Ciao tutti – ontdekkingsblog door Italië de beste tips voor Italië
De regio Valle d’Aosta vormt het decor van de film De acht bergen. Dit stukje Italië wordt ook wel ‘het dak van Europa’ genoemd, een bijnaam die te danken is aan de Mont Blanc die net over grens bij Valle d’Aosta ligt – de Monte Bianco in het Italiaans.
In de schaduw van deze hoogste berg van Europa is het ‘s zomers heerlijk wandelen en kun je ’s winters goed skiën en snowboarden. We tippen vier plekken en één traditie die je in deze noordelijke Italiaanse regio niet mag missen.
Monte Rosa
De Monte Rosa is een van de meest bekende Alpentoppen in Valle d’Aosta. Hier vind je onder andere de hoogst gelegen berghut van Europa, de Capanna Regina Margherita.
De schitterende valleien worden omringd door hoge spitsen, tot ver boven de vierduizend meter. De bekendste hiervan zijn de Breithorn (4165 meter), de Polluce (4092 meter), de Castore (4228 meter) en de oostelijke (4527 meter) en de westelijke (4480 meter) Lyskamm.
Ga zeker naar het dorpje Antagnod, dat op 1710 meter hoogte ligt en een schitterend panorama over de omgeving biedt, en naar Gouffres de Guillemore, een diep ravijn dat is uitgesleten door gletsjerwater. Eveneens een aanrader zijn het natuurreservaat Mont Mars en de watervallen bij Niel.
Monte Cervino
Mooi hè, deze foto? Dit gigantische kegelvormige rotsblok is maar liefst 4478 meter hoog! De Italiaanse naam, Monte Cervino, zal niet snel een belletje doen rinkelen, maar wanneer we Matterhorn zeggen, dan weten jullie precies welke berg we bedoelen.
Le Gouffre des Busserailles is een populaire bestemming. Het is een ravijn van vijfendertig meter diep en meer dan honderd meter lang, dat is uitgesleten in de rotsen door het water van de Marmore-stroom, die hier een verval heeft van meer dan tien meter.
Loop bijvoorbeeld in Valtournenche langs het Cheneil-pad, met een onvergetelijk uitzicht. Een andere aanrader: La Magdaleine, op 1600 meter hoogte. Van hieruit kun je van het ene pittoreske dorp naar het andere lopen, met tussen de houten huizen een achttal oude watermolens.
Parco Nazionale Gran Paradiso
In Valle d’Aosta ligt een van Europa’s mooiste natuurgebieden, het Parco Nazionale Gran Paradiso. Het park dankt zijn naam aan de ruim vierduizend meter hoge Gran Paradiso en is zo’n zeventigduizend hectare groot.
Ooit was het het jachtterrein van de koningen van Savoya, maar in 1920 werd het een nationaal park – het eerste binnen de Italiaanse grenzen. Tijdens een wandeling door het park heb je zomaar de kans om een steenbok, een gems of een roofvogel te spotten.
Bezoek de beroemde Giardino Alpino Paradisia, vlak bij Valnontey, waar meer dan tweeduizend plantensoorten groeien en bloeien. Ook de moeite waard: de botanische tuin van Chanouisa, met zestienhonderd soorten bloemen en planten uit de Alpen.
Weken in warm water
Zes kilometer buiten Courmayeur ligt het dorpje Pré Saint-Didier, bekend om de natuurlijke warmwaterbronnen. Laat je een dagje verwennen in het thermencomplex annex wellnesscentrum, aan de voet van de Monte Bianco, met zwembaden waar je zelfs onder water muziek hoort en verschillende sauna’s, Turkse stoombaden en modderbaden.
Ook het buitengedeelte is het hele jaar geopend, met verschillende warmwaterbaden en sauna’s. Badderen met grandioos uitzicht – dat is pas luxe!
Proeven van Aosta
Vriendschap is iets om regelmatig op te toosten. Dat kan in Valle d’Aosta met de traditionele coppa dell’amicizia, een houten bokaal gevuld met warme koffie, grappa, kruidnagels en kaneel. Iedereen aan tafel drinkt er steeds een slok van, uit de verschillende tuitjes, totdat de bokaal leeg is.
Parma heeft haar wereldberoemde Parmaham, Valle d’Aosta heeft de Jambon de Bosses, een ham die droogt op een hoogte van zestienhonderd meter, precies waar de wind uit de bergen naar het dal waait. Ook het spek van Valle d’Aosta, L’ard d’Arnad, moet je geproefd hebben, met honing en kastanjes. Bijzonder is ook teuteun, een specialiteit met gekookte uier.
Fontina, een zachte, strogele kaas van koemelk met zachtbruine korst heeft een DOP-keurmerk. Het is een prima kaas voor kaasfondue en soepen, omdat hij mooi smelt. Proef bijvoorbeeld de Seupa à la Vapelenentse met fontina, savooiekool en kaneel, of de Seupetta di Cogne, met fontina, brood, rijst, nootmuskaat en gesmolten boter.
De kleinste regio van Italië heeft de hoogste wijngaarden van heel Europa. Tot ver boven de duizend meter groeien de druiven. De bijzonderste wijn uit deze regio is de Blanc de Morgex et de La Salle, die ook wel Bianco dei Ghiacciai, ‘Witte gletsjerwijn’, wordt genoemd. De druiven voor deze wijn rijpen in de hoogste wijngaard van Europa, aan de voet van de Monte Bianco. Letterlijk een wijn van niveau!
