Wie de Duomo van Florence wel eens van binnen heeft bewonderd, heeft vast gezien dat deze beroemde kathedraal met de zo kenmerkende koepel niet bol staat van de kunstwerken. Je bewondert er weliswaar een schitterende klok, een prachtig portret van Dante en een kleurrijke koepelschildering, maar verder doet de kerk nogal kaal aan.
Alle kunstwerken die ooit de kerk sierden, zijn namelijk verzameld in het Museo dell’Opera del Duomo, dat meteen achter de kerk ligt. Ooit was dit een vrij stoffig museum, dat niet meteen tot de verbeelding sprak – maar nu is het een inspirerende reis door de geschiedenis van het bekendste monument van Florence: il Duomo.
Na een grootscheepse restauratie – waarbij het achterliggende Teatro degli Intrepidi bij het museum werd betrokken – opende het museum eind oktober 2015 zijn deuren om bezoekers een geheel nieuwe kijk te geven op het boegbeeld van Florence.
Maar liefst zevenhonderdvijftig kunstwerken zijn er verzameld in het nieuwe museum, verdeeld over vijfentwintig zalen (waarvan er een twintig meter hoog en veertig meter breed is), waarmee het de grootste Florentijnse beeldenverzameling ter wereld is.
Het is een wervelende collectie van beelden uit de middeleeuwen en de renaissance, allemaal gemaakt voor de Duomo, het Battistero of de campanile, van marmer, brons en zilver, vervaardigd door onder anderen Arnolfo di Cambio, Donatello, Michelangelo en Luca della Robbia.
Zaal van het Paradijs
Hun namen schitteren je tegemoet als je naar de eerste zaal van het museum loopt. Je oog wordt als vanzelf naar de Sala dell’Antica Facciata (ook wel Sala del Paradiso genoemd), met een levensgrote constructie van de oude façade van de Duomo, naar een ontwerp van Arnolfo di Cambio (1296).
Zijn ontwerp werd nooit voltooid (het moest in 1587 worden afgebroken voor de komst van de nieuwe façade) maar schittert nu in een uniek samenspel van veertig standbeelden en zestig decoratieve stukken.
Dankzij een schets van Bernardino Poccetti, die de Duomo vastlegde op het moment dat de façade werd afgebroken, kon er in het museum een waarheidsgetrouwe Duomo worden gebouwd.
Maar niet alleen de voorgevel van de Duomo is gebouwd zoals hij ooit was: ook de originele bronzen deuren van het Battistero, met schitterende voorstellingen van Lorenzo Ghiberti, zijn in het museum te zien – precies tegenover de Duomo.
Zo is het hele stuk Domplein tussen de Duomo en het Battistero nagebouwd. Een bijzonder stukje stad, dat in vroeger tijden de naam paradiso droeg – vandaar ook wellicht Michelangelo’s bijnaam voor de deuren van de doopkapel.
Ook de noordelijke deuren van de doopkapel zijn al te zien – en links van de Porta del Paradiso is alvast plek gemaakt voor de zuidelijke deuren, ontworpen door Andrea Pisano, die op dit moment gerestaureerd worden.
Alleen al in deze zaal kun je uren rondkijken en je laten overweldigen door het tijdsbeeld. Gelukkig blijf je door de unieke indeling van het museum tijdens je hele bezoek zicht houden op deze zaal, met prachtige doorkijkjes en panoramaplekken.
Klokkentoren- & koepelkunst
Maar er is meer moois, zoals de Galleria del Camanile di Giotto, met zestien levensgrote beelden die onder meer Andrea Pisano en Donatello maakten voor de klokkentoren en de ruim vijftig reliëfs die de zijden van de toren sieren.
Indrukwekkend is ook de Galleria della Cupola di Brunelleschi, die zoals de naam al doet vermoeden is gewijd aan het wonder van Brunelleschi’s koepel, met de originele houten modellen van de koepel en de lantaarn en een interessante video over de constructie van dit architectonisch hoogstandje.
Vergeet niet ook even naar boven te lopen, naar het dakterras, waar je een unieke kijk hebt op de koepel zelf, nog altijd even majestueus naar de hemel reikend als in Brunelleschi’s tijd.
Marmeren en zilveren verleiding
In de Galleria delle Cantorie weten de koortribunes van Donatello en Luca della Robbia je te verleiden, met hun prachtig gebeeldhouwde zangers en muzikanten.
Deze koortribunes waren zowel bedoeld voor de koorzangers als voor de orgels. Tot 1688 schitterden de tribunes in de Duomo, maar in dat jaar werden ze te klein en te gedateerd bevonden voor het huwelijk van Ferdinando De’ Medici.
Leuk om te weten is dat Donatello door zijn opdrachtgevers werd uitgedaagd om op zijn minst aan het niveau van Della Robbia te voldoen. Hij zou per marmeren paneel veertig muntstukken krijgen als zijn werk net zo mooi zou zijn als dat van Della Robbia.
Zou hij Della Robbia’s werk weten te overtreffen, dan zou hij tien muntstukken per paneel meer krijgen. Oordeel zelf wat Donatello’s opbrengst moet zijn geweest…
Even verderop worden je zintuigen betoverd door het letterlijk en figuurlijk schitterende zilveren altaar uit de doopkapel, waarvoor vierhonderd kilo zilver is gebruikt…
… en door de uitstraling van Donatello’s Maria Magdalena, gemaakt van populierenhout.
Michelangelo’s Pietà Bandini
Een hele zaal is gereserveerd voor Michelangelo’s Pietà Bandini, die tot 1980 in de Duomo pronkte. Officieel is het beeld geen Pietà in de oorspronkelijke betekenis van het woord, maar een weergave van de kruisafneming, met naast Maria en Jezus ook Maria Magdalena en Nikodemos, wiens gezicht veel weg heeft van dat van Michelangelo.
De beroemde beeldhouwer vervaardigde dit beeld op zeer hoge leeftijd, met de bedoeling het op zijn grafmonument te plaatse in de Santa Maria Maggiore in Rome. Hij was echter zo ontevreden met het resultaat en met de staat van het marmer, dat makkelijk barsten vertoonde, dat hij het beeld te lijf ging en er een paar flinke stukken van af sloeg.
Nog altijd zie je flinke barsten in de linkerarm van Jezus en in de linkerhand van Maria. Het linkerbeen van Jezus ontbreekt, al zie je onder Maria’s linker elleboog waar het geplaatst had moeten worden.
Uiteindelijk zou Michelangelo’s assistent hem tot kalmte hebben gemaand, waarna het beeld werd verkocht aan Francesco Bandini, een vriend van Michelangelo en tevens beeldhouwer en architect, die het in zijn tuin in Rome plaatste.
Het schijnt dat Vasari nog wel heeft geprobeerd om het beeld op Michelangelo’s graf in de Santa Croce in Florence te laten plaatsen, maar zover kwam het niet. Wél kwam de Pietà eind zeventiende eeuw terug naar Florence, waar het eerst een plek kreeg in de Medici-kapellen en vervolgens werd verhuisd naar de Duomo.
Nu heeft het beeld alle ruimte in het nieuwe museum, waar je het van heel dichtbij kunt bekijken, met een prachtig gedicht van Michelangelo als enige gezelschap. Bellissimo!
Praktische informatie Museo dell’Opera del Duomo in Florence
Het Museo dell’Opera del Duomo ligt aan het Piazza del Duomo 9, achter de Duomo. Het museum is elke dag geopend van 9.00 tot 17.00 uur. Je koopt een combiticket voor het museum, toegang tot de campanile (klokkentoren), de doopkapel, Brunelleschi’s koepel en de crypte van de Santa Reparata.
Zo’n ticket kun je het beste voorafgaand aan je bezoek reserveren via deze link. Je kunt ook kiezen voor een combiticket met de Galleria degli Uffizi en de Galleria dell’Accademia.