Zoals je in de eerder blogs van Joost wel gemerkt hebt, is Venetië de stad van zijn dromen. Maar het mooie is dat het vaak niet bij dromen blijft…
Joost: ‘Wat ik hoop, wordt werkelijkheid. Dan kom ik een steegje tegen waar ik nooit ben vastgelopen. Een palazzo dat voor de eerste keer open is. Een prachtige put op een onontdekte campo. Hoe vaak ik ook in Venetië ben, er valt altijd iets te dromen. Eén droom is echter nog niet uitgekomen: Venetië zien vanuit de auto. Nee hoor, ik wil Venetië niet inrijden. Maar wel eruit.
Heerlijk zonder auto’s
Dat ik vanaf het allereerste moment gek van Venetië ben, komt vooral door het gebrek aan auto’s. Wat een verademing zeg, overal kunnen lopen zonder dat geknor, gezucht, gepiep, gesjor van zo’n hoestbui-op-vier-wielen.
Geen stank van uitlaatgassen, geen getoeter, geen files. Gewoon lekker overal naar toe lopen. Onlangs zag ik op internet echter een auto die ik wel graag wilde zien in Venetië. Maar dan niet in de steegjes, maar op het water. Of beter gezegd, in het water.
In het water
Op 28 mei 2009 voer de Amphicar door het Canal Grande. Aan het stuur zat de coole Duitser Bernd Weise. Naast hem een vrouw die zich wat opgelaten voelde, als ik af ga op de schitterende fotoserie die hiervan is verschenen op de site van La Repubblica.
Zie hoe dat amfibievoertuig onder de Rialtobrug dobbert! Nou ja, dobbert… In het water haalde het een snelheid van zo’n tien kilometer per uur. Dat haal je als wandelaar niet in Venetië. Helaas heeft deze Amphicar niet vaker Venetië aangedaan. En nog helazer, ik was er die ene keer niet bij.
Als een ruimteschip
De kans dat ik de Amphicar een keer in de Dogestad zal zien, lijkt me heel, heel klein. De wagen bleek lek, en dat is toch lastig voor zo’n voertuig. Dan is de kans groter dat ik er een gewone auto tegenkom. Ik weet het, een auto is eigenlijk geen gezicht in deze stad. Maar het is wel heel fascinerend. Kijk maar eens naar de videootjes op de sites van La Repubblica en La Nuova di Venezia e Mestre.
Door deze beelden wil ik nu wel graag een ‘normale’ auto tegenkomen. Want het ziet er gewoon spectaculair uit. Onwezenlijk. Als een ruimteschip dat landt in Utrecht. Of een cruiseschip dat ineens op een landingsbaan van Schiphol ligt. Je ziet meteen dat het eigenlijk niet kan, maar het gebeurt wel. Je gelooft het pas als je het ziet. En je ervaart meteen hoe bijzonder het is.
Google Maps gevolgd
Ik zag de video’s naar aanleiding van berichtjes op de websites van de Nederlandse krant Metro en de Belgische krant De Morgen. Beide kranten schreven over een incident op de avond van 28 juli van dit jaar.
Een gehuurde Fiat Punto reed langs steegjes en over een voetgangersbrug, waarna hij tweehonderd meter langs het Canal Grande reed. Daar werd de auto door boze Venetianen tot stand gebracht. De inzittenden waren zich van geen kwaad bewust. Ze volgden gewoon de weg naar het hotel die Google Maps had uitgestippeld. Aanvankelijk geloofden ze zelfs niet dat ze hier niet mochten rijden.
‘Eén spookrijder?’
Heerlijk, die standvastigheid. Ik zie de inzittenden tijdens hun ritje door de nauwe straatjes al mopperen op al die voetgangers. Dat die zomaar op de weg lopen. Het doet me denken aan een klassieke scène uit 1982 van het Simplisties Verbond, ofwel Van Kooten & De Bie.
Van Kooten is een spookrijder die niet in de gaten heeft dat hij de verkeerde kant op rijdt. Als hij op de radio hoort dat er een spookrijder is, zegt hij kwaad: ‘Eén spookrijder? Het stikt hier van de spookrijders.’ Zoiets zullen die inzittenden in die Fiat Punto ook wel hebben gedacht.
Zelf achter het stuur
Wat was ik hen graag tegen gekomen toen ze gedwongen werden te stoppen. Ik had graag gezien hoe ze maar koppig hun gelijk blijven volhouden, hoe ze vervolgens gaan twijfelen, waarna ze pas goed zien in wat voor schitterends ze eigenlijk zijn beland. Met grote ogen kijken ze rond. Wat een pracht. En ze beseffen meteen: hier passen geen auto’s.
Maar ja, de auto moet wel weer weg, terug naar het Piazzale Roma, het plein tot waar auto’s in Venetië kunnen komen. Maar ja, de inzittenden willen niet meer. Nu ze beseffen hoe kostbaar en precair hun omgeving is, zijn ze bang dat ze iets beschadigen. En om weer een figuur te slaan, in deze autovrije stad.
Dan stap ik naar voren en bied aan om de auto terug te rijden. Wat een onvergetelijke ervaring moet dat zijn. In die steegjes, op de voetgangersbrug. In een filetempo, zodat ik zo lang mogelijk kan genieten van deze ervaring. Alleen om de brug over te komen, moet ik net wat meer gas geven.
0,00012%
Ik denk dat het voor mij nog bijzonderder is dan de autorijders. Vooral omdat ik besef waar ik rijd. Zij niet. Ze zijn vooral bezig met de route en niet met de schoonheid van de route. Maar goed, ze rijden er wel. Die inzittenden van 28 juli. Maar ze waren niet de enigen. In de video van La Repubblica zie je al vier verschillende auto’s door Venetië rijden.
Volgens De Morgen gebeurt het nog veel vaker. De laatste tijd wel één keer in de maand. Dat lijkt best veel, maar het is nog best weinig. Ga maar na. Ieder jaar komen er zo’n twintig miljoen mensen naar Venetië. Als ik uitga van twee personen per auto, zijn er dus vierentwintig mensen die jaarlijks Venetië vanuit de auto zien. Dat is maar 0,00012 % van het totale aantal bezoekers. Ofwel, bijna niets. De kans dat dat gebeurt, is dus erg klein.
De kans dat ik dan net in de stad ben nog kleiner. En de kans dat ik dan achter het stuur ga zitten, nog veel kleiner. Maar het is wel lekker dromen, in de stad van mijn dromen.’