Het Teatro alla Scala in Milaan is een van de bekendste theaters in Italië, maar er zijn nog veel meer prachtige theaterzalen waar je tijdens je vakantie in Italië neer kunt strijken voor een mooie voorstelling.
Eerder tipten we al de mooiste Italiaanse openluchttheaters, in dit artikel nemen we je mee naar de allermooiste theaters in het noorden van Italië, in de regio’s Veneto, Friuli-Venezia Giulia, Lombardije, Piemonte en Ligurië.
VENETO
Teatro La Fenice (Venetië)
Teatro La Fenice, dat voor het eerst de deuren opende in 1792, was een ontwerp van architect Giannantonio Selva, die later ook het Teatro Verdi in Trieste op zijn naam zou schrijven.
De naam La Fenice, de feniks, stond symbool voor de wedergeboorte van het theaterbedrijf dat La Fenice liet bouwen. Eerder hadden ze veel tegenslag gehad met een ander theater in Venetië, dat hen afhandig was gemaakt door de rijke Venier-familie.
La Fenice groeide al snel uit tot een van de bekendste operatheaters in Italië en daarbuiten, met bekende componisten als Gioachino Rossini, Vincenzo Bellini en Gaetano Donizetti, die speciaal voor La Fenice opera’s schreven.
Helaas sloeg ook voor La Fenice het noodlot toe. In 1836 werd het theater verwoest door een brand. Maar het theaterbedrijf liet zich niet uit het veld slaan en op 26 december 1837 herrees La Fenice als een echte feniks uit zijn as.
Het theater schitterde als nooit tevoren en in de loop van de jaren betraden vele beroemdheden het podium. Zo schreef La Fenice na het Teatro alla Scala in Milaan de meeste premières van Verdi op zijn naam.
In 1996 werd La Fenice voor een tweede keer getroffen door een grote brand, waarna het theater wederom herbouwd werd, naar een ontwerp van architect Aldo Rossi, die met behulp van oude foto’s het originele ontwerp zo goed mogelijk nabootste.
In 2003 herrees La Fenice voor de tweede keer uit zijn as en werd het theater opnieuw ingehuldigd. Voor het bijwonen van een voorstelling raadpleeg je de website van La Fenice.
foto’s: Andrea Izzotti & Marco Rubino
Teatro Olimpico (Vicenza)
Vicenza kreeg in de zestiende eeuw een geheel eigen aanblik door de gebouwen die architect Andrea Palladio (1508-1580) ontwierp. Palladio had een grote fascinatie voor de klassieke Romeinse bouwkunst en in het bijzonder voor het werk van de Romeinse architect Vitruvius, die hem inspireerde voor zijn eigen bouwwerken.
Palladio’s bekendste bouwwerk is het Teatro Olimpico, waarvoor hij uitgebreid onderzoek deed naar het klassieke theater. De bouw startte begin 1580, maar in augustus van dat jaar overleed Palladio.
Gelukkig kon zijn zoon het theater zoals zijn vader het voor ogen had gehad afmaken, op basis van gedetailleerde schetsen en notities die hij had achtergelaten. In 1585 werd het theater ingehuldigd.
Het is een waar kunstwerk, met klassieke idealen die tot in het kleinste detail zijn uitgewerkt, van de coulissen tot de achterwand van de tribune.
Je kunt hier uren op de tribune zitten om dit fascinerende bouwwerk te bewonderen, maar er worden ook regelmatig concerten gehouden, bijvoorbeeld tijdens de Settimane Musicali al Teatro Olimpico en de festivals Omaggio a Palladio en Vicenza in Lirica.
foto’s: Marco Brivio & Francesco Pronesti
FRIULI-VENEZIA GIULIA
Teatro Verdi (Trieste)
Het Teatro Verdi in Trieste werd gebouwd tussen 1798 en 1801 door architect Giannantonio Selva, die ook het allereerste ontwerp van Teatro La Fenice in Venetië op zijn naam schreef.
Het theater werd vlak bij zee gebouwd en werd in eerste instantie Teatro Nuovo gedoopt. Na het overlijden van Verdi, in januari 1901, werd de naam veranderd in Teatro Verdi.
Voor het interieur werd architect Piermarini gevraagd, die ook het Teatro alla Scala in Milaan had ontworpen. In 1801 werd het theater voor publiek geopend. Grote namen in de operawereld – zoals Rossini, Donizetti, Bellini en Verdi – zetten hier schitterende opera’s neer.
Verdi componeerde zelfs een paar opera’s voor dit theater in Trieste, die hij persoonlijk begeleidde. De naamswijziging is dan ook een welverdiend eerbetoon aan deze componist, die een speciaal plekje in zijn hart voor dit theater had.
Teatro Arrigoni (San Vito al Tagliamento)
Het Teatro Arrigoni is een klein theater in Venetiaanse stijl dat vernoemd is naar componist Giangiacomo Arrigoni, die werd geboren in San Vito al Tagliamento.
Er worden nog regelmatig concerten gehouden in dit knusse theater aan het Piazza del Popolo. Je kunt een plekje reserveren in de zaal, maar nog mooier is het om naar het podium te kijken vanuit een van de loges die het theatertje rijk is.
foto’s: Studio Area
Teatrino Valvasone (Valvasone)
Een piepklein en bijzonder achttiende-eeuws theater is het Teatrino Valvasone, dat verstopt ligt binnen de kasteelmuren van het Castello del Lupo in Valvasone.
Het theater werd gemaakt in een al bestaande ruimte van het kasteel. Omdat het theater privébezit was, is het goed bewaard gebleven. Hoe klein ook, het heeft zelfs een galerij met loges en prachtige fresco’s, zoals je ook in onze blog over Valvasone kunt zien.
foto’s: Comune di Valvasone
LOMBARDIJE
Teatro alla Scala (Milaan)
Het Teatro alla Scala is ontworpen door architect Giuseppe Piermarini. In 1779 werd het ingehuldigd, met de opvoering van een opera van Antonio Salieri. Daarna gingen hier vele opera’s in première, zoals Norma van Bellini in 1831.
Dankzij Nabucco van Verdi, dat hier in 1842 zijn première beleefde, verwierf het theater flinke bekendheid. Componisten kwamen er graag voor hun allereerste voorstellingen. Zo werd hier in 1904 Madama Butterfly van Puccini voor het eerst opgevoerd, waarna zijn Turandot in 1926 volgde.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het Teatro alla Scala zwaar beschadigd. De uitvoeringen verhuisden toen tijdelijk naar het Teatro Sociale in Como, dat zo de bijnaam Piccola Scala kreeg. Een paar jaar later was de oude Scala gelukkig weer hersteld en konden componisten er weer terecht.
In de beginjaren werd het Teatro alla Scala verlicht met olielampen. Op het toneel telde je er meer dan tachtig, in de rest van de zaal hingen er meer dan duizend. Uit voorzorg voor brand waren er ook honderden wateremmers aanwezig. In 1883 ging het theater over op elektrisch licht.
Elk jaar begint op 7 december, de feestdag van Sant’Ambrogio (de beschermheilige van Milaan), het operaseizoen. Verder is het Teatro alla Scala ook het toneel van balletvoorstellingen, symfonie- en pianoconcerten en speciale kindervoorstellingen.
Kaarten voor een operavoorstelling kun je het beste vooraf online bestellen via de officiële website van het Teatro alla Scala, maar je kunt ook altijd last minute kijken of er nog kaarten beschikbaar zijn. Ga dan aan het eind van de middag naar het loket aan de Via Filodrammatici, naast het theater. Je kunt maar één kaartje per persoon kopen, dus als je met z’n tweeën naar de opera wil, moet je beiden in de rij gaan staan.
Als je niet van opera houdt, maar wel het theater eens van binnen wil bewonderen, dan kun je via deze link een rondleiding boeken.
Teatro Sociale (Como)
Het Teatro Sociale werd geopend in 1813, nadat architect Giuseppe Cusi er twee jaar aan had gebouwd. Er traden hier veel grote namen op, onder wie de Italiaanse violist en componist Nicolò Paganini en de Hongaarse pianist en componist Franz Liszt.
Liszt bracht er zijn La Serenata ten gehore, in hetzelfde jaar waarin – ook in Como – zijn dochter Cosima werd geboren, die later met Richard Wagner zou trouwen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het theater zoals gezegd tijdelijk het thuis van het Teatro alla Scala in Milaan, maar ook zonder deze band met dit grote operahuis is het een theater van formaat.
Op het programma van het Teatro Sociale staan veelal opera’s en klassieke concerten, maar ook voor balletvoorstellingen kun je plaatsnemen op een van de roodfluwelen stoelen. In aanloop naar de kerstdagen dient de voorgevel van het theater als decor voor prachtige lichttaferelen.
Teatro Bibiena (Mantova)
Het achttiende-eeuwse Teatro Bibiena in Mantova is echt een juweeltje. Het ontwerp is van architect Antonio Galli Bibiena, die bekend stond om zijn knappe staaltjes interieurdesign. De bouw nam slechts twee jaar in beslag, van 1767 tot 1769.
Bibiena maakte een volledig houten theater, waarmee hij een bijna perfecte akoestiek wist te creëren. Hij voorzag het theater van vier rijen met elegante loges en roodfluwelen gordijnen, vanwaar je op het podium kijkt, dat geen doek kreeg. Zodoende had het theater vooral een concertfunctie en werd het in mindere mate voor toneel gebruikt.
Het theater werd geopend op 3 december 1769. Zes weken later, op 16 januari 1770, speelde niemand minder dan Wolfgang Amadeus Mozart hier, nog maar veertien jaar oud. Mozarts vader was zo gefascineerd door de schoonheid van het Teatro Bibiena, dat hij aan zijn vrouw schreef dat dit het mooiste theater was dat hij ooit had gezien.
Ook nu nog kun je een concert bijwonen in het Teatro Bibiena. Een plekje in een van de loges maakt je theaterbezoek extra speciaal. Ben je alleen overdag in Mantova? Ook dan kun je het theater bewonderen, tegen een kleine vergoeding. Via deze link vind je alle details.
foto’s: Marco Porcu
Teatro all’Antica (Sabbioneta)
Vlak bij Mantova ligt Sabbioneta, de ‘ideale stad’ die in de tweede helft van de zestiende eeuw werd gebouwd naar een ontwerp van Vespasiano Gonzaga.
Het laatste meesterwerk dat Vespasiano liet bouwen, was het Teatro all’Antica. Het ontwerp is van de hand van architect Vincenzo Scamozzi, die het theater tussen 1588 en 1590 bouwde.
Het Teatro all’Antica straalt vanuit elk punt perfectie uit en is met recht een ‘ideaal theater’ in deze ‘ideale stad’. Achter de houten tribune is een halfronde zuilengalerij gemaakt met twaalf Korinthische zuilen, met beelden van de goden van de Olympus.
De muren worden gesierd met fresco’s waarop de Engelenburcht, het Capitool, het Colosseum en de Mercati di Traiano in Rome zijn afgebeeld. Op de theatervloer zijn Venetiaanse gebouwen nagebootst, die een schitterend decor en tegelijkertijd coulissen vormen.
Oorspronkelijk was er een blauw plafond dat iets afliep richting het toneel, om de optische effecten te vergroten, maar dat is helaas verloren gegaan. Meer over het Teatro all’Antica lees je hier.
Teatro Ponchielli (Cremona)
Cremona, de stad van Stradivarius, heeft sinds 1747 een muziektheater, waar wereldberoemde componisten als Mozart hun eigen muziekstukken ten gehore brachten. Helaas legde een brand het oorspronkelijke theater in de negentiende eeuw in de as, waarna het herbouwd werd.
Bij de opening werd het vernoemd naar de lokale componist Amilcare Ponchielli. Alleen al de buitenkant van het Teatro Ponchielli is schitterend; het heeft wel iets weg van een Griekse tempel.
Het interieur is versierd met ivoor, rood en goud. Een bijzondere setting om te genieten van opera of van dans- en balletvoorstellingen. Als je geheel in stijl naar het theater wil, boek dan in plaats van in de zaal een stoel in een van de loges, die schitterende plafondschilderingen en rood barok behang hebben.
Aan het begin van de zomer vindt in Cremona het Monteverdi Festival plaats, dat volledig in het teken van barokmuziek staat. Het Teatro Ponchielli vormt een van de decors voor dit muziekfestival.
Teatro Fraschini (Pavia)
Pavia heeft een schitterend theater dankzij vier lokale edellieden: graaf Francesco Gambarana, markies Luigi Bellingeri Provera, markies Pio Bellisomi en graaf Giuseppe Giorgi di Vistarino.
Zij gaven architect Antonio Galli Bibiena, die ook het Teatro Bibiena in Mantova op zijn naam schreef, in 1771 de opdracht om een theater te creëren. De bouw van het Teatro Fraschini nam twee jaar in beslag.
Het theater kreeg de vorm van een hoefijzer en werd gedecoreerd met een prachtig beschilderd houten plafond. In 1869 werd het opgekocht door de gemeente van Pavia, die het theater vernoemde naar de plaatselijke tenor Gaetano Fraschini.
In het Teatro Fraschini kun je het hele jaar door terecht voor een avondje uit, met op de agenda klassieke concerten, opera, poëzievoordrachten en balletvoorstellingen.
foto’s: Teatro Fraschini
Teatro Grande (Brescia)
Het Teatro Grande werd in 1644 geopend met de naam Teatro degli Erranti. Door vele aanpassingen en verbouwingen (onder andere in opdracht van Napoleon) kreeg het theater zijn huidige uiterlijk én zijn huidige naam.
Nog voor je de theaterzaal betreedt, word je al overweldigd door het interieur. Zo heeft het theater een prachtige foyer, die tussen 1760 en 1769 werd gerealiseerd door architect Antonio Marchetti. Het resultaat is een zaal in rococostijl vol versieringen, fresco´s en spiegels.
De Sala Grande, in de vorm van een hoefijzer, werd begin negentiende eeuw ontworpen door de Milanese architect Luigi Canonica en heeft vijf galerijen, waarvan twee met balkon en drie met loges.
Eerdere decoraties in de zaal werden vervangen door rijke barokke ornamenten van de hand van Girolamo Magnani. Het plafond werd beschilderd door Luigi Campini, die er dans, komedie, tragedie en muziek op uitbeeldde.
Het Teatro Grande is elk jaar het decor van het Festa dell’Opera, waarover je in deze blog meer leest. Een ideale gelegenheid om van theaterspektakel in Brescia te genieten!
Teatro Antonio Belloni (Barlassina)
Het Teatro Antonio Belloni noemt zichzelf il teatro d’opera più piccolo al mondo, ‘het kleinste operatheater ter wereld’. Het heeft honderdtwee zitplekken en is daarmee inderdaad niet groot.
Het theater is gebouwd als eerbetoon van Marco Belloni aan zijn vader Antonio. Marco, een ondernemer in de houtindustrie, bouwde het grotendeels samen met zijn zoon Giovanni, in een voormalige fabriek. Acht jaar lang werkten ze aan hun droom, tot het theater in 2010 werd ingehuldigd.
In totaal zijn er zeventig zitplaatsen in de zaal, met nog eens vier zitplaatsen in elk van de acht loges. Een bijzonder element is het plafond, waar Giovanni een ware sterrenhemel creëerde die voor een betoverend effect zorgt zodra de lichten in de zaal uitgaan…
foto’s: Teatro Antonio Belloni (Barlassina)
PIEMONTE
Teatro Regio (Turijn)
De geschiedenis van het Teatro Regio in Turijn gaat terug naar het begin van de achttiende eeuw, toen Vittorio Amedeo II architect Filippo Juvarra de opdracht gaf om een groot theater te ontwerpen voor de stad.
Het project werd voltooid onder bewind van Carlo Emanuele III, die na Juvarra’s dood architect Benedetto Alfieri inhuurde om er een overweldigend theater van te maken. Zo kreeg het theater maar liefst vijf etages met loges en prachtige plafondschilderingen.
Het theater opende voor het eerst zijn deuren in 1740. Het had vanwege het schitterende ontwerp meteen ook een grote aantrekkingskracht op reizigers die in de achttiende eeuw een Grand Tour maakten.
In 1936 kwam er een abrupt einde aan de gloriedagen van het koninklijke theater, toen een grote brand het gebouw verwoestte. Het duurde meer dan veertig jaar voordat het theater was herbouwd, naar een ontwerp van Carlo Mollino.
Pas in 1973 werd het nieuwe theater ingehuldigd, met de opera I Vespri Siciliani van Giuseppe Verdi, waarin Maria Callas een fantastische hoofdrol speelde.
foto’s: Claudio Divizia & Davide Martinelli
Teatro Civico Milanollo (Savigliano)
Het kleine Teatro Civico Milanollo in het dorpje Savigliano heeft een bijzondere geschiedenis. De opdracht voor de bouw ervan werd namelijk gegeven door een aantal dorpsbewoners, in 1834.
De inscriptie op de gevel herinnert hier nog aan. Je leest dat een groep inwoners geld inzamelde voor een theater om de ziel van de burgers op te vrolijken. Het ontwerp kwam van de hand van architect Maurizio Serafino Eula, die het theater in twee jaar tijd bouwde. In 1836 werd er voor het eerst een opera opgevoerd.
De plafondschildering, met daarop de Apotheose van Psyche, werd gemaakt door Piero Ayres, die ook het doek voor het podium schilderde. Het toneeldoek is nog altijd bewaard gebleven en komt bijna nooit tevoorschijn, maar áls het doek valt, dan zie je Apollo en de Muzen op de berg Parnassus.
De buitenkant van het gebouw wordt gesierd door beelden van Melpomene en Talia, de muzen van de Tragedie en de Komedie, waar ook aan gerefereerd wordt in de inscriptie op de voorgevel.
In 1899 kreeg het theater zijn huidige naam, een verwijzing naar de zusjes Teresa en Maria Milanollo, twee violistes uit Savigliano die al op jonge leeftijd de klassieke muziekwereld veroverden.
foto’s: Teatro Civico Milanollo
LIGURIË
Teatro Carlo Felice (Genua)
Het belangrijkste operahuis van Genua is het Teatro Carlo Felice, waar je naast opera ook geniet van klassieke concerten, jazz, theater en ballet. Als je het interieur ziet, zou je niet denken dat de geschiedenis van het theater bijna twee eeuwen terug gaat.
Het oude theater werd oorspronkelijk ontworpen door architect Carlo Barabino. Het theater had vijf verdiepingen met loges, met in totaal plek voor zo’n vijfentwintighonderd bezoekers. De inhuldiging vond plaats in 1828, met een operavoorstelling van Vincenzo Bellini.
Na ruim een eeuw kreeg het theater het zwaar te verduren. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het flink beschadigd; er was na de oorlog weinig meer over van het theater dat ooit zo schitterde.
Direct na de oorlog werd gestart met plannen voor de wederopbouw. In 1977 werd het ontwerp van architect Carlo Scarpa goedgekeurd, maar door zijn overlijden moest er een nieuwe architect worden gezocht.
Dat werd Aldo Rossi, die verantwoordelijk is voor het huidige uiterlijk van het theater, dat in 1991 zijn deuren heropende. Alleen de zuilen, het voorportaal en de Latijnse inscriptie bij de ingang herinneren nog aan het oude theater.
Teatro Salvini (Pieve di Teco)
Het Teatro Salvini mag dan een van de kleinste theaters ter wereld zijn, het heeft alle elementen van een echt theater. Er zijn twee verdiepingen met galerijen rondom het langgerekte, smalle podium, dat een U-vorm heeft. In totaal is er plek voor negenennegentig bezoekers.
In de negentiende eeuw vroeg Giuseppe Manfredi, afkomstig uit een rijke familie uit het dorp, de gemeente om een theater te bouwen. Volgens Manfredi was dit nuttig en goed voor politieke en morele gedachtenvorming.
Zo geschiedde, waarbij het theater werd vernoemd naar Tommaso Salvini, een van de hoofdrolspelers in het Italiaanse theater van die tijd, samen met Adelaide Ristori en Ernesto Rossi. Salvini kwam uit een acteursfamilie en stond op veertienjarige leeftijd al op de planken.
foto’s: Teatro Salvini