Dat Calabrië meer te bieden heeft dan alleen zee en strand, bewijst het onherbergzame en mysterieuze Parco Nazionale dell’Aspromonte, een uitloper van de Apennijnen, een natuurschat die zijn weerga niet kent. Aspromonte betekent letterlijk ‘ruige berg’, een terechte naam voor dit ongerept natuurgebied.
Paul: ‘Aan de Ionische Zee-zijde van het park vind je hoge woeste bergtoppen van bijna tweeduizend meter hoogte, met talloze grotten, kloven en watervallen. In lager gebieden worden deze afgewisseld met fiumare, brede rivierbeddingen vol grind, en zeldzame rotsformaties.
De Tyrreense Zee-zijde wordt overwoekerd door weelderige loof- en beukenbossen. Tot de afwisselende vegetatie behoort ook de bergamot, een citrusvrucht die onder meer gebruikt wordt voor parfums, crèmes en thee en qua smaak het midden houdt tussen een bittere sinaasappel en een limoen.
Het Parco Nazionale dell’Aspromonte heeft daarnaast een zeldzame dierenpopulatie. Er leven hier nog veertig wolven, die zich slechts op uiterst zeldzame momenten laten zien. Als je geluk hebt, kun je naast een haviksarend ook een wilde kat of beren spotten.
Tussen al dat natuurschoon liggen charmante dorpjes met schitterende vergezichten, maar ook voormalige spookdorpjes, zoals Pentidattilo, waar langzaam weer een nieuwe gemeenschap ontstaat.
De bomenpopulatie is nog altijd een raadsel voor natuurwetenschappers. In het gebergte vind je bomen op vreemde hoogten of bomen die hier eigenlijk niet thuis horen. Het levert hier en daar zelfs vreemde combinaties op, zoals kastanjebomen die op dezelfde hoogte voorkomen als olijfbomen.
We maken een tocht door het Parco Nazionale dell’Aspromonte met gidsen Sabine van Sabinement en Demi van Aspromontewild. Tina van Enotria Travel bereidt ons tijdens de autorit naar het startpunt alvast voor op een avontuurlijke tocht die ons dwars door het park zal leiden, over het hoogste punt in Montalto naar Gerace, waar we zullen overnachten.
Na een steile klim, die prachtige vergezichten op de Straat van Messina biedt, belanden we in het dorpje Gambarie, een heus wintersportplaatsje.
Vanaf het centrale piazza gaan er skiliften omhoog. ’s Winters is dit een populair skigebied – een gek idee als je dit Zuid-Italiaanse dorpje in de nazomer bezoekt. Gambarie heeft naast vijf skiliften ook een borstelbaan én zelfs een zwarte piste, primitief maar uniek! Hiermee lijkt het in Calabrië geen enkel probleem te zijn om binnen een uur zowel aan zee te staan als van een besneeuwde berg af te skiën…
In de zomermaanden zijn er legio wandelmogelijkheden op de hellingen van Gambarie en geniet je van groene weides, met daarachter zicht op de azuurblauwe zee.
In de jaren twintig van de vorige eeuw bouwden herders, jagers en boswachters hier hun eerste barakken. In de jaren vijftig groeide Gambarie uit tot het eerste bergtoerismecentrum van Zuid- Italië.
Nadat in 1956 de eerste stoeltjeslift gebouwd werd, werd Gambarie in 1964 officieus een wintersportoord. Tegenwoordig zijn de inwoners er trots op dat het hele wintersportgebeuren in volledige symbiose is met de indrukwekkende omgeving.
We rijden nog wat verder omhoog, naar het dak van de Aspromonte: het hooggelegen dorpje Montalto, op 1956 meter, waar Il Rendentore waakt. Vanaf deze plek heb je een magnifiek uitzicht, dat in de nazomer nog wel enigszins beperkt wordt door de hoge boomgroei.
Duidelijk is te zien hoe de Aspromonte ingeklemd ligt tussen de Ionische en de Tyrreense Zee. Aan de horizon kun je, weliswaar met moeite, de Eolische eilanden waarnemen, en zelfs de Etna op Sicilië is te zien!
Sabine en Demi nemen ons vanaf het beeld mee om een klein stukje van het bekende Sentiero SI 103 te lopen, een wandelpad richting het Santuario della Madonna di Polsi. Elk jaar op 2 september maken bewoners zich massaal op voor een bedevaart naar dit heiligdom, waar ze Maria om bescherming tegen natuurrampen vragen.
Vanuit Montalto slingeren we omlaag, naar de noordoostkant van het park, richting de Ionische Zee. We krijgen langzaam zicht op de Vallata delle Grandi Pietre, de ‘vallei van de grote stenen’. De grootste bezienswaardigheid van deze vallei is Pietra Cappa, vlak bij het dorpje Natile Vecchio. Het is de grootste monoliet van Europa.
Pietra Cappa is een belangrijk symbool van het Parco Nazionale dell’Aspromonte. De honderd meter hoge steen ligt erbij alsof hij zo vanuit de ruimte tussen de kastanjebossen is gevallen: buitenaards, fascinerend en mysterieus. Hoe lang deze monoliet hier al ligt is onduidelijk, maar waarschijnlijk al miljoenen jaren. Zeker is dat Pietra Cappa reeds in middeleeuwse documenten beschreven staat.
Net als andere rotsformaties als de Rocche di San Pietro, Pietra Lunga, Pietra Castello en Pietra di Febo is de Pietra Cappa door de eeuwen heen door water en wind gevormd.
Demi: ‘De rotsen in het Parco Nazionale dell’Aspromonte zijn unieke stenen, die gevoelig zijn voor atmosferische omstandigheden. De regio bestaat uit tien procent vlak gebied, vijfenveertig procent heuvels en vijfenveertig procent bergen. Calabrië heeft dus meer te bieden dan alleen zee, strand en zon!’
Met prachtig uitzicht op de Pietra Cappa genieten we van een heerlijke pranzo del pastore, herderslunch, met veel liefde bereid door twee dames uit Natile Vecchio, die zelfs hun guitige kinderen hebben meegenomen.
De dames hebben de picknickplaats omgetoverd tot een echte cucina, het is ongelofelijk wat ze allemaal in de auto’s hebben gestouwd en met passie voor ons aan het bereiden zijn.
Als eerste trakteren ze ons op zeppole alla ‘nduja, kleine deegbolletjes met ‘nduja, een pikante smeerworst, pittig maar heerlijk luchtig en vol van smaak.
Ook de pikante salami en de intense pecorino zijn heerlijk, zeker in combinatie met het verse brood. Voor we het in de gaten hebben, serveren de dames weer een nieuw gerecht, gestoofde raapsteeltjes met knoflook en olijfolie.
De traditionele aubergines en de gegrilde groenten mogen niet ontbreken, maar de giuggiole, jujube, verrassen ons allemaal. Het zijn zoete vruchten, vol met vitaminen. Oorspronkelijk komen ze uit India en China, maar ze smaken hier ook heerlijk.
Verder genieten we van sappige druiven en smaakvolle cactusvijgen. Als toetje hebben de dames een overheerlijke taart met vijgen en amandelen, ingepakt in bladeren. Samen met de koffie een voortreffelijke afsluiting van de lunch.
Na deze uitgebreide picknicklunch is het tijd om Pietra Cappa van dichtbij te ontdekken en oude legendes te horen. Onderweg wijst Sabine ons op de gracieuze Pietra Lunga, die in de verte in de vallei te zien is en die, anders dan de ronde rotsen, een piramidevorm heeft. Overal is goed te zien hoe de natuur haar stempel heeft gedrukt op de vorm van de rotsen.
De charme van deze plek is de aanwezigheid van een grote diversiteit aan bomen en planten: heide, mirte, munt, oregano, eiken en kastanjebomen. Omwonenden zeggen dat de vallei kracht en energie uitstraalt.
Feit is dat het ruige karakter nog beperkt beïnvloed zijn door de mens. De enige tekenen van aanwezigheid van de mens zijn te vinden in de overblijfselen van een Byzantijns klooster nabij Rocche di San Pietro en de ruïnes van de Byzantijnse San Giorgio.
Eenmaal bij Pietra aangekomen, zien we pas echt hoe gigantisch deze rots is. Geen wonder dat geologen een vergelijking maken met Ayers Rock in Australië. We bewonderen hem vanaf verschillende afstanden; Sabine attendeert ons op het indianengezicht in de rots. Wat een unieke plek!’