Ingrid Paardekooper schrijft op dit moment Mooi Molise, een reisgids voor Molise, de onbekendste regio van heel Italië. Het boek verschijnt in juni 2019, vandaag deelt Ingrid alvast een heel bijzondere ontdekking die ze tijdens het schrijven van Mooi Molise deed…
Ingrid: ‘In juli belandde ik in Montorio nei Frentani, een dorp in de regio Molise. De belangrijkste bezienswaardigheid waar ik voor kwam was de kerk, maar helaas, toen ik daar aankwam, was die dicht.
Teleurgesteld vroeg ik aan een vrouw die voorbij liep of er toch niet een mogelijkheid was de kerk te bezoeken. ‘O, ja hoor!’ riep ze en ze bracht me onmiddellijk naar het huis naast de kerk, belde aan en vroeg aan de huishoudster die open deed of de pastoor er was, want er was iemand die de kerk wilde zien.
‘Ik ben er over tien minuten!’ hoorde ik vanuit het huis roepen en inderdaad, na een klein kwartier kwam de pastoor met natte haren en een heel grote sleutel het huis uit. Ik vertelde hem dat ik een boek over Molise aan het schrijven was en de kerk graag wilde zien.
Meer hoefde ik niet te zeggen. In de twee uur daarna kreeg ik een privébezichtiging van de kerk, inclusief de sacristie (die zijn altijd zó interessant!) met uitleg over de kunst en geschiedenis van de kerk.
Een rondleiding door de pastoor
De Santa Maria Assunta is gebouwd in 1731, op de fundamenten van een ouder heiligdom. De kerk heeft een middenschip en twee zijbeuken en is rijk aan kunstwerken uit de zestiende tot en met de achttiende eeuw. Boven de ingang hangt een groot orgel en daar tegenover zie ik het hoofdaltaar, in polychroom marmer, en een priesterkoor van notenhout eromheen.
De pastoor loopt met me naar voren. ‘Kijk,’ zegt hij, ‘boven de altaren in de zijbeuken hangen werken van de beroemde schilder Paolo Gamba. Gamba, die leefde van 1712 tot 1782, kwam uit Ripabottoni, hier in Molise. Hij studeerde in Napels en maakte vervolgens vele schilderijen voor kerken in zijn geboorteplaats en andere plaatsten in Molise. U zult hem vast vaker zijn tegengekomen.’ Dat klopte, ja. Ik zag hem inderdaad al in Ripabottoni, maar ook in bijvoorbeeld Venafro, in het zuiden van Molise.
‘Onze kerk heeft vier doeken van Paolo Gamba: De Onbevlekte Ontvangenis, Onze Lieve Vrouwe van Smarten, Het Vagevuur en De Heilige Familie. Daarnaast ziet u hier op de pilaren van het middenschip vier medaillons die Gamba gemaakt heeft, met daarop profeten. En rondom het altaar hangen nog eens vier medaillons van Gamba, maar nu met de Evangelisten.
Weet u dat onder het altaar de relikwieën van de heilige Costanzo liggen? Elk jubeljaar worden die van onder het altaar vandaan gehaald om in processie door het dorp gedragen te worden. Als u wilt, haal ik ze nu ook wel even te voorschijn, hoor!’
Ik zeg de pastoor dat we de heilige botten beter kunnen laten rusten. Het is tenslotte geen jubeljaar. Vervolgens wijst de pastoor me op het doek dat boven het altaar hangt. ‘U zei toch dat u uit Nederland komt? Dan vindt u het vast leuk om te zien, dat wij hier niet één, maar twee doeken hebben van de Vlaamse schilder Dirck Henricksz.’
Hij spreekt die naam uit, alsof zijn moedertaal Nederlands is. Dubbel verbaasd ben ik, over zijn perfecte uitspraak van deze Nederlandse naam én van het feit dat hier überhaupt schilderijen hangen van een schilder uit mijn thuisland.
In de sacristie
De pastoor vertelt me dat zijn parochianen en hij de kunstwerken in de kerk in het algemeen en de Annunciatie van Dirck Hendricksz in het bijzonder met grote toewijding bewaren. Kunsthistorici hebben het werk als uniek bestempeld.
Hij neemt me mee naar de sacristie, waar ik mijn ogen uitkijk. Aan de muur hangt zo’n beetje de hele historie van de kerk. Er zijn gevelstenen van de voorloper van de huidige kerk, met het Lam Gods en een crucifix erop, in de muur gemetseld.
In een grote lijst hangt een formeel document. ‘Dat is het document, waarmee het in 1741 mogelijk werd om de relikwieën van San Costanzo volledig legaal hiernaartoe te vervoeren vanuit de catacomben van San Sebastiano in Rome, waar ze vandaan komen.’
Dat gebeurde met veel devotie en toewijding. De relikwieën werden met veel omhaal in een processie het dorp binnen gedragen. Het hebben van een martelaar als patroonheilige is nu eenmaal geen triviale kwestie. En in al die jaren zijn die devotie en toewijding voor de heilige groot gebleven, getuige het boekje dat erover geschreven is.
Tot slot laat de pastoor me een boek zien, dat door het Vaticaan is uitgegeven en waarin de mooiste Annunciaties uit de kunstgeschiedenis, vanaf de allermooiste van Fra Angelico in Florence, zijn gedocumenteerd. Ook die van Dirck is daarin opgenomen.
Dirck Hendricksz
Wie was die voor ons onbekende Dirck eigenlijk? De Amsterdammer Dirck Hendricksz (1543-1618), zoon van Hendrick Centen, is in Nederland vrij onbekend, maar in Italië, en met name in het zuiden, was hij in zijn eigen tijd en daarna zeer bekend. Hij werd de ‘Vlaamse’ (sic) schilder Teodoro d’Errico genoemd. ‘Vlaams’, omdat de Italianen Nederlandse en Vlaamse meesters zo noemden, zonder onderscheid.
Hendricksz woonde en werkte in Napels, maar zijn werken zijn ook buiten Napels te vinden. We weten dat hij in ieder geval al in 1573 in Napels was, maar men vermoedt dat dat al eerder het geval was.
Hij schilderde vooral voor kerken en kreeg al binnen de kortste keren de ene opdracht na de andere. Talrijk zijn de Madonna’s die hij geschilderd heeft, in verschillende facetten (Annunciatie, Maria Ten-hemel-opneming, Madonna van de rozenkrans, Madonna in Gloria), maar ook andere heiligen en het Laatste Avondmaal waren favoriete onderwerpen van de opdrachten die hij kreeg.
Hendricksz trouwde twee keer. Met zijn eerste vrouw, Madeleine, kreeg hij drie kinderen: Andrea, Anna en Giovanni Luca. Van Andrea weten we dat hij in het klooster van Monteoliveto is ingetreden. Giovanni Luca werd net als zijn vader schilder, maar stierf jong, in 1609.
Dirck, die toen ook al zijn vrouw had verloren en eigenlijk al sinds 1606 van plan was terug te keren naar Amsterdam, deed dat uiteindelijk in 1610. Een jaar later trouwde hij opnieuw, met de 31-jarige Suzanne Coenraet, met wie hij nog vijf kinderen kreeg.
Van de laatste jaren van zijn leven zijn geen werken van hem bekend, wat erop zou kunnen duiden dat hij moeite had om de kunstmarkt te betreden in een thuisland dat hem vrijwel vreemd was. Hij stierf in 1618 in Amsterdam en werd begraven in de Nieuwezijds Kapel.
Van deze Dirck, ‘onze Dirck’, hangen dus in de Santa Maria Assunta in Montorio nei Frentani twee werken. Boven het altaar een Assunzione, een Maria Ten-hemel-opneming, en in de linker zijbeuk het meesterwerk de Annunciazione, de Annunciatie. De pastoor laat ze je graag zien als je in het dorp bent!’
Geweldig, om in een kerk in een dorp in Molise werken van een Nederlandse schilder te ontdekken. Aan ‘Teodoro d’Errico’ is een Italiaanse pagina op Wikipedia gewijd. Ook in Engels en Frans. https://it.wikipedia.org/wiki/Dirk_Hendricksz