Vandaag treden we in het voetspoor van de Heilige Christina, en wel aan de hand van Henk van Os. Meer dan een halve eeuw lang houdt deze kunsthistoricus namelijk al een map ‘raroria’ bij, die deel uitmaakt van zijn reproductieverzameling. Alle kunstwerken in deze map hebben een hoog ‘kijk nou eens’-gehalte. Zo ook de voeten van de Heilige Christina. Lees maar mee:
‘Gedurende de vijf jaar die ik besteedde aan de bestudering van reliekverering in de middeleeuwen raakte ik gefascineerd door heilige voeten. Veel reliekhouders zijn koppen en nog meer zijn reliekarmen, maar hier en daar vind je ook een reliekvoet van een martelaar die in het voetspoor van Jezus was getreden. Zulke kostbare voeten waren voor mij ontroerende tekens van de navolging van Christus. […]
Behalve kostbare voeten zijn er vele voetstappen nagelaten die aanleiding gaven tot religieuze opwinding. Meer nog dan vereerde voeten prikkelen heilige voetstappen mijn verbeelding. Dat komt omdat het bij voetstappen niet om kostbare spullen gaat. Een voetstap is geen ding. Het is een voorgevormde lege ruimte die alleen gevuld wordt door het verlangen te herinneren. […]
De mooiste voetsporen van de christelijke iconografie zijn te zien in de grot van de Heilige Christina in de parochiekerk van Bolsena in Italië. Het is een oord vol wonderverhalen. Het altaar, dat aan de heilige is gewijd, is geplaatst in een kapel met vier antieke zuilen, bekroond met een negende-eeuws ciborium. […]
Mij gaat het in de ruwe plaat basalt die rechtop is gezet om het antependium van het altaar te vormen. Daarop tekenen zich de sporen van twee kleine voeten af. Het zijn de afdrukken van de voeten van de Heilige Christina. Het verhaal erbij luidt als volgt:
Christina was de beeldschone dochter van een zekere Urbanus, de plaatselijke prefect ten tijde van keizer Diocletianus. Het was de tijd van meedogenloze razzia’s onder christenen; daaraan heeft de kerk menige heilige martelaar te danken. Christina was een christen en dat maakte haar vader razend. Toen zij het hoofd van een van haar vaders gouden idolen af wilde breken om het aan een bedelaar te geven, was voor hem de maat vol.
Hij liet haar allerlei gruwelijke martelingen ondergaan, waar een normaal mens aan zou bezwijken. Maar de Heer en zijn engelen stonden Christina bij en daardoor overleefde zij de vaderlijke torturen. Urbanus bedacht nu dat ze met een molensteen om haar nek in het water van het meer van Bolsena moest worden gegooid. Aldus geschiedde. Maar ze verdronk niet, omdat de molensteen in het water zacht werd en bleef drijven met Christina erbovenop. Miracolo, miracolo…
Maar martelaren moeten nu eenmaal sterven, anders worden ze niet gedoopt in het bloed van Christus zoals hun betaamt. Nadat Christina het nog heeft gepresteerd om met haar gebed een beeld van Apollo van zijn voetstuk in diggelen te laten vallen, wordt ze in een oven gegooid. Maar dankzij de hulp van boven doorstaat ze de hitte. Uiteindelijk wordt ze gedood door boogschutters, waarna haar ziel door engelen omhoog wordt gedragen.
Het baart geen verwondering dat Christina met dit levensverhaal de patroonheilige werd van boogschutters, molenaars en zeelieden – en natuurlijk werd ze stadsheilige van Bolsena. Wat we nu staande voor het aan haar gewijde altaar zien, zijn wat resten van de molensteen.
Kennelijk is die na Christina aan land te hebben gebracht weer van basalt geworden. Maar de afdrukken van haar voeten in de zachte drijver bleven ook in de harde steen bewaard. Dat zijn nog eens relieken die tot de verbeelding spreken.’
Het hele verhaal over het voetspoor van Christina en veel meer opmerkelijke feiten over verschillende kunstwerken vind je in
Kijk nou eens | Henk van Os | ISBN 9789460033247 | uitgeverij Balans