Frans en Anna wonen op het platteland van Puglia. Je kunt bij hen terecht voor een kookles, gewoon bij hen thuis, in een authentieke trullo die ze geheel hebben ingericht als keuken.
Eerst ga je gezamenlijk aan de slag en duik je de keuken in. Na ongeveer drie uur is alles klaar om opgegeten te worden en schuif je met Anna en Frans aan om te genieten van al het lekkers dat je hebt bereid, inclusief wijn, nagerecht, koffie en likeur.
Op het menu staan authentieke Zuid-Italiaanse recepten, uit de keuken van Anna’s moeder, die vanuit het noorden van Italië naar het zuiden verhuisde en heel anders moest leren koken.
Frans: ‘Toen mijn vrouw Anna een jaar of acht was (meer dan een halve eeuw geleden), woonde ze met haar familie in Padova. Haar vader studeerde destijds natuurkunde aan de universiteit van dezelfde stad.
Om zijn vrouw en zijn vijf kinderen te kunnen onderhouden, solliciteerde hij naar een tijdelijke baan als chemisch analist in een suikerfabriek. Probleem was wel dat deze zich op meer dan zevenhonderd kilometer ten zuiden van Padova bevond, in de buurt van Melfi.
Giordano Bruno, zoals hij heette, kreeg de baan en vertrok naar Basilicata, waar hij tijdelijk onderdak vond bij een vriend, zodat hij de tijd had om een onderkomen voor zijn gezin te vinden. De enige beschikbare woning was een landhuis net buiten Melfi, dat toebehoorde aan een zekere Giovanni la Morte (‘Jan de Dood’). Het huis stond al jaren leeg omdat men ervan overtuigd was dat het er spookte, niet in de laatste plaats omdat een familielid van Giovanni zich er verhangen had.
Anna’s moeder, die een nuchtere Noord-Italiaanse kijk op de zaken had, liet zich er niet door imponeren en vertrok per trein richting Melfi, met vijf jonge kinderen, een paar hutkoffers vol kleren, beddengoed en andere noodzakelijke spullen.
Na een lange, slopende treinreis werd ze door haar man opgewacht bij een duister station. Elektriciteit was er nog niet. Het vervoer naar huize de Dood ging per paard en wagen, de koetsier droeg een hoed en een zwarte cape.
De kleine Anna keek haar ogen uit. Ze herinnert zich nu een enorm huis met reusachtige kamers, maar waarschijnlijk was het een vrij bescheiden villa. Er stond nog wel wat huisraad in, maar het was zo te zien met grote haast verlaten. In een hoek van de woonkamer lag een dolk met een lang lemmet.
Een keuken was er niet. De enige mogelijkheid om iets te koken bood de open haard in de woonkamer. Marisa, Anna’s moeder, was in Padova gewend aan een gasfornuis, een gootsteen en ander gemak, maar ze liet zich niet uit het veld slaan. Ze kocht de volgende dag bij een slager een groot stuk vlees, sneed het aan stukken, reeg deze aan de dolk en roosterde ze boven het haardvuur. Het smaakte fantastisch.
Deze overlevingsdrift en de kunst om te improviseren heeft Anna van haar moeder geërfd. Marisa is een gedreven kokkin en maakte de meest uiteenlopende gerechten voor haar gezin. Wij profiteren nu nog van haar vaardigheden en vragen haar regelmatig om raad als we een bepaald recept nog niet helemaal in de vingers hebben.
Anna met vriendin & boerin Franca
Deze zomer beginnen Anna en ik met het geven van kooklessen in onze trullo. We hopen de lange culinaire traditie van Marisa over te brengen en onze eigen ervaringen, die we in Puglia hebben opgedaan, te delen. Mocht je komende zomer of najaar in Puglia zijn, dan verwelkomen we je graag. Via deze link vind je alle details.’
In mei ga ik naar Puglia, omgeving Martina Franca; in welke borgo bevindt zich deze trullo? Dan kan ik mogelijk een avondje kookles boeken.
Ciao Carola, de trullo ligt tussen Martina Franca en Ceglie Messapica. Frans geeft je graag per mail het precieze adres.
Wat ontzettend leuk jullie zo te zien. Cari saluti da noi Olandesi ed un bowbow a Taboe.