Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Olioliva – proef van versgeperste olijfolie in Imperia

De herfst in Italië is misschien wel ons favoriete seizoen – met dank aan de gouden herfstzon, maar vooral aan de storm aan lekkernijen die in het najaar op tafel komt: van truffels, wild en goedgevulde pasta’s tot nieuwe olijfolie, het groene goud dat een eenvoudig stuk brood hemels laat smaken.

In het land waar men als geen ander snapt dat in de kleinste dingen het grootste geluk zit, wordt de komst van de versgeperste olijfolie groots gevierd. In vrijwel elke regio zijn er in de herfst evenementen om de nieuwe olijfolie te vieren, van markten en festivals tot proeverijen.

Een van de bekendste is Olioliva, dat elk jaar begin november wordt gehouden in Imperia. Jessica reisde er speciaal voor van Rome naar Ligurië en neemt jullie mee in de wereld van olijfolie in deze Italiaanse regio.

Ligurië – het epicentrum van olijfolie
Jessica: ‘Niet alleen komen de lekkerste olijven ter wereld, de olive taggiasche, uit Ligurië, de regio heeft ook een bijzondere olijfoliehistorie. De streek rondom de Impero-vallei was namelijk ruim anderhalve eeuw hét olijfolie-epicentrum van de hele wereld en nog altijd wordt er veel olijfolie gemaakt en geëxporteerd.

Vanuit de havens van Oneglia en Porto Maurizio vertrok het ene na het andere schip vol vaten olijfolie naar bestemmingen over de hele wereld, met vooral veel vraag vanuit Noord-Amerika.

Vanuit het hele Middellandse Zeegebied kwamen schepen met vaten vol olijfolie de haven binnen. In 1912 werd hier namelijk de eerste olijfolie raffinaderij geopend, SAIRO genaamd, en ontstond de Olio Riviera, een haast legendarische blend.

Olio Riviera – één olijfolie, honderden producenten
De Olio Riviera was een mix van regionale olijfolie, olijfolie uit andere streken rondom de Middellandse Zee en wat ongeraffineerde olie. Iedere fabrikant had zijn eigen recept. Er was zo veel vraag naar dat er alleen al in Oneglia en Porto Maurizio circa tweehonderdvijftig olijfoliefabriekjes te vinden waren.

In 1923 voegde Mussolini Oneglia en Porto Maurizio, de rivaliserende stadjes aan beide oevers van de Impero-rivier, samen tot Imperia. Veel veranderde, maar veel ook niet – onder meer de olijfolie bleef. In Imperia vind je tegenwoordig een aantal grote merken, maar ook nog kleinschalige molens en kleine fabriekjes.

Bovendien zetelt in Imperia de ONAOO (Organizzazione Nazionale Assaggiatori Olio di Oliva). Als je  gecertificeerd olijfolieproever wil worden, dan kun je niet anders dan afreizen naar Imperia. Jessica neemt je graag mee naar dit olijfolieparadijs aan de Ligurische kust.

Olioliva – Festa dell’Olio Nuovo
Imperia, de stad die over de hele wereld bekend staat om haar olijfolie, organiseert al twintig jaar het festival Olioliva. Tijdens het Festa dell’Olio Nuovo – het feest ter ere van de nieuwe olie – staat alles in het teken van de geliefde olijfolie. Naast een olijfoliemarkt zijn er bijeenkomsten, lezingen, kookshows, boekpresentaties… Er is zelfs een Oliolivarun, maar ook een cocktail- en fotowedstrijd.

Alle events ten spijt is de markt stiekem nog altijd het hoogtepunt – en een feest op zich. De markt loopt over de Via Belgrado van de haven naar het Piazza Dante, om vandaar de Via Bonfante gezellig te vullen en over de Via San Giovanni (langs het beeldige Piazza San Giovanni) de haven weer te bereiken.

Je bent zomaar een paar uur verder voor je alle kraampjes langs geweest bent. De warme herfstzon, de strakblauwe hemel, het picture perfect haventje en de klassieke, negentiende-eeuwse Savoia-architectuur (de Via Bonfante wordt links en rechts omlijst door strenge colonnades die kenmerkend zijn voor de periode waarin het Huis van Savoia regeerde) vormen een bijzonder mooi decor.

Uit de hele streek zijn olijfboeren en producenten van olijfolie, pesto en olijven naar Imperia gekomen. De olijfolie krijgt daarbij gezelschap van andere herfstproducten (kastanjes, paddenstoelen, mandarijnen, verse en gedroogde knoflook (die van juli tot oktober geoogst wordt), honing, wijn en worst).

De meeste standhouders zijn telgen uit kleine en grotere familiebedrijven die je enthousiast en vol trots hun producten laten zien, ruiken en proeven.

Het was (in veel delen van Italië) een moeilijk jaar voor de olijf. Het heeft in het late voorjaar nog flink geregend en gestormd, waardoor veel olijven van de takken zijn gevallen. Gemiddeld kostte dat de regio’s in het noorden dertig tot zeventig procent van de oogst.

Het goede nieuws is dat de olijfolie die uiteindelijk is geproduceerd, wél van goede kwaliteit is. Producenten die het hardst geraakt zijn hebben hier helaas niks aan: sommige bedrijven konden niet genoeg nieuwe olijfolie van eigen oogst persen en verkopen nu een blend.

met dank aan Olioliva voor een aantal foto’s

Traditie en innovatie
Het thema van Olioliva 2021 was traditie en innovatie. Want hoewel culturele tradities in de olijfolieproductie van deze streek even sterk geworteld zijn als de olijfbomen zelf, zijn duurzaamheid en innovatie thema’s waar zelfs de meest traditionele producenten niet aan ontkomen.

Als je goed kijkt naar manieren om te bouwen aan een duurzame toekomst, gaan innovatie en traditie soms hand in hand. Een mooi voorbeeld hiervan is hoe men in het familiebedrijf Raineri teruggrijpt op tradities om duurzaam te innoveren. Zo wordt er helemaal geen plastic gebruikt (we proeven olie in papieren bekertjes) en is men weer teruggegaan naar papieren filters.

In 1910 richtte Leonardo Raineri een olijfoliefabriekje op in het centrum van Porto Maurizio (dat toen nog niet met Oneglia was samengevoegd tot Imperia). In de jaren veertig nam zijn zoon Antonio het bedrijf over om het in de naoorlogse jaren van wederopbouw te moderniseren en te laten groeien.

Antonio’s kinderen kozen andere beroepen en in de jaren tachtig verkocht Antonio Raineri de fabriek aan de familie Rinaldi, die het bedrijf nog steeds bezit en beheert. Na al die tijd is Raineri nog altijd een familiebedrijf – weliswaar van een andere familie, maar die stopt net als de Raineri’s alle ziel en zaligheid in de olijfolie. Ze hebben zelfs een klein olijfoliemuseum.

Een kijkje in de keuken bij Raineri
Het bedrijf is enorm gegroeid en innovatie was noodzakelijk om overeind te blijven. De familie Rinaldi verhuisde de fabriek in de jaren negentig van het centrum van Imperia naar de huidige plek, een stuk landinwaarts in de Imparo-vallei. Traditie en innovatie staan hier letterlijk naast elkaar, want waar aan de ene kant van het terrein een oude olijfoliemolen staat, rijdt aan de andere kant een vrachtwagen op een digitale weegschaal.

De vrachtwagen wordt, met de olijfolie er nog in, gewogen. Als de olie uit de vrachtwagen is gepompt, wordt deze nogmaals gewogen – zo weet men exact hoeveel kilo olie er is bezorgd. Let op: een kilo is géén liter: één liter olijfolie weegt 960 gram (en uit honderd kilo olijven perst men ongeveer vijfentwintig kilo olie.

Vanuit de vrachtwagen wordt de olie (die overigens voorafgaand aan het bezorgen door medewerkers van Raineri al geproefd en gekeurd is) door een ingenieus buizensysteem gepompt en met één druk op de knop in de juiste (enorme) tank gestort. Het staat er in hoofdletters: EXTRA VERGINE, OLIVA, BIOLOGICO.

Van het plukken tot het bottelen – alles houden de mensen van Raineri in de gaten. De familie beheert zelf zo’n vijfentwintigduizend bomen, van een bijzondere soort, want de omgeving vraagt nogal wat. In veertig kilometer ben je hier van de kust in de bergen en de olijfbomen moeten beide leefomstandigheden aankunnen.

Men controleert, proeft en weet precies welke olijfolie van welke molen in welke tank en in welke fles gaat. Raineri staat vooral bekend om de glazen fles die gewikkeld is in goudkleurig folie. Zo blijft de olijfolie beschermd tegen het licht en dus langer houdbaar.

Het inpakken gebeurt met de hand. Je kunt het je niet voorstellen als je de gigantische tanks ziet, maar een geoefende medewerker pakt op een dag wel zeshonderdvijftig flessen in!

Het persen zelf gebeurt niet ter plaatse maar bij kleinschalige molens in de omgeving. Dit is vooral in het voordeel van de boeren. Veel boeren in de regio zijn op leeftijd en voor hen is het prettig om naar een molen in hun omgeving te kunnen gaan. Ook houdt Raineri zo contact met de omgeving, maar het allergrootste voordeel is natuurlijk dat de olijven zo vers mogelijk geperst worden. Hoe sneller de olijven geperst worden, hoe beter de olijfolie smaakt.

De relatie met de olijfolieboeren in de regio is hecht – de wortels van de olijfboom zijn sterk en vertakken zich tot ver onder de eigen fabriek, waardoor het bedrijf na ruim honderd jaar nog altijd bloeit.’

Praktische informatie
Benieuwd naar de traditie van Raineri? Je kunt hen altijd een bezoekje brengen en een kijkje nemen in hun olijfoliemuseum en winkel. Je vindt Raineri aan de Via Nazionale 11 in Chiusanico (provincie Imperia). Via Olioranieri.com vind je meer informatie en details.

Raineri neemt ook altijd deel aan Olioliva in Imperia. Het festival wordt altijd begin november gehouden. Via deze Facebookpagina blijf je op de hoogte van de volgende editie.

foto’s: Olio Ranieri

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *