Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

De Florentijnse inspiratiebronnen van Piero della Francesca

In de renaissance werd Piero della Francesca door kunstenaarsbiograaf Giorgio Vasari geroemd om zijn kennis van het perspectief en wiskundige inzichten. Pas in de twintigste eeuw werd ontdekt dat Piero ook van grote invloed was geweest op de ontwikkeling van de kunst. Zijn werken werden (soms letterlijk) weer uit het stof gehaald en de roem van de outsider uit Sansepolcro steeg.

Piero-della-Francesca-zelfportret

Nu kennen wij Piero vooral van zijn legendarische frescocyclus De legende van het Ware Kruis in Arezzo en van de schitterende portretten die hij maakte van Federico da Montefeltro en zijn jong overleden vrouw Battista Sforza, een van de meest geliefde werken in de Galleria degli Uffizi in Florence. Dit prachtige tweeluik maakte Piero in Urbino, waar Montefeltro in die tijd hertog was.

Piero-della-Francesca-hertog- Montefeltro-Battista-Sforza-Galleria-Uffizi-Florence

Over Piero’s beginjaren als kunstenaar weten we bijna niets. We weten dat hij op 27-jarige leeftijd voor het eerst naar Florence trok, waar hij kennismaakte met de grote kunstenaars van zijn tijd: Brunelleschi, Donatello en Luca della Robbia. Welke Florentijnse kunstenaars en werken bleken grote inspiratiebronnen voor Piero te zijn?

De emoties van Giotto

In de Santa Croce in Florence maakte Piero naar alle waarschijnlijkheid voor het eerst kennis met Giotto. De erfenis van deze kunstenaar schittert allereerst in de Cappella Bardi. De Florentijnse familie Bardi vergaarde haar kapitaal met handelen en bankieren. De Bardi’s gaven Giotto de opdracht om hun familiekapel te decoreren met scènes uit het leven van Franciscus van Assisi.

Giotto-Cappella-Bardi-Santa-Croce-Florence (2) Giotto-Cappella-Bardi-Santa-Croce-Florence (3) Giotto-Cappella-Bardi-Santa-Croce-Florence (4) Giotto-Cappella-Bardi-Santa-Croce-Florence (5)

Ook in de Cappella Peruzzi schittert werd van Giotto. Deze kapel draagt de naam van de invloedrijke bankier Donato di Arnoldo Peruzzi. Zijn neef Giovanni gaf Giotto omstreeks 1320 de opdracht om de kapel met fresco’s te decoreren.

Giotto vat de personages in rake houdingen, met gezichten waarvan echte emotie valt af te lezen. Giotto’s personages lijken bijna echt te leven. Ook besteedde Giotto veel aandacht aan perspectief en geometrie. Hij creëerde theatrale scènes waar je als toeschouwer bijna letterlijk aan deel neemt.

Giotto-Cappella-Peruzzi-Santa-Croce-Florence (1) Giotto-Cappella-Peruzzi-Santa-Croce-Florence (2) Giotto-Cappella-Peruzzi-Santa-Croce-Florence (3a)

Je kunt je gemakkelijk voorstellen hoe de jonge Della Francesca betovert raakte door deze sprekende fresco’s, die zo anders waren dan de kunstwerken die hij tot dan toe had gezien.

Aan het werk in het oudste ziekenhuis van Florence

Piero vertrok niet in zijn eentje naar Florence, maar reisde samen met zijn leermeester, Domenico Veneziano. Deze Veneziano had namelijk de opdracht om fresco’s te schilderen voor de Santa Maria Nuova binnen weten te slepen.

De Santa Maria Nuova is het grootste en oudste ziekenhuis van Florence. Het hospitaal werd in 1288 door Folco Portinari, de vader van Dantes geliefde Beatrice, gesticht – met slechts twaalf bedden. Rijke Florentijnen doneerden gul aan het hospitaal. Kunstenaar Filippino Lippi schonk bijvoorbeeld zijn gehele nalatenschap aan het ziekenhuis en Leonardo da Vinci liet het ziekenhuis zelfs een aantal tekeningen na.

Helaas kun je de fresco’s van Veneziano en Della Francesca in de Sant’Egidio, de kerk die bij het complex van Santa Maria Nuova was opgenomen, niet meer in volle glorie bewonderen. Ze zijn bijna compleet verloren gegaan.

Wedijverende cantorie in de Duomo

In de periode dat Piero werkzaam was in het Florentijnse ziekenhuis, werkte Luca della Robbia in hetzelfde gebouw aan het sacramentstabernakel. Della Robbia was toen al een beroemde en gewilde beeldhouwer in Florence. Een van Della Robbia’s vroegste werken vind je nu in het Museo dell’Opera del Duomo: een prachtige cantoria, een zangerstribune, die ooit het interieur van de Florentijnse Duomo sierde.

Cantorie-Museo-Opera-Duomo-Florence (1) Cantorie-Museo-Opera-Duomo-Florence (2) Cantorie-Museo-Opera-Duomo-Florence (7)

De cantoria kwam boven de deur van de sacristie te hangen. Della Robbia had toen hij deze zangerstribune maakte al aardig wat ervaring, maar toch zie je als je goed kijkt wat ‘foutjes’. Armen zijn vaak wat langer dan gebruikelijk en Della Robbia zet de voeten van de zingende jongens ook wat onbeholpen neer.

Rivaal Donatello (bij wie Veneziano, de leermeester van Della Francesca in de leer was geweest) kreeg twee jaar later de opdracht om een tweede cantoria te maken. Donatello was goed voorbereid en had bedacht dat de zangerstribune ook van afstand nog goed te zien moest zijn. Hij hakte dan ook veel dieper in het marmer als Della Robbia. Zijn cantoria maakte hij ter plekke, in een van de kapellen van de Duomo.

Cantorie-Museo-Opera-Duomo-Florence (3)

Piero heeft beide cantorie ongetwijfeld gezien tijdens een bezoek aan de Duomo. De beeldhouwkunst van zowel Luca della Robbia als Donatello moet een onuitwisbare indruk maakte op de jonge kunstenaar.

In 1688 werden de cantorie verwijderd. De tribunes werden uit elkaar gehaald en werden pas een eeuw geleden weer in elkaar gezet. De twee cantorie hangen nu in het museum van de Duomo tegenover elkaar zodat je ze goed kunt vergelijken.

De betoverende fresco’s van Masaccio

Veneziano had niet alleen les gehad van Donatello, maar ook van Masaccio. In 1424 schilderde Masaccio samen met collega-kunstenaar Masolini de mooiste, kleurigste frescocyclus van heel Florence, in de Cappella Brancacci in de Santa Maria del Carmine.

Cappella-Brancacci-Florence (1) Cappella-Brancacci-Florence (2)

Op de wanden zie je gebeurtenissen uit het leven van Petrus. In deze kleurige vertellingen zie je niet één, niet twee, maar zelfs drie verschillende ‘handen’ aan het werk. Masolini liet tijdens het proces opeens verstek gaan en vertrok naar Rome. Masaccio stierf toen hij slechts zevenentwintig jaar was. De frescocyclus werd pas rond 1485 voltooid door Filippino Lippi.

Vooral de fresco’s van Masaccio zijn baanbrekend. Bijbelse gebeurtenissen worden opeens zeer levendig en dramatisch gebracht. Kijk maar eens naar de De verdrijving uit het paradijs. Hier zie je een bijna filmische weergave van Adam en Eva die het paradijs worden uitgezet. Ongekend in die tijd!

Cappella-Brancacci-Florence-Masaccio

Masaccio’s fresco’s zullen de jonge Piero zeker in vervoering hebben gebracht. Maar niet alleen Della Francesca waardeerde het werk van de getalenteerde Masaccio. Ook Michelangelo zag de meester als zijn voorbeeld. We weten bijvoorbeeld dat hij studies maakte van de fresco’s die Masaccio in de Cappella Brancacci had nagelaten.

Cappella-Brancacci-Florence-Masaccio-2a Cappella-Brancacci-Florence-Masaccio-2b Cappella-Brancacci-Florence-Masolino

Een ander baanbrekend fresco van Masaccio is dat van de De Heilige Drie-eenheid in de Santa Maria Novella in Florence. Masaccio schilderde dit werk rond 1425. Dit werk is een perfect voorbeeld van het weergeven van perspectief en de menselijke anatomie.

Santa-Maria-Novella-Florence-Masaccio

Bovenaan zie je God afgebeeld, met vlak daaronder de Heilige Geest in de gedaante van een duif. Daaronder hangt Christus aan het kruis. Aan de linker- en rechterzijde staan Maria en Johannes de Evangelist. De twee figuren die knielen zijn de opdrachtgevers van dit werk, het echtpaar Cardoni.

Altaarstuk à la Masaccio

In 1442 keerde Piero della Francesca terug naar Sansepolcro, waar hij werd benoemd tot lid van de stadsraad. Drie jaar later bestelde de Confraternita della Misericordia een enorm altaarstuk bij de schilder. In dit werk zie je de verwantschap met Masaccio, vooral in het bovenste paneel. Zijn voorliefde voor geometrische voorstellingen heeft hij zeker niet van een onbekende schilder overgenomen.

Piero-della-Francesca-altaarstuk-Misericordia-Sansepolcro (1) Piero-della-Francesca-altaarstuk-Misericordia-Sansepolcro (2)

De rest van zijn leven bracht hij periodes door in het rustige, landelijke Sansepolcro, afgewisseld met verblijven in bruisende artistieke en intellectuele centra als Ferrara en Urbino waar hij de hoogtijdagen van de renaissance beleefde. Pas dan schrijft hij ook De prospectiva pingendi, waarin hij beschrijft hoe wiskundige regels kunnen worden toegepast op het weergeven van bijvoorbeeld het hoofd van een mens. Een kunst die hij als geen ander verstond…

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *