Journalisten Laura en Robbert kozen voor de regio Le Marche als hun nieuwe thuis, onder meer vanwege de schoonheid en toeristische potentie. Voor Ciao tutti schrijven ze regelmatig over hun leven in Italië.
Robbert: ‘Onze hoop was gevestigd op deze dag. Tot nog toe hadden we vooral veel oude troep gezien. Hoewel er ook een paar opknappers ‘met potentie’ tussen zaten, was er geen bij die ons echt kon bekoren – dat schreef ik eerder hier. We waren al verliefd geworden op Le Marche, maar werden dat die ene dag ook op dit huis, deze plek en het uitzicht.
In Casa La Brombolona, zoals de makelaar dit pand noemde, verwijzend naar een verdedigingstoren uit de latere middeleeuwen boven op een heuvel een stukje verderop, zouden al onze dromen samenkomen. La Brombolona ging Nido Visone worden. Ook een deel van ons huis is een oude verdedigingstoren, weten we inmiddels.
Ons nieuwe Italiaanse leven begon op donderdag 29 juni 2023, de dag van aankomst; dat wil zeggen als je de huizenjachttripjes, marktverkenningen, aankoopperikelen, werkbezoeken en andere beslommeringen niet meerekent. Sinds die dag zijn we ingezetenen van Fossombrone, een gemeente in het noorden van Le Marche, tussen Urbino en Fano, aan de Via Flaminia.
Ons huis ligt op een heuvel die uitkijkt op de Gola del Furlo. Beneden in de vallei van de Metauro heb je de Marmitte dei Giganti. Twee keer natuurlijk spektakel.
Onze ultieme wens, het bestieren van een eigen bed & breakfast, moet nog uitkomen vanwege diverse subsidieperikelen, maar voorlopig leven we onze droom, mede dankzij de plek waar we terecht zijn gekomen.
Toen we ergens in 2017 besloten dat we naar Italië wilden emigreren, zetten we een paar regio’s op onze shortlist: Piemonte, Umbrië en Le Marche, met een uitwijkmogelijkheid naar kleine stukjes van Emilia-Romagna.
Le Marche, dat is als Toscane, maar dan minder aangeharkt en minder prijzig. Een betoverende lappendeken van landschappen, kleuren en dorpjes die zich als okerkleurige satijnen lakens over heuveltoppen heen hebben gedrapeerd. De zee en de bergen zijn nooit ver weg.
Nederland werd ons te vol, te druk, te gejaagd en te kil. Warmte wilden we, in allerlei opzichten. Uit vrees voor koude(re) winters legde Piemonte het af tegen Le Marche, Umbrië vanwege de afstand naar zee.
We boekten een taalreis naar Italië om onze eerste voorkeur bevestigd te krijgen en de regio slaagde glansrijk voor de test. Slingerend door schilderijtjes van schoonheid besloten we definitief dat we hier ons leven gingen voortzetten.
Nu we er daadwerkelijk wonen, is het alsof de regio ook ons in de armen sloot. De hartelijkheid van de inwoners, aanvankelijk wat kopschuw soms, maar zo innemend en gepast bescheiden, maar ook de keuken, zo puur, authentiek en smaakvol, en de exclusiviteit van een druif als de Bianchello, waar alleen in onze streek wijn van gemaakt mag worden.
De kleine momenten van genot: Urbino in de avondzon of de Moretta na de maaltijd (koffie met daarin de gelijknamige likeur uit Fano en een schilletje citroen) maar ook de dauw in het dal bij het ochtendkrieken en toevallige ontmoetingen met een stekelvarken, zwijnen of een hertenfamilie.
Verborgen verrassingen in het landschap die zich ontvouwen als je eens een andere route neemt. De gemoedelijkheid van een stad als Fano, onze vaste stek aan de kust. Het water van de Adriatische Zee en de ongeschreven regel dat je aan zee vis eet en in het binnenland vlees (tenzij je vegetariër bent althans). Onze liefde voor Le Marche is onvoorwaardelijk gebleken.’
Meer lezen over de emigratie van Laura en Robbert? Al hun eerdere blogs vind je hier terug.