Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

De 10 mooiste valleien in het noorden van Italië

Italië kent prachtige Alpenvalleien, met sappig groene weiden, sfeervolle dorpjes, meren, bossen en unieke landschappen, omringd door de mooiste vergezichten die je je maar kunt wensen.

De pracht van de natuur mengt zich moeiteloos met charmante bergdorpjes en een rijk culinair aanbod – de ideale combinatie voor een onvergetelijke vakantie. We tippen in dit artikel de tien mooiste valleien in het noorden van Italië, maar ga gerust op ontdekking want er zijn er veel en veel meer!

Val di Funes (Trentino-Alto Adige)

Rondom deze vallei verrijzen de toppen van de Dolomieten, met onder andere de Odle. De Val di Funes mag dan maar vierentwintig kilometer lang zijn, er is veel moois te zien.

De bekendste blikvanger is het Chiesetta di San Giovanni, een barok kerkje midden in het groen, maar ook het werkelijk sprookjesachtige Santa Maddalena tot Funes (waaraan de vallei zijn naam dankt), San Valentino, San Pietro, Tiso, Colle en San Giacomo zijn de moeite waard.

Val di Funes is bovendien een waar paradijs voor wandelaars én voor fietsers, met een mooi netwerk aan fietspaden.

Val Gardena (Trentino-Alto Adige)

Deze vallei in het hart van de Dolomieten is niet groot, maar er valt genoeg moois te zien: van alpenweiden uit een sprookjesboek, omringd door enkele van de beroemdste toppen van de Dolomieten (zoals de Sassolungo en de Massiccio del Sella) tot borghi als Selva, Ortisei en Santa Cristina. Ook hier is het goed wandelen én fietsen. Culinair gezien valt er ook veel te genieten, zoals je in deze blog kunt lezen.

Val Venosta (Trentino-Alto Adige)

Hét symbool van deze vallei is het Lago di Resia, met de klokkentoren die uit het meer oprijst. Je vindt in de Val Venosta ook heel veel appelboomgaarden én gletsjers. Met name die van de Ortler zijn fenomenaal. Met meer dan 3900 meter is het de hoogste berg van Alto Adige.

Een aantal juweeltjes van borghi zijn Glorenza, Castelbello Ciardes, Silandro, Malles en Curon Venosta. Stuk voor stuk fijne plaatsjes voor een wandeling, een aperitivo en een lunch of diner met streekspecialiteiten.

Val Pusteria (Trentino-Alto Adige)

In de Val Pusteria liggen veel bekende pareltjes: het Lago di Braies, de Tre Cime di Lavaredo en het Parco Naturale delle Dolomiti di Sesto.

De groene vallei wordt omringd door een aantal indrukwekkende bergtoppen. Charmante dorpjes zijn onder meer San Candido (waar je dit fijne hotel vindt), Brunico en Dobbiaco.

Val Rendena (Trentino-Alto Adige)

Dwars door de Val Rendena loopt de rivier de Sarca. De vallei ligt tussen de Adamello en de Brenta-groep, met pareltjes als Lago Nero, Verdesina, Carisolo, Villa Rendena, Darè, Vigo Rendena, Pinzolo en Madonna di Campiglio.

In het (late) voorjaar is het hier heerlijk wandelen, over weiden vol kleurrijke bloemen, terwijl het ’s winters een betoverende wintersportbestemming is.

Valle Varaita (Piemonte)

Valle Varaita is een van de groene valleien rondom Cuneo. De vallei wordt ‘bewaakt’ door de Monviso, die als een stenen piramide richting de hemel reikt, en loopt van Costigliole Saluzzo tot aan Colle dell’Agnello, waarbij je van groene weiden langzaam richting bossen vol loofbomen en later dennen wandelt.

Er zijn een aantal toppen die boven de drieduizend meter uit stijgen: de eerder genoemde Monviso, de Monte Losetta, de Monte Aiguillette, de Roc della Niera en de Rocca Bianca.

De mooiste dorpjes in de vallei zijn Sampeyre en Pontechianale. Dit laatste plaatsje is het hoogst gelegen van de vallei en biedt naast schitterende uitzichten ook een prachtig meer.

Val Chisone (Piemonte)

Dé parel van de Val Chisone is het Forte di Fenestrelle, een indrukwekkend militair fort dat ook wel ‘de Chinese muur van Italië’ wordt genoemd.

Prachtige vergezichten bewonder je tijdens een wandeling in het Parco Naturale della Val Troncea en in het Parco Naturale dell’Orsiera-Rocciavrè, groene oases waarin je de ene na de andere foto schiet of in stilte geniet van de wonderen der natuur.

Breng ook zeker een bezoekje aan Usseaux, een van de borghi più belli d’Italia, met karakteristieke fonteinen en mooie muurschilderingen.

Val di Susa (Piemonte)

Tussen Turijn en de Franse grens strekt zich de tachtig kilometer lange Val di Susa uit, de dichtstbevolkte vallei van Piemonte. Boven de vallei strekt de Rocciamelone zich meer dan 3500 meter hemelwaarts.

De Val di Susa omvat veel prachtige wandelpaden – onder meer in het Parco Naturale del Gran Bosco di Salbertrand en in de Riserva Naturale dello Stagno di Oulx – en schitterende meren, zoals het Lago di Avigliana, het Lago Nero bij Cesana en het Lago Nero bij Sauze d’Oulx.

Qua dorpjes zijn vooral Avigliana en Susa een aanrader. Sla ook de Sacra di San Michele niet over. Dit oude kloostercomplex op de Monte Pirchiriano is de eerste pleisterplaats van de Via Francigena op Italiaanse bodem.

Val Vigezzo (Piemonte)

De Val Vigezzo wordt ook wel de valle dei pittori genoemd, de ‘vallei van de schilders’, aangezien veel (hobby)schilders hierheen reizen om het landschap te vereeuwigen.

Schilderachtig zijn onder meer de dorpjes Santa Maria Maggiore (bekend om de stichting van de schoorsteenvegers die hier zetelt) en Re, waar je het schitterende santuario gewijd aan de Madonna del Sangue vindt. Maak zeker ook een ritje over de Vigezzina, de panoramische spoorlijn tussen Domodossola en Locarno.

Valtellina (Lombardije)

Deze uitgestrekte vallei in het noorden van Lombardije is maar liefst honderdtwintig kilometer lang. Bormio is een van de pareltjes van de vallei, maar ook Teglio en Grosio zijn een bezoekje waard.

Bij Grosio vind je het Parco delle Incisioni rupestri, met rotstekeningen die net als in de Val Camonica (eveneens in Lombardije) blijk geven van een intrigerende, eeuwenoude geschiedenis van dit stukje Italië.

Ontdek onze digitale reisgidsen voor nóg meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *