In het glas-in-loodraam van het indrukwekkend trappenhuis van een van de art nouveau-villa’s in Imperia prijkt het logo van Carli, geflankeerd door het pauselijk wapen en het koninklijke wapen van het Huis van Savoia. Met zulke hoogstaande klanten kun je niet anders dan pronken, zal Carlo Carli gedacht hebben.
De naam Carli is in Imperia en omstreken echter ook niet de minste. Het olijfoliebedrijf kent een rijke geschiedenis, met verrassende verhaallijnen. Tijdens haar bezoek aan Olioliva (waarover je in deze blog meer leest) bracht Jessica dan ook een bezoek aan het Museo dell’Olivo Carlo Carli, dat is gevestigd in het voormalige hoofdkantoor van de olijfolieproducent.
Jessica: ‘In het museum wordt weliswaar in de eerste plaats de geschiedenis van de olijfolie verteld, maar daarmee ook automatisch de geschiedenis van de familie Carli en van de regio Ligurië. Een absolute aanrader, dit kleine maar interessant museum waar ook de bezoeker met een iets kortere spanningsboog niet verveeld naar buiten gaat.
Wist je bijvoorbeeld dat we door archeologische vondsten op Sicilië zeker weten dat men daar tienduizend jaar geleden al olijfolie consumeerde? Toen de mens land ging cultiveren en in nederzettingen ging wonen, begon hij ook met het verbouwen en verwerken van olijven.
Het vloeibare goud bleef echter lange tijd een luxeproduct. Niet voor niets noemden de oude Grieken het ‘de nectar van de goden’. Waar de mens het vuur stal van de goden, haalden zij ook de olijfolie van de hemel naar de aarde.
Olijfolie voor iedereen
In de tijd van de Romeinse republiek werd olijfolie voor iedereen beschikbaar. Uit het hele rijk (en vooral uit Spanje) kwamen schepen vol amforen binnen, want alle inwoners van Rome moesten kunnen worden voorzien van olijfolie. Omdat de amforen niet hergebruikt konden worden, werden ze stukgeslagen. De scherven werden opgestapeld; de berg scherven groeide uit tot de Monte Testaccio in de gelijknamige wijk.
Met het uiteenvallen van het Romeinse rijk verdween ook de infrastructuur. In de middeleeuwen verbouwde men nog wat olijven in de buurt van belangrijke steden en kloosters, maar olijfolie was in die tijd wederom een luxeproduct.
Je ontdekt hoe olijfolie door de tijd heen werd gebruikt. In de keuken natuurlijk, maar ook als ingrediënt voor cosmetica bijvoorbeeld (dat deden de oude Grieken al en kun jij uitproberen met de Carli-cosmeticalijn), hoe olijfolie geproduceerd werd (en wordt: gluur zeker even naar binnen bij de fabriek op het terrein) en hoe de olie verpakt werd.
Je kijkt je ogen uit, want er is een ongelofelijk grote variatie in vazen, flessen en blikken in alle groottes, kleuren en materialen. Het bewaren van olijfolie gebeurde lange tijd onder de grond, vanwege de constantere – en lagere – temperatuur. Dit gebeurde in enorme aardewerken potten, waarvan alleen de rand die boven de grond uitstak, beschilderd werd.
Het meest praktisch (goed, goedkoop en uitermate geschikt) bleek het blik waar de olijfolie in het industriële tijdperk in verpakt werd en waarin het nog steeds vaak wordt bewaard.
Blik op het thuisland
In de tijd waarin heel veel Italianen emigreerden naar Noord Amerika, moesten de herinneringen aan Italië natuurlijk gekoesterd worden. Vanuit de havens van Oneglia en Porto Maurizio (die later werden samengevoegd tot Imperia) werd een gigantische hoeveelheid olijfolie naar de Verenigde Staten verscheept.
Hoewel olijfolie zelf een bom van antioxidanten is, kan het een aantal zaken niet verdragen. De olijfolieblikken die het vloeibare goud naar het nieuwe thuisland van duizenden Italianen moesten brengen, moesten de olie in eerste instantie beschermen tegen licht, lucht, vocht en hitte.
Maar het blik had nog een andere functie. Niet alleen de inhoud deed namelijk herinneren aan het vaderland. Op de rechthoekige twee literblikken (in die tijd de meest gangbare verpakking) paste ook een mooi plaatje.
Zo stonden op keukentafels in New York, Boston en Philadelphia blikken olijfolie met afbeeldingen van het Colosseum, de koepel van de Duomo van Florence en de Rialtobrug in Venetië, met portretten van Dante, Garibaldi en Mussolini, met Norma, Tosca en Aïda, met de paus en Santa Lucia, met Mona Lisa of Rafaëls engeltjes.
Ook de reis die de olijfolie moest afleggen werd afgebeeld. Zo waren er blikken met het schip Duilio, het eerste grote stoomschip dat veel Italianen naar hun nieuwe thuisland bracht. Een logische relatie tussen de olijfolie en de afbeelding hoefde er niet per se te zijn. Het ging meer om een soort ansichtkaart uit het thuisland.
Ook wat betreft de termen waarmee de olijfolie werd aangeprezen, was er destijds best wat vrijheid. Op de blikken staan aanprijzingen als gives best results for medical purpose, nobile, vitaminizzato en sorrisi in cucina e salute in famiglia.
Nieuwsgierig? Je vindt het Museo dell’Olivo Carlo Carli aan de Via Garessio 13 in Imperia. Het museum is dagelijks (behalve op zondag) geopend van 10.00 tot 13.00 uur en van 15.00 tot 18.00 uur.
In de gigantische winkel (ik wil haast zeggen: het warenhuis) aan de andere kant van het parkeerterrein van het museum kun je olijfolie inslaan voor thuis.
De olijfolieblikken van Tiziana Guatelli
Als je in dit verhaal geïnteresseerd bent, dan moet je zeker ook een bezoek brengen aan het museum van de familie Guatelli in Chiusanico.
Tiziana Riva Guatelli spaarde als klein meisje al blikken. Toen zij ouder werd, liep ze haar droomprins Riccardo tegen het lijf, die afkomstig was uit een familie die olijfolieblikken produceerde.
Tiziana, Riccardo & Manuela
Langzaam maar zeker verzamelde Tiziana meer en meer kostbare blikken. Op deze manier bouwde ze een ongelofelijke collectie op. Kijk maar naar deze prachtexemplaren:
De gehele verzameling wordt nu tentoongesteld door het Museo Guatelli, waar je ook het prachtige boek kunt aanschaffen waarin de door Tiziana (en inmiddels ook door haar dochter Manuela) zo gekoesterde blikken waanzinnig mooi afgebeeld staan.
Je vindt het Museo Guatelli aan de Strada Nazionale Sud in Imperia. Het museum opent de deuren op afspraak, dus neem voorafgaand aan je bezoek contact op met Tiziana en Manuela via 0039-3755124430.’
met dank aan de Collezione Guatelli voor een aantal foto’s