Vroegboekkorting bij hu openair villages & campings

Van Manarola via Volastra naar Corniglia – de mooiste wandelroute van de Cinque Terre

Als je aan de Cinque Terre denkt, zie je meteen de vrolijk gekleurde dorpjes aan zee voor je. Maar het Parco Nazionale delle Cinque Terre biedt veel meer dan deze vijf dorpjes. Zo zijn er bijna vijftig verschillende wandelroutes die je in dit nationaal park kunt volgen.

De bekendste daarvan voeren langs de kust, maar de mooiste wandelpaden buigen vanaf de zee landinwaarts en laten de veelzijdigheid van het Ligurische landschap zien: citroenbomen, wijngaarden, bossen en rotswanden.

We tipten eerder al het Sentiero dei Santuari, dat langs de hooggelegen heiligdommen van de vijf dorpjes voert. In deze blog neemt Liza je mee op pad voor een wandeling van Manarola via Volastra naar Corniglia.

Liza: ‘Na een paar dagen in de Cinque Terre voel je gegarandeerd je kuiten en bovenbenen. De dorpscentra zitten vol smalle caruggi (steegjes) met ongelijke trappetjes en de wandelpaden gaan veelal recht tegen de steile heuvelwanden op.

Een stel stevige schoenen is dan ook onmisbaar als je het Parco Nazionale delle Cinque Terre wil ontdekken. De mooiste vergezichten, de meest adembenemende natuur en verrassende landschappen laten zich namelijk pas zien wanneer je de drukte van de dorpjes achter je laat.

Een verrassend divers landschap
‘De meeste toeristen gaan voor de paden langs zee, maar de route die je van Manarola via Volastra naar Corniglia leidt, is veel mooier,’ zo drukte Amy Inman me op het hart. De van oorsprong Californische blondine woont al twintig jaar in de Cinque Terre en runt met haar Italiaanse man een reisbureau en de website CinqueTerreInsider.com.

‘Wie aan de kust blijft hangen, mist eigenlijk het belangrijkste stuk van de Cinque Terre en de reden dat dit gebied op de Werelderfgoedlijst van Unesco staat: de diversiteit van het landschap,’ zo legt ze uit.

‘Daarom is deze route mijn favoriet. Die laat je de wijnterrassen van dichtbij zien, maar leidt ook door groene bossen, olijfboomgaarden en langs het schattige dorpje Volastra.’ Ik weet genoeg: ik trek mijn wandelschoenen aan en ga op pad.

In de voetsporen van de wijnboeren
De wandeling begint in Manarola, het oudste dorp van de Cinque Terre. Je hoeft hier maar even de heuvel op te lopen, richting de Chiesa di San Lorenzo, en je ziet de wijnterrassen al voor je opdoemen.

Al in de oudheid werden hier druiven verbouwd. Vanaf de middeleeuwen legden de bewoners terrassen aan op de heuvels, om zo aan landbouw te kunnen doen. Van stukken rots bouwden ze muri a secco, muurtjes van stenen die zonder gebruik van cement of mortel en volgens een speciaal patroon op elkaar gestapeld werden.

Bij elkaar zijn de stapelmuren bijna zevenduizend kilometer lang – even lang als de Chinese Muur, zo vertelden meerdere bewoners me vol trots. Of dat waar is betwijfel ik, maar dat de muri a secco het gezicht van het landschap bepalen, is zeker.

Volgens oud gebruik planten veel boeren citroenbomen en andere begroeiing boven op hun muurtjes, zodat de wortels de stenen bij elkaar houden. Al is dat geen waterdicht systeem; ook nu nog stort er regelmatig een stuk in. Dat betekent extra werk voor de wijnmakers – met wie we je in dit artikel kennis laten maken.

Een bijna verloren traditie
Waar de boeren in dit gebied vroeger de bouwtechniek van generatie op generatie doorgaven, dreigt die traditie nu verloren te raken. Het Parco Nazionale delle Cinque Terre heeft daarom een speciaal onderhoudsteam dat bestaat uit een handjevol gespecialiseerde ambachtsmannen. Momenteel is men bezig extra mensen op te leiden voor het onderhoud van de paden.

Het pad begint vlak naast de San Lorenzo-kerk. Het eerste stuk van de route is ook meteen het zwaarste. In ongeveer een uur beklim je vanaf het centrum van Manarola de heuvel richting Volastra, een gehuchtje dat een stuk hogerop ligt. Hoe hoger je komt, hoe verder je uit kunt kijken over zee en het centrum van Manarola.

De tocht gaat grotendeels over het terrein van verschillende wijnmakers, waarbij je omhoogklimt via smalle trappetjes van grote rotsblokken, over de muri a secco en langs de tandradbanen die helpen om de geoogste druiven en gereedschappen te verplaatsen.

Als je deze wandeling maakt, kun je niet anders dan respect hebben voor de boeren van de Cinque Terre. Zonder zware bepakking is de klim al zwaar genoeg, dus je kunt je inbeelden hoe dat met zware manden vol druiven moet zijn.

Het dorp van de olie
Eenmaal aangekomen in het gehuchtje Volastra ben je waarschijnlijk wel toe aan een pauze. De route leidt gelukkig direct langs het restaurant Locanda Tiabuscion (Ligurisch dialect voor het Italiaanse woord cavatappi, oftewel kurkentrekker), waar Ligurische gerechten met een moderne twist worden geserveerd.

Vergeet daarna niet om even een rondje te lopen in Volastra. Dit dorp staat bekend om zijn olijfboomgaarden. De naam zou dan ook afgeleid zijn van de term vicus oleaster: dorp van de olie.

Groen sprookjesbos
Het tweede deel van de route duurt ongeveer anderhalf uur en eindigt in Corniglia, het minst bezochte dorp van de Cinque Terre dat op zo’n honderd meter boven zee ligt. Als je met de trein naar Corniglia komt, moet je de bijna vierhonderd traptreden van het station naar het centrum beklimmen, maar deze wandelroute biedt een mooiere manier om er te komen.

Zodra je Volastra eenmaal achter je hebt gelaten, word je getrakteerd op prachtige vergezichten over de wijnterrassen. Dan pas realiseer je je hoe indrukwekkend ze eigenlijk zijn en hoeveel kilometers de muurtjes beslaan.

Het laatste stuk van de route gaat dwars door een prachtig bos waar de rotsen bedekt zijn met fluweelzacht mos. Dankzij de hoge bomen loop je aangenaam in de schaduw. Hier ben je inmiddels weer aan het afdalen, maar dat betekent niet dat dit deel van de wandeling makkelijk is. Het pad voert over grote rotsblokken en losliggende stenen. Af en toe moet je grote stappen naar beneden maken en is het opletten geblazen waar je gaat staan.

Uitblazen in Corniglia
Vergeet, eenmaal in Corniglia aangekomen, niet de smalle straatjes te verkennen en over zee uit te kijken vanaf het panoramische terras van Santa Maria. Voor een welverdiend glas Sciacchetrà (de typische wijn van de Cinque Terre, die wordt gemaakt van gedroogde druiven) strijk je neer bij La Scuna. Vanaf deze plek heb je een prachtig uitzicht over de zee en de heuvels.

Als je nog geen genoeg hebt van het landschap, kun je vanaf hier nog naar Vernazza wandelen. Anders neem je de trap naar het station en reis je verder per spoor.

Praktische informatie
Voor het startpunt van deze route wandel je in Manarola vanaf het station omhoog. Vlak voor de Chiesa di San Lorenzo neem je de trappen omhoog, richting de wijnterrassen. Volg het sentiero panoramico richting Volastra. Eenmaal aangekomen in Volastra volg je de borden naar Corniglia.

De wandeling neemt in totaal ongeveer tweeëneenhalf uur in beslag. Het eerste stuk is een behoorlijke klim, maar daarna is de wandeling goed te doen. Ook voor ongetrainde wandelaars is dit een prima uitdaging.

Wil je liever het eerste stuk overslaan? Je kunt vanaf Manarola ook een bus nemen naar Volastra en vanaf daar naar Corniglia lopen.

Wil je meer zien van het Parco Nazionale delle Cinque Terre? Op de website van het Parco Nazionale delle Cinque Terre vind je nog veel meer wandelroutes. In deze blog vind je al onze tips voor een bezoek aan dit kleurrijke stukje kust.

Download de gratis Ciao tutti app voor nog meer tips

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *