Bestel Saskia's roman Het perfecte recept

Echte rust begint in Burano – de stilste eilanden in de lagune van Venetië

In zijn vorige blog nam Joost ons mee naar de vele heerlijk rustige plekjes van Venetië. Hij noemde er vijf, maar hij had er nog veel meer kunnen noemen.

Het kan echter nóg rustiger. Voor de echte stille plekjes in de lagune moet je naar Burano, zo vertelt Joost ons vandaag.

Alleen die kleuren al

‘Ik weet het, bij Burano denk je niet meteen aan rust. Zelfs als het er uitgestorven zou zijn, is het nog druk. Door al die verschillende kleuren waarin de huizen zijn geschilderd. Die kleurenpracht maakt het automatisch heel levendig. Ook als er niemand op straat is. Al maak je dat niet echt mee in Burano. Het eilandje is een echte toeristentrekpleister.

Maar toch moet je hier naar toe gaan wil je rust ervaren. Alleen moet je er dan niet blijven. Nee, Burano is enkel het startpunt. Vanaf hier moet je nog iets verder reizen. Met de boot of te voet. Ga je met de boot, dan ben je er zeker van dat je in ieder geval nog twee andere mensen ziet. Ga je te voet, dan is de kans groot dat je echt niemand tegen komt.

De eerste persoon: een taxichauffeur

Laten we met de boot beginnen. De eerste persoon die je tegenkomt, is de watertaxichauffeur die je naar het rustoord moet brengen. Of de lokale visser. De laatste is veel minder duur, en zorgt voor een nog relaxtere ervaring.

Het past ook wel beter bij de sfeer van waar je naar toe gaat: het eiland San Francesco del Deserto. Maar ja, dan moet er net wel een visser zijn die je begrijpt. En die tijd heeft. Een taxichauffeur heeft altijd tijd. En zin ook. Zo’n tripje is voor hem snel verdiend. Hij hoeft maar even te varen, daarna lekker betaald wachten, en dan weer een klein stukje terug varen naar Burano. Kassa!

Zelf ben ik met de taxi naar San Francesco del Deserto gegaan. Vooral omdat ik geen visser durfde aan te spreken. Het was mijn eerste keer in een Venetiaanse taxi. Wat een luxe.

Ik voelde me bijna opgelaten toen ik bij het eiland aankwam. Het contrast met de bestemming was dan ook erg groot. Die rust die er van dat eiland uitging. Die eenvoud ook. En dan midden op het eiland dat statige klooster. Sereen. Zonder opsmuk.

San-Francesco-del Deserto-Anton-Nossik-Commons -WikimediaAnton Nossik [CC BY 3.0] | Wikimedia Commons

De tweede persoon: een monnik

In het klooster ontmoette ik de tweede persoon van deze trip: een monnik. Hij leidde me rond in het klooster en de kloostertuin. Hij vertelde over de ontstaansgeschiedenis van het klooster. Over Sint Franciscus die hier in 1220 aankwam nadat hij uit het Heilige Land was gekomen tijdens de derde Kruistocht. Over de Minderbroeders die er nog steeds leven. En over de mooie kunstwerken en prachtig oude bomen die er op het terrein staan.

Althans, ik denk dat hij dat vertelde. De monnik sprak alleen maar Italiaans en deze taal beheerste ik toen nog niet. Gelukkig had ik me een beetje ingelezen en kon ik me goed voorstellen wat deze enthousiaste maar ietwat verlegen man aan het vertellen was. Toen de monnik uitverteld was, liet hij me het klooster uit. Daarbuiten was het ineens zo stil. Zo rustig. Zo mooi.

San-Francesco-del Deserto-Godromil-Commons-WikimediaGodromil | Wikimedia Commons

Even was ik alleen op de wereld. De enige geluiden die ik hoorde, waren het gekabbel van het water en het ruisen van de bladeren. Totdat de taxichauffeur me had gespot en de motor alvast aanzette. Voorbij was de rust. Maar ik heb gelukkig wel ervaren dat het daar, op dat prachtig eiland, adembenemend rustig kan zijn.

Geen mens in Mazzorbo

Die allesomvattende stilte ervoer ik ook op een ander eiland in de buurt van Burano, een eiland dat bovendien een stuk goedkoper is. Want voor Mazzorbo hoef je niet met een taxi te reizen. Vanaf Burano hoef je alleen maar een houten brug over te steken, de Ponte Longo.

Op zich wonen er in Mazzorbo meer mensen dan op het eiland San Francesco del Deserto. Zo’n driehonderdvijftig, las ik. Maar van hen heb ik er geen een gezien. Ik zag alleen mijn drie reisgezellen met wie ik in Venetië was. Verder niemand.

Dat komt ook omdat we de gekleurde huizen links hebben laten liggen. We hebben vooral gelopen tussen de fruitbomen en ander groen. We liepen op mooie brede paden langs het water en keken uit op de lagune. Op buureilandjes zagen we fruitgaarden en artisjokkenvelden. We zagen Torcello en Burano heel stilletjes in de lagune liggen. Het was alsof ik in een oase liep.

Wat een rijkdom dat de Venetiaanse lagune dit ook heeft, bedacht ik me. En vervolgens moest ik heel hard geeuwen. Fijn hoor, dat dit soort plekjes er ook zijn. Zo’n stil uitstapje is leuk voor eventjes. Maar dat is niet de reden dat ik naar Venetië ga. Wel voor de prachtige gebouwen en de unieke schoonheid en sfeer. Dat het soms wat druk is, neem ik graag op de koop toe.’

Ontdek de leukste routes in Italiaanse steden!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *