog even verder terug in de tijd, naar het jaar 89 voor Christus. Aan de linkerzijde van de tempel is, een beetje verscholen in de hoek, een doorgang te vinden.
Wanneer je naar binnen loopt, kom je in een ruimte die sinds 2015 toegankelijk is voor publiek. Hier sta je oog in oog met de overblijfselen van het Santuario Repubblicano, het republikeinse heiligdom.
Dit heiligdom werd tijdens opgravingen tussen 1956 en 1961 herontdekt. Het ligt deels onder het Capitolium en deels onder de naastgelegen Casa Pallaveri, op een terras tussen de Colle Cidneo en de decumanus maximus.
Oorspronkelijk bestond het uit vier heiligdommen naast elkaar, met elk een eigen toegangstrap. In de ruimte voor de tempel zijn een aantal vondsten tentoongesteld, waaronder een klein bronzen beeldje en een kam gemaakt van bot.
Prachtige tempeldetails
De resten van de tempel die hier zichtbaar zijn, zijn van de meest westelijke tempel, tempel vier. Je ziet de vloer van de voorportiek, die is bedekt met rode opus caementicium beter bekend als Romeins beton, met resten van de versiering van de tempel, zoals marmeren kapitelen.
Het echte hoogtepunt van dit bezoek is de tempelruimte zelf. Hier sta je oog in oog met prachtig beschilderde muren vol kleur die tussen 89 en 75 voor Christus zijn gerealiseerd door ambachtslieden uit Midden- en Zuid-Italië.
Tussen de zuilen is een wit gordijn geschilderd, versierd met golven in rood, bladranken met linten en veelkleurige banden. Op de punten waar het is omgevouwen, is een achterliggende muur in het groen te zien.
Boven het gordijn zijn platen Breccia-marmer geschilderd met details als valse scheuren. Alle decoraties zijn zo geschilderd alsof ze vanuit de deuropening werden belicht. Om het imitatiemarmer meer glans te geven, werd het oppervlak gepolijst met bijenwas en olijfolie.
De mozaïekvloer bestaat in zijn geheel uit witte tesserae (mozaïekblokjes) die nauwkeurig diagonaal zijn geplaatst in combinatie met een brede band van zwarte tesserae. De verhoogde vloer aan de zijkant is gerealiseerd met onregelmatige rechthoekige tesserae waarvan een deel is gekleurd.
Beide mozaïekvloeren worden van elkaar gescheiden door een roze kalkstenen stoeprand die alleen nog aan de zijkant zichtbaar is. De vloer is bewust licht gehouden, omdat er geen direct licht van buitenaf de ruimte in kwam.
Capitolium – tempel voor Jupiter, Juno en Minerva
Eenmaal weer buiten loop je via de trap tussen de enorme marmeren zuilen naar het Capitolium. Vanaf deze plek heb je een prachtig zicht op het Piazza del Foro. Ik probeer me in te beelden hoe indrukwekkend het moet zijn geweest om hier bijna tweeduizend jaar geleden te hebben gestaan, toen de tempel net voltooid was.
Aan de linkerzijde is de ingang naar de drie kamers waar Jupiter, Juno en Minerva werden vereerd. In de eerste ruimte staan drie marmeren borstbeelden die in de negentiende eeuw zijn opgegraven.
De twee vrouwelijke borstbeelden zijn van de godin Minerva. Oorspronkelijk zouden ze een helm hebben gehad van wellicht brons, maar deze zijn helaas niet teruggevonden.
Het mannelijke borstbeeld is waarschijnlijk van Silenus, aangezien er resten zijn gevonden van een kroon met klimop en wijnbladeren.
Het opvallendste aan deze ruimte is de uitstekend bewaard gebleven marmeren vloer in diverse kleuren. Ook is een deel van het podium te zien waar waarschijnlijk het cultusbeeld op heeft gestaan.
De middelste kamer was gewijd aan Jupiter. Het standbeeld van Jupiter zittend op een troon stond op het podium dat nog zichtbaar is achter in de kamer. Resten van het standbeeld – dat waarschijnlijk ruim viereneenhalve meter hoog was – zijn te zien voor het podium.
Ook deze kamer heeft nog de originele vloer van kleurrijk marmer, dat in de oudheid ook op de muur heeft gezeten, tot een hoogte van maar liefst zestien meter. In deze ruimte hangen de muren vol met vondsten uit Brescia en omgeving.
Vittoria Alata – de gevleugelde overwinning van Brescia
Het hoogtepunt van een bezoek aan het Capitolium is de derde kamer, die ook wel de oostelijke kamer wordt genoemd, die was gewijd aan Juno of Minerva. Hier is maar een klein deel van de marmeren vloerstenen bewaard gebleven, net als een deel van het podium.
De hedendaagse vloer is het werk van de Spaanse architect Juan Navarro Baldeweg en doet denken aan het Romeinse opus caementicium zoals in het republikeinse heiligdom, maar dan in het wit.
De ruimte is verder tijdloos en rustig, zodat de volle aandacht kan worden gegeven aan een van de belangrijkste antieke kunstwerken van Brescia: de Vittoria Alata, de gevleugelde overwinning.
Het indrukwekkende bronzen beeld is gevonden op 20 juli 1826. Het originele beeld van bijna twee meter hoog was gedeeltelijk gedemonteerd en werd samen met andere bronzen voorwerpen, waaronder zes bronzen hoofden, in een zorgvuldig verborgen holte tussen het Capitolium en de Colle Cidneo gevonden.
Men vermoedt dat dit is gedaan om de werken te beschermen tegen invasies van barbaarse volkeren die deze schatten zouden kunnen omsmelten tot wapens.
Van het Museo di Santa Giulia naar het Capitolium
Tot een aantal jaar geleden stond het beeld tentoongesteld in het Museo di Santa Giulia, maar na een uitvoerige studie van het beeld in Florence (2018 tot en met 2020) keerde het beeld terug op de plaats waar het werd gevonden.
De gevleugelde overwinning wordt nu tentoongesteld op een speciale sokkel die aardbevingsbestendig is. Het beeld staat niet centraal in de ruimte. Dit is bewust gedaan, want door het bronzen beeld op deze locatie te zetten is het mogelijk om met licht een missend onderdeel van het standbeeld uit te beelden.
De Vittoria Alata had origineel een schild vast waarop ze de naam van de overwinnaar had gegraveerd. Wanneer je op de juiste positie in de ruimte gaat staan, lijkt het net of ze een lichtbundel in haar handen heeft.
Een close-up van het beeld laat prachtige details zien. De veren van de vleugels, de chiton (een oud Grieks kledingstuk) en de gelaatstrekken zijn adembenemend mooi. De linkervoet staat wat hoger, omdat deze oorspronkelijk op de helm van Mars rustte.
Naast de Vittoria Alata zijn hier nog andere bronzen vondsten tentoongesteld, die op dezelfde locatie zijn gevonden. Het gaat vooral om decoratie van gebouwen en functionele objecten in de vorm van sierlijsten. In totaal zijn er honderden bronzen fragmenten gevonden, inclusief de zes bronzen hoofden die we later nog zien in Museo di Santa Giulia.
Het Romeinse theater van Brixia
Naast het Capitolium zijn de resten te vinden van het theater van Brixia. Het Romeinse theater werd gebouwd in dezelfde periode als het Capitolium. Beide plekken waren met elkaar verbonden door de hal van pilaren die nog deels zichtbaar is.
Na de Arena van Verona is dit het grootste theater van Noord-Italië. De omvang is vergelijkbaar met de amfitheaters van Taormina en Catania. Sommige berekeningen geven aan dat hier wel vijftienduizend toeschouwers konden genieten van diverse voorstellingen.
Vandaag de dag is er helaas niet veel meer over van het theater. Door brand en een aardbeving in de vierde en vijfde eeuw liep het veel schade op, hoewel het theater wel tot 1137 in gebruik bleef.
Vanaf het moment dat het theater niet meer werd gebruikt, raakte het in verval en zoals gebruikelijk in die tijd werd veel materiaal van het theater hergebruikt voor de bouw van andere gebouwen. Uiteindelijk is men op de fundering van het theater huizen gaan bouwen.
Tijdens opgravingen in de negentiende eeuw zijn veel van deze huizen afgebroken, op het Palazzo Maggi Gambara aan de westzijde na. In dit palazzo bevinden zich fresco’s van onschatbare waarde waardoor is besloten dit palazzo met zachtgroene gevel te laten staan.
Aan de buitenzijde zie je, in de muren aan de onderzijde, nog duidelijke resten van het oorspronkelijke theater.
Teatro Grande – het grootse theater van Brescia
Tegenwoordig gaan de inwoners van Brescia voor een avondje uit naar het Teatro Grande, dat bijna een museum is, zo rijk is het gedecoreerd. Ik volgde er een interessante rondleiding en mocht er een schitterende voorstelling bijwonen, waarvan ik graag een aantal foto’s deel. Che spettacolo!’