Naar hoofdinhoud Naar navigatie
8 december 2025

Casino Massimo Lancellotti – drie grote dichters in Villa Giustiniani Massimo in Rome

Het ligt op een steenworp afstand van de San Giovanni in Laterano, maar toch is Casino Massimo Lancellotti zo goed als onbekend bij de meeste Romegangers. Toch is het de moeite van een bezoek meer dan waard.

Het gebouw zelf is al een architectonisch juweeltje, met drie zalen vol met uitstekend bewaard gebleven fresco’s uit begin negentiende eeuw. Die zijn ook nog eens gewijd aan drie hoogtepunten van de Italiaanse literatuur. Marc neemt je er graag mee naartoe en frist en passant ook je kennis van Italiaanse literatuur op.

Dante Alighieri, Ludovico Ariosto en Torquato Tasso

Marc: ‘Een bezoek aan Rome is een voortdurend heen en weer springen in de tijd en een mengeling van kunst en geschiedenis. Casino Massimo Lancellotti past perfect in dit beeld.

De fresco’s in het Casino Massimo Lancellotti – het middelste deel van het complex – zijn in opdracht van Carlo Massimo gemaakt door Duitse schilders, die in hun werk teruggrijpen op de grote meesters van de Italiaanse schilderkunst om drie hoogtepunten uit de Italiaanse poëzie in beelden te vangen.

Natuurlijk ontbreekt Dante niet, met zijn Divina Commedia. Een tweede zaal is gewijd aan Orlando furioso van Ludovico Ariosto, een hofdichter uit Ferrara. In de derde zaal wordt het verhaal afgebeeld van Gerusalemme Liberata van Torquato Tasso, de Romeinse dichter die altijd zo graag onder de oude eik op de Gianicolo zat.

Een plaats om tot rust te komen

Vier eeuwen geleden was dit stukje stad nog platteland, met wijngaarden en weides voor schapen. Een perfecte plaats voor een buitenverblijf, moet markies Vincenzo Giustiniani hebben gedacht.

Hij kocht grond voor een groot park en liet daar in 1605 een villa om tussen het gekwinkeleer van vogels tot rust te kunnen komen.

Van het groen van het park is helemaal niets meer over. De poort, ruim honderd meter verderop aan de drukke Via Merulana, is er nog wel. Die vormt tegenwoordig de monumentale ingang tot het park Villa Celimontana. Op een gedenksteen links naast de ingang van dit park lees je dat de poort in 1885 is afgebroken en na een restauratie hier in 1931 is geplaatst.

Indrukwekkende voorgevel

Het Casino Massimo Lancellotti staat er wel nog en biedt een indrukwekkende aanblik: een strak rechthoekig gebouw, in laat-maniëristische stijl. Op alle vier de gevels van het gebouw zijn versieringen geplakt, die soms verwijzen naar de familie Giustiniani. Centraal op de voorgevel staat een adelaar, het symbool van de familie.

Op de gevel staat ook een duif, een verwijzing naar de familie Pamphilj. De erfgenaam van de markies trouwde namelijk met Maria Pamphilj, een nicht van paus Innocentius X.

Allegorische figuren boven de ramen moeten de kracht en kennis van de familie uitstralen. Verder zijn in de gevel hier en daar resten uit de antieke oudheid aangebracht.

De markies was, behalve een groot liefhebber van de werken van Caravaggio, ook een verzamelaar van andere kunstwerken en overblijfselen uit de Romeinse tijd.

Oog in oog met de duivel in de hel van Dante

Als je naar binnen gaat, sta je meteen oog in oog met de duivel. Je hebt tevens een sprong in de tijd gemaakt, want de schilderingen dateren van het begin van de negentiende eeuw.

De eerste zaal is helemaal gewijd aan La Divina Commedia. Op de muur naast en boven de deur is een gevleugelde duivel afgebeeld. Om zijn lijf kronkelt een slang en links en rechts van hem worstelen mannen met slangen, kleinere duivels en andere verschrikkingen.

Het is duidelijk dat de kunstenaar het meesterwerk van Dante goed kende. In het fresco over de hel zie je bijvoorbeeld de veerman Charonte, die zondaars overzet naar de hel. Linksonder staan de dieven uit de achtste kring van de hel die worden belaagd door reptielen.

Naast hen zie je graaf Ugolino die Ruggieri, de aartsbisschop van Pisa, in zijn hoofd bijt, woedend over Ruggieri’s verraad.

Rechts boven in beeld slaan Vergilius en Dante deze taferelen gade, zittend op Gerione, het grote monster met het hoofd van een mens.

Ook de openingsscènes uit Dantes gedicht staan afgebeeld. De eerste regels zijn wereldberoemd:

Nel mezzo del cammin di nostra vita
mi ritrovai per una selva oscura
ché la diritta via era smarrita.

Je ziet hoe Dante door slaap is overmand en elders hoe hij wordt belaagd door een wolf en een panter.

Dante en Vergilius krijgen de sleutels van het vagevuur

Je ziet Dante en Vergilius samen voor een engel, die hen de sleutels van het vagevuur geeft. Hier komen veel scènes uit Dantes meesterwerk weer terug, waaronder zijn ontmoeting met de hoogmoedigen.

Een van hen draagt een loodzware steen waarop staat: te deum laudamus, wij prijzen u, Heer. Heel herkenbaar is de strijd tussen een engel en een duivel om de ziel van de soldaat Buonconte da Montefeltro, die de engel won.

Ontmoetingen in het paradijs

Voor het paradijs moet je je hoofd even in je nek leggen, want dat is tot leven gebracht in de grote schildering op het plafond.

In het midden zie je Dante en San Bernardo di Chiaravalle, die knielen voor Maria, met boven haar de goddelijke Drie-Eenheid. Daaromheen de cirkels van het paradijs, waar Vergilius niet langer Dantes gids is. Zijn rol is overgenomen door Dantes geliefde Beatrice.

Ook hier komen weer scènes terug die voor Dantekenners vertrouwd zijn, zoals Dante die knielt voor Petrus, Johannes de Doper en Adam en die waarin Dante en Beatrice praten met kerkvaders. Links zie je Thomas van Aquino, rechts, met de rode kardinaalshoed, Bonaventura.

In het zesde hemelrijk, dat van Jupiter, ontmoet Dante een aantal rechtvaardige vorsten: Godfried van Bouillon, keizer Constantijn, keizer Trajanus en koning David.

Een vleugje romantiek

Wat opvalt, is dat het plafond in een heel andere stijl is geschilderd dan de muren. Het waren dan ook verschillende kunstenaars, al behoorden ze wel tot dezelfde stroming. De twee andere zalen in deze villa zijn beschilderd door weer andere artiesten uit deze groep Duitse schilders, die Nazarenen werden genoemd vanwege hun wijde mantels, hun lange haren, met een scheiding in het midden, en hun volle baarden – onverzorgd, als we opmerkingen van hun tijdgenoten mogen geloven.

Wat ze gemeen hadden, was hun afkeer van het strenge, academische classicisme dat op de kunstacademies in Berlijn en Wenen de norm was geworden. Ze brachten uit Duitsland vleugjes van de opkomende romantiek mee en zochten in Italië inspiratie bij de ‘puurheid’ van schilders als Giotto, Filippo Lippi en de jonge Rafaël.

Bij de afbeeldingen uit de hel en het vagevuur hebben Het Laatste Oordeel van Michelangelo in de Sixtijnse Kapel en dat van Luca Signorelli in de Duomo van Orvieto duidelijk als inspiratie gediend.

Orlando Furioso – raamvertelling van Ludovico Ariosto

De volgende zaal, in het midden van de villa, staat in het teken van Orlando Furioso, een raamvertelling van schrijver/dichter Ludovico Ariosto, uit 1532, in het Nederlands beter bekend als Razende Roeland. Het heeft als inspiratie gediend voor een hele reeks schrijvers, schilders en componisten.

Het speelt zich af aan het einde van de achtste eeuw. Het is de tijd van koning Karel de Grote. Hij is de koning van de Franken, maar vanuit Spanje vallen de Saracenen voortdurend zijn rijk binnen. Dit vormt het decor voor een literair, dus grotendeels verzonnen, verhaal over de avonturen van Orlando en mensen om hem heen.

Op één muur zien we de sleutelscène uit het gedicht. Orlando, een fiere ridder, ontdekt dat zijn grote liefde, de beeldschone prinses Angelica, verliefd is geworden op de Saraceense herder Medoro, toen ze diens verwondingen verzorgde.

Hij ziet hun namen in een boom gekerfd. Dit drijft hem tot waanzin, hij wordt furieus. Naakt trekt hij verder.

Liefde, strijd en triomf

Het gedicht heeft een hele reeks andere verhaallijnen, waarvan sommige op de muren zijn geschilderd. Een daarvan is de liefde van ridder Ruggiero voor de mooie Bradamante, een strijdster die dapperder is dan veel mannen.

Hun romance krijgt veel aandacht, want Ariosto was de hofdichter van de familie D’Este, en het verhaal wil dat Ruggiero en Bradamante hun stamhouders waren.

Een beroemde scène is die waarin drie christelijke ridders, onder wie Bradamante, strijden tegen drie Saracenen.

Een ander liefdesverhaal is dat van de Schotse prins Zerbino, die verliefd wordt op de Saraceense prinses Isabella en haar ontvoert. Het verhaal loopt niet goed af voor de Schot.

Een hele wand is gewijd aan de strijd om Parijs. Zo ver zijn de Saracenen in het echt nooit gekomen, maar het was een mooi symbool voor de aanval op het christendom.

Rinaldo, een van de paladijnen van Karel de Grote, zou een belangrijke rol hebben gespeeld bij de (verzonnen) verdediging van Parijs.

Deze literaire figuur komt ook terug in het werk van Tasso in de volgende zaal (over de kruistochten, drie eeuwen later) én wordt als Renaud de Monteban (Reinout van Montalbaen) genoemd in het dertiende-eeuwse gedicht De Vier Heemskinderen, waarin Reinout rondrijdt op het Ros Beiaard. Hier zie je Rinaldo in actie:

De moraal van het verhaal staat op een zijmuur, met de intocht van Karel de Grote in Parijs. Op het plafond zit hij in het midden, bij feestelijkheden na de overwinning op de Saracenen.

Torquato Tasso en zijn gedicht over de eerste kruistocht

De volgende zaal is gewijd aan een andere legendarische dichter uit de zestiende eeuw, Torquato Tasso. Zijn beroemdste werk is Gerusalemme liberata, eveneens over de strijd tussen christenen en moslims, maar dan drie eeuwen later.

Dit werk speelt tijdens de eerste kruistocht, in de laatste jaren van de elfde eeuw, die in 1099 leidde tot de inname (bevrijding, in de terminologie van de christelijke geschiedenis) van Jeruzalem.

We zien bijvoorbeeld het  moment waarop Godfried van Bouillon, hertog van Neder-Lotharingen, waaronder ook het huidige Nederland viel, wordt aangewezen als leider van de kruistochten. Elders in deze afbeelding zijn de voorbereidingen al begonnen.

Een andere afbeelding is gewijd aan Tancredi en Clorinda. Clorinda vecht in een vermomming aan de kant van de Saracenen tegen de christenen. Daarbij wordt ze, in het donker, gedood door haar geliefde Tancredi, die pas ontdekt dat hij zijn geliefde dodelijk heeft gewond als hij haar helm afneemt. Tancredi redt haar ziel door haar op het laatste moment te dopen.

In weer een andere scène uit het gedicht is de Syrische prinses Erminia gevlucht en komt ze terecht bij herders die hun geiten hoeden aan de oevers van de Jordaan.

Niet alle helden overleven de strijd. Het echtpaar Odoardo en Gildippe, dat samen in het christelijke leger vecht, wordt bij de strijd om Jeruzalem gedood.

Aan het einde de zege en de wederopbouw. Midden op het plafond troont een allegorie voor het bevrijde Jeruzalem, met op de borst het teken van de kruisvaarders.

Armida en Rinaldo

In een van de zijvlakken staat het verhaal van de tovenares Armida. Zij heeft ridder Rinaldo, een van de belangrijkste kruisvaarders in het verhaal, die ook voorkomt in Orlando Furioso, verleid en houdt hem gevangen in een paradijselijke tuin, tot twee ridders hem komen bevrijden.

In een andere afbeelding van deze episode smeekt Armida hem te blijven, maar Rinaldo laat zich niet vermurwen.

De tuin van Villa Giustiniani Massimo

Meestal zijn alleen de drie rijkelijk beschilderde zalen te bezichtigen, maar soms gaan ook de deuren open naar een grote zaal aan de voorkant. Daarin komt de verdere geschiedenis van de villa aan bod.

In de Tweede Wereldoorlog werd de villa gebruikt door nazi-officieren. Als je achter in de tuin staat (die helaas meestal niet toegankelijk is) kun je nog de luiken zien van het voormalige SS-hoofdkwartier aan de Via Tasso 145, dat nu een museum is.

Na de oorlog werd de villa gekocht door de Franciscanen van het Heilig land, een tak van de Orde der Franciscanen die al eeuwenlang zorg draagt voor christelijke heilige plaatsen in Israël, de Palestijnse gebieden en in andere landen in het Midden-Oosten. De broeders hebben aan beide randen van de tuin onderkomens voor pelgrims en andere bezoekers gebouwd.

Aan het einde van de tuin staat een standbeeld van keizer Justinianus I. De familie probeerde hardnekkig het idee in stand te houden dat ze van de keizer afstamde. Het beeld lijkt gemaakt naar een antiek Romeins beeld, maar het is een knap aan elkaar gezette verzameling van allerlei antieke brokstukken.

Praktische informatie Villa Giustiniani Massimo

Casino Massimo Lancelotti maakt deel uit van Villa Giustiniani Massimo en ligt aan de Via Matteo Boiardo 16 in Rome, niet ver van de San Giovanni in Laterano. De villa is gratis en zonder reservering te bezoeken op dinsdag en donderdag van 9.00 tot 12.00 uur en van 16.00 tot 18.00 uur. Op zondag kun je er terecht van 10.00 tot 12.00 uur.

Voor bezoek op andere dagen is een reservering nodig. Die kun je telefonisch maken via 0039-067049 5651. Laat je op bezoektijden niet afschrikken door een dicht hek. Als je het bovenste belletje naast het hek indrukt, word je binnengelaten.’

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ciao tutti is hét startpunt voor je vakantie naar Italië, bomvol persoonlijke tips. Buon viaggio!