Soms kom je plaatsen met de vreemdste namen tegen, ook in Italië. We delen tien opmerkelijke plaatsnamen, van Femminamorte tot Paperino, van Buonvicino tot Donnadolce, met achter elke naam een verhaal dat vaak nog kleurrijker is dan het dorp zelf.

Belsedere – Toscane
Sommige plaatsnamen toveren vanzelf een glimlach op je gezicht en Belsedere hoort daar absoluut bij. Letterlijk betekent het ‘mooi achterwerk’. Het is een gehucht in de heuvels van de Val d’Orcia, vlak bij Siena.
Ooit was Belsedere het leengoed van de voorname familie Cacciaconti. Eind dertiende eeuw koos Beata Bonizzella Cacciaconti dit stille plekje als toevluchtsoord voor gebed en bezinning.
Ze wijdde haar leven aan de armenzorg, maar na de dood van haar man leefde ze teruggetrokken op het familielandgoed, waar ze op mysterieuze wijze overleed. Haar lichaam ligt nog altijd in de parochiekerk van Trequanda en elk jaar in mei wordt ze feestelijk vereerd.
Over Bonizzella doen talloze wonderverhalen de ronde, van een Spaanse kapitein die blind werd nadat hij haar ring had gestolen, tot soldaten die vrouwen uit het dorp hadden ontvoerd en pas weer konden zien nadat ze haar om vergiffenis hadden gevraagd.
Er bestaat ook een legende over de herkomst van de naam. In dat verhaal was Belsedere een beeldschone, maar ijdele edelvrouw die zich graag liet bewonderen door jongemannen. Die waren haar spelletjes zat en schakelden een jonge tovenaar in.
Tijdens de mis verscheen ze in een spectaculaire jurk van goud- en zilverkleurige stoffen. De jurk verdween plotseling, waardoor ze naakt achterbleef. Het plan werkte averechts: de mannen vonden haar alleen maar nog mooier en gaven haar de bijnaam Belsedere.
De nuchtere verklaring is minder pikant, maar wel waarschijnlijker. Bel sedere betekende vroeger simpelweg ‘mooie plek om te wonen’ en eerlijk is eerlijk, dat past minstens zo goed bij dit idyllische plekje in Toscane.
foto’s: Borgo Belsedere
Femminamorta – Toscane
De plaatsnaam Femminamorta betekent letterlijk dode vrouw. Het klinkt alsof je er liever met een boog omheen loopt, maar schijn bedriegt: het is een charmant, groen gehucht in de gemeente Marliana, ten noordwesten van Pistoia, in een perfect gebied voor wandelaars, met tal van routes die je door bossen en heuvels leiden naar adembenemende uitzichten.
In de negentiende eeuw werd het dorpje ook wel Dogana Vecchia genoemd, omdat hier de grens liep tussen het Groothertogdom Toscane en het Hertogdom Lucca en er een douanekantoor was gevestigd.
Maar hoe komt het dan aan die lugubere naam? Een logische verklaring ligt in de bergkam waarop het gehucht ligt. Die lijkt op afstand op een liggende vrouw die slaapt of, voor wie met een duistere blik kijkt, dood is.
Toch zijn er ook luguberder legendes. De bekendste vertelt over een jong stel dat vlak voor hun huwelijk uit elkaar werd gerukt toen de jongen onterecht van een misdaad werd beschuldigd. Hij vluchtte het bos in en zij werd uitgehuwelijkt aan een ander.
Ze kon haar geliefde echter niet vergeten en rende na de bruiloft door de sneeuw naar het bos, waar ze bezweek. Haar lichaam werd later teruggevonden en volgens de overlevering dankt Femminamorta zijn naam aan haar dood.
Paperino – Toscane
Wist je dat Paperino niet alleen de Italiaanse naam van Donald Duck is, maar ook een dorpje in Toscane? Even ten zuiden van Prato ligt het gehucht Paperino en nee, het is niet genoemd naar Disney’s wereldberoemde eend. Het dorp bestond namelijk al lang voordat iemand een eend met een matrozenpakje tekende.
De historische trots van Paperino is de San Martino uit de dertiende eeuw. Verder staat het dorpje bekend om zijn uitbundige carnavalsoptocht, met grote gemaskerde groepen die voor een vrolijke chaos zorgen.
foto’s: Massimiliano Galardi | Wikimedia Commons
Over de naam bestaan allerlei theorieën, sommige geloofwaardiger dan andere. Misschien is het dorp vernoemd naar de rijke familie Paperini, ooit prominent in deze streek. Of naar Paperium, een Romeinse legionair die hier een van de vele villa’s bouwde, precies op de plek waar later het hart van het dorp zou ontstaan.
Een andere theorie heeft niets met mensen te maken maar met planten, namelijk de papyrus die vroeger in de moerassige grond groeide, voordat het gebied werd drooggelegd.
Hoe dan ook, veel is er in Paperino door de eeuwen heen niet veranderd. Je vindt er nauwelijks nieuwbouw, er zijn nog veel kronkelende oude wegen en boerderijen die al generaties lang in dezelfde families blijven. Een plek waar de tijd stil lijkt te staan, al werd Paperino in de jaren tachtig even onverwacht beroemd door de film Ad ovest di Paperino, waarvan overigens geen seconde in het dorp zelf is opgenomen.
Fiumelatte – Lombardije
Aan de oostelijke oever van het Comomeer, tussen Varenna en Lierna, ligt een piepklein plaatsje dat je bijna over het hoofd zou zien: Fiumelatte. Je vindt er een paar huizen, een kerk en de gelijknamige rivier die beroemder is dan het dorp zelf.

De Fiumelatte (letterlijk ‘melkrivier’) is met haar tweehonderdvijftig meter namelijk een van de kortste rivieren ter wereld en na de Aril (bij het Gardameer) de kortste van Italië. Des te opvallender is het witte schuim dat bij hoogwater opborrelt en als melk langs de rotsen kolkt.
De rivier verschijnt en verdwijnt bijna als bij toverslag. Rond 25 maart, de dag van de Annunciatie, komt ze tot leven en rond 7 oktober, de feestdag van de Madonna del Rosario, valt ze weer droog. Niet voor niets noemen de locals haar fiume delle due Madonne (rivier van de twee Madonna’s).
Leonardo da Vinci noemt de Fiumelatte (toen nog Fiumelaccio) al in zijn Codex Atlantico, waarin hij het omschrijft als ‘een opmerkelijk en raadselachtig fenomeen’.
Uiteraard bestaan er ook legendes over de melkrivier. De bekendste vertelt over een meisje dat moest kiezen uit drie aanbidders. Ze beloofde te trouwen met degene die het geheim van de rivier zou ontrafelen.
De drie mannen doken de grot in, maar kwamen pas veel later terug. Ze waren verouderd, verward en mompelden over sirenen en donkere gangen. Drie dagen later stierven ze.

Een tweede verhaal gaat over drie monniken die tijdens een droge periode de grot binnengingen. Toen de rivier plots weer begon te stromen, spoelden hun lichamen naar buiten.
Volgens een derde legende werd een koppige man door goddelijke ingreep in een roos veranderd en door het water meegesleurd naar het Comomeer, waar hij uiteindelijk genade vond en weer mens werd. Sinds zijn redding volgt de Fiumelatte het ritme van de seizoenen.

Golasecca – Lombardije
Niet ver van het Lago Maggiore ligt Golasecca, een dorp met een naam die meteen de verbeelding prikkelt. Letterlijk betekent gola secca namelijk ‘droge keel’. Je denkt meteen aan dorstige reizigers, plakkerige zomerdagen of een herberg zonder wijn, maar met dorst heeft de naam helemaal niets te maken.
De echte oorsprong is veel ouder. In het lokale dialect heet Golasecca nog steeds Uraséa of Uraseica, namen die teruggaan naar het pre-Keltische woord our, dat rivierwater betekent. De naam verwijst dus niet naar een droge keel, maar juist naar stromend, leven gevend water.
Logisch, want het dorp ligt naast de rivier Ticino en zijn oeroude rivierterrassen. De eerste bewoners noemden de plek simpelweg naar wat hier het belangrijkst was: water dat voedt en vervoert.
Dat eenvoudige woord vertelt veel over het verleden. In het eerste millennium voor Christus bloeide hier namelijk de Golasecca-cultuur, een van de oudste beschavingen van Noord-Italië. Door opgravingen weten we hoe deze mensen leefden. Ze deden alles in nauwe relatie met de rivier. Water was hun levensader, kompas en kapitaal.
Tegenwoordig is Golasecca een rustig dorp met rondom prachtige natuur, met een naam die de tand des tijds heeft overleefd en herinnert aan het feit dat mensen zich hier vestigden vanwege het water.
Altolà – Emilia-Romagna
Altolà is een plaatsnaam waar je meteen even halt voor houdt. Letterlijk zelfs, want Altolà! is het bevel dat in Italië klinkt wanneer de politie iemand tot stilstand maant of dat in spaghettiwesterns steevast gevolgd wordt door ‘…of ik schiet!’. Best een pittige naam voor een dorpje dat zelf allesbehalve intimiderend is…

Altolà heeft ongeveer tweehonderdvijftig inwoners, allemaal bijzonder vredelievend en ongetwijfeld bereid je met open armen te ontvangen. Het gehucht hoort bij San Cesario sul Panaro, in de provincie Modena.
Veel voorzieningen zijn er niet, alleen een handvol gebouwen en een bar, en verder vooral rust, stilte en landelijkheid. Voor een apotheek, winkel of kerk moet je een kleine drie kilometer verder gaan, naar San Cesario zelf.
Waar die bijzondere naam vandaan komt? De bronnen zijn schaars, maar volgens sommige verhalen stond hier in de middeleeuwen een wachtpost. Niet onlogisch, want Altolà ligt precies op een kruispunt van belangrijke lokale wegen, vlak bij een brug over de Panaro.
Zulke plekken waren destijds ideale locaties voor tolheffing, militaire controle en het beschermen van handelsroutes. Hoewel er geen concrete bewijzen voor te vinden zijn, is het dus wel goed mogelijk, dat hier ooit een dergelijke controlepost heeft gestaan en voorbijgangers daadwerkelijk Altolà! te horen kregen.
Casa del Diavolo – Umbrië
In Umbrië bestaat een dorpje met een naam die je meteen kippenvel geeft: Casa del Diavolo, oftewel ‘huis van de duivel’. Het klinkt als een plek waar je niet graag naartoe zou gaan, maar het is toch echt een gehucht bij Perugia, met iets meer dan duizend inwoners. Het plaatsje heeft al eeuwen een reputatie die veel groter en duisterder is dan de omvang.
Over de oorsprong van de naam bestaan talloze verhalen. Historici vermoeden dat Hannibal hier in 216 voor Christus langstrok. De bloedige veldslagen tegen de Romeinen zouden het gebied toen de bijnaam ‘verblijfplaats van het kwaad’ hebben opgeleverd. Later werd het naar verluidt een toevluchtsoord voor struikrovers en andere ongure types, wat het imago bepaald niet verbeterde.
Er ontstonden legendes over de plek. Zo zou de opeenstapeling van geweld de duivel hebben aangetrokken. Hij zou inwoners verleid hebben met roem en eeuwig leven en uiteindelijk via een zelf gegraven kuil naar de hel zijn verdwenen met de zielen die hem beloofd waren. Tot op de dag van vandaag beweren sommigen dat je er nog steeds de ijzingwekkende kreten van de verdoemden hoort.
Ook zijn er verhalen over middeleeuwse graven van ongedoopte baby’s, het verlaten Palazzo Rosso waar bandieten zich schuilhielden en een oud klooster dat ooit de bijnaam Maniero del Diavolo kreeg vanwege nachtelijke rituelen bij een diepe put.
Een logischer verklaring is dat de naam simpelweg afkomstig is van een oude lokale familie, de Diaioli of Diavoli. Een stuk minder sensationeel, maar wat de waarheid ook is, Casa del Diavolo blijft een plek vol verhalen, mythen en mysterie. Perfect voor wie houdt van een tikkeltje spanning!
Strangolagalli – Lazio
Tussen Rome en Napels ligt Strangolagalli, oftewel ‘wurg de hanen’. Een charmant plaatsje dat ondanks deze naam allesbehalve gevaarlijk is.

Dwaal door de geplaveide straatjes, over oude pleinen en bewonder historische kerken, zoals de twaalfde-eeuwse San Giovanni Battista met een indrukwekkende klokkentoren, en de San Michele Arcangelo, met voor de kerk een bankje met een citaat van Cesare Pavese, uit zijn gedicht La luna e i falò.


Ook culinaire liefhebbers komen aan hun trekken, vooral dankzij la stesa. Dit met de hand gekneed deeg wordt gefrituurd tot een onweerstaanbare lekkernij, hartig met olijfolie, tomaat of kaas, of zoet met honing of poedersuiker. Tijdens het jaarlijkse Sagra della Stesa staat dit gerecht centraal.
foto’s: gemeente Strangolagalli, parochie San Michele Arcangelo & Sagra della Stesa
Maar hoe komt Strangolagalli nu aan die opmerkelijke naam? Taalkundigen denken dat het is afgeleid van het Byzantijnse strongylos (cirkelvormig) en het Lombardische wall (palissade), naar de cirkelvormige versterking die het dorp ooit beschermde, maar de locals vertellen andere legendes.
Zo zou een vijand het dorp ooit hebben willen aanvallen bij het kraaien van de haan, waarop de inwoners besloten alle hanen te doden. Zonder gekraai bleef de aanval uit en werd het dorp gered.
Volgens een andere legende verwijst de naam naar de Galliërs. De dorpelingen zouden hen hebben verslagen dankzij een briljante militaire zet, die de bijnaam strangola Galli kreeg, oftewel ‘wurg de Galliërs’. Een verklaring die bijval krijgt door het nabijgelegen Campo dei Galli, het ‘veld van de Galliërs’.
Buonvicino – Calabrië
In het Parco Nazionale del Pollino ligt Buonvicino, een van de borghi piu belli d’Italia, de mooiste dorpjes van Italië.
Letterlijk betekent dit ‘goede buur’ en dat klinkt harmonieus, maar volgens een oude legende botsten de drie nederzettingen waaruit het dorp ooit ontstond nogal met elkaar.

Pas later zouden het Griekse Salvato en Tripidone en het Romeinse Triggiano in harmonie gaan samenleven en groeide de nieuwe plaats, die uiteindelijk in 1869 officieel Buonvicino ging heten.
Het is waarschijnlijk dat de naam verwijst naar de zijderups, bombiyx, die hier ooit werd gekweekt. In de loop der tijd veranderde die naam via bomvicino en bombicino langzaam in Buonvicino.
In het middeleeuwse centrum vind je een doolhof van steegjes, trappen en oude palazzi, zoals het Palazzo De Paola en het hertogelijk paleis van de familie Cavalcanti in Contrada Lago, die herinneren aan het rijke verleden.
Drie andere palazzi, die ooit eigendom waren van de familie Cauteruccio, vormen Albergo Diffuso Borgo dei Greci, waarin ook het Museo Arti e Gusto Buonvicino is gehuisvest, met een speciale zaal gewijd aan Ippolito Cavalcanti, ooit de hertog van Buonvicino, gastronoom aan het hof van de Bourbons en schrijver van het boek Cucina teorica-pratica.
foto’s: Associazione Borghi più belli d’Italia & Borgo dei Greci
Donnadolce – Sicilië
Vlak bij Ragusa, in het zuidoosten van Sicilië, ligt een dorpje met een naam die klinkt als een liefdeslied: Donnadolce, ‘zoete vrouw’.
De oorsprong van de naam van dit gehucht in de gemeente Comiso blijft helaas een raadsel. Misschien is het een verwijzing naar een zachtaardige, legendarische dame uit de streek, naar de vruchtbare grond van dit deel van Sicilië of naar de kleurrijke cassata’s die hier gemaakt worden. Een officiële verklaring is er helaas niet.

Romantisch is dit plaatsje in elk geval wel. Met de smalle geplaveide straatjes, barokke kerken, witte huizen en bloemrijke balkons zou Donnadolce zo op een ansichtkaart kunnen staan.
Ook culinair gezien is het hier volop genieten. Het absolute hoogtepunt is de cassata siciliana, een rijk en onweerstaanbaar dessert waar je je vingers bij aflikt. Elke banketbakker in het dorp heeft zijn eigen geheime recept, dat van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Je ziet de meester-banketbakkers aan het werk in hun ambachtelijke werkplaatsen, de geur van versgebakken dolci komt je tegemoet en de etalages liggen vol met verleidelijke lekkernijen. Geen wonder dat de Sagra del Dolce hier het evenement van het jaar is.
Tijdens dit feest verandert Donnadolce in een luilekkerland met kraampjes vol lekkers, muziek, optredens en bezoekers die komen proeven van cassata, cannoli en andere zoete lekkernijen.