Van Bellini tot Titiaan, van Mantegna tot Rafaël, zo luidt de ondertitel van een grootse expositie die vanaf 2 februari te zien is in Padova. Het zijn namelijk deze meesters die Pietro Bembo in zijn huis in Padova verzamelde en die nu zijn samengebracht in het Palazzo del Monte di Pietà voor een unieke tentoonstelling.
Pietro Bembo en de uitvinding van de renaissance
Na vijf eeuwen zijn alle werken uit de collectie van deze Pietro Bembo, een Venetiaanse geleerde die het tot kardinaal schopte, voor zover mogelijk weer verenigd. Sierden ze eerst de muren van zijn huis aan de huidige Via Altinate, nu hebben ze een grootser onderkomen gekregen. Het is een indrukwekkende verzameling, met werken van onder anderen Titiaan, Giorgione en Rafaël. Hij trad ook op als beschermheer van een aantal grote kunstenaars, onder wie Sansovino, Titiaan, Benvenuto Cellini en Giovanni Bellini. Een kleine greep uit de kunstwerken die te zien zijn:





Pietro Bembo en Lucrezia Borgia
Naast fervent kunstverzamelaar en mecenas was Bembo ook een groot liefhebber van mooie vrouwen. Zijn liefde voor Lucrezia Borgia stak hij niet onder stoelen of banken. Hoewel Lucrezia getrouwd was met Alfonso d’Este, de hertog van Ferrara, onderhield ze stiekem een diepgaande relatie met de beroemde kunstliefhebber. Haar minnaar was hier zo trots op, dat hij een dialoog over de (weliswaar platonische) liefde, Gli Asolani, aan Lucrezia opdroeg.


Pietro Bembo en Petrarca
Bembo was niet alleen een groot liefhebber van kunst en vrouwen, hij had ook zijn hart verloren aan het Florentijns. In Florence had Bembo zijn eerste studiejaren voltooid, en hoewel hij daarna nog in onder andere Rome, zijn geboortestad Venetië (waar hij korte tijd bibliothecaris van de San Marco was), Gubbio en Bergamo verbleef, hield de liefde voor het Florentijns stand. In 1501 liet Bembo het werk van Petrarca, een van de grootste Florentijnse schrijvers, opnieuw uitgeven.
Een heus lettertype
Pietro Bembo was dus een geletterd type. Wie weet of we zonder hem nog wel hadden kunnen genieten van Petrarca’s liedboek, of Titiaan en Bellini zonder hem net zo groot waren geworden… Bembo heeft echter ook nog een andere erfenis nagelaten. Zijn boek De Aetna (Over de Etna) is namelijk gezet in een uniek lettertype, dat later naar Bembo werd vernoemd.
Dat lettertype is in Padova niet te zien, maar een groot deel van Bembo’s culturele erfenis bevindt zich voor even weer onder een dak. Een unieke gelegenheid om kennis te maken met zijn ‘uitvinding van de renaissance’. Kijk voor meer informatie over de tentoonstelling op de website die speciaal voor deze ‘Mostra Bembo’ in het leven is geroepen.