De Cappella Brancacci is een van de zijkapellen van de Santa Maria del Carmine, aan de zuidkant van de Arno. Laat je niet ontmoedigen door de meestal dichte kerkdeuren; de toegang tot de Brancacci-kapel bevindt zich rechts van de kerk, in de bijbehorende kloostergang.
De fresco’s in de kapel zijn overdonderend mooi. De opdrachtgever van deze schitterende frescocyclus, Felice di Michele Brancacci, een rijke zijdehandelaar, mogen we dan ook dankbaar zijn.
Dankzij hem kunnen we nog genieten van al die prachtige kleuren. En dankzij de kunstenaars die de fresco’s op de muur vereeuwigden uiteraard. Het zijn er drie: Masolino, die de opdracht van Brancacci kreeg, Masaccio, die er samen met Masolino aan werkte, en Filippino Lippi, die de frescocyclus zou voltooien.
De fresco’s in detail
Een kijkje in de kapel is nog mooier als je weet wat er allemaal te zien is. Daarom brengen we een virtueel bezoek aan de kapel, waarbij we elk fresco tot in detail bekijken:
We beginnen helemaal linksboven, waar je Adam en Eva naakt en ontredderd ziet wegrennen, met boven hen een engel. Dit fresco, van de hand van Masaccio, verbeeldt hun verdrijving uit het paradijs. De dramatiek spat er van af; verdriet, schaamte en wanhoop zijn duidelijk uit de houding en gezichtsuitdrukking van beide figuren af te lezen.
Rechts van Adam en Eva zie je de Betaling van belasting, eveneens van Masaccio. Je ziet Jezus die naar Petrus wijst, die een vis uit het water haalt. Links haalt hij een munt uit de bek van de vis, rechts geeft hij deze munt aan de belastinginner.
Links op de achterwand zien we van Masolino’s hand hoe Petrus een preek houdt voor een groep gelovigen:
De frescocyclus gaat verder op de onderzijde van de linkermuur, met eerst een fresco van Filippino Lippi, waarop Paulus Petrus bezoekt in de gevangenis:
Daarnaast de opwekking van de zoon van Theofilus, waar Masaccio aan is begonnen maar dat door Lippi is voltooid. Rechts op dit fresco wordt uitgebeeld hoe Petrus de tonsuur ingesteld zou hebben – zoals de karmelieten, de orde waartoe deze kerk behoort, aannemen.
Rechts daarvan Petrus op de troon. Uiterst rechts staan Masaccio en Masolino zelf afgebeeld, samen met een aantal van hun tijdgenoten, onder wie Filippo Brunelleschi (van de koepel van de Duomo) en Leon Battista Alberti.
Linksonder op de achterwand zie je hoe Petrus zieken geneest met zijn schaduw, geschilderd door Masaccio. Ook hier zie je Masolino weer opduiken; hij is de man met de rode hoed:
Rechtsboven op de achterwand een fresco van Masaccio, waarop bekeerlingen gedoopt worden, met daaronder, eveneens een fresco van Masaccio:
Rechts daarvan, bovenaan op de rechterwand, het voor mij mooiste fresco, met twee delen. Op het linker stuk, van Masolinio, geneest Petrus een kreupele. Op het rechter stuk, van Masaccio, wekt hij Tabitha tot leven. Het midden toont twee rijke zijdehandelaren, zoals Brancacci zelf moet zijn geweest, in schitterend gedecoreerde stoffen.
Helemaal rechts de zondeval, van de hand van Masolino. Hoeveel lieflijker dan hun overburen kijken deze Adam en Eva je aan?!
Op de onderzijde van de rechterwand zie je links de kruisiging van Petrus, en rechts Petrus en Simon de Magiër – beide geschilderd door Filippino Lippi.
Rechts naast Petrus aan het kruis een zelfportret van Filippino Lippi; hij is degene met de blauwe muts, in het midden. De middelste figuur, die je aankijkt, zou Filippino’s leermeester Sandro Botticelli zijn.
De frescocyclus eindigt met de bevrijding van Petrus uit de gevangenis, eveneens van de hand van Filippino Lippi: