Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

Cividale del Friuli – mooie musea, Tempietto Longobardo & een duivelse brug

Wil je een dagje in de voetsporen treden van niemand minder dan Julius Caesar én de Longobarden, die zes eeuwen na de beroemde keizer in Italië leefden? Dat kan, in het prachtige stadje Cividale in Friuli-Venezia Giulia. De Nederlandse Elbrich, die als gids in Friuli-Venezia Giulia werkt, neemt ons er in deze blog mee naartoe.

Elbrich: ‘Cividale ligt aan de rivier de Natisone. Het stadje werd in vijftig voor Christus gesticht door Julius Caesar, niet direct de meest bescheiden figuur. Hij gaf het stadje dan ook een naam waarin zijn eigen voornaam verwerkt zat: Forum Julii.

Grappig genoeg gaat er geen dag voorbij of de inwoners van Friuli worden aan deze keizerlijke daad herinnerd. Forum Julii werd namelijk in de loop der tijd verbasterd tot Friuli, wat heeft geleid tot het eerste deel van de naam van deze regio.

Maar waar komt dan de huidige naam Cividale dan vandaan? Die is bedacht door niemand minder dan keizer Karel de Grote. De keizer werd eind achtste eeuw door de paus naar Italië geroepen om de Longobarden te verdrijven en hun van de troon te stoten.

Toen Karel de Grote merkte dat de Longobarden zowel Cividale als de streek eromheen Friuli noemden, vond hij dat te verwarrend. Forum Julii werd omgedoopt tot Civitas Austriae (‘de stad in het oosten’), dat door de eeuwen heen Cividale is geworden.

Cividale ligt inderdaad in het oosten van Italië. Om preciezer te zijn in het noordoosten, op slechts een tiental kilometers van de grens met Slovenië. Door de strategische ligging in een regio die ook wel ‘de poort naar Europa’ werd genoemd, heeft Cividale door de eeuwen heen regelmatig te maken gekregen met invasies van verschillende volkeren.

de put van Callisto

De grootste en langste overheersing was die van de Longobarden. In Cividale vind je hier en daar nog monumenten en kunstwerken die aan hun overheersingstijd (van halverwege de zesde eeuw tot eind achtste eeuw) herinneren.

Vanwege het erfgoed van de Longobarden staat Cividale sinds 2011 zelfs op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Hier kun je, net als in onder meer Brescia, Spoleto en Benevento, met eigen ogen zien tot wat een mooie architectuur en kunstwerken dit volk in staat was.

Maar wie waren de Longobarden nu precies? Waar dit volk vandaan kwam en hoe ze leefden, weten we dankzij een schrijver die in de tijd van de Longobarden in Cividale geboren werd, Paolo il Diacono, Paolo de diaken, die in zijn Historia Langobardorum (‘de geschiedenis van de Longobarden’) heel nauwkeurig de herkomst en het leven van de Longobarden beschrijft.

een met fresco’s versierd huis in Cividale

Dankzij deze Paolo (die aan het eind van zijn leven aan het hof van Karel de Grote in Pavia woonde, waar hij grammaticalessen gaf) weten we tegenwoordig zeer veel over de Longobardische gebruiken en gewoontes.

De Longobarden kwamen volgens Paolo oorspronkelijk uit Scandinavië. Na eeuwen van rondzwerven en reizen kwam dit nomadenvolk uiteindelijk in het huidige Italië terecht, in Friuli-Venezia Giulia. Hun eerste hertogdom op Italiaanse bodem was het stadje Cividale, in de zesde eeuw de enige grote, nog met een stadsmuur omringde stad in de streek.

Na de val van het West-Romeinse Rijk was Friuli helaas getuige van vele plunderingen en vernietigingen door verschillende barbaarse stammen. De Hunnen, de Goten en de Avaren hadden in de eeuw daarvoor de streek al geplunderd en de grootste stad Aquileia verwoest en in de as gelegd.

Ze hadden Cividale echter links laten liggen. Zo kwam het dat dit stadje werd uitverkozen tot het eerste hertogdom van de Longobarden in Italië. Het werd door een hertog en een gastaldo (een plaatsvervanger van de koning) geregeerd, terwijl de koning zelf in Pavia woonde.

Terug naar het huidige Cividale. Het stadje is niet groot. Het hoofdplein draagt de naam van Paolo il Diacono. Samen met de centrale winkelstraat, de Corso G. Mazzini, de Duomo en de duivelsbrug vormt dit het centrum van de stad.

Wat Cividale zo speciaal maakt, zijn de vele interessante musea die alles met de geschiedenis van de Longobarden te maken hebben. Het zijn er drie: het Museo Archeologico Nazionale, het Tempietto Longobardo en het Museo Cristiano (wil je ze alle drie bezoeken, koop dan een kortingskaart voor negen euro die je het recht geeft binnen 72 uur alle drie de musea te bekijken).

Het Museo Archeologico Nazionale met vele vondsten uit zowel de Romeinse als de Longobardische tijd is in elk geval een aanrader. Rondom Cividale hebben archeologen verschillende kerkhoven van Longobarden gevonden en alle gebruiksvoorwerpen (wapens, kruizen, sieraden, kammen etc.) die zich in deze graven bevonden, liggen daar opgesteld. Het is qua aantal Longobardische vondsten het grootste en belangrijkste museum van heel Italië!

Een bezoek aan Cividale is niet compleet zonder een bezoek aan het Tempietto Longobardo. Dit kleine kerkje van eind achtste eeuw heeft ruim 1200 jaar aan geschiedenis wonderbaarlijk goed doorstaan. Dit komt omdat het deel uitmaakt van een oud klooster, Santa Maria in Valle genaamd.

Dit klooster, dat werd gebouwd langs de oever van de Natisone, was tot begin vorige eeuw nog in gebruik. De nonnen hielden in dit goed bewaarde kerkje hun missen en diensten tot de recentere kerk San Giovanni ernaast werd gebouwd (die nu niet meer wordt gebruikt voor kerkelijke diensten maar voor tentoonstellingen en concerten).

Pas sinds begin twintigste eeuw is het Tempietto Longobardo dan ook toegankelijk voor publiek en kunnen bezoekers de prachtige privékapel van de gastaldo (de plaatsvervanger van de koning), want dat was het Tempietto Longobardo ooit, zelf aanschouwen.

De zes gestukadoorde vrouwen boven de oorspronkelijke hoofdingang kijken al ruim 1200 jaar op de bezoekers neer. Waren het heiligen, nonnen, Longobardische vrouwen van adellijke afkomst? We zullen het nooit precies weten. Wel weten we dat de elegante manier van bouwen samen met de tot in detail gestukadoorde wijnranken en trossen niet door Longobardisch vakmanschap gemaakt werd. Daarvoor is het contrast te groot met de kunstwerken die je in het Museo Cristiano kunt aanschouwen.

Waarschijnlijk is de binnenkant van het kerkje door kunstenaars uit het huidige Syrië gemaakt, aangezien de vorm van het stukadoorwerk veel weg heeft van kunstwerken uit dezelfde eeuw die daar gevonden zijn.

Het Museo Cristiano beslaat twee verdiepingen; de mooiste Longobardische vondsten zijn op de begane grond te bezichtigen. Zo staat daar het Ratchis-altaar (Ratchis was een van de hertogen van Cividale) en het Callisto-doopvont.

Callisto was een van de patriarchen van Aquileia. Deze geestelijk leider was een heel belangrijke aartsbisschop en stond slechts een treetje lager op de ladder in vergelijking tot de paus. De patriarch had van de zevende tot de dertiende eeuw zijn zetel in Cividale, voordat hij de wat grotere en meer centraal gelegen stad Udine verkoos. In dit museum kun je ook de middeleeuwse troon van de patriarch bekijken, net als vele relikwieën, schilderijen en kledij van de vroegere geestelijk leiders.

Wil je een bezoek aan Cividale mooi afronden, vraag dan aan een van de dames bij het loket van het Tempietto Longobardo of je (in ruil voor een identiteitsbewijs) de sleutel mag lenen van de ingang van de Ipogeo Celtico. Deze Keltische grot bevindt zich in een steegje tussen het Tempietto Longobardo en de duivelsbrug in. Het is een grot uit de tijd van de Kelten die twintig meter onder de grond ligt. Ooit werden hier de doden begraven; later, tijdens de Romeinse periode, diende het als gevangenis.

Na je bezoek aan de grot sla je linksaf en sta je oog in oog met de duivelsbrug. Als je de brug oversteekt en links achter het kerkje San Martino gaat staan, heb je het mooiste uitzicht over Cividale, de brug en de rivier.

De duivelsbrug werd volgens de legende aangelegd in de vijftiende eeuw met hulp van, hoe kan het ook anders, de duivel. De oorspronkelijk houten brug werd door de soms erg sterke stroming van de Natisone telkens verwoest.

Het was tijd voor een stenen brug, maar de bouw ging niet zonder slag of stoot. Na een derde poging een brug te bouwen, besloten de inwoners hulp aan de duivel te vragen. Het contract werd opgesteld maar de duivel wilde in ruil voor zijn hulp de ziel van het eerste levende wezen dat over de brug zou lopen.

De inwoners gingen akkoord, de brug was nodig en wie zich zou moeten opofferen zou men later wel uitzoeken, zo was de gedachte. In slechts één nacht tijd bouwde de duivel de brug. De volgende dag was het zover: wie moest er als eerst de brug over? Niemand wilde zich opofferen.

Om tijd te winnen, nam men eens goed het contract door. Aangezien er in de tekst niet duidelijk was of een levend wezen per se een persoon moest zijn, stuurden de bewoners een zwarte kat de brug over. De duivel was woedend, hij was erin geluisd!

Hij vervloekte de stad en zei dat bij de toekomstige bouw van belangrijke werken in Cividale het lot zou toeslaan. Gek genoeg is dat ook zo. Als er sinds die tijd ergens in de stad een kerk of openbaar gebouw moest verrijzen, overleed de architect altijd voordat hij zijn opdracht kon voltooien. Het is dan ook niet makkelijk een architect te vinden die een nieuwe opdracht aan durft te nemen in Cividale…

Nog een laatste tip: wandel ook langs het kerkje gewijd aan San Biagio, de heilige die helpt bij keelproblemen. Alleen al vanwege de schitterende façade een bezoekje waard!

Wil je Cividale bezoeken met mij als jouw officiële Nederlandstalig gids, neem dan gerust contact met me op. Ik leid je graag rond en vertel je nog veel meer over de veelbewogen geschiedenis van Cividale, maar ook over andere steden die je in Friuli- Venezia Giulia kunt bezoeken. Meer informatie vind je op mijn website ExploreFriuli.’

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *