Hét symbool van Siena is de Torre del Mangia, de toren die hoog oprijst boven het Piazza del Campo en al van veraf te zien is.
De naam van de toren is een afkorting van de bijnaam van een van de klokkenluiders, Giovanni di Balduccio, die Mangiaguadagni werd genoemd (‘eet zijn verdiensten’) omdat hij altijd zijn hele maandloon uitgaf aan lekker en overvloedig eten.
Hoewel de toren bijna op het laagste punt van de stad staat, steekt hij hoog boven alle andere gebouwen uit. Wanneer het nog niet te heet of te druk is, beklim dan alle treden van deze slanke toren. Het uitzicht is de klim meer dan waard; je kijkt tenslotte niet elke dag uit over het misschien wel mooiste plein ter wereld!
Boven wacht je echter niet alleen een fantastisch panorama Op zo’n honderd meter boven het plein, op de top van de toren, staat namelijk ook de campanone, de grote klok, die door de inwoners van Siena liefkozend Sunto wordt genoemd, als ware het een belangrijk persoon.
de campanone in top van de Torre del Mangia
De oudste klok van de Torre del Mangia dateert uit 1344 – hij werd geplaatst voor de toren zelf helemaal voltooid was. De klok werd al na vijf jaar vervangen door een groter exemplaar, die helaas niet zo’n mooi geluid voortbracht. Vandaar ook dat de Sienesi deze klok campanaccia noemden (het achtervoegsel –accia gebruikt men voor lelijke dingen: una brutta campana is dus una campanaccia).
Gelukkig voor hen werd de klok na ruim drie eeuwen (om precies te zijn in 1665) vervangen door een nieuw gegoten exemplaar van maar liefst 6760 kilo. Er waren ruim twee dagen, twee kranen en 53 mannen nodig om de klok omhoog te hijsen, op de plek waar de eerdere klok had gestaan. De klok werd echter bijna een jaar lang niet geluid.
Pas toen de campanone op 29 september 1666 op de top van de Torre del Mangia werd geplaatst, weerklonk het geluid voor het eerst boven de daken van Siena. De klok wordt nu echter niet meer gebruikt om elk verstreken uur aan te duiden. Ook op zondagochtend luidt de Torre del Mangia niet, maar dat wordt meer dan goed gemaakt door de andere (kerk)klokken in de stad.
De grote klok mag slechts een paar keer per jaar luiden:
*op 25 april, tijdens La Festa della Liberazione (Bevrijdingsfeest), en op 1 mei, La Festa del Lavoro (Dag van de Arbeid), laat de klok om tien uur ’s ochtends vijf minuten van zich horen
*op 2 juli, tijdens de Palio, wordt de klok geluid om 8.00, 12.00, 15.00 en 17.00 uur – én tijdens de historische stoet voorafgaand aan de paardenrace
*op 3 juli wordt de bevrijding van Siena herdacht met een klokkenspel om 14.00 uur
*op 14 augustus luidt de klok tijdens de Processione del Cero (om 16.30 uur)
*op 15 augustus, de feestdag Madonna dell’Assunta, luidt de klok precies om twaalf uur ’s middags
*tijdens de Palio van 16 augustus wordt de klok, net als op 2 juli, geluid om 8.00, 12.00, 15.00 en 17.00 uur – én tijdens de historische stoet voorafgaand aan de paardenrace
*in november luidt de klok ter ere van de inauguratie van het nieuwe academische jaar (de precieze datum wisselt jaarlijks)
*ook weerklinkt de klok bij aanvang en na afloop van verkiezingen
*afgelopen zondagavond, 15 maart 2020, klonk il Sunto om 21.00 uur, om solidariteit te tonen met alle Sienezen die nu in quarantaine zitten in hun eigen huis – een prachtig symbool van verbondenheid in Siena