Iedereen die Siena bezoekt, bewondert het schelpvormige Piazza del CampoDeze link opent in een nieuw tabblad, de ranke Torre del Mangia, de kleurrijke vlaggen van de verschillende wijken en de sierlijke Fonte Gaia.
Maar wist je dat er ook nog een stad onder de stad te vinden is? Onder de warmrode stenen van het Piazza del Campo begint een middeleeuws netwerk aan waterwegen. Dit donkere doolhof bestaat uit bottini, zoals de Senesi alle watergangen die onder de stad door kronkelen noemen.
De middeleeuwse ondergrondse aquaducten danken deze bijzondere naam aan de zogenaamde botte (ronde bogen), de vorm die de bovenzijde van de watergangen hebben gekregen. Het ondergrondse aquaduct van Fontanella is hierop de enige uitzondering, dankzij het feit dat het een van origine waarschijnlijk Etruskische watergang is.
foto’s: Siena-agriturismoDeze link opent in een nieuw tabblad
In de nabijheid van Siena stromen geen grote rivieren en er zijn ook geen meren of meertjes te vinden rondom de stad. De inwoners moesten er in vroeger tijden dan ook altijd voor zorgen dat ze veel water op voorraad hadden, om watertekort te voorkomen.
Handig was dit natuurlijk niet, zeker niet in een tijd waarin de stad vaak in oorlog was verwikkeld met Florence. Zonder water zou de stad ten dode opgeschreven zijn. Vandaar dat de Senesi plannen smeedden om voor een goede watertoevoer te zorgen. Op basis van de ideeën van de Etrusken en de Romeinen, die ontzettend slim omgingen met water en het van ver naar de verschillende steden wisten te leiden, verzon met een plan om ook Siena van water te kunnen voorzien.
Gelukkig wisten de Senesi dat er diep onder de stad een rivier moest zijn, die door de Romeinen Diana was gedoopt. In de diepte, ver onder de Porta Ovile, stroomde het water dat de inwoners van de stad zo graag ook vlak bij wilden hebben.
Het duurde even voor men inzag hoe men het water echt naar de stad kon leiden. In 1176 groeven de broeders van het Convento del Carmine, vlak bij de Porta San Marco, een put, waarbij ze een waterader vonden die zo rijk was dat de gemeente besloot om te investeren in verder onderzoek. Tussen 1200 en 1300 werd er volop gezocht naar bronnen om de rivier Diana te traceren.
Helaas heeft men deze rivier nooit gevonden, maar dankzij alle onderzoek is er zo’n vijfentwintig kilometer aan waterwegen ontstaan die ervoor zorgen dat het water makkelijk de stad in kan.
Dit waternetwerk is nog altijd in gebruik en wordt vanuit de heuvels rondom Siena naar de verschillende fonti geleid: grote waterbekkens waarin het water werd en wordt verzameld. Deze waterbekkens, zoals de Fontebranda, werden vroeger goed bewaakt, zodat er geen water gestolen of verspild werd.
Het water werd gebruikt als drinkwater, voor zowel mensen als dieren, maar het werd ook gebruikt voor verschillende ambachten (het maken van stoffen, keramiek en leer bijvoorbeeld) en uiteindelijk voor het irrigeren van de akkers.
Wil je ook een keer onder de straten van Siena wandelen? Reserveer dan een bezoek aan de bottini via AmicaSienaDeze link opent in een nieuw tabblad. Dit kan van april tot oktober (mits het niet te veel heeft geregend).
Een bezoek duurt minimaal vijfenveertig minuten en maximaal anderhalf uur, afhankelijk van de route die op het moment van bezoek te bewandelen is. Een rondleiding kost ca. € 25 euro p.p. bij een groep van vier personen. Groepen groter dan acht personen kunnen helaas niet gezamenlijk afdalen onder de straten van Siena.