Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Teo, de nieuwe trotse bewoner van Frans’ trullo

Frans van Munster stelt je vanuit Puglia voor aan Teo, zijn nieuwe pup. Of beter gezegd, hij laat Teo aan het woord.

‘Ciao! Mijn naam is Teo. Zonder h, want ik ben een Italiaanse hond en in Italië wordt de h weinig gebruikt. Ik ben geboren in Monteiasi, een nogal triest, klein dorpje in de buurt van Taranto. Toen Frans en Anna mij kwamen halen, huilde de vrouw die mij weggaf. Dat pleitte voor haar.

Maar toen Frans haar een filmpje stuurde van de aankomst bij de trullo, mijn nieuwe huis, was ze helemaal gerustgesteld. Ik waande me ondertussen in het paradijs. Overal bomen! Die hebben ze niet in Monteiasi. Bomen om tegen te plassen en struiken om je in te verstoppen. Fantastisch! En zes slaperige katten om achteraan te rennen zodat ze in paniek de boom invluchten: top amusement.

Ik ben eigenlijk nog een pup, pas zes maanden oud, maar ik heb toch al een vrij fors lichaam. Dat komt omdat ik een cane corso ben. Corso’s werden al door de Romeinen gekweekt om hun cohors (omheinde kampen) te verdedigen, vandaar de naam. We zijn grote, sterke honden en voor de duvel niet bang.

Mijn vader was een echte rashond maar mijn moeder was een maremmano, net als Taboe. Toch ben ik voor negentig procent corso. Taboe leefde nog toen ik bij de trullo kwam wonen, maar ze was wel al behoorlijk aan het eind van haar Latijn. Ze lag de hele dag maar zo’n beetje te slapen en had geen zin om met mij te spelen. Mooi was ze nog steeds: een indrukwekkende verschijning met haar dikke, witte vacht en donkerbruine ogen.

Als ik haar had leren kennen als jonge hond was ik hopeloos verliefd op haar geworden. Een trotse, zeer aantrekkelijke teef. En zo waardig als ze had geleefd, zo waardig stierf ze. In een heldere nacht, zonder iemand lastig te vallen en zonder geluid te maken, ging ze liggen op de rode aarde waar ze veertien jaar lang op rondgedarteld had, voor ze haar laatste adem uitblies.

Heel triest natuurlijk, maar het betekende wel meer aandacht voor mij! Ik erfde haar etensbak en bewaak deze net als zij op grimmige en onverbiddelijke wijze. Als zo’n stomme kat het waagt in mijn buurt te komen als ik aan het eten ben, kan hij het beste een goeie levensverzekering afsluiten. Iemand mag alle rare fratsen uithalen die hij wil, maar van mijn brokjes blijft hij af, waf!

Ik merkte al gauw dat Frans en Anna, die ook de jongsten niet meer zijn, moesten wennen aan mijn temperament. Ik ben fris en energiek en ik wil de hele dag rennen, dollen en lol trappen. Als ik een plastic pot met aarde en groene sprieten zie móét ik hem aan flarden scheuren, dat gaat vanzelf, ik kan er niks aan doen.

Ik heb het geweten. Toen de in principe vredelievende Anna haar met veel zorg en geduld opgekweekte plantjes overal op het erf zag rondslingeren, gaf ze me een pak op mijn donder wat ik me mijn leven lang niet meer zal vergeten.

Dat temperament werd mij bovendien bijna fataal. Toen ik op een dag de auto hoorde aankomen, sprong ik van vreugde op hem af om hem te verwelkomen. Ik kon niet weten dat zo’n ding niet uit zichzelf stopt. Hij reed over me heen en ik huilde en gilde het uit van de pijn. De voet van mijn rechter achterpoot hing erbij als een dood vogeltje.

Gelukkig was Frans er ook. Hij zat in die auto. Hij leek erg geschrokken en huilde ook bijna. Hij legde me in de auto op de stoel van Anna en we reden als een gek naar Ceglie Messapica. Daar bracht hij me naar een man in een lichtblauw outfit die me op een roestvrijstalen tafel legde en een naald in me prikte.

Ik werd wakker met een soort stok aan mij poot en een groot verband erom. Ik kon hem niet bewegen en kon ook niet lopen, dus als ik moest plassen en/of poepen moest iemand me naar buiten dragen en daar wachten tot ik klaar was, Behoorlijk gênant, voor die persoon. Bovendien deden ze een martelwerktuig om mijn kop. Een soort plastic trechter waardoor ik mezelf niet meer kon likken.

Toen ze het erover hadden begreep ik dat het ding in Italië een Koningin Elisabeth-kraag wordt genoemd. Nou vraag ik je! Ik wist wel dat mensen gekke dingen deden, zoals het afsnijden van oren en de staart van sommige honden zodat ze hun emoties niet meer kunnen tonen. Maar de belangrijkste mens van het land zo toetakelen dat zij zichzelf niet meer kan likken gaat ieder voorstellingsvermogen te boven.

Hoe dan ook, ondanks dat ze me in deze ongemakkelijke toestand hebben gebracht, moet ik zeggen dat ik hier redelijk goed wordt verzorgd. Het eten is in elk geval uitstekend. Soms geven ze hier in de trullo een kookles en daar blijven dingen van over waar de meeste honden alleen maar van kunnen dromen. Je zou er een kookboek over kunnen schrijven!

Het zijn vaak erg lieve mensen die komen. Een man en een vrouw die de dag voor het ongeluk een kookles hadden gevolgd en via via het nieuws van mijn onfortuinlijke positie hoorden, kwamen zelfs speciaal terug naar de trullo om me een groot bot te brengen, als troost. Lief hè?’

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *