Bestel Saskia's roman Het perfecte recept

Delicatessen in detail – bewonder de schilderijen van Pietro Longhi in Venetië

Je kunt in Venetië geen stap zetten of er is wel een lekkernij binnen handbereik. Van de vroege ochtend tot diep in de nacht voorziet de stad je van zoete en hartige versnaperingen en bijbehorende drankjes.

Venetianen genieten in de vroege ochtend van een caffè aan de toog van een barretje, een cornetto of biscotti van een goede pasticceria, vers fruit van de Mercato di Rialto, een smeuïge tramezzino uit het vuistje en tegen aperitivo-tijd een cicchetto in de ene hand en een ombra in de andere.

Veel van deze culinaire gewoonten en delicatessen kennen een lange geschiedenis. In de achttiende eeuw werden ze al treffend vastgelegd door de Venetiaanse schilder Pietro Longhi, wiens werken je nog altijd in Venetië kunt bewonderen.

vermeend zelfportret van Pietro Longhi (circa 1759) | Ca’ Rezzonico

Manon van eet!verleden neemt je mee naar Ca’ Rezzonico (waar Longhi’s schilderijen een mooi geheel vormen, zoals je op onderstaande foto’s kunt zien) en naar de Pinacoteca Querini Stampalia, om een aantal van zijn geschilderde lekkernijen in detail te bekijken.

Pietro Longhi – schilder van dagelijkse taferelen

Manon: ‘De schilderijen van Pietro Longhi (1701-1785) geven je een unieke kijk in het leven van Venetianen in de achttiende eeuw. Longhi specialiseerde zich in de genreschilderkunst; schilderijen waarop het dagelijks leven afgebeeld wordt.

Uniek aan Longhi is dat hij niet slechts de dagelijkse beslommeringen van de adel en de elite vastlegde, maar ook het leven van de gewone man. Zijn werken tonen dus beide werelden en bovendien momenten waarop deze werelden elkaar treffen. Vooral dat laatste is bijzonder, want dat is in de schilderkunst niet vaak vastgelegd.

Dat Longhi voor de genreschilderkunst koos, was ingegeven door zijn opleiding. Als zoon van edelsmid Alessandro Falca (Longhi veranderde later zijn naam van Falca in Longhi), was het geen verrassing dat Longhi zijn leven aan de kunsten zou wijden.

Na zijn eerste oefening in de schilderkunst opgedaan te hebben bij Antonio Balestra, ging Longhi in de leer bij Giuseppe Maria Crespi, in Bologna. Crespi was geïnspireerd geraakt door de frivole genrestukken uit de Nederlandse schilderkunst van de zeventiende eeuw, van onder meer Jan Steen en Johannes Vermeer.

Met treffende precisie en een vleugje humor schilderde hij het alledaagse leven. Longhi volgde zijn leermeester in het genre en streefde hem uiteindelijk voorbij in zowel kwaliteit als creativiteit en originaliteit van zijn werken.

Dankzij Longhi kunnen we nu nog altijd een kijkje nemen in het privéleven van Venetianen van tweehonderdvijftig jaar geleden.

Venetiaanse eetcultuur

In Venetië vind je zowel in de collectie van Ca’ Rezzonico als in die van de Pinacoteca Querini Stampalia een uitgebreide serie schilderijen van Pietro Longhi. Ze zijn keurig bijeengebracht en sieren de wanden van pronkkamers in deze statige huizen.

Juist doordat ze zo mooi samen tentoongesteld worden, krijg je een goed beeld van het Venetiaanse leven dat Longhi met zijn kijkers wilde delen. Direct valt op dat eten en drinken een belangrijke rol speelden in het achttiende-eeuwse Venetië.

Als je weet waar je naar moet kijken en wat achtergrondinformatie hebt, ontwaart zich een smakelijke wereld die soms tot op de dag van vandaag nog vindbaar is in de lagunestad. Daarom neem ik je mee in enkele van Longhi’s schilderijen die je na het lezen van dit artikel ook zelf van dichtbij kunt gaan bekijken.

Ciambella’s – ringvormige koeken

Als je door de smalle straatjes van Venetië loopt, stuit je regelmatig op een etalage van een pasticceria waarin ringvormige koeken prijken met de naam bussolà, bussolai of buranelli. De zoete koek heeft tegenwoordig het predicaat ‘traditionele lekkernij van het eiland Burano’ maar was in het verleden veel wijder verbreid onder de meer algemene naam ciambella, waarover ik eerder al schreef, in dit artikel.

In heel Venetië moet men ciambella’s hebben gebakken. Op de schilderijen van Longhi wordt al snel duidelijk dat de ringvormige koek een delicatesse voor in de betere kringen was. De lekkernij komt veel voor op de genrestukken, maar altijd binnenshuis en alleen bij gegoede burgerij en adel.

Dat is niet vreemd, want ciambella’s werden met suiker bereid. In de achttiende eeuw was dit rietsuiker dat van verre oorden aangevoerd moest worden. Het was een luxe ingrediënt en dus was ciambella een luxe koek.

Op het schilderij La scuola di lavoro zie je hoe ciambella’s aan de man gebracht werden. Een dame van eenvoudige komaf loopt binnen bij lieden uit de gegoede burgerij en biedt de koeken aan vanuit haar mand.

La scuola di lavoro – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico

In Venetië werden tal van producten op deze wijze verkocht door straatverkopers en verkopers die de deuren langs gingen. Koek en brood van de koekenbakker en broodbakker (dat waren verschillende beroepen) werden in of door de bakkerij zelf verkocht (dan spreek je van ‘de warme bakker’) of door een ‘koude bakker’ (iemand die de waar inkocht en vervolgens doorverkocht).

Ciambella en chocolademelk als ontbijt

De ciambella’s werden op verschillende momenten van de dag gegeten en ook dat laat Longhi prachtig zien. De koekjes konden onderdeel van het ontbijt zijn. Het schilderij La cioccolata del mattino toont flinke exemplaren op de rand van het bed van de dame. De bediende in de rode jas staat klaar om haar een kopje chocolademelk en een ciambella aan te bieden.

La cioccolata del mattino – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico

Ook op andere schilderijen worden ciambella’s samen met koffie of chocoladedrank geserveerd. Aan tafel, op de canapé, in gezinsverband en wanneer er visite was, zoals de pater op het schilderij La visita del frate en de chique dame die Longhi portretteerde op zijn La visita al convento.

La visita del frate – Pietro Longhi | Ca’ RezzonicoLa visita al convento – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico

Koffie en koekjes in het klooster

Dat ciambella’s in kloosters gegeten werden, laat ook een ander schilderij in Ca’ Rezzonico zien. Het schilderij werd eerst toegeschreven aan Longhi, maar tegenwoordig aan Francesco Guardi.

Er wordt een scène in de bezoekersruimte van het nonnenklooster San Zaccaria afgebeeld. In dit klooster zaten voornamelijk adellijke dames en volgens diverse bronnen werd er goed en uitgebreid gegeten door de kloosterdames, met onder meer een jaarlijks feestmaal met de doge.

Op gezette tijden mochten familieleden de nonnen een bezoek brengen. Daarbij werden bij de koffie – jawel – ciambella’s geserveerd.

Il parlatorio delle monache di San Zaccaria – Francesco Guardi | Ca’ Rezzonico

Een ciambella voor de hond

Overigens toont dit schilderij ook nog een ander interessant detail over het koekje. De dame met de gigantische witte jurk geeft een ciambella aan haar hondje! Longhi heeft dit op meerdere van zijn schilderijen afgebeeld.

Terwijl de gewone man er waarschijnlijk van droomde om zijn tanden in zo’n koek te kunnen zetten, werd het in chique kringen gewoonweg aan de hond gevoerd.

Van alle Venetiaanse etenswaar ben ik de ciambella veruit het meest tegengekomen op de schilderijen van Longhi. Het is geen toeval. Het geeft aan dat het koekje een vaste plek in de Venetiaanse eetcultuur had.

Koffie, thee en chocolademelk

We zagen al dat er in de achttiende eeuw op bed chocolademelk gedronken werd en dat koffie geserveerd werd aan visite. Deze twee warme dranken deden samen met thee in de tweede helft van de zeventiende eeuw hun intrede in Venetië.

Ook in de achttiende eeuw waren dit nog dranken die voornamelijk in welgestelde kringen gedronken werden. Rondom koffie ontwikkelde zich een ware Venetiaanse koffiecultuur. Waar de warme drank in eerste instantie bij de happy few thuis werd gedronken, ontstonden al snel koffiehuizen.

Een kijkje in een Venetiaans koffiehuis

Longhi schilderde rond 1760 La bottega del caffè, waarop je een kijkje in een Venetiaans koffiehuis kunt nemen (te zien in het Palazzo Leoni Montanari in Vicenza).

La bottega del caffè – Pietro Longhi | Palazzo Leoni Montanari

Koffie drong in de loop der tijd ook door tot de gewone man. Aan het einde van de achttiende eeuw kon bijna iedereen zich koffie en thee veroorloven.

Beide warme dranken werden genuttigd uit kleine porseleinen kopjes en geserveerd op een dienblad. Koffie werd geschonken uit hoge koffiekannen van porselein of metaal en thee uit lage brede potten.

Nog meer koffiekunst

Op Longhi’s schilderijen wordt in tal van scènes koffie geserveerd, zoals op La visita in bauta en La lezione di geografia. Op het laatste doek is duidelijk de metalen koffiekan te zien met daarnaast op het dienblad drie kleine porseleinen kopjes.

La visita in bauta – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico
La lezione di geografia – Pietro Longhi | Pinacoteca Querini Stampalia

Thee was een drank die vaak in de ochtend werd gedronken, zoals je kunt zien op het schilderij La tentazione (niet te zien in Venetië, maar in het Metropolitan Museum of Art in New York).

Op de ontbijttafel staan een theepot, twee porseleinen theekopjes, een kommetje met suiker en een glazen fles met melk, voor in de thee. De heer aan tafel eet brood (los op tafel) met boter (op het bord). De bediende achter de tafel staat op het punt het botermes aan te geven.

La tentazione – Pietro Longhi | Metropolitan Museum of Art

Cacao bleef een relatief duur ingrediënt tot in de twintigste eeuw. In de achttiende eeuw werd het uitsluitend gebruikt voor chocolademelk. Het proces voor het maken van harde chocolade, waarvan tegenwoordig chocoladerepen en bonbons gemaakt worden, werd pas rond 1870 ontdekt.

De chocolademelk op Longhi’s schilderijen werd gemaakt door plakken cacaomassa op te lossen in warm water, wijn of port. Met een speciale klopper werd het geheel flink geroerd en opgeschuimd tot een egale massa.

Als je goed kijkt naar het dienblad op het schilderij La visita al convento, zie je een wolkje boven het kopje uitkomen.

La visita al convento – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico

Een kan of glas wijn

De wijn vloeide overigens ook rijkelijk. Niet alleen bij gegoede Venetianen, maar ook in herbergen en kroegen en plaatsen van vertier voor de gewone man.

Op de genrestukken waarop je een inkijkje krijgt in de Venetiaanse kroeg, zoals op L’allegra coppia en Contadini all’osteria, zie je dat wijn uit aardewerk kannetjes wordt geschonken én gedronken.

L’allegra coppia – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico
Contadini all’osteria – Pietro Longhi | Pinacoteca Querini Stampalia

Op de twee schilderijen waarop Longhi de Venetiaanse volksdans furlana afbeeldde, staan grote glazen karaffen. Wijn werd uit een beker of glas gedronken. De elite dronk vaak uit mooi versierd Venetiaans glas, destijds al gemaakt op het eiland Murano.

La furlana – Pietro Longhi | Pinacoteca Querini Stampalia
La furlana – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico

Picknick in de lagune

Wijn ging ook mee naar een picknick, zoals te zien is op het schilderij Negli orti della laguna. Links onder op het doek staat op een verhoging een grote glazen fles met wijn, de hals dicht gestopt met een lapje stof. Ernaast staat een glas gevuld met wijn.

Op de grond liggen twee kalebassen of pompoenen. Je zou verwachten dat het op dit schilderij een verwijzing naar de groentetuin is, maar de kalebas werd ook gebruikt om wijn te vervoeren en was tevens ‘de wijnfles’ van de gewone man.

Negli orti della laguna – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico

Op Longhi’s schilderij La filatrice zie je dat goed terug. Linksonder bij de man staat een kalebas met een lapje stof in de bovenkant om hem af te dichten en om de hals zit een stukje touw gewikkeld, om hem te kunnen dragen.

La filatrice – Pietro Longhi | Pinacoteca Querini Stampalia

Bijzondere broodjes

Het schilderij Negli orti della laguna toont nog meer leuke details. Naast de wijnfles ligt een broodje dat we nu typisch vinden voor de streek Emilia-Romagna. Je vindt ze bijvoorbeeld in Ferrara (de gedraaide coppia Ferrarese met vier pootjes) of Bologna (pane bolognese). Het zijn luchtige droge broodjes met een hele lichte knapperige korst. Deze broodjes zien we in de achttiende eeuw (en eerder) ook volop in Venetië.

De dame aan tafel is geconcentreerd bezig een artisjok te ontleden om op te eten. Tot op de dag van vandaag worden artisjokken verbouwd in de lagune van Venetië, vooral op het eiland Sant’Erasmo.

Hier groeien al ruim driehonderd jaar artisjokken, waarmee in het voorjaar de Rialtomarkt overspoeld wordt. Venetianen genoten én genieten ervan met een vinaigrette of frituren ze als smakelijke antipasto. De heer aan tafel is overigens een zelfportret van Pietro Longhi.

Een pan vol polenta

Ik kan eindeloos vertellen over alle culinaire details op de schilderijen van Pietro Longhi, zeker over een van zijn sprekendste schilderijen: La polenta.

La polenta – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico

De naam zegt het al en ook het schilderij maakt meteen duidelijk waar we naar kijken. De dame in de herberg kiepert een grote metalen pan om op tafel, waar een enorme goudgele klomp met polenta uit glijdt.

Polenta was volksvoedsel. Het was goedkoop en makkelijk te maken, dus ideaal om te serveren in herbergen en kroegen, maar ook thuis. De kleur van deze polenta doet vermoeden dat het van maïs gemaakt is, net als de polenta van tegenwoordig.

Maïs, oorspronkelijk afkomstig uit Amerika, was in de loop van de achttiende eeuw meer en meer verspreid geraakt in Italië. Daarvoor werd ook polenta gegeten, maar in plaats van gries van maïs, werd dit meestal van gries van gerst of tarwe gemaakt.

Polenta is niet anders dan een dikke brij gekookt van gebroken granen en water, bouillon of eventueel melk. Ook de kroeggangers op het schilderij Contadini all’osteria eten polenta, keurig met een lepel overigens.

Fritelle – Venetiaanse oliebollen

Ik eindig met mijn favoriete achttiende-eeuwse ‘snack’ op Longhi’s schilderijen: fritelle. Ook deze lekkernij is nog altijd te vinden in Venetië, tijdens carnaval. De fritelle di Venezia zijn in de basis vrij eenvoudig: gefrituurde stukjes gerezen deeg. Het verschilt niet veel van onze oliebol.

Bestrooid met suiker wordt het meteen een bijzondere versnapering. Dat was in de achttiende eeuw alleen weggelegd voor mensen met een ruime beurs. Het schilderij La venditrice di fritelle toont prachtig hoe in de achttiende eeuw fritelle gegeten en verkocht werden.

La venditrice di fritelle – Pietro Longhi | Ca’ Rezzonico

Het was street food, wat ook al snel duidelijk wordt op een ander schilderij met eveneens een verkoper van fritelle (uit een privécollectie). De gefrituurde bollen werden thuis gebakken of vers op straat. In grote schalen werden ze door de straten gedragen en verkocht op de markt, aan de kade of in de buurt van feestgelegenheden.

Het schilderij met de verkoopster toont hoe de fritelle aan een spies geregen werden om netjes te presenteren en handig mee te nemen. Het jongetje komt al met een nieuwe voorraad aanlopen.

Op het andere schilderij is ook iets opmerkelijks te zien. De figuren op dit schilderij zijn duidelijk van eenvoudige komaf, te zien aan kleding, hoofddeksels en schoeisel. Toch prikt het jongetje rechts met een vork een fritella uit de schaal.

De vork was zeker nog niet ingeburgerd aan tafel toen Pietro Longhi zijn schilderijen maakte, ook niet bij de elite. Er waren grote vleesvorken voor het aansnijden van gebraad en kleine vorkjes die gebruikt werden bij de laatste gang van een maaltijd om kleverige zoetigheid zoals gekonfijt fruit aan te prikken. Dat dit jongetje ‘een vorkje prikt’, is dus zeker geen alledaags tafereel voor die tijd.

Il venditore di fritelle – Pietro Longhi | privécollectie

Schilder én meesterverteller

Pietro Longhi was niet alleen een begenadigd schilder, maar blinkt met zijn genreschilderijen ook uit als meesterverteller. Hoeveel bronnen we ook hebben over het dagelijks leven in Venetië van tweehonderdvijftig jaar geleden, niets toont ons zo treffend het Venetiaanse leven als de prachtige platen van Pietro Longhi. Ga ze dus zeker bekijken als je in Venetië bent!’

Ontdek de leukste routes in Italiaanse steden!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *