Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Egeltjeswijsheid in 25 gram geluk

‘Kun je er een paar dagen op passen?’ Met deze vraag begint de relatie tussen de Italiaanse dierenarts Massimo Vacchetta en een gevonden egel. Met de kracht van haar persoonlijkheid zet Ninna – het egeltje blijkt een vrouwtje – zijn leven binnen no time compleet op zijn kop.

In 25 gram geluk vertelt Massimo over deze bijzondere vriendschap die hem onverwacht een nieuw doel in het leven gaf: het opzetten van een speciale egelopvang. Nu wijdt hij zich fulltime aan de zorg voor deze beestjes – gewond, uitgeput, weerloos, maar met een wil om te leven die even sterk als aanstekelijk is.

Een fragment:

‘Ik was in twee praktijken voor kleine huisdieren gaan werken. Een paar keer per week maar. Bij een ervan was ik nu net gearriveerd: ik moest Andrea, de eigenaar, het hele weekend vervangen. Toen ik aankwam en we elkaar begroet hadden, begon hij aan de overdracht. Hij legde alles uit wat ik moest doen, terwijl we grapjes maakten over onszelf en ons werk.

Voordat we afscheid namen, liet hij me een doos zien. Er zat een diertje in. Het was heel klein.
‘Het is een baby-egel,’ zei hij.
Ik bekeek het wezentje nieuwsgierig.

‘Een mevrouw heeft hem gevonden, bij haar in de tuin. Het is een weesje. Ze heeft hem naar me toe gebracht omdat ze niet wist hoe ze hem moest verzorgen,’ vervolgde Andrea.

Het egeltje had zijn oogjes nog dicht. Zijn huid was helemaal roze, zonder vacht. Zijn stekels waren wit en zacht en zaten een beetje door de war. Ze staken vlak achter zijn piepkleine oortjes omhoog en liepen verder over zijn hele rug.

‘Hij is een dag of twee, drie geleden geboren en weegt maar vijfentwintig gram,’ vertelde Andrea verder.

‘Vijfentwintig gram is echt helemaal niks…’ merkte ik op.
‘Ja… je zult hem een paar keer eten moeten geven.’
‘Welke melk is het beste als vervanger voor moedermelk?’
‘Ze hebben me geitenmelk aangeraden. Koemelk is helemaal niet goed, want dat heeft een hoog lactosegehalte, een vorm van suiker die egels niet verdragen. Je moet het hem met een insulinespuit geven. Druppel voor druppel.’
‘Dit komt niet vaak voor!’

Ik pakte het egeltje en zette het op mijn hand om het beter te kunnen bekijken. Ik liet mijn blik even op zijn voorpootjes rusten: met die dunne teentjes leken het net piepkleine handjes. Die gelijkenis trof me, maar nadat ik het spoortje van emotie dat bovenkwam had verdreven, stelde ik glimlachend aan Andrea voor: ‘Laten we wat foto’s met hem maken, dan zetten we die op Facebook.’

We maakten wat selfies met onze smartphone. Hij en ik met het egeltje. Ik met het egeltje. Hij met het egeltje. We kozen de leukste uit om online te zetten. We namen afscheid. En ik ging weer naar huis. […]

Zoals ik met Andrea afgesproken had, ging ik naar zijn praktijk. Allereerst wilde ik me om het egeltje bekommeren. Dat opmerkelijke diertje had me de vorige dag al met al vertederd.

Ik maakte de deur open en bleef als versteend staan. Ik had een kreetje gehoord. Een klein, subtiel huiltje. Als van een kuiken. Of een vogeltje. Minuscuul, voortdurend gekerm, met korte tussenpozen. Ze troffen me recht in mijn hart. Doorboorden het. Deden me pijn. Zachte en toch scherpe geluiden in de vorm van een traan. Het egeltje vroeg om hulp.

Ik liep naar de doos vol houtsnippers, waar hij in zat. Ik pakte het beestje op en zette het op tafel. De egel was koud. De ijzige kou van leven dat wegsijpelt om plaats te maken voor de dood. Ik voelde een oneindig verdriet om dit kleine dier. Ik werd bevangen door bekende, maar toch nieuwe emoties, alsof ze ontwaakten uit een slaperige toestand die hen lange tijd verborgen of gevangen had gehouden.

Ik was helaas gewend aan de pijn van dieren. Ik had een schild gecreëerd waardoor ik een zekere afstand kon bewaren. Een schild dat in een mum van tijd aan gruzelementen viel bij het zien van dit schepseltje.

Ik bekeek het baby’tje met andere ogen. Ik zag het feit dat hij wees was. Ik zag voor me hoe zijn moeder door een auto was overreden terwijl ze eten aan het zoeken was. Misschien geplet op het asfalt. Of in elk geval niet meer in staat om naar het hol terug te keren. Ik stelde me voor hoe hij tevergeefs op haar wachtte. En hoe bang hij was.

Waarschijnlijk was hij wanhopig, uit het nest gekropen om zijn moeder te zoeken. En in een oogwenk, als in een flits, voelde ik zijn eenzaamheid. Volledig. Als een afgrond. Die herkende ik. Die was net de mijne, die ik als kind had gekend.’

Lees verder in

25 gram geluk | Massimo Vacchetta & Antonella Tomaselli | vertaald door Saskia Peterzon-Kotte | ISBN 9789400509115 | € 17,99 | Lev Boeken | bestel 25 gram geluk via deze link bij bol.com | ook verkrijgbaar als e-book

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *