Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Het hospitaal van leven en dood – over het Grande Ospedale della Vita e della Morte in Bologna

Aan het einde van het meeslepende boek De assistente van de chirurg vertrekt Nora Beady naar Bologna, om daar medicijnen te studeren. Halverwege de negentiende eeuw hoogst ongebruikelijk voor een meisje, maar in de Italiaanse universiteitsstad is het gelukkig niet onmogelijk, zoals in Londen.

Anna Manzolini (1714-1774) was namelijk al een briljant docente aan de universiteit van Bologna. Ze ontving wereldwijd veel roem vanwege haar anatomische wasmodellen. Ook de eveneens uit Bologna afkomstige natuurkundige Laura Bassi (1711-1778) gaf colleges.

In Het hospitaal van leven en dood beland je samen met Nora in het Grande Ospedale della Vita e della Morte in Bologna.

Nora werkt en studeert hard. Ze bundelt haar kennis en kracht met de vrouwelijke arts Magdalena Morenco. Samen ontwikkelen ze een nieuwe techniek om veilig een keizersnede te kunnen uitvoeren. Hun werk heeft de potentie om levens te redden – of hun carrière te verwoesten nog voor die goed en wel begonnen is…

Lees een fragment uit Het hospitaal van leven en dood

‘Pijn was niet ongebruikelijk bij degenen die in Bologna naar het Grande Ospedale della Vita e della Morte kwamen, maar was zelden zo overduidelijk als bij de horde die vandaag op behandeling stond te wachten.

Nora was gewend aan deze gekwelde zielen die trekkebenend en strompelend, soms zelfs gedragen, vanuit de stegen van Quadrilatero naar de Via Riva di Reno kwamen. Ze had vanochtend zelf ook door die smalle middeleeuwse straten gelopen, op weg naar het Grote Hospitaal van Leven en Dood – een passende naam.

Maar haar pas was stevig en resoluut geweest, in tegenstelling tot die van de bange, zieke en bloedende patiënten die dag na dag in een eindeloze stroom uit de armenwijk kwamen. Het probleem was dat zelfs met optimale aandacht, een briljant gededuceerde diagnose en een vaardige behandeling er gewoon te veel van geluk afhing.

Ze bekeek de wachtkamer met een geoefend oog en bad in stilte dat ze goed zat met haar beoordeling. Leven en dood. Gegil, smeekbedes en gekreun – hoe indrukwekkend ook – waren minder belangrijk dan de oorzaken. Die dienden trouwens snel te worden vastgesteld. Een onopvallende koorts kon zich, als je niet oppaste, zo door de lucht verspreiden als de patiënt niet in quarantaine werd geplaats. En gebroken armen deden wel pijn, maar moesten noodgedwongen wachten.

Dottoressa.’ Een jongen met een klein kind aan de hand raakte Nora’s arm aan. Ze was geen dokter, nog niet, maar de titel toverde een blos op haar wangen. Binnenkort!

Un momento,’ zei Nora en haar blik schoot langs hem heen naar een vrouw die tegen de deurpost van het ziekenhuis leunde, haar silhouet afgetekend tegen de late middagzon. Ze ademde moeizaam en zwaar. Nora negeerde de sijpelende wond op de wang van het jonge kind voor haar en haastte zich naar de vrouw toe. ‘Signora, wat is er?’

Ze was overduidelijk arm en ze was overduidelijk aan het bevallen, maar vrouwen baarden hun kinderen in de regel thuis. Ze schuifelden niet met één hand beschermend om hun buik geslagen door hete, stoffige straten naar een ziekenhuis, al helemaal niet nu er zoveel gevallen van wondroos in het hospitaal waren.

De bijzonder besmettelijke infectie weerhield veel mogelijke patiënten ervan hulp te zoeken, want de inwoners van deze stad pikten slecht nieuws over het ziekenhuis razendsnel op en verspreidden het nog voor de dokters er lucht van hadden gekregen.

‘Het duurt nu al een dag en een nacht. Ik heb hulp nodig.’ De vrouw hapte naar adem en beet haar kiezen op elkaar toen ze overweldigd werd door een nieuwe wee, die bijna direct op de vorige volgde.

‘Piero! Snel!’ riep Nora terwijl ze een arm om de vrouw heen sloeg en langzaam met haar naar de gang liep. In dit tempo zouden ze misschien nooit op tijd de zaal bereiken. Piero, de stevigste van alle zaalknechten, haastte zich naar hen toe met een stoel op wieltjes. Hij hees de vrouw erin en schoot zonder ook maar een seconde te vertragen langs de patiëntenbalie.

Zonder zich iets aan te trekken van de grote hoeveelheid wachtende patiënten rolde hij de vrouw de gang door naar de vrouwenafdeling. Nora rende achter hem aan. Toen ze geen leeg bed kon vinden, zette ze snel een scherm neer.

‘Niet veel tijd meer, toch?’ fluisterde Piero tegen Nora. ‘Misschien kan ik haar maar beter in de stoel laten zitten.’ Nora fronste haar voorhoofd en dacht terug aan wat de vrouw had gezegd: het duurt nu al een dag en een nacht.

‘Het gaat nu snel hoor,’ zei Nora tegen haar. Hoe had ze het in haar hoofd gehaald om helemaal hierheen te komen lopen? ‘Leg haar op de onderzoekstafel zodat ik haar kan onderzoeken,’ zei ze tegen Piero.

Ondanks de onhandige omvang van de vrouw en het feit dat ze kreunde van de pijn, legde Piero haar moeiteloos op de tafel. Nora schoof ondertussen een stapel schone doeken opzij, samen met potten zorgvuldig bereide zalven en perfect geperste pillen uit de apotheek van zuster Madonna Agnes.

Zodra ze genoeg ruimte had om te werken, tilde Nora de versleten rokken van de vrouw op. De zomen zaten vol roestbruine vlekken, zoals alles in deze stad vol roestbruine vlekken zat.

Haar handen bleven verrast even zweven, want ze had verwacht het hoofdje al te kunnen zien, maar het had er alle schijn van dat de vliezen niet eens waren gebroken. Toen Nora naar het hoofdje tastte, moest ze vaststellen dat de vrouw nog bijna geen ontsluiting had.

Haar gezicht moest iets hebben verraden, want de vrouw drukte zich op haar ellebogen op en klakte met haar tong om Nora’s aandacht te trekken. ‘Ga ik dood?’ vroeg ze.

‘Natuurlijk niet,’ zei Nora en ze probeerde haar ontsteltenis en verwarring te verbergen. ‘Hoe heet u?’
‘Het voelt alsof deze mijn dood wordt,’ antwoordde de vrouw in plaats van haar naam te noemen en haar zin eindigde in een nieuwe kreun. Haar handen balden zich tot vuisten tot de wee was weggetrokken, waarna ze zich achterover op de tafel liet zakken.

‘U heeft al eerder kinderen gebaard?’ vroeg Nora.
‘Vier. Twee nog in leven,’ zei de vrouw terwijl ze naar adem hapte. ‘Heb nog nooit problemen gehad, maar –’ Haar gezicht vertrok en ze verkeerde opnieuw in andere sferen, op een plek van allesverzengende concentratie en pijn.

Piero keek Nora vragend aan – een blik die ze niet kon beantwoorden. De afgelopen dertig jaar waren alle vrouwelijke studenten geneeskunde aan de Universiteit van Bologna in de verloskunde beland, als ze al niet van het begin af aan de kant van de vroedvrouwen op waren gestuurd.

Het werd voor vrouwen als ‘natuurlijk’ gezien om hun vaardigheden toe te passen op andere vrouwen en dus had Nora extra colleges in de verloskunde gevolgd, had ze goed gestudeerd en hard gewerkt om het vak onder de knie te krijgen. Maar op dit moment wist ze niet wat ze moest doen en het leven van deze vrouw was haar meer waard dan haar trots.’

Lees verder in

Het hospitaal van leven en dood | Audrey Blake | vertaald door Marijne Thomas | ISBN 9789029735513 | € 23,99 | Kok Boekencentrum | bestel Het hospitaal van leven en dood bij je lokale boekhandel of via deze link bij bol.com (ook beschikbaar als e-book)

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *